Aan de orde is de behandeling van:

de Planologische Kernbeslissing Tweede Structuurschema Militaire Terreinen (SMT-2) (28114)

, en van:

- de motie-Vos over een alternatieve locatie buiten de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden (28114, nr. 7);

- de motie-Vos over de interpretatie van artikel 6 van de Habitatrichtlijn (28114, nr. 8).

(Zie notaoverleg van 8 november 2004.)

De beraadslaging wordt heropend.

De voorzitter:

Er is een motie van het lid Van der Staaij rondgedeeld. Zij luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in de PKB-tekst staat aangegeven dat conform de ICAO-normen een obstakelvrij vlak gehanteerd wordt rondom de vliegbases;

overwegende dat in deel 1 van de PKB een dergelijke bepaling nog niet was opgenomen;

overwegende dat uit reacties van diverse provinciebesturen blijkt dat een onverkorte toepassing van de ICAO-normen een onaanvaardbare doorkruising zou kunnen betekenen van bestaande projecten en bouwplannen ten aanzien van windturbines;

constaterende dat de ICAO-normen slechts een beperkte hardheids clausule kennen en niet is voorzien in overgangsrecht;

verzoekt de regering, na de woorden "Dit obstakelvrije vlak geldt naast de reeds bestaande invliegfunnel" de volgende zin in te voegen: "Ten aanzien van bestaande projecten of bouwplannen kan hiervan in bijzondere gevallen worden afgeweken",

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Staaij. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 10(28114).

Deze motie maakt deel uit van de beraadslaging. Ik neem aan dat daartegen geen bezwaar bestaat.

De heer Brinkel (CDA):

Voorzitter. Op 8 november voerden wij overleg over het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen. In dat notaoverleg kwamen een aantal zaken aan de orde. Voor mijn fractie was onder andere belangrijk dat het gebruik van militaire oefenterreinen en vliegvelden gegarandeerd moet zijn en dat er goede veiligheidsnormen moeten gelden rond militaire vliegvelden. De NAVO-lidstaten hebben in 2003 afgesproken om de veiligheidsnormen van de International Civil Aviation Organisation over te nemen; dat betekent een obstakelvrij vlak rond vliegbases. Nederland moet zich aan die afgesproken normen houden.

Vliegveld De Peel is al jaren buiten gebruik en dient als reserve. De genoemde strengere veiligheidsnormen leiden ertoe dat de voorgenomen bouw van windturbines aldaar in het gedrang komt. In het overleg pleitten we voor een pragmatische oplossing. De staatssecretaris had toegezegd dat hij met lokale betrokkenen zou overleggen. Mijn fractie is blij met die oplossing en zal de vorderingen met aandacht volgen.

Vlak voor de stemmingen over het structuurschema vorige week kwam echter de motie-Van der Staaij. Op basis van de wil om een oplossing te vinden voor de voorgenomen bouw van de windturbines en het belang van veiligheidsnormen rond vliegvelden heeft mijn fractie bij de motie een paar vragen. In de motie wordt geconstateerd dat de ICAO-normen maar een beperkte hardheidsclausule kennen. Wat is de opvatting hierover van de staatssecretaris? Aan de heer Van der Staaij vraag ik hoe belangrijk hij scherpe veiligheidsnormen rond militaire vliegvelden vindt.

Mijn fractie hoopt op een oplossing voor de voorgenomen bouw van windturbines. Als de Kamer die planologische kernbeslissing aanneemt, dan mag zij zo'n oplossing niet onmogelijk maken door de vastgestelde tekst. Voor gedeactiveerde vliegbases als De Peel steunt mijn fractie het dictum van de motie, maar ik vraag de staatssecretaris wel wat hij van dat dictum vindt en of hij die tekst in de tekst van het structuurschema wil overnemen.

Staatssecretaris Van der Knaap:

Voorzitter. De International Civil Aviation Organisation is de opsteller van internationale richtlijnen voor burgerluchtvaart. Uit het oogpunt van veiligheid heeft de ICAO-normen opgesteld voor zogenaamde "obstakelbeheersgebieden" rond luchthavens. De NAVO heeft in 2003 deze normen overgenomen voor militaire luchtvaartterreinen.

Nederland heeft deze normen overgenomen voor zowel civiele luchtvaartterreinen als militaire vliegbases en vliegkampen. In het overleg van 8 november sprak de Kamer uit dat zij er niet tegen is dat deze veiligheidsmaatregelen worden gehanteerd en dat veiligheid op dit punt boven alles gaat. Desalniettemin hebben wij uitvoerig gesproken over de nadelen van deze obstakelvrije zones. De pijn zit daarbij vooral in de onmogelijkheid om hoge obstakels, zoals windturbines, te plaatsen in een straal van 6 km rond een vliegbasis. Windturbines zijn doorgaans fors groter dan de maximaal toegestane hoogte van 45 meter. Dit probleem speelt vooral rond vliegbasis De Peel, met name omdat er naar verluidt al investeringen zijn gedaan. Een bijzondere omstandigheid is de gedeactiveerde status van de vliegbasis. Ik heb tijdens het notaoverleg van 8 november toegezegd dat ik mij zal beraden op de situatie en daarna bestuurlijk overleg zal voeren met de twee betrokken provincies en de gemeenten. Inmiddels ben ik na intern overleg tot de volgende conclusies gekomen. Hoewel ik nog steeds van mening ben dat veiligheid boven alles gaat, realiseer ik mij dat de problemen rond vliegbasis De Peel extra zwaar wegen, nu deze basis is gedeactiveerd en momenteel niet wordt gebruikt voor starts of landingen. De Peel blijft echter van belang als reservebasis. De staat van onderhoud is minder dan die van een actieve basis, maar De Peel kan binnen enkele dagen volledig worden gereactiveerd. Het is echter niet waarschijnlijk dat dit op korte termijn zal gebeuren. Deze gedeactiveerde status vormt in mijn ogen een dermate bijzondere situatie dat ik bereid ben om bij wijze van uitzondering de obstakelvrije zone niet toe te passen bij vliegbasis De Peel. Let wel: de bestaande obstakelvrije start-, landings- en zijvlakken, de funnels, uit het Eerste Structuurschema Militaire Terreinen worden wel gehandhaafd, anders zou de basis ook in oorlogstijd niet meer bruikbaar zijn.

Zoals ik de vorige keer in tweede termijn heb gezegd, bevat de ICAO-regelgeving de mogelijkheid om uitzonderingen te maken. Ik besef echter dat er van uw zijde behoefte aan bestaat dat ik de toezegging die ik zojuist voor vliegbasis De Peel heb gedaan, zal formaliseren door hem op te nemen in deel 3A van het Structuurschema Militaire Terreinen. Om die reden stel ik voor de planologische kernbeslissing op dit punt aan te passen, op een manier die aansluit bij het gestelde in de motie van de heer Van der Staaij. Nu luidt de tekst van de planologische kernbeslissing: conform de ICAO-normen wordt rondom een vliegbasis een obstakelvrij vlak gehanteerd, dat begint met een horizontaal vlak van 45 meter hoog met een straal van 4 km rondom de landingsdrempels, dat overgaat in een conisch vlak met een helling oplopend van 45 tot 145 meter over een afstand van 2 km. Dit vlak geldt naast de reeds bestaande invliegfunnel. Daaraan wordt toegevoegd de zin: ten aanzien van bestaande projecten of bouwplannen rondom gedeactiveerde bases kan hiervan in bijzondere gevallen worden afgeweken. Ik meen dat ik hiermee volledig tegemoet ben gekomen aan de wensen die zijn neergelegd in de motie van de heer Van der Staaij.

De voorzitter:

Er is ook een vraag gesteld aan de heer Van der Staaij.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Collega Brinkel heeft de vraag gesteld hoe belangrijk de veiligheid voor mij is. Welnu, voor mij geldt wat de minister daarover zei. Wij kiezen niet voor niets voor strengere veiligheidsnormen. De vraag is echter of er bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking rechtvaardigen. Ik ben het eens met wat de staatssecretaris daarover zei. Ik vind het prima dat hij aan de suggestie die ik in mijn motie doe de beperkende woorden wil toevoegen "rondom gedeactiveerde bases", zodat de motie niet een te ruim bereik krijgt. Dat lijkt mij een uitstekende toevoeging, waarmee geheel wordt tegemoet gekomen aan bezwaren die bij mij, maar ook breder in de Kamer, leven. Voegt de staatssecretaris zelf de tekst toe? Zit die toevoeging er dan in als wij de PKB vaststellen? Of is het de bedoeling dat ik mijn motie wijzig en dan in stemming breng?

Staatssecretaris Van der Knaap:

Ik was toch van plan om hetgeen u in het dictum van uw motie hebt verwoord, op te nemen in de PKB. U moet zelf in overweging nemen of het indienen van de motie dan nog noodzakelijk is.

De heer Van der Staaij (SGP):

De motie is ingediend, maar ik wil haar graag intrekken. Het gaat mij om het resultaat, en niet om de manier waarop dat wordt bereikt. Als u toezegt dat dit in de tekst komt te staan, zoals die door de Kamer wordt geaccordeerd, is dat precies wat ik bedoel en dan zal ik de motie intrekken.

Staatssecretaris Van der Knaap:

U krijgt van mij de garantie dat het in de nota wordt opgenomen.

De heer Blom (PvdA):

Wij hebben de PKB-2 al bijna vastgesteld. Volgens mij moeten wij de PKB-2 nu amenderen. De Kamer moet dat doen, maar volgens mij kan de staatssecretaris dat niet doen.

Staatssecretaris Van der Knaap:

Dan stel ik voor dat wij intern bezien welke weg moet worden gevolgd. Als het initiatief daarvoor bij de Kamer moet liggen, laat ik dat aan de heer Van der Staaij weten. Wij zijn het in elk geval met elkaar eens over de tekst die in het PKB moet komen.

De heer Brinkel (CDA):

Als de staatssecretaris toezegt om de tekst te wijzigen, geldt volgens mijn informatie het zelfde als bij de overname van een amendement door een minister of een staatssecretaris en wordt de tekst geacht te zijn gewijzigd.

Staatssecretaris Van der Knaap:

Ik denk dat het voor de zekerheid en voor de zuiverheid van het parlementaire proces goed is dat mijn ambtenaren dit nog even nakijken. Mocht blijken dat de Kamer het initiatief toch moet houden, laat ik dat weten aan de heer Van der Staaij. Wij weten dan van elkaar dat het er een procedurele afronding moet plaatsvinden, maar dat het niet meer over de inhoud gaat.

De voorzitter:

Ik wil aan de heer Van der Staaij voorstellen dat hij zijn motie nog niet intrekt, maar dat hij deze even aanhoudt. Dat is volgens mij zuiver in de procedure.

De heer Van der Staaij (SGP):

Daar ga ik mee akkoord.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven