Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het Akkoord mestbeleid, te weten:

- de motie-Van den Brink over het derde Actieprogramma Nitraatrichtlijn in Brussel (28385,26729, nr. 41, herdruk);

- de motie-Van der Vlies c.s. over bedrijfsovernames door jonge boeren (28385,26729, nr. 42).

(Zie vergadering van 9 september 2004.)

De voorzitter:

De motie-Van den Brink/Oplaat op stuk nr. 41 is herdrukt in verband met de ondertekening. De heer Oplaat heeft zijn handtekening onder de motie teruggetrokken.

De LPF-fractie heeft om een hoofdelijke stemming over deze motie gevraagd.

De heer Van der Vlies (SGP):

U zegt dat de ondertekening van de motie op stuk nr. 41 in die zin is gewijzigd dat de naam van de heer Oplaat er niet meer onder staat. Ik ben nieuwsgierig naar de reden daarvan. Wij hebben uitvoerig over de motie gesproken. Zij heeft een stevig preadvies gekregen uit vak K. Ik heb mij in de fractie voorbereid op de stemming over de motie-Van den Brink/Oplaat. Dat is nu ineens geheel anders. Dat kan niet onopgemerkt blijven.

De voorzitter:

Er is inderdaad een wijziging in de ondertekening aangebracht. Voor een korte reactie hierop geef ik de heer Oplaat het woord.

De heer Oplaat (VVD):

Voorzitter. Nadat mijn collega's van het CDA een draai hebben gemaakt en niet voor deze motie wilden stemmen, werd in het Kamerdebat door de staatssecretaris van VROM het onaanvaardbaar uitgesproken. Mijn partij is er niet aan toe, deze staatssecretaris naar huis te sturen.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Mijn fractie betreurt het nieuwe mestbeleid en vooral de gevolgen daarvan voor de melkveehouderij. Zij kan niet instemmen met een motie die is ingegeven door de belangen van de intensieve varkens- en pluimveehouderij. Mijn fractie heeft zich hard gemaakt voor het lot van alle milieuvriendelijke koploperbedrijven. De minister heeft tot tweemaal toegezegd hun alle ruimte te geven in het wetsvoorstel dat nog aan de Kamer moet worden voorgelegd. Onder die voorwaarde steunt mijn fractie de minister en stemt zij tegen de motie-Van den Brink.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Herben geef ik hem kort het woord over de aangevraagde hoofdelijke stemming.

De heer Herben (LPF):

Voorzitter. Ik wil de collega's geruststellen. Nu de heer Oplaat duidelijk heeft gemaakt dat ook hij zich conformeert aan de fractiediscipline binnen de VVD, vinden wij het niet langer nodig om hoofdelijk te stemmen.

De voorzitter:

Dan gaan wij nu stemmen.

In stemming komt de motie-Van den Brink (28385, 26729, nr. 41, herdruk).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Vlies c.s. (28385, 26729, nr. 42).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Ik constateer voorts dat er geen behoefte is aan het afleggen van stemverklaringen achteraf.

De vergadering wordt van 14.58 uur tot 15.05 uur geschorst.

Naar boven