Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (versnelde afschaffing afdrachtvermindering lage lonen) (29516).

De algemene beraadslaging wordt geopend.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Mijnheer de voorzitter. Mijn fractie – en dat is voor deze zaal geen verrassing – heeft de SPAK altijd gezien als een nuttige faciliteit om loonkosten aan de onderkant van de arbeidsmarkt te compenseren, zodat werkgevers gestimuleerd worden om banen aan die onderkant te creëren en werknemers het recht hebben op een volwaardig minimumloon. Zij biedt met name mensen met weinig kansen op de arbeidsmarkt een extra stimulans, want laaggeschoolde arbeid wordt door de SPAK goedkoper. De SPAK heeft ook haar nut bewezen. Tussen 1996 en 1999 heeft deze subsidie voor 45.000 tot 60.000 laaggeschoolden werk opgeleverd. In 2003 werd de SPAK gebruikt voor 370.000 banen in fulltime-equivalenten. Volgens onderzoek van EIM is de SPAK van toepassing op 958.000 mensen.

Het IBO-arbeidsmarktrapport uit 2001 was kritisch over de SPAK. De conclusie die de PvdA eruit trok, was dat de SPAK wellicht effectiever ingezet zou moeten worden: meer gericht op specifieke groepen, meer gericht op maatwerk en meer erop gericht om de beperkte productiviteit te stimuleren. Ook anderen hebben intussen dezelfde conclusie getrokken. Zo stelde de Raad voor Werk en Inkomen verleden jaar voor, de SPAK om te vormen tot een tijdelijke loonkostensubsidie van achttien maanden. Dat idee is terug te vinden in de amendementen die ik samen met de heer Vendrik het vorige jaar bij de behandeling van het Belastingplan 2004 heb ingediend. Die amendementen vonden helaas geen steun in deze Kamer.

Welke conclusies heeft nu het kabinet getrokken? Het kabinet heeft de conclusie getrokken dat de SPAK afgeschaft moet worden. In het Hoofdlijnenakkoord stond dat de SPAK stapsgewijs zou worden afgeschaft. Per 1 januari 2003 is de SPAK voor jongeren al afgeschaft. Het zal ook geen verrassing zijn dat deze maatregel niet onze steun had. De regering zegt dat zij het beleid minder vraaggericht en meer aanbodgericht wil maken. Daarom verhoogt zij de generieke arbeidskorting, die gaat naar iedereen die werkt ongeacht het inkomen, en schrapt zij de SPAK. Dat onderbouwt zij met de argumentatie dat ook zonder de SPAK de werkgevers het grootste deel van de banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt zouden hebben gecreëerd, de zogenaamde deadweight loss. Ik vraag de regering wat volgens haar de deadweight loss is van de generieke verhoging van de arbeidskorting. Weet zij dat? Is zij bereid om dat uit te rekenen? Wat is de deadweight loss van de hypotheekrente, met name voor mensen met hoge inkomens? Met andere woorden: welke mensen met hoge inkomens zouden met minder aftrek ook een huis hebben gekocht? Daarop zou ik dan ook weleens een antwoord willen. Ik vind namelijk dat het kabinet inconsistent is in zijn toepassing van argumenten. Het houdt bovendien geen rekening met veranderde economische omstandigheden. Drie jaar geleden, in de economische bloeiperiode, was stimulering van het aanbod nodig. Nu niet. Voor elke vacature zijn er zo 100 gegadigden. Niet het aanbod van arbeid, maar het aanbod van werk moet worden gestimuleerd. In een periode dat elke maand nog steeds 14.000 mensen werkloos worden, is dat geen luxe maar bittere noodzaak.

Ik heb ook de notitie over het arbeidsmarktbeleid er nog eens op nagelezen. Daarin schrijft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dat hij minder specifiek beleid wil en dat hij generiek beleid wil, ook om specifieke groepen aan werk te helpen. Maar als het gaat om allochtonen, om ouderen of om arbeidsgehandicapten – allemaal groepen die problemen hebben om op de arbeidsmarkt te komen en daar te blijven – vraag ik de staatssecretaris, als hij generiek beleid wil, waarom dan niet de SPAK? Dat is een generieke maatregel. Dat is eigenlijk precies wat hij wil. En er valt met ons over te praten om haar nog beter te maken en om haar aan te passen. Waar de staatssecretaris enerzijds zegt dat hij geen doelgroepenbeleid meer wil en er anderzijds generiek beleid is dat werkt, snap ik niet dat de SPAK wordt afgeschaft.

Het kabinet wil de SPAK niet alleen afschaffen, maar doet dat ook nog eens versneld. Dat gebeurt totaal onverwacht. De versnelde afbouw dient ervoor om binnen de 3%-norm van het EMU-saldo te blijven. De minister van Financiën heb ik horen zeggen: wij bezuinigen waar het geen pijn doet. Maar deze maatregel gaat banen kosten, deze maatregel doet wél pijn en bij de mensen die toch al de meeste moeite hebben om op de arbeidsmarkt te komen. Onze stelling is dat deze maatregel geen geld zal opleveren, maar geld zal kosten. Werkgevers geven eensgezind aan dat bedrijven zich niet kunnen voorbereiden op deze bezuinigingen en dat er duizenden mensen werkloos zullen worden. Die krijgen dus straks allemaal weer een uitkering. Ik vraag de bewindslieden wat zij denken dat deze bezuiniging zal opleveren als zij rekening houden met de mensen die als gevolg van de afschaffing van de SPAK straks wellicht in de bijstand komen. Die vraag is in de nota naar aanleiding van het verslag niet beantwoord. Ik zou ook graag een antwoord willen op de vraag hoeveel illegale arbeid hierdoor gestimuleerd kan worden. Zie de argumenten van de LTO: als werkgevers het niet meer op deze manier kunnen doen, dan gaan zij het op een goedkopere manier proberen, dus via illegale arbeid.

Het kabinet rekent als een kind. Men doet alsof een min opgeteld bij een min een plus maakt. Het versneld afschaffen van de SPAK zal alleen maar leiden tot een dubbele min, een nog grotere werkloosheid, een toename van illegale arbeid en een verlies van vertrouwen van de sociale partners.

De vraag is hoever dit kabinet wil gaan in het trotseren van maatschappelijke gevoelens en belangen. Het voorjaarsakkoord is mislukt. Ten aanzien van de SPAK is er een breed en massief front ontstaan van werkgevers, werknemers en intermediairs. Zij hebben alle maar één boodschap: doe dit niet. Zij hebben een gemeenschappelijk pamflet gemaakt. Zelden is de polder zo breed geweest. Ik snap werkelijk niet waarom het kabinet daar niet naar wil luisteren.

Waarom luistert men niet naar de ABU, die zegt dat dit het paard achter de wagen spannen is? Waarom luistert men niet naar de LTO, die wijst op het gevaar van illegale arbeid? Waarom luistert men niet naar VNO-NCW, die zegt dat zo'n ingreep middenin een recessie gigantische gevolgen voor de sectoren zal hebben? Waarom luistert men niet naar Loek Hermans van het MKB, die het kabinet kritiseert vanwege de boekhoudersmentaliteit? MKB Nederland stelt voor de generieke arbeidskorting achterwege te laten en de 200 mln die dit oplevert, te gebruiken voor de instandhouding van de SPAK. Wat is de reactie van de bewindslieden? De FNV stelt voor de OZB niet af te schaffen en dat geld te investeren in de SPAK. Het kost een fractie, maar het levert veel meer op. Wat is de reactie van de bewindslieden? Het CNV suggereert de SPAK te beperken in de tijd, zodat het instrument effectiever kan worden gebruikt. Zie de RWI-variant. Het CNV wijst op de oogkleppenpolitiek van dit kabinet. Deze labels in een tijd waarin het moeilijk gaat, waarin wij net een mislukt voorjaarsoverleg achter de rug hebben, zijn niet echt prettig voor een kabinet.

Wat is de argumentatie van de staatssecretarissen tegen de argumenten van de verschillende sectoren, van de werkgevers, van de werknemers, van de verschillende branches? Het EIM zegt dat met behoud van de SPAK in 2006 nog eens 7500 banen gerealiseerd zouden worden. De versnelde afschaffing leidt slechts tot banenverlies. De schoonmaaksector noemt een aantal van 3000 tot 5000 en gebruikt 10% van de SPAK. Veralgemeniseerd gaan wij dus een extra werkloosheid tegemoet van 30.000 tot 50.000 mensen. Ik kan mij niet voorstellen dat het kabinet dit voor zijn rekening wil nemen. Ook de detailhandel komt tot een afname van de werkgelegenheid met 0,5%. De uitzendbranche komt tot 15.000 banen. Een simpel schoonmaakbedrijf uit Baarn met 600 mensen personeel geeft aan dat er tientallen mensen zullen moeten worden ontslagen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?

Ik breng de uitspraken van de heer Zalm in herinnering. Mensen die in de bijstand zitten, zouden op basis van een stage schoonmaakwerk moeten doen bij mensen die dat werk nu via de AWBZ krijgen. Wat gebeurt er dus feitelijk als wij dit combineren? Het kabinet schaft de SPAK af, daardoor worden mensen ontslagen, die mensen komen in de bijstand en vervolgens worden zij gedwongen om vanuit de bijstand hetzelfde werk te gaan doen dat zij eerder deden, maar nu met een slechtere betaling en slechtere arbeidsvoorwaarden. Voor iemand als staatssecretaris Rutte, die steeds zegt werk te willen stimuleren en mensen aan het werk te helpen, kan dit toch niet de bedoeling zijn? Op deze manier verwijst hij mensen terug naar de bijstand, in plaats van ze perspectief op werk te geven.

Om al de door mij genoemde redenen verzet mijn fractie zich met hand en tand tegen de versnelde afschaffing van de SPAK, en de afschaffing van de SPAK als zodanig. Het vergroot de werkloosheid, het vergroot de financiële onzekerheid bij bedrijven en het maakt laaggeschoolden nog kwetsbaarder dan ze toch al zijn op de huidige arbeidsmarkt. De maatregelen zijn ingegeven door een rigide boekhoudkundig omgaan met de 3%-norm. Op termijn zal het de regering alleen maar geld kosten. Het kabinet gedraagt zich op dit terrein kortzichtig: het let alleen maar op de korte termijn. Dat is onverantwoordelijk, want het creëert een nieuwe generatie werklozen, een generatie jeugdwerklozen – de SPAK voor jongeren is al afgeschaft – en het kabinet is autistisch als het gaat om de omgang met sociale partners en andere betrokkenen. Men moet toch bereid zijn om met elkaar na te denken over de verschillende alternatieven, als je ziet dat er zo'n breed front is van mensen die hiertegen zijn. Maar de SPAK is ook voor mijn fractie te belangrijk om te volstaan met kritiek en het halen van haar eigen gelijk. Dat hoeft ook niet, want er liggen genoeg goede alternatieven, waarop ik een serieuze reactie van de bewindslieden vraag.

Ik noemde al het voorstel om de OZB niet af te schaffen. Verder hebben we het voorstel gedaan, zoals geformuleerd door de RWI, om de SPAK in de tijd te beperken, en eventueel tot bepaalde doelgroepen. Zorg er wel voor dat minder productieven de kans krijgen hun productiviteit te verhogen, en dat het voor werkgevers aantrekkelijk wordt om die mensen in dienst te nemen. Mijn fractie zal doorgaan met het formuleren van alternatieven die het aanbod van werk vergroten, zeker in de huidige context.

Maar ook voor de korte termijn liggen er alternatieven, zoals de versnelde afschaffing van de SPAK. Ik memoreer nogmaals het voorbeeld van het MKB dat voorstelt om de arbeidskorting niet te verhogen, wat 200 mln euro oplevert, wat kan worden gebruikt voor de gerichte invulling van de SPAK. De regering stelt dat verhoging van de arbeidskorting leidt tot meer arbeidsproductiviteit dan de SPAK. Dat valt op zich nog te bezien. Maar los daarvan leidt het in ieder geval tot minder werkgelegenheid voor laag opgeleiden, namelijk 7500 banen. Het kent een minimaal even groot deadweight loss. Ook daarop graag een inhoudelijke reactie.

Een tijdelijk behoud van de SPAK is ook mogelijk door de arbeidskorting vertraagd te laten oplopen, een voorstel van de schoonmaaksector. Ook daarop graag een reactie. Maar een wellicht nog interessanter voorstel is recentelijk gekomen van VNO-NCW. Zij stellen voor, de WAO-premie voorlopig niet te verlagen, en daaruit de geplande stapsgewijze afbouw van de SPAK te betalen. In het hoofdlijnenakkoord van Balkenende I zit een premieschuif bij de WAO, waar werkgevers vier keer 0,25% mld euro lastenverlichting krijgen. Nu zeggen de werkgevers: dat hoeft voor twee jaar niet, dan kunnen we daar de SPAK van betalen. Dat is feitelijk natuurlijk vestzak/broekzak voor de werkgevers, maar volgens ons is dat wel positief. Immers, het geld dat wordt bespaard door verlaging van de instroom in de WAO, mede dankzij het beleid van werkgevers, wordt ingezet om arbeid te creëren. Dat is precies het thema dat de PvdA aanspreekt: werk boven inkomen. Graag een reactie op dit voorstel; anders kom ik er wellicht in tweede termijn op terug. Wij signaleren overigens dat zo'n benadering ook mogelijkheden biedt om door te trekken naar de WAO. Bij een verdere verlaging van de instroom kan geld gereserveerd worden, onder andere door de al eerder door ons voorgestelde PAK, de permanente afdrachtskorting, die werkgevers kan stimuleren om een groep arbeidsgehandicapten in dienst te nemen.

Als het kabinet niet tot één van deze compromissen bereid is en doorzet wat het wil, is de vraag wat de gevolgen zijn van dit beleid. Ik heb de toenemende werkloosheid al gememoreerd, en ik noem verder de illegale arbeid, maar ik zou ook weleens willen weten wat dit betekent voor het minimumloon. Het MKB heeft namelijk al gewaarschuwd dat de loonkosten zonder de SPAK te hoog worden en dat dan verlaging van het minimumloon aan de orde moet zijn. Hoe ziet het kabinet dit? Staatssecretaris Rutte heeft eerder gezegd dat het minimumloon een vorm van een beschaving is. Staat hij daar nog steeds achter en deelt ook staatssecretaris Wijn c.q. het kabinet die opvatting? Kunnen wij daar dan uit afleiden dat in deze kabinetsperiode een discussie over het minimumloon niet zal plaatsvinden?

De sociale werkvoorziening heeft al eerder te lijden gehad onder de afschaffing van de SPAK. Het is goed dat dit nu voor een deel gecompenseerd wordt. Ik zou overigens graag een reactie ontvangen van de staatssecretaris van Sociale Zaken op de brief van de werkgevers in de sociale werkvoorziening die hebben aangegeven dat het met deze maatregelen voor werkgevers weleens minder aantrekkelijk kan worden om mensen in een traject van begeleid werken aan te nemen of om überhaupt een traject voor begeleid werken op te starten, omdat de kosten die daar gemaakt worden, relatief hoof zijn. Ik zou verder graag van de staatssecretaris van Sociale Zaken een reactie horen op de relatie tussen de SPAK en het regulariseren van I/D-banen. Ik vind het nog steeds fantastisch dat het voornemen er ligt om veel I/D-banen om te zetten in reguliere banen. Het zijn er wat mij betreft overigens nog wel veel te weinig. Naar ik heb begrijpen, zijn het er nu zo'n 5000, terwijl er nog precies twee maanden zijn om dat verdubbelen naar 10.000. Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat de staatssecretaris er zelf in gelooft dat dit nog gaat lukken. Wat is zijn mening over het langetermijnbeleid? Een van de redenen waarom ik meen dat het niet zal lukken, is dat evenals bij de sociale werkvoorziening, het bij I/D-banen gaat om mensen met een lage productiviteit met vaak een grotere afstand tot de arbeidsmarkt zodat je werkgevers moet belonen als ze de mensen in dienst nemen. En dat belonen doet dit kabinet wat ons betreft onvoldoende.

De PvdA vindt dat werk moet lonen. Deze keer zou ik willen zeggen dat belonen werkt. Dan hebben wij het nu een keer niet over de topmanagers maar over de mensen die het meer dan alle anderen hard nodig hebben!

De heer Vendrik (GroenLinks):

Mijnheer de voorzitter. Vandaag de dag loopt de werkloosheid scherp op. Duizenden mensen die gisteren nog een baan hadden, moeten vandaag naar het CWI of het UWV om een uitkering aan te vragen. Er is geen werk. Deze toenemende werkloosheid wordt mede door het voorgaande kabinet maar ook door dit kabinet zelf veroorzaakt. Het procyclische begrotingsbeleid zet de economie op slot en dat leidt ertoe dat het prille herstel waar zich dat al in Nederland voordoet, in de knop dreigt te worden gebroken. Een groeiende werkloosheid is het gevolg.

Hier dringt zich een vergelijking op met de jaren tachtig. Wij kennen dit kabinet als een kabinet dat zo graag wil terugverwijzen naar die tijd. Een dure les uit de jaren tachtig trekt dit kabinet niet. Dat wisten we in september al en nu blijkt opnieuw hoezeer het aan die les voorbijgaat. Die les is dat hoe langer de werkloosheid duurt, hoe hoger de werkloosheid is, hoe meer die werkloosheid zich concentreert bij mensen met een ronduit beroerde positie op de arbeidsmarkt, mensen met weinig scholing, weinig opleiding of zelfs helemaal geen afgerond diploma, mensen die helaas tot de marge van de arbeidsmarkt veroordeeld zijn. Zij zijn het die altijd weer de klappen krijgen van lange en hoge werkloosheid. Dat dreigt nu ook weer te gebeuren. Het moment is namelijk nog niet daar dat een eventueel aantrekkende Europese of internationale economie in Nederland ook zoden aan de dijk zet. We gaan dus een tijd tegemoet van lange en hoge werkloosheid. En dan telt die les extra sterk. Dan weten we op grond van de jaren tachtig dat die mensen met een moeilijke positie op de arbeidsmarkt de prijs betalen. Zij zijn veroordeeld en zullen veroordeeld worden tot langdurige werkloosheid. Geen kans meer op de arbeidsmarkt. Het wordt dus een enkeltje bijstand.

Voorzitter. Die situatie wordt nog verergerd door loonconcurrentie aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Werknemers uit Oost-Europa komen via tijdelijke detacheringsconstructies volkomen legaal op de Nederlandse arbeidsmarkt. Dankzij die tijdelijke detacheringsconstructies ontvangen zij voor eenvoudig werk niet het Nederlandse wettelijk minimumloon, maar hetgeen in de landen van herkomst daarvoor wordt betaald. Dat maakt de zaak voor de betrokkenen nog erger. Er zijn dus mensen met heel weinig perspectief op werk en dan besluit het kabinet in al zijn wijsheid om de loonkostensubsidie op het minimum snel af te schaffen. Er was al sprake van een geleidelijke afschaffing tot 2006, maar nu moet dit in één klap. Het is een soort cold turkey voor mensen met een minimumloon.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid roept bijvoorbeeld enthousiast bij Twee Vandaag: het kost geen banen want wij weten dat het geen banen kost. De werkelijkheid is anders. Ik weet wat er in Amsterdam gebeurt met mensen met geen of een lage opleiding. Deze mensen hebben vaak tijdelijk werk via bepaalde constructies en zij voelen het verlies aan werkgelegenheid met de dag. De kansen voor deze mensen in en rondom Amsterdam dalen met de dag, zo weet ik uit eigen ervaring. Dit kabinet weet niets beters te verzinnen dan deze Amsterdammers het laatste zetje naar de bijstand te geven, dus hun kwetsbare werkgelegenheid definitief af te breken. Banen maken nu plaats voor uitkeringen, want betrokkenen moeten ergens van rondkomen. Die uitkeringen komen ten laste van gemeentes, zo is het kabinet ook wel weer. Betrokkenen krijgen namelijk in de meeste gevallen geen WW, maar bijstand. Dankzij de Wet werk en bijstand van deze staatssecretaris draaien de gemeenten voor die uitkeringen op. Het Rijk heeft er geen last van, want de gemeentes betalen straks de prijs voor dit beleid.

Beide staatssecretarissen wijzen erop dat de gemeenten een deel van het reïntegratiebudget kunnen inzetten voor gerichte loonkostensubsidies. Dat argument snijdt geen hout. Wij weten dat er na de invoering van de Wet werk en bijstand een enorme klap geld is wegbezuinigd; geld dat bedoeld was voor reïntegratie. Men heeft dus te maken met een slinkende pot met geld en daarmee moet een groeiende groep mensen in de bijstand bediend worden. Het mes snijdt in dit geval aan twee kanten verkeerd. Op welke wijze kunnen dan nog gericht loonkostensubsidies voor een steeds groeiende groep worden ingezet? Het is een drogredenering. Gemeenten hebben die vrijheid, maar zullen er nauwelijks gebruik van kunnen maken, omdat zij aan alle kanten geld tekort komen. Het kabinet vindt het niet goed dat de lokale lasten stijgen. Een hoger tekort op gemeentelijk niveau werkt door in het landelijke begrotingstekort, dat moet voldoen aan de Europese eisen. Kortom, die suggestie loopt aan alle kanten vast.

Mijn fractie is zeer ongelukkig met de versnelde afschaffing van de SPAK, gegeven het hoge niveau van de werkloosheid. Zij verzet zich daar met hand en tand tegen. Mevrouw Bussemaker heeft terecht gezegd dat wij hierin bepaald niet alleen staan. Ik wijs erop dat tal van werkgeversorganisaties het met ons eens zijn. Zelfs de heer Hermans, de liberale minister van Onderwijs in het tweede paarse kabinet, verwijt het kabinet – zijn partijgenoot Zalm voorop – gewoon ordinair te boekhouden. Er wordt niet nagedacht over de vraag wat mensen in deze tijd nodig hebben, maar het gaat er alleen om, de cijfertjes op orde te hebben. Zelfs de heer Hermans zegt dit. Ik ben benieuwd wat de liberale staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid daarop te zeggen heeft. Ik vind het ook fijn als de CDA-staatssecretaris van Financiën er iets over zegt. Niet alleen de werkgeversorganisaties, maar ook de vakbeweging en specifieke organisaties uit de detailhandel en de schoonmaaksector maken hier bezwaar tegen. De laatste twee sectoren worden vooral door deze maatregel getroffen.

Het kabinet legt een wetsvoorstel aan de Kamer voor waar helemaal niemand op zit te wachten, behalve het kabinet zelf. Wellicht kunnen beide staatssecretarissen daarover nadenken. Waarom nemen zij deze maatregel? Zij leidt ertoe dat in 2004 en 2005 snel even wat geld wordt opgehaald ten gunste van de begroting. Dit kabinet houdt de Nederlandse samenleving juist voor dat maatregelen gericht moeten zijn op de toekomst. Ik verwijs naar het voorjaarsoverleg over VUT en prepensioen. Als er één wetsvoorstel door dit kabinet in het parlement wordt verdedigd dat niets met de toekomst te maken heeft, dan is het wel dit wetsvoorstel. Het is werkelijk op geen enkele manier een structurele investering in de toekomst. Het is puur snel geld binnenhalen en overgaan tot de orde van de dag, terwijl juist de positie van laag- en ongeschoolden op de arbeidsmarkt in Nederland ook op de lange termijn de zorg van dit kabinet moet zijn. Het zal niet voldoende zijn als over een aantal jaren de internationale conjunctuur aantrekt en ook in Nederland voor extra groei zorgt. Het zal niet voldoende zijn voor deze mensen. Het is verkeerd om te denken dat zij wel weer een baan zullen vinden. Hun vooruitzichten om straks in 2006, 2008, 2010 ooit nog een baan te bemachtigen in Nederland zijn rondom somber. Als dit kabinet vooropstelt dat het nadenkt over de structurele economische positie van Nederland ten gunste van ons allemaal, dan moet dit wetsvoorstel onmiddellijk van tafel en dan moet er een beleid komen waarin wordt nagedacht over de moeizame positie van laag- en ongeschoolden op onze arbeidsmarkt. Ik hoor daar helemaal niets over.

Misschien is er nog één tussenweg. Het Centraal planbureau helpt ons een beetje en dat is mooi. Het berichtte deze week dat dankzij, helaas onfortuinlijk, de hoge internationale olieprijs, de gasbaten spectaculair zijn gestegen. Dat is dan een voordeeltje voor de minister van Financiën. Het zou om een bedrag van 400 mln gaan. Wij zullen daarop bij het voorjaarsdebat terugkomen. Als de minister van Financiën dit bedrag kan verwachten voor 2004, investeer dit dan onmiddellijk in de kwetsbare werkgelegenheidspositie van deze mensen. Dat kan op basis van de huidige SPAK of van een variant daarop, zoals er verschillende zijn voorgesteld door mevrouw Bussemaker – onze amendementen kunnen worden overgenomen, echt waar – maar doe er iets mee. Laat het geld niet ten gunste komen van het EMU-saldo of van nog meer asfalt in dit land. Dat dreigt namelijk als niet wordt ingegrepen. Gebruik het geld om de SPAK in de lucht te houden, desnoods in aangepaste vorm. Ik houd dit pleidooi met de grootst mogelijke kracht die ik in mij heb. Ik vraag beide staatssecretarissen om daarop te reageren en niet te verwijzen naar de voorjaarsnota, want dit wetsvoorstel vloeit voort uit de voorjaarsnota. Ik wil het dan ook graag vandaag in samenhang bespreken.

Ik kom op ons structurele verhaal. Hoe moet het verder met de loonkostensubsidies? Ik kom daarmee terecht bij de moeder aller arbeidsmarktrapporten, waarop dit kabinet zich zo graag verlaat, het rapport "Aan de slag" uit 2001. De positie van GroenLinks is dat in goede tijden met een krappe arbeidsmarkt, loonkostensubsidies in principe niet het goede instrument zijn. Juist op dat moment is het van belang dat er door de overheid wordt gewerkt aan het verbreden van aanbod; meer mensen aan de slag, dus geen loonkostensubsidies, want zij doen iets aan de vraag naar arbeid. Die vraag is bij hoogconjunctuur voldoende. Enige uitzondering kan wellicht worden gemaakt voor de groep langdurig werklozen, die zelfs in een periode van hoogconjunctuur problemen ondervindt. Wij hebben dit onder Paars II helaas moeten meemaken.

Loonkostensubsidies zijn van belang wanneer er slechte tijden aanbreken, de werkgelegenheid krimpt, er onvermijdelijk lange en hoge werkloosheid ontstaat en het verdringingsmechanisme weer optreedt. De loonkostensubsidies moeten juist worden ingezet in een periode van laagconjunctuur, bij slechte tijden, wanneer de prijsconcurrentie onderin de arbeidsmarkt bikkelhard is. De mensen met een kwetsbare positie kunnen dan gered worden door een SPAK, een loonkostensubsidie, in welke variant dan ook. Zij dreigen het gelag te betalen.

Het rare is dat dit kabinet eigenlijk hetzelfde doet als de paarse kabinetten, maar dan spiegelbeeldig. Paars zat fout. In een periode van hoogconjunctuur stimuleerde het de vraag naar arbeid door dit soort subsidies. In dat opzicht was het volstrekt logisch dat de schrijvers van het rapport "Aan de slag" niet pleitten voor een vraagbeleid, maar voor een aanbodbeleid. In die zin past het rapport bij hoogconjunctuur. Dit kabinet doet precies het tegenovergestelde, maar op basis van precies dezelfde slechte reden, want in een periode van laagconjunctuur wordt de omslag gemaakt, terwijl juist nu het paarse beleid gecontinueerd zou moeten worden. Ik begrijp er helemaal niets van, dat het kabinet zo slecht het rapport "Aan de slag", dat beslist de moeite waard is, heeft gelezen. Ik vraag op dat punt om helderheid. Ik zou bijna zeggen: zelfs ezels stoten zich niet twee keer aan dezelfde steen, maar kennelijk wil het kabinet ook de ezels verslaan.

Het kabinet pleit in verschillende stukken – ook in de schriftelijke voorbereiding van dit wetsvoorstel – voor aanbodstimulering, en wat voor een stimulering! Tjonge, jonge, weten wij nu niets beters te verzinnen dan de verhoging van de generieke arbeidskorting die 7 miljoen Nederlanders krijgen? Wat een creativiteit! En dat is aanbodstimulering. Het kost gloeiend veel geld en het is ongelooflijk ineffectief. Zet dan meteen het raam open en donder het geld er uit en vertel aan het parlement dat je dat een goed beleid noemt. Als dit kabinet werkelijk volhardt in de weigering om die dure en inefficiënte arbeidskorting in te ruilen voor een earned income tax credit, dan zijn wij nog verder van huis. Dat zou nog een optie zijn geweest. Zelfs het CDA begon er vorig jaar over dat het misschien toch verstandig is om in deze krappe tijden, waarin er zo weinig geld is, zoals ik altijd weer uit vak K mag vernemen, het geld erg efficiënt en gericht in te zetten. Dat gebeurt niet met een arbeidskorting. Als het kabinet vanmiddag de afschaffing van de SPAK verdedigt en vindt dat wij echt de stap moeten maken, hoe onwijs ook, naar een meer aanbodgeoriënteerd arbeidsmarktbeleid, dan vind ik het logisch dat dan ook echt efficiënte maatregelen worden voorgesteld die de toets der eigen kritiek kunnen doorstaan. Want dit kan natuurlijk niet. Dat weet het kabinet zelf ook wel.

Een van de argumenten voor de keuze van het kabinet voor de verhoogde arbeidskorting – het staat ook in de stukken – is volgens het kabinet dat het beter uitpakt voor de arbeidsproductiviteit. Dat is ook weer zo'n zin die mijn fractie buitengewoon verontrust. In deze tijd hoort het overheidsbeleid niet gericht te zijn op verbetering van de arbeidsproductiviteit. Het gaat om de arbeidsparticipatie. Dat is iets heel anders. Arbeidsproductiviteitsverhoging hoort het doel niet te zijn. De enige manier waarop het kabinet een verhoging realiseert – kijk naar de modelmatige berekening van het Centraal planbureau – is gewoon laag- en ongeschoolden van de arbeidsmarkt af gooien. Dat is de manier waarop die arbeidsproductiviteit stijgt en dat is bepaald geen pluim om op de hoed te steken. Ik vraag het kabinet op dat punt om helderheid: wat bedoelt het met die zinnen?

Zou er in het kabinet nog sprake zijn van een verschuiving van het arbeidsmarktbeleid van vraag naar aanbod, vandaag de dag spreken wij helemaal niet meer over een verschuiving. Wij praten hier gewoon over een botte bezuiniging. Dit kabinet heeft gewoon snel geld nodig. Tijdelijk geld, want het is niet structureel, en daar moeten de SPAK en alle mensen die daar op dit moment nog van profiteren, de prijs voor betalen.

Net als mevrouw Bussemaker stel ook ik de vraag naar de uitverdieneffecten die hieraan zijn verbonden. Het wordt eens tijd dat wij die weten. Dit kabinet mag wel tegen de Kamer roepen dat dit een efficiënte, snelle en makkelijke bezuiniging is – en het is inderdaad een bezuiniging van de afdeling "pik in en neem mee" – maar het is evident dat de prijs ergens wordt betaald. Die wordt betaald door gemeenten in de vorm van hogere bijstandsuitkeringen, of door grotere tekorten bij lokale overheden. Er gaat werkgelegenheid verloren. Er wordt dus niet alleen een sociale prijs betaald, maar ook een financiële prijs. Ik wil deze samenhang graag in een budgettair plaatje zien. Waar blijft de berekening van het kabinet?

Het kabinet maakt via de legitimatie van dit wetsvoorstel gebruik van het arbeidsmarktrapport "Aan de slag". Ik vind dat het kabinet daarbij buitengewoon selectief winkelt. De argumentatie die men uit dat rapport haalt, klinkt eigenlijk vals. Ik heb vier punten. Ik vraag de beide staatssecretarissen om op alle vier de punten te reageren. Ze mogen zelf kiezen op welke punten.

1. Het rapport, hoe belangrijk ook, is een rapport voor een hoogconjunctuur. Het biedt een langetermijnperspectief: hoe dient worden omgegaan met de vergrijzing? Het arbeidsmarktaanbod wordt daarin inderdaad de centrale kwestie. Dat is een kwestie voor de lange termijn, geen kwestie van vandaag. Het karakter van het rapport tekent de analyses over het zogeheten deadweight loss. Heeft die subsidie wel zin? Zouden die banen zonder die subsidie niet ook tot stand zijn gekomen? Bovendien pakt het kabinet er één getal uit. Er zou een deadweight loss zijn van 92%. Met andere woorden: van elke € 100 is € 92 weggegooid geld. Er zijn ook andere onderzoeken – het rapport bevat er zelfs een aantal van – waarin veel ruimere marges worden gehanteerd bij de betekenis van deze deadweight loss. Wetenschappelijke zekerheid is daarover dus niet te geven. Daar gaat het kabinet echt te makkelijk voorbij aan de wetenschappelijk stand van kennis.

2. De aanbeveling om overheidsgeld in te zetten op aanbod in plaats van op vraag, is juist ingegeven door de grote krapte op de arbeidsmarkt in 2000, toen het rapport intellectueel tot stand kwam. Dat geldt ook voor de wens om de stijging van de productiviteit te bereiken. Dat is namelijk ook een manier om arbeidsmarktknelpunten op te lossen. Vandaag de dag, helaas, helaas, is die situatie compleet anders. Op dat punt is het rapport gewoon minder waard geworden. Het kabinet moet dus met een eigen sterk verhaal komen in plaats van zo met dit rapport aan de slag te gaan.

3. Het rapport bevat nog een andere aanbeveling: als een omslag moet worden gemaakt van loonkostensubsidies naar arbeidskorting en dat soort instrumenten, kies dan voor een EITC, want dat is pas echt effectief en efficiënt. Het staat er letterlijk, maar dit kabinet kiest daar niet voor en winkelt dus selectief. Waarom wordt de aanbeveling over de SPAK op dit verkeerde moment wel overgenomen en die andere aanbeveling niet?

Het vierde punt is een aanbeveling die bepaald niet van belang ontbloot is, als je kijkt naar wat dit kabinet doet. Op macroniveau zou het totaal beschikbare budget voor integratie, voor bemiddeling, scholing, loonkostensubsidies en alles wat ertussen zit, mee moeten bewegen met de omvang van het aantal werklozen. Dat is een logische gedachte, maar dit kabinet doet precies het tegenovergestelde. De werkloosheid stijgt, maar er wordt ongelofelijk gehakt in het totale budget dat in Nederland beschikbaar is om te proberen mensen weer een positie op de arbeidsmarkt te geven. Het kabinet voert deze aanbeveling niet alleen niet uit, maar doet precies het tegenovergestelde. Er wordt dus selectief gewinkeld.

Mijn conclusie is helder. Deze twee heren hebben geen verhaal. Ik dring erop aan dat zij het wetsvoorstel intrekken. Als zij nog een poging doen om in eerste termijn wel een verhaal te houden, moeten zij het rapport "Aan de slag" er alsjeblieft buiten houden.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. De SP-fractie is altijd kritisch geweest over de specifieke afdrachtskorting. De SP was zelfs tegen de invoering ervan. Wij wilden destijds het geld anders besteden. Wij waren kritisch over de SPAK, omdat wij twijfelden aan de effectiviteit ervan. Leidt zij wel tot meer banen of is zij meer een cadeautje voor werkgevers, zoals het Rekenkamerrapport "Belasting als beleidsinstrument" uit 1999 suggereerde? Kon het geld op een andere manier niet beter worden besteed?

Bij de belastingherziening heeft mijn fractie een voorstel ingediend om de SPAK af te schaffen en te vervangen door wat wij gemakshalve in het Nederlands de terugtaks noemen. Dat is de earned income tax credit waar de heer Vendrik het zojuist over had. Dat is een specifieke maatregel die heel gedetailleerd is gericht op de werkenden met een laag inkomen. Volgens berekeningen van het Centraal planbureau leidt een dergelijke terugtaks tot meer banen en gaan mensen er daarmee ruim € 100 per maand op vooruit. Onze redenering was destijds dat er betere alternatieven zijn voor de SPAK.

De SP is nog steeds kritisch over de SPAK, maar er is wel wat veranderd. Destijds leefden wij in een periode van hoogconjunctuur, met tekorten op de arbeidsmarkt, maar daar is nu geen sprake meer van. Je kunt je afvragen of de SPAK nu niet effectiever is dan in de jaren negentig. De heer Vendrik heeft dezelfde vraag opgeworpen en deze in positieve zin beantwoord.

De SP-fractie denkt dat een banenplan voor 200 mln, wat het kabinet nu op de SPAK wil besparen, meer banen kan creëren dan de SPAK doet, omdat die bekende deadweight loss erin zit, het dode gewicht. Maar de regering heeft helemaal geen banenplan. Er staat niets substantieels tegenover de versnelde afschaffing van de afdrachtskorting. Afschaffing nu betekent dat duizenden banen zullen verdwijnen, in een periode dat per maand 14.000 mensen hun baan verliezen en waarin de jeugdwerkloosheid is verdubbeld.

De versnelde afschaffing van de SPAK is voor een klein gedeelte oorzaak van dit probleem. Het kabinet neemt meer maatregelen die de werkloosheid verhogen in plaats van verlagen, zoals oudere werknemers de arbeidsmarkt opjagen en bezuinigingen op gesubsidieerde arbeid. Instemmen met afschaffing van een regeling die weliswaar niet de schoonheidsprijs verdient, maar waarmee wel duizenden mensen aan het werk worden gehouden, vindt mijn fractie onverantwoord. Ik houd beide bewindslieden de commentaren voor van een hele reeks van instanties, instellingen en organisaties, die in de schriftelijke voorbereiding al zijn genoemd, zoals VNO/NCW, de Stichting van de arbeid, FNV, CNV en MKB. Wat is het commentaar van de regering op de dringende verzoeken uit de samenleving om op dit moment niet over te gaan tot afschaffing van de afdrachtskorting? Ook ik ben benieuwd naar de budgettaire effecten van het voorstel van de regering. Wij verdienen op dit moment namelijk inderdaad zo'n 200 mln. Ik zou echter toch ook graag inzicht krijgen in de effecten op de langere termijn en de lasten voor bijvoorbeeld de gemeenten.

De regering verwijst voortdurend naar het begrotingstekort als reden om de SPAK versneld af te schaffen. Mijn fractie kan niet uitleggen waarom Nederland zich wel aan een Europese afspraak zou moeten houden, die Duitsland en Frankrijk drie jaar op rij schenden zonder dat dit consequenties heeft. Moet de regering dan dat argument van de Europese richtlijn en het Europese percentage wel gebruiken om deze maatregel op dit ongelukkige tijdstip door te voeren?

Voor volgend jaar zijn er prima alternatieven, bijvoorbeeld het schrappen van de verlaging van het eigenwoningforfait. Dat levert bovendien ook nog eens structureel 250 mln op. Kortom, het kan anders en het moet anders. Het debat over de werkeloosheid houden wij volgende week. Ik moet nu echter al wel zeggen dat mijn fractie er niet bij kan dat dit kabinet de belasting op het vermogen in het eigen huis verlaagt via de geplande verlaging van het eigenwoningforfait en de afschaffing van de OZB en tegelijkertijd de belasting op arbeid verhoogt in een periode dat de werkeloosheid groeit.

Voorzitter. De bewindslieden zullen met sterke argumenten moeten komen om mijn fractie te overtuigen van het nut van dit in feite onzinnige wetsvoorstel. Mijn fractie heeft ernstige bezwaren tegen dit voorstel en zij zullen dan ook met heel sterke argumenten moeten komen om ons tot een ander inzicht te brengen.

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter. De SPAK is een loonkostensubsidie ten behoeve van de onderkant van de arbeidsmarkt. Dat lijkt een heel mooi instrument, maar in werkelijkheid is het veel te generiek. De regering is daar een aantal jaren geleden door het door de heer Vendrik aangehaalde IBO-rapport al achtergekomen. De kritiek komt erop neer dat er eigenlijk met een schot hagel op een probleem wordt geschoten, terwijl je met scherp zou moeten schieten. De VVD-fractie is het dan ook met iedereen eens die zegt dat de huidige SPAK te veel geld kost en veel te weinig oplevert. Dat betekent dat deze maatregel niet in stand moet worden gehouden.

Dit inzicht was de reden dat in het regeerakkoord de afspraak is opgenomen om de SPAK gefaseerd af te schaffen. Als je lopende een regeerperiode wordt geconfronteerd met een budgettair probleem dat noodzaakt tot extra bezuinigingen, ligt het voor de hand om als eerste te bezuinigen door maatregelen af te schaffen, waarvan al vaststaat dat ze niet effectief zijn.

De regering heeft ongetwijfeld allerlei varianten doorgenomen om in het kader van de voorjaarsnota de noodzakelijke bezuinigingen binnen te halen. Mijn fractie heeft dat uiteraard ook gedaan, want het is niet leuk om tegen werkgevers te moeten zeggen dat de SPAK versneld zal worden afgeschaft. Zij rekenden er immers op om nog enkele jaren van deze loonkostensubsidie gebruik te kunnen maken. De regering heeft een aantal maatregelen de revue laten passeren en daaruit is gebleken dat dit de minst slechte maatregel is. Bovendien is het een maatregel die in lijn is met het regeerakkoord. De VVD-fractie zal dan ook met deze maatregel instemmen, tenzij nog tijdens dit debat lumineuze ideeën naar voren worden gebracht voor een alternatieve dekking.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Uw laatste opmerking is buitengewoon vreemd. De heer Weekers daagt de Kamer namelijk uit om de behandeling van het wetsvoorstel te stoppen, totdat over een maand de voorjaarsnota integraal kan worden behandeld. Het is het één of het ander. Wij kunnen nu immers niet gaan debatteren over de voorjaarsnota.

De heer Weekers (VVD):

De vraag is duidelijk. Ik kom erop omdat ik bepaalde alternatieven van andere fracties zie langskomen. Mevrouw Bussemaker heeft zojuist gesproken over een verhoging van de WAO-premie om de SPAK in elk geval vooralsnog in stand te houden. Zij verwijst naar VNO-NCW en MKB-Nederland.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Premie niet verlagen is iets anders dan verhogen.

De heer Weekers (VVD):

Nou ja, uiteindelijk komt het op hetzelfde neer. In verhouding tot het bestaande kabinetsbeleid zou dan straks een hogere premie worden geheven. Het is maar op welke manier je ertegen aankijkt. Is het glas half leeg of half vol? Het gaat om de vraag met wat voor premies werkgevers worden geconfronteerd.

De heer Vendrik (GroenLinks):

De positie van de VVD-fractie is mij erg onhelder. Waarover kunnen wij vanmiddag zaken doen? Heeft de heer Weekers nu echt de intentie om de voorjaarsnota naar voren te halen en te bekijken of er een alternatieve dekking voor de versnelde afschaffing van de SPAK mogelijk is? Als dat het geval is, dan daag ik hem namelijk uit om alle voorstellen die mevrouw Bussemaker en ik tot nu toe hebben gedaan, van een politiek oordeel te voorzien. Dan hebben wij het ergens over. Daarbij moeten dus de aardgasbaten, de WAO-premie en andere dekkingsvoorstellen worden betrokken.

De heer Weekers (VVD):

Dat lijkt mij niet zinnig, want dan hadden wij vanmiddag beter de voorjaarsnota kunnen bespreken. Wij hebben in het regeerakkoord afgesproken dat de SPAK wordt afgeschaft, omdat de regeling weinig effectief is. De heer Vendrik heeft zelf al aangegeven dat minder dan 8% zonder de regeling niet aan de slag zou zijn gekomen. Er wordt dus ongelooflijk veel belastinggeld weggesmeten. Op een gegeven moment moet je dan ook van de regeling af. In het regeerakkoord was afgesproken dat wij dat gefaseerd zouden doen. Werkgevers kunnen volgens het regeerakkoord nog anderhalf à twee jaar langer profiteren van de regeling. Als je dan toch naar geld op zoek bent, is het logischer bezuinigingen die toch worden gerealiseerd erbij te betrekken. Als wij het er politiek over eens zijn, of als er in de Kamer een meerderheid is om bepaalde regelingen af te schaffen, dan praten wij nu eigenlijk alleen nog maar over het moment waarop dat gebeurt. Ik weet dat de CDA-fractie ermee bezig is, mevrouw Bussemaker heb ik iets horen noemen en ook werkgeversorganisaties hebben iets gesuggereerd. Wij hebben echter nog geen alternatief gezien dat beter is dan het voorstel van de regering.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Het voorstel is om de WAO-premie niet te verlagen; ik zeg nog maar eens dat dit iets anders is dan verhogen. De heer Weekers vroeg of ik zie wat ik werkgevers aandoe. Ik wil hem echter een wedervraag stellen: heeft hij zijn post gelezen? Heeft hij gezien wat werkgevers hem allemaal schrijven? Heeft hij gelezen dat duizenden mensen zullen worden ontslagen in tal van branches als het voorliggende beleid wordt uitgevoerd? Wil hij dat voor zijn rekening nemen?

De heer Weekers (VVD):

Ik geloof niet dat als de Kamer het kabinetsvoorstel accordeert, er dan duizenden banen op de tocht staan. Uiteraard heb ik de brieven gelezen die tot ons zijn gekomen. Je moet op een gegeven moment kiezen tussen diverse maatregelen. Van werkgeverszijde is gesuggereerd om de WAO-premie te verhogen of wat minder te verlagen. Wij zouden daarover kunnen discussiëren. Maar over welke bedragen praten wij dan? Zelf heb ik gerekend en volgens mij komt een en ander uit op een stijging van de WAO-premie met 0,35% per 1 juli. Per 1 januari zou het 0,15% zijn. Nu roep ik de woorden van heer Vendrik in herinnering. Hij zei zojuist dat het prille economische herstel in de knop wordt gebroken. Met een dergelijke maatregel zou je dat inderdaad doen. Een maatregel als de SPAK is niet effectief. Slechts voor een klein gedeelte zouden de mensen anders niet aan de slag komen. Ik redeneer vervolgens door. In 92% van de gevallen wordt subsidie dus volstrekt ten onrechte verstrekt aan specifieke sectoren. Het zijn inderdaad de sectoren waarvoor het zuur is dat de regeling versneld wordt afgeschaft. Er zijn natuurlijk bedrijven die daarmee rekening hebben gehouden in hun calculaties. Ieder half jaar of ieder jaar worden er echter regelingen afgeschaft of nieuwe regelingen opgetuigd. Als mijn fractie moet kiezen, dan kiezen wij liever voor economisch herstel waarbij de premies en belastingen in het land omlaag gaan. Dat is dus generiek. Dat geldt ook voor de WAO-premie die in ons land veel te hoog is. Wij gaan die specifieke sectoren niet nog eens één à twee jaar ontzien om vervolgens de lasten in generieke zin te verhogen. Dat lijkt ons het paard achter de wagen spannen.

In de ogen van mevrouw Bussemaker kun je het land indelen in twee groepen: werkgevers en werknemers. Zij zei straks dat dit een vestzak-broekzaktransactie zou zijn want werkgevers hoesten het zelf op. Daarmee gooit zij alle werkgevers in het hele land op één hoop en dat is niet goed.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Het wordt nu wat te gortig wat u hier allemaal staat te beweren. Ik heb gezegd dat werkgevers zelf willen nadenken over de verlaging van de WAO-premie. Ik heb het plan voor mij en het bestaat uit vier tranches van 0,25 mld euro. U hebt dit afgesproken in het Hoofdlijnenakkoord. Mijn akkoord is het niet, maar het is wel het akkoord van u. Daarover zeggen de werkgevers: wij zijn bereid om die verlaging uit te stellen om de SPAK nog voor twee jaar overeind te houden. Waarom zeggen zij dat? Om de werkloosheid van duizenden mensen in al die sectoren te vermijden. Uw eigen Loek Hermans van de VVD is voorzitter van MKB-Nederland en ook hij heeft hiervoor gepleit. Het MKB gebruikt tenslotte een groot deel van de SPAK.

De voorzitter:

U hebt dit in uw termijn gezegd en de heer Vendrik heeft het in zijn termijn gezegd, dus dat is bekend bij de heer Weekers.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Misschien mag ik de heer Weekers daar nog een reactie op vragen. Ik heb namelijk een concreet voorstel gedaan om de arbeidskorting niet verder te verhogen en dat geld te gebruiken voor de SPAK. Dat geld is er dan niet voor één sector of één specifieke werkgever, maar voor alle werkgevers en daarmee vooral voor alle laaggeschoolde werknemers in Nederland.

De heer Weekers (VVD):

De heer Hermans is natuurlijk een zeer prominent VVD-lid. Hij heeft zijn uitspraken echter gedaan als voorzitter van MKB-Nederland. Ik doe hier vandaag uitspraken namens de Tweede-Kamerfractie van de VVD. De Tweede-Kamerfractie van de VVD vindt de voorstellen die door MKB-Nederland en VNO-NCW zijn gedaan, niet goed. Wij maken een andere afweging. Wij zeggen: geen generieke lastenverzwaring, maar – om bij uw woorden te blijven – generieke lastenverlichting in de premiesfeer willen wij graag doorvoeren. Dat doet inderdaad pijn bij bepaalde sectoren. Dat is echter de afweging die de VVD-fractie heeft gemaakt en die vertolk ik vandaag.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik begrijp dat de Tweede-Kamerfractie van de VVD de mening van het zeer prominente VVD-lid Hermans gewoon terzijde schuift. Laten wij even boekhouden want anders komen wij er niet uit. Ik heb net een voorstel gedaan over de aardgasbaten en de meevaller die eraan zit te komen.

De voorzitter:

U mag een korte vraag stellen, want uw termijn hebt u al gehad.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Is het een begaanbare weg om de extra aardgasbaten die er voor 2004 aan zitten te komen, te gebruiken om dit wetsvoorstel in de prullenbak te gooien? Kunnen wij de zaak voor 2005 dan nog eens hernemen bij de miljoenennota, de financiële beschouwingen en het Belastingplan? Ja of nee?

De heer Weekers (VVD):

Dat lijkt mij geen begaanbare weg voor de VVD-fractie, simpelweg vanwege het feit dat wij vinden dat de SPAK een veel te groot deadweight loss oplevert. De SPAK is als instrument veel te weinig effectief. De VVD-fractie wil er in ieder geval wél voor zorgen dat de groep mensen aan de slag komt die over te weinig arbeidsproductiviteit beschikt om tegen het minimumloon te werken maar te goed is voor de WSW. Daar heb je alleen een veel gerichter instrumentarium voor nodig dan de SPAK. Daarom vinden wij niet dat wij de SPAK om die reden langer in het leven moeten houden.

Er werd ook nog een opmerking gemaakt over het in de wind slaan van adviezen van prominente partijleden. Daar bezondigt uiteraard elke politieke fractie zich weleens aan. Ik kan mij nog herinneren dat het zeer prominente GroenLinks-lid Tof Thissen, voorzitter van Divosa, adviseerde om de Wet werk en bijstand van harte te ondersteunen. Ook dat advies is door de fractie van GroenLinks in de Tweede Kamer in de wind geslagen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het doet mij deugd dat mijn goede vriend Tof Thissen zelfs bij de VVD-fractie bekend is. Als dit hier echter zo prominent wordt gemeld, is het toch echt wel fijn om hem even goed te citeren. Wij zullen hier verder niet op ingaan, maar deze weergave van de woorden van Tof Thissen door de heer Weekers is toch echt bezijden de waarheid. Het grapje is wel leuk, dat geef ik onmiddellijk toe.

De heer Weekers (VVD):

De VVD-fractie steunt het voorstel van het kabinet. Wij zien niets in een verhoging van de WAO-premie om redenen die ik net heb genoemd. Bovendien vinden wij dat wij wat zorgvuldiger moeten zijn met het geschuif met premies. De WAO-premie moet niet zomaar worden verhoogd om andere zaken, bijvoorbeeld loonkostensubsidies, te realiseren. Ik roep de motie in herinnering die de heer Bolkestein ten tijde van het eerste kabinet-Kok heeft ingediend. In die motie staat dat de sociale premies kostendekkend behoren te zijn. Dat lukt natuurlijk niet van de ene op de andere dag. Daar moeten wij naartoe groeien. Het is dan wel onzuiver om als het uitkomt de WAO-premie, al is het maar tijdelijk, in te zetten om een volstrekt ander doel te realiseren. De VVD-fractie wil daar nu in elk geval niet aan meewerken.

Ik kom nog even terug op het probleem van de productiviteitsval waar een aantal mensen mee te maken heeft. Ik zei net dat de SPAK maar in 8% van de gevallen effectief is. Met het afschaffen van de SPAK moeten wij die groep niet vergeten. Mensen die zonder steuntje in de rug van de overheid volstrekt niet aan bod komen op de arbeidsmarkt moeten op een alternatieve manier worden geholpen. De staatssecretaris van SZW heeft al vaker gezegd dat daarvoor voldoende instrumentarium beschikbaar is via de Wet werk en bijstand. Ik betwijfel dat, zoals hij weet. Ik roep het debat in herinnering dat wij voerden over de begroting SZW. Wij hebben daarin specifiek aandacht gevraagd voor de groep mensen die te goed is voor de WSW, maar te weinig arbeidsproductiviteit heeft om het wettelijk minimumloon te verdienen. De staatssecretaris zou met een nota komen over dit onderwerp. Wanneer komt hij hiermee? Wij moeten immers met zijn allen een oplossing verzinnen voor dit probleem. Dit probleem mag niet van tafel als de SPAK is afgeschaft.

Ik heb in het verleden al eens aangegeven dat wij wel wat zouden voelen voor een zeer specifieke mogelijkheid tot dispensatie van het wettelijk minimumloon. Een andere mogelijkheid is een veel meer gerichte SPAK die zich alleen maar richt op mensen die anders volstrekt niet op de arbeidsmarkt terecht zouden kunnen. Voor een deel komt de Wet werk en bijstand daaraan al tegemoet. Voor het deel waarvoor deze wet geen oplossing biedt, is de suggestie van de Raad voor Werk en Inkomen in elk geval het bespreken waard.

Ik wil het hierbij laten want ik denk dat wij nog uitvoerig zullen discussiëren over de onderkant van de arbeidsmarkt.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik ben blij met wat de heer Weekers op het eind zei, namelijk dat hij na wil denken over gerichte vormen van stimulering. Na alles wat hij daarvoor zei, zag ik de bui al hangen. Ik dacht dat het een pleidooi voor verlaging van het minimumloon zou worden en dat wij het daarmee zouden moeten doen. Ik begrijp dat hij net als de heer Rutte zegt dat het minimumloon ook een vorm van beschaving is. Is dat juist? Ik wil de heer Weekers ook vragen of hij samen op wil trekken. Dat hebben wij immers ook gedaan in het debat over de begroting van SZW toen het over de lage cao-loonschalen ging. Wil hij samen met mij de regering vragen om de RWI-voorstellen in verschillende varianten verder uit te werken?

De heer Weekers (VVD):

De VVD-fractie vindt ook dat het wettelijk minimumloon niet ter discussie gesteld moet worden. Toen daarover een misverstand bestond, heb ik dat ook al aangegeven. Daarmee zou namelijk het hele loon- en uitkeringsgebouw onderuit gehaald worden. Dat wil de VVD niet.

Wel willen wij dat er mogelijkheden zijn om in specifieke gevallen onder specifieke omstandigheden voor specifieke termijnen een dispensatie op het minimumloon te introduceren. Bijvoorbeeld iemand die een uitkering heeft en minder dan het minimumloon krijgt, maar graag aan de slag wil voor 90% van het minimumloon, moet die mogelijkheid geboden worden. De VVD krijgt signalen van mensen die dat graag willen. De VVD krijgt ook signalen van werkgevers die dat een mooi opstapje zouden vinden.

Die gedachte is overigens niet nieuw, want die stond ook in het regeerakkoord van Paars I. De heren Kok en Melkert hebben daar ooit voor getekend. Die maatregel is dus niet asociaal. Dit moet naar onze mening in elk geval ook in de notitie staan. Ik ben het met mevrouw Bussemaker eens dat de staatssecretaris in die notitie ook het model dat door RWI is gepresenteerd, alsmede varianten daarop, aan de orde moet stellen.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

De compensatie van het minimumloon gebeurt via een SPAK-achtige constructie. Straks zijn wij dan weer terug bij af. Wij zijn tien jaar verder en hebben 14.000 werklozen per maand erbij. Ook is dan 14% van alle jongeren werkloos. De VVD komt dan met oplossingen van vijftien jaar geleden. Dat is een enorme vooruitgang!

De heer Vendrik (GroenLinks):

De heer Weekers had het over een alternatieve dekking voor het gat dat volgens de VVD via de voorjaarsnota gevuld zou moeten worden. Daar komt geen boter bij de vis, maar nu toch wel, hoop ik. De heer Weekers zegt namelijk: voor die groep, waar mevrouw Bussemaker en ik langdurig bij stil hebben gestaan, moeten wij wel iets regelen. Daarvoor wachten wij niet op een notitie, want dan is de hele SPAK weg en zijn de betrokken mensen in de bijstand gegooid. Kunnen wij dan zaken doen? Ik denk aan het amendement over het RWI-voorstel. Dat amendement is al twee keer ingediend door PvdA en GroenLinks; wij halen dat zo uit de kast. Vandaag kunnen wij dat indienen. Kunnen wij daarover zaken doen met de VVD?

De heer Weekers (VVD):

Nee, ik wil graag eerst de notitie van de staatssecretaris afwachten. Deze staatssecretaris van Sociale Zaken ken ik, evenals die van Financiën, als zeer accuraat. De notitie is toegezegd vóór het zomerreces, dus vóór het zomerreces kunnen wij daarover spreken. Voordat ik zaken doe, wil ik alle alternatieven op een rij hebben. Ik wil daarbij ook alternatieven betrekken die door mijn fractie zijn ingebracht, zoals de mogelijkheid van dispensatie op het minimumloon. Ik hoop ook op de steun van GroenLinks voor een pakket van maatregelen om de werkgelegenheid in dit land te laten toenemen en de werkloosheid te laten afnemen.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Voorzitter. Je kunt de huidige economische situatie gerust zorgelijk noemen. Het herstel verloopt traag. Als wij nu niets doen en de zaken op hun beloop laten, komen wij later voor een veel grotere last van aanpassing te staan. Het scheelt niet veel of wij zakken door het financieringstekort van 3%. Mijn fractie staat er pal voor dat dit niet gebeurt.

Dit betekent dat er ingegrepen moet worden en dat er keuzes gemaakt moeten worden. Een extra bezuinigingsronde is dus onvermijdelijk. Het is zaak om nu op zo'n manier invulling te geven aan het bezuinigingspakket dat het zo min mogelijk economische effecten heeft, dat de lasten zo evenredig mogelijk verdeeld worden en dat de kenmerkende punten van dit kabinetsbeleid zoveel mogelijk overeind gehouden worden.

Het kabinet heeft ervoor gekozen om de SPAK versneld af te schaffen. Wij vragen ons echter af of er werkelijk geen andere bezuinigingsalternatieven zijn. Het versneld afschaffen van de SPAK komt in bepaalde sectoren namelijk hard aan. Ik denk aan sectoren die van origine veel SPAK'ers in dienst hebben. Dan heb je het over de horeca, over de schoonmakers en over de uitzendbranche en niet te vergeten over het gros van de bedrijven in het MKB. Natuurlijk kun je overwegen dat marktpartijen niet zo afhankelijk mogen zijn van overheidssubsidies. Dat is ook de reden dat wij op den duur een punt zetten achter deze regeling. Daarover is al in de Kamer gediscussieerd en dat is door de Kamer al geaccordeerd.

De vraag is echter wel of voldoende is doordacht wat de consequenties zijn van het zo abrupt stoppen van deze regeling. Bedrijven worden halverwege het jaar geconfronteerd met een fikse kostprijsverhoging. Het is een kostprijsverhoging die niet één, twee, drie in de prijs verdisconteerd kan worden. Contracten kun je nu eenmaal niet halverwege het jaar zomaar openbreken. Mijn fractie zou er ontzettend aan hechten om vast te houden aan de geleidelijke afschaffing van de SPAK. Een mogelijkheid daartoe kan zijn het afzien van een deel van de verlaging van de WAO-premies, wat door de werkgevers in het vooruitzicht is gesteld. Zo zou je de pijn aanzienlijk "verschmerzen". Het veld vraagt daar ook om. Mijn vraag aan de bewindslieden is of dit een sluitende optie is, over welke percentages van de aanpassing het dan gaat en of zij openstaan voor deze suggestie, die overigens van werkgeverszijde zelf wordt gesteund.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Moet ik uit de woorden van mevrouw Van Vroonhoven afleiden dat zij eigenlijk helemaal geen zin heeft in dit wetsvoorstel?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Nee. Daar wil ik ook ronduit voor uitkomen. Vooropstaat dat wij een budgettaire slag moeten maken. Er moet een bezuinigingsronde gemaakt worden. Wij begrijpen ook wel dat de staatssecretarissen met dit wetsvoorstel gekomen zijn, maar als er alternatieven zijn die minder pijn doen, staan wij daar natuurlijk voor open.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dat betekent dat wij vandaag samen met de CDA-fractie dit kabinet en dit voorstel kunnen tegenhouden ten gunste van bijvoorbeeld het voorstel van de werkgevers?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Voorwaarde voor ons is dat de bezuinigingsdoelen gehaald worden en dat het zo min mogelijk pijn doet in het veld. Voorwaarde is natuurlijk ook dat het mogelijk is en dat het haalbaar is. Ik wacht wat dat betreft ook graag de reactie van de bewindslieden af.

De heer Weekers (VVD):

Mevrouw Van Vroonhoven doet de suggestie om de WAO-premie te verhogen om daardoor niet te hoeven instemmen met het wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel impliceert ook iets anders, namelijk dat de sociale werkvoorziening er structureel 24 mln bij krijgt. Ik had graag een reactie van mevrouw Van Vroonhoven of zij dan op een andere manier de zaak wil repareren voor de sociale werkvoorziening. Haar voorstel lijkt sympathiek, maar pakt in elk geval voor de sociale werkvoorziening asociaal uit.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

De heer Weekers gaat nu wel heel erg kort door de bocht. Het staat als een paal boven water dat aan de afschaffing van de SPAK niet wordt getornd. Per 1 januari 2006 wordt de regeling stopgezet. Dat is een feit. Wij praten nu over het voorstel om de maatregel versneld af te schaffen. In onze ogen wordt zij wel heel erg versneld afgeschaft. Halverwege het jaar wordt gezegd dat de regeling vanaf 1 juli wordt stopgezet. Zo laat je bepaalde sectoren heel erg in de kou staan.

In mijn verhaal zal ik nog terugkomen op het feit dat wij ongelooflijk blij zijn met de compensatiemaatregelen die worden voorgesteld voor de kwetsbare groepen. Voor ons staat ook als een paal boven water dat die steun structureel moet zijn.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Ik vind de toonzetting van mevrouw Van Vroonhoven constructief. Mag ik haar zo verstaan dat haar inzet en die van haar fractie is om uit te gaan van 1 januari 2006 en om in dit debat te zoeken naar acceptabele methode om de versnelde afschaffing per 1 juli aanstaande vandaag van de baan te krijgen?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Op voorwaarde dat de budgettaire doelstelling wordt gehaald en op voorwaarde dat de bezuinigingsalternatieven haalbaar zijn. Maar ja, wij denken met u mee over alternatieven.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Die voorwaarden begrijp ik. Het wetsvoorstel dat nu voorligt, kan echter niet op uw sympathie rekenen. Zo beluister ik uw woorden.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Wij zien de noodzaak van bezuinigingen. Wij begrijpen ook dat wordt gekeken naar een kabinetsbeleid om het in een versneld traject af te schaffen, maar ik kan u zeggen dat mijn fractie daar niet heel erg gelukkig mee is.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik vind het ook een constructieve gedachte; zelf heb ik het er ook al over gehad. Anders dan de VVD neemt mevrouw Van Vroonhoven de brieven van de werkgevers serieus. Met ons is zij bang dat het doorvoeren van de voorliggende maatregel tot het ontslag van duizenden mensen zal leiden. Stel dat het niet doorgaan van de verlaging van de WAO-premie toch op bezwaren stuit. Ziet mevrouw Van Vroonhoven dan andere opties om het wetsvoorstel tegen te houden? Ik denk aan het voorstel van MKB Nederland.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Bij onze afwegingen heeft een rol gespeeld dat de werkgevers zelf met dit alternatief naar voren zijn gekomen. Wij hebben dat gewaardeerd. Wij hebben er notie van genomen dat de werkgevers met een voorstel zijn gekomen om de kosten ook zelf te dragen. Het voorstel van MKB Nederland om de arbeidskorting tijdelijk te verlagen is voor ons een minder begaanbare weg, juist omdat de lasten dan heel erg bij de werknemers terechtkomen en die groep willen wij op dit moment graag ontzien.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

En de OZB-suggestie?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Daar wil mijn fractie op dit moment nog niet over nadenken. Het betekent een lastenverzwaring voor groepen die wij juist willen ontzien.

Duidelijk is dat wij niet helemaal gelukkig zijn met de keuze om de SPAK versneld af te schaffen. De benarde budgettaire situatie noopt hoe dan ook tot ingrepen. Het CDA begrijpt waarom het kabinet met het voorstel is gekomen om de SPAK versneld af te schaffen. Het gaat om het versnellen van beleid dat al door het kabinet was ingezet en ook door de Kamer was geaccordeerd. Bovendien heeft het kabinet gelijktijdig besloten om het budget voor de zogenoemde beschermde werkgelegenheid te intensiveren en de budgettaire effecten van de versnelde afschaffing voor de tijdelijke stimuleringsregeling I/D-banen te neutraliseren. De meest kwetsbare groepen worden zo ontzien. Laat het volgende wel genoteerd zijn. In onze ogen moet de bescherming van deze kwetsbare groepen als het gaat om de sociale werkvoorziening structureel zijn. Wij vragen de bewindspersonen of wij daarop kunnen rekenen.

Het afschaffen van de SPAK mag niet los worden gezien van andere beleidsmaatregelen op het sociaal-economische vlak. Als er geen aanvullende maatregelen worden genomen, zal het afschaffen van de SPAK de loonkosten verder omhoog kunnen schroeven met nadelige gevolgen voor onze concurrentiepositie. Wij willen dan ook dat dit kabinet zich sterk maakt voor het verlagen van de loonkosten en voor het verkleinen van de wig en de armoedeval. Daartoe zijn fundamentele ingrepen bittere noodzaak. Een van de belangrijkste maatregelen die het CDA in dit kader voorstaat, is de introductie van de systematiek van de lastenmaximering. In plaats van het oerwoud aan inkomensafhankelijke regelingen dat wij nu hebben, hebben wij een systeem voor ogen van financiële tegemoetkomingen voor de belangrijkste vaste lasten van mensen. Wij relateren dat aan het inkomen van mensen. Met andere woorden, mensen vallen dan niet meer pats-boem terug in inkomen als zij ietsje meer gaan verdienen en een aantal subsidies abrupt stopt. Dit verkleint de armoedeval en stimuleert mensen om meer te gaan werken. Mijn fractie spoort de bewindspersonen aan om werk te maken van het stroomlijnen en vereenvoudigen van de inkomensafhankelijke regelingen als een eerste en essentiële stap hier naartoe.

De heer Bakker (D66):

Ik vind het interessant, maar wat heeft dit met de SPAK te maken?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Ik probeer u uit te leggen dat het afschaffen van de SPAK automatisch leidt tot een verhoging van de loonkosten. Wij moeten er werk van maken om die loonkosten_

De heer Bakker (D66):

Daarom wilt u de WAO-premie verhogen?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Dat is een tijdelijke verhoging, mijnheer Bakker.

De heer Bakker (D66):

De SPAK is ook een tijdelijke maatregel.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Nee, de SPAK wordt definitief afgeschaft.

De heer Bakker (D66):

Het vervroegd afschaffen van de SPAK is een tijdelijke maatregel, net zo goed als het verhogen van de WAO-premie een tijdelijke maatregel is. Volgens mij heeft dat helemaal niets te maken met de inkomensafhankelijke maatregelingen waarover mevrouw Van Vroonhoven nu spreekt. Ik probeer haar echt te volgen, maar ik kan er geen touw aan vastknopen.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

De heer Bakker concentreert zich nu heel erg op de komende anderhalf jaar. Daarvoor hebben wij compenserende maatregelen noodzakelijk geacht. Voor de langere termijn moeten wij constateren dat de afschaffing van de SPAK nadelige effecten heeft op de loonkosten. Mijn boodschap is: als wij daar niets aan doen, komen wij in een later stadium voor een zwaardere aanpassing te staan.

De heer Bakker (D66):

Die inkomensafhankelijke regelingen hebben niets te maken met de loonkosten, zij spelen zich af in het traject tussen bruto en netto voor de mensen zelf. Daarover is heel veel te zeggen, wat te maken heeft met de marginale druk en de armoedeval, maar op zichzelf niet zo veel met loonkosten. Dit debat gaat over de SPAK en over de loonkosten, dus ik begrijp die koppeling niet zo goed.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Ik probeer aan te geven dat er structurele maatregelen moeten worden genomen, juist met het oog op het arbeidsklimaat voor de toekomst. Er moet werk worden gemaakt van het verkleinen van de armoedeval en de wig. Ons voorstel is daarvan een noodzakelijk uitgangspunt.

De heer Weekers (VVD):

Het spreekt mij aan dat de CDA-fractie de wig wil verkleinen. Dat betekent dat het verschil tussen de bruto loonkosten en het netto inkomen kleiner wordt gemaakt, om de fricties op de arbeidsmarkt te verkleinen. Maar wat spreekt u dan aan in het verhogen van de WAO-premie of het niet doorzetten van het in elk geval voor een paar jaar geldende kabinetsbeleid om de WAO-premies te verlagen?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Er moet heel duidelijk uit elkaar worden gehouden dat we nu praten over versnelde afschaffing van de SPAK. Met het oog op de consequenties daarvan voor specifieke groepen werkgevers moeten we iets doen. Wij willen graag tegemoet komen aan de wensen van de werkgevers op dit punt. Dit moet niet worden verward met de visie die wij hebben voor de langere termijn.

De heer Weekers (VVD):

Is het CDA om specifieke groepen tegemoet te komen bereid om wat te gaan rommelen in het premie-instrumentarium? Begrijp ik het goed dat de zuivere leer die de CDA-fractie tot op heden aanhing, namelijk om de premies zoveel mogelijk kostendekkend te laten zijn, even terzijde wordt geschoven, juist om specifieke groepen ter wille te zijn?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Een puntje kan ik met u delen: het is niet heel elegant om premie-inkomsten te gebruiken voor uitgaven. Maar hier is wel de nood aan de man. Wij hebben het hier over een maatregel, over anderhalve maand ingaand, die heel hard aankomt in het bedrijfsleven. Daaraan willen wij wat doen. Het is inderdaad een tijdelijke maatregel, en niemand tornt eraan dat de SPAK per 1 januari 2006 voorgoed wordt stopgezet. Maar het is ongelukkig om nu in een crashprocedure de SPAK alsnog versneld af te schaffen.

De heer Weekers (VVD):

Heeft de CDA-fractie overwogen om andere instrumenten in te zetten, zoals de WW-premie? Dat zou misschien logischer zijn. Een andere mogelijkheid is verhoging van de bieraccijnzen.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Ik ben even in de war door de knipoog van de heer Weekers! Wij hebben zeker andere alternatieven overwogen, maar voor ons is een heel principieel punt dat dit alternatief door de werkgevers zelf naar voren is gebracht. Wij weten ook dat we de 200 mln euro graag bij de werkgevers terugleggen, en dat daarbij moet worden gezocht naar een oplossing die door de werkgevers wordt gedragen. Het gaat om een heel brede groep werkgevers die dit wetsvoorstel steunt.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Mevrouw Van Vroonhoven toonde begrip voor de kabinetsmaatregelen, gelet op de barre budgettaire tijden. Maar als dit meevalt, bijvoorbeeld door die extra aardgasbaten, dan zijn de budgettaire tijden toch wat minder bar, en is er wellicht minder noodzaak voor zo'n crashmaatregel. Is dat ook een optie voor het CDA?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

De heer Vendrik probeert de discussie over de voorjaarsnota erbij te betrekken, maar dat is absoluut niet aan de orde. Die discussie komt nog.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dat vind ik iets te gemakkelijk, want u rept zelf van de budgettaire problemen van Nederland. Dan mag ik daar toch een vraag over stellen?

De voorzitter:

Dat mag, maar dan moet u dat nu doen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik vraag om een echt antwoord en niet om een procedureel antwoord dat het nu niet aan de orde is.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

De heer Vendrik probeert het punt van de extra inkomsten nu naar voren te trekken. Wij leven vandaag op 26 mei 2004 en wij moeten nu praten over de bezuinigingsmaatregelen die over anderhalve maand genomen worden. Dit is niet het moment om het punt van eventuele meevallers naar voren te halen.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Mijnheer de voorzitter. Ik leer in ieder debat nog wat. Ik heb nu geleerd dat wanneer je een politieke medespeler uit balans wil brengen, je moet knipogen. Ik zal nagaan of het niet alleen tussen coalitiegenoten maar misschien ook tussen oppositie en coalitie gaat werken. Dus die heb ik voor mij zelf genoteerd. Overigens ben ik niet van plan om in de richting van vak K te gaan knipogen.

Voorzitter. De afschaffing van de SPAK kon van meet af aan op weinig sympathie van de kant van de ChristenUnie-fractie rekenen. Wij vonden en vinden het namelijk belangrijk om stimulerende maatregelen te treffen aan de onderkant van de arbeidsmarkt om redenen van werkgelegenheidsbevordering en inkomensbeleid. In de huidige arbeidsmarktsituatie en economische situatie zijn financiële prikkels richting werkgevers wat ons betreft buitengewoon nuttig. Tegelijkertijd willen wij ons niet op voorhand afsluiten voor alternatieve instrumenten als die aantoonbaar beter zouden werken. Onlangs stuurde het kabinet zijn visie op het arbeidsmarktbeleid naar de Kamer. De vraag is of de alternatieve arbeidsmarktinstrumenten die het kabinet daarin voorstelt, nog op tijd zijn om soelaas te bieden voor de werknemers van wie de banen op dit moment afhangen van het al of niet overeind blijven van de SPAK. Onder het huidige economisch gesternte is er volgens velen sprake van een risico bij de versnelde afschaffing. Werkgevers en werknemers over de volle breedte hebben ons verontruste geluiden laten horen. Volgens hen is er het risico dat er tijdelijk extra mensen zullen worden ontslagen. De cijfers die genoemd worden lopen op van 10% van de arbeidsplaatsen in de schoonmaakbranche tot 40% in de uitzendbranche. Ook in de land- en tuinbouwbranche verwacht de LTO problemen, terwijl het MKB heel duidelijk hoorbaar de alarmbel heeft geluid.

Tegelijkertijd heeft mijn fractie – ook dat is niet nieuw – oog voor de budgettaire problematiek. Keer op keer heb ik in de debatten met de minister van Financiën en de minister-president aangegeven dat ook mijn fractie zich gehouden acht aan de Europese tekortnorm van maximaal 3% die bijna overschreden zou worden op het moment dat het kabinet deze maatregel niet treft. Want voor 2004 wordt gerekend met een tekort van 2,9%. Dat betekent ook dat er op de een of andere manier naar een alternatieve dekking gezocht zou moeten worden. Wat mijn fractie betreft zal die niet uitgerekend aan de onderkant van het loongebouw moeten worden gezocht. Ik voeg er nog aan toe dat de extra ontslagen die zullen vallen als gevolg van dit wetsvoorstel, de budgettaire winst voor een deel teniet zullen doen vanwege de oplopende kosten in de sfeer van de WW-uitkeringen. U zal dus wel erg zeker van uw zaak moeten zijn, zo zeg ik tegen het kabinet.

Volgens het IBO-rapport "Aan de slag" is de SPAK een matig effectieve maatregel. Slechts 8% van de mensen op het loonniveau dat in aanmerking komt voor de SPAK zou zonder de SPAK niet aan het werk zijn geweest; het hoge deadweight loss. Met anderen zeg ik er wel bij dat in een guur economisch klimaat zoals dat van vandaag, dit cijfer weleens heel anders zou kunnen liggen. Dan is het de vraag of het rapport waarnaar vaak verwezen wordt, nog wel echt relevant genoemd kan worden, in ieder geval de daarin vermelde cijfers. Ik denk dat de SPAK voor met name kleine bedrijven die het hoofd momenteel met moeite boven water kunnen houden, toch net dat kleine beetje extra lucht betekent dat ze nodig hebben. De afdrachtvermindering op de loonkosten betekent voor hen het verschil tussen het ontslaan van een werknemer of het hem tot in betere tijden toch in dienst kunnen houden. Zie ook de brieven van bijvoorbeeld Horeca Nederland: 87.000 werknemers in de functiegroepen 1 en 2 waarop de SPAK betrekking heeft. Per 1 juli aanstaande betekent dit voor die 87.000 werknemers simpelweg 10% meer loonkosten. Dat komt er voor een heleboel werkgevers in het gehele MKB nogal op aan. De regering brengt hier tegenin dat de bijdrage van de SPAK in de totale loonsom op brancheniveau erg meevalt – ik verwijs hiervoor naar de tabel in de nota naar aanleiding van het verslag – maar dat lijkt mij een vertekend beeld te geven. Het gaat niet aan om alle bedrijven in de sector op één hoop te vegen. De beslissingen over ontslag vallen immers niet op brancheniveau, maar op individueel bedrijfsniveau. Onze vrees voor extra verlies van banen op de korte termijn, juist in een tijd van stijgende werkloosheid, is dus nog bepaald niet weggenomen. Ik wacht op dat punt uiteraard de beantwoording van het kabinet met spanning af.Rouvoet

De vrees voor verlies van banen blijft ook overeind waar het kabinet wijst op zijn alternatieven, zoals het vrij besteedbare reïntegratiebudget behorend bij de Wet werk en bijstand. Daarbij gaat het immers niet om het aan het werk houden van werknemers, maar om het aan het werk helpen van werklozen, naast alles wat er nog meer over te zeggen valt, waar ook mevrouw Bussemaker en de heer Vendrik over gesproken hebben. Hoe belangrijk dat ook in structurele zin is, voor dit moment helpt het reïntegratiebudget niet om mensen aan het werk te houden. Het gaat mij erom dat nu geen maatregelen worden genomen die mensen hun baan kunnen kosten.

Mijn fractie waardeert het overigens dat de gemeenten met 12 mln in 2004 en 24 mln in 2005 worden gecompenseerd voor het verlies van de SPAK, waarop zij hadden gerekend bij de regulier gemaakte I/D-banen in de WSW-bedrijven. Daar was overigens wel de nodige druk vanuit de Kamer voor nodig, zeg ik erbij.

De diepere laag onder dit wetsvoorstel betreft de verschuiving in het arbeidsmarktbeleid van vraagsturing naar aanbodsturing. Bij diverse gelegenheden heeft onder andere mijn fractie vraagtekens geplaatst bij de wijze waarop het kabinet daaraan invulling geeft. De vraag is of het effectief is. Mensen die al een baan hebben, profiteren mee van de verhoging van de arbeidskorting. Het is maar de vraag of werkgevers plotseling een baan hebben voor mensen die willen gaan werken als gevolg van die prikkel. De verhoging van de arbeidskorting als alternatief voor de SPAK is een richting waarvoor mijn fractie bovendien alleen dan sympathie kan opbrengen wanneer dezelfde groep laagbetaalden ermee bereikt zou worden. Maar bij de recente behandeling van het Belastingplan bleek dat niet het geval te zijn. De armoedeval blijft immers ook met de huidige maatregelen onverkort in stand.

Bij de behandeling van het Belastingplan 2004 bleek een gezin met één kostwinner op het minimuminkomen er nog altijd € 461 in besteedbaar inkomen op achteruit te gaan bij het overgaan van een uitkering naar werk. Ik heb bij de behandeling van het Belastingplan niet voor niets onder andere op dit punt eigen amendementen ingediend, die helaas niet zijn aangenomen door de Kamer. Het beeld van een alleenstaande ouder met kinderen is helemaal dramatisch, want dan is sprake van een achteruitgang van € 941. Werken loont dus nog steeds niet voor verdieners rondom het minimuminkomen. Wij hebben toen met anderen gepleit voor een meer inkomensafhankelijke vormgeving van de arbeidskorting en voor het meer het accent leggen op de weinigverdieners. Het kabinet kiest er daarentegen voor om de arbeidsparticipatie te stimuleren van mensen die het toch al relatief goed hebben, namelijk door de verhoging van de combinatiekorting en de introductie van de aanvullende combinatiekorting. Daarmee legt het kabinet naar onze mening de verkeerde accenten. Veel geld wordt uitgegeven aan een maatregel die het voor de tweede verdiener in het huishouden aantrekkelijker maakt om te gaan werken, maar de maatregelen laten de 900.000 huishoudens in dit land die in het geheel geen inkomen uit werk verwerven nog steeds in de armoedeval trappen. De afschaffing van de SPAK zal deze groep helaas alleen maar groter maken, zo is onze vrees. Graag op dit punt ook een reactie van het kabinet. Mede hierop gelet, zijn wij er niet van overtuigd dat nu de juiste prioriteiten worden gesteld met betrekking tot het werkgelegenheids- en het inkomensbeleid. Wij komen daar ongetwijfeld in het debat over het werkgelegenheidsbeleid, dat over twee weken gevoerd zal worden, op terug, maar het lijkt mij ook in dit debat relevant om die notie nog maar eens naar voren te brengen.

Zeker een versnelde afschaffing van de SPAK is in de ogen van mijn fractie in ieder geval een symptoom van het leggen van verkeerde accenten. Daarom hebben wij weinig warme gevoelens bij dit wetsvoorstel. Wij zullen daar zeer kritisch over zijn. Uiteraard wachten wij de beantwoording van het kabinet af, maar ik kan weinig hoop geven dat zij leidt tot een positieve beslissing van mijn fractie over dit wetsvoorstel. Ik schat in dat men dit ook wel enigszins had vermoed.

Er moet wel gekeken worden naar alternatieven. Inmiddels zijn er een aantal zaken naar voren gekomen die daartoe kunnen dienen, onder andere de voorstellen van het MKB, dat pleit voor een opschorting van de verhoging van de arbeidskorting. Dat voorstel kan best op enige sympathie rekenen. Het is een optie die wij in overweging zullen nemen bij de uiteindelijke stemming. Maar liever willen wij, in lijn met onze voorstellen bij het Belastingplan, dat de verhoging van de combinatiekorting wordt opgeschort. Wij vernemen graag een reactie van het kabinet op de aangedragen alternatieven. Het weet alvast waar het wat mijn fractie betreft, op kan rekenen.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Aan de onderkant van de arbeidsmarkt is er een buitengewoon hardnekkig probleem. Dat weten wij al heel lang. Dat heeft te maken met de totale loonkosten, het almaar kunstmatig verhogen van de bodem via de cao's, de laagste loonschalen die zich ver boven het minimumloon bevinden en natuurlijk ook met de fiscale kant. In de loop van de jaren negentig was er heel veel geld beschikbaar voor lastenverlichting. De Partij van de Arbeid zat daar een beetje mee in haar maag. Er werd een PvdA-vriendelijke vorm gevonden om de lastenverlichting vorm te geven en dat was de SPAK. De VVD was blij met de lastenverlichting en de PvdA was blij met het werklozenbeleid. Wij waren ook blij. Iedereen vond elkaar in de SPAK.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Misschien ligt het aan mij of is mijn herinnering verkeerd: zat D66 niet ook in dat kabinet? Of deed D66 niet mee terwijl zij er wel bij zaten?

De heer Bakker (D66):

Vindt u het goed dat ik in mijn inleiding mijn eigen woorden kies over de geschiedenis van de SPAK?

De heer Vendrik (GroenLinks):

U heeft er toch mee ingestemd? Dat deden niet alleen de bewindslieden van D66, D66 heeft ook hier in de Kamer bij de behandeling van de belastingplannen keer op keer de lijn van het kabinet gevolgd.

De heer Bakker (D66):

Daar hoeft u mij helemaal niet aan te herinneren. De vraag was hoe de SPAK is geworden zoals zij is. U hield niet van lastenverlichting; dat vond u sowieso niet nodig. Wij vonden die wel nodig. In die context vonden meer mensen dat nodig. Daarover waren ook afspraken gemaakt met de PvdA, maar zij zat er een beetje mee in haar maag: is die lastenverlichting nu nodig, wij zijn toch de partij van de hogere belastingen? Toen is er een sociaal-democratisch vriendelijke vorm gevonden en dat was de SPAK. Dat was mijn inleiding en niet meer dan dat.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Die heeft dan wel gewerkt, want toen Paars begon was er een enorm hoge werkloosheid. Die is onder andere door gericht beleid van die sociaal-democraten en de liberalen aangepakt.

Heeft D66 daar eigenlijk nog ooit constructieve voorstellen voor gedaan? Of stond D66 daarbij en keek daarnaar, zoals zij nu naar de afschaffing van diezelfde maatregelen kijkt?

De heer Bakker (D66):

Het is toch leuk om te zien dat een inleidende zin een discussie kan oproepen. Misschien is het goed dat ik nu even mijn verhaal houd over de SPAK, want daar was ik nog lang niet mee klaar.

De werkelijke problematiek aan de onderkant van de arbeidsmarkt werd maar heel mondjesmaat aangepakt. In de polder en overal werd helemaal niet tegen het minimumloon gewerkt, maar tegen een loon daarboven en vaak ver daarboven. In sectoren zouden mensen heel goed aan de slag kunnen, maar zij konden de productiviteit niet goed maken van de laagste loonschalen in de cao, zelfs niet eens van het minimumloon. Dat was het aangewezen werkelijke probleem. Tot mijn spijt lieten de achtereenvolgende ministers dat liggen. Daar heb ik in die jaren ook tegen geprotesteerd. In plaats daarvan kwam er een fiscale maatregel die de pijn een beetje moest verzachten voor de werkgevers. Daarmee is op een kunstmatige manier werk behouden, ook al waren dit geen verstandige arbeidsmarktmaatregelen. Misschien heeft het zelfs werk opgeleverd, maar dan in zeer beperkte mate. Het IBO-rapport is al door velen aangehaald. De effectiviteit van de SPAK is namelijk 8%. Dat betekent dat 92% van de 200 mln die de SPAK kost, namelijk 184 mln, gewoon wordt weggegooid. Dat is wel leuk voor het bedrijfsleven, maar dat bedrag heeft geen effect gehad op het bereiken van het doel. Kortom: van zo'n maatregel moet je van af, want met dat geld kun je veel betere dingen doen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik had gehoopt dat D66 in die acht jaren Paars die 30 mld gulden lastenverlichting ook langs deze meetlat had gelegd.

Mijn vraag ging over iets anders. Zelfs in de periode van grote krapte op de arbeidsmarkt deed het wettelijk minimumloon er niet zoveel toe, en zelfs niet de cao-loonschalen, die daar een stuk boven zaten. Werkgevers hebben de krapte op de arbeidsmarkt gewoon afgekocht door ver boven de cao-loonschalen ook op het minimum werknemers aan te nemen. Het was dus geen kwestie van de polder die wel of niet zijn werk deed, maar van een keiharde marktwerking waardoor werkgevers veel meer zijn gaan betalen voor mensen die zijn nu met veel graagte willen lozen. Is dat niet veel meer het probleem?

De voorzitter:

Wij zijn bezig met een debat over de afschaffing van de afdrachtsvermindering en niet over acht jaar Paars, hoe leuk dat misschien ook is. Dat doen wij nu even niet.

De heer Bakker (D66):

Dat was swingen, vooral de laatste vier jaar. Misschien mag ik er één zin over zeggen. Dat laat onverlet dat in de structuur van de arbeidsmarkt, even los van de conjunctuur van de economie, alle banen die je met een lage opleiding en tegen lagere beloning kunt doen, effectief zijn weggeorganiseerd. Door kunstmaatregelen moesten die weer worden teruggebracht. Daarmee hebben wij de hele onderkant van de arbeidsmarkt gecollectiviseerd. Er was een SPAK, een Melkertbaan of een WIW-baan voor nodig om daar überhaupt aan de slag te kunnen, en eigenlijk is het nog niet veel anders. Wij moeten de arbeidsmarkt zo organiseren dat zij haar werk goed doet, door te zorgen voor goede voorwaarden.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik geloof dat de aap nu uit de mouw komt. Als ik de heer Bakker goed beluister, zegt hij dat die maatregelen, zoals gesubsidieerde arbeid, SPAK, WIW, eigenlijk allemaal kunstconstructies zijn, waar wij vanaf moeten, maar dat de enige echte oplossing is het verlagen van het minimumloon. Als ik dat goed begrijp, moet ik constateren dat de VVD nog een stuk fatsoenlijker is.

De heer Bakker (D66):

Hoe komt u daar nu toch bij?

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Omdat u dat net zegt.

De heer Bakker (D66):

Welnee.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

U zegt net dat het probleem is dat de arbeidskosten te hoog zijn en dat wij mensen boven het minimumloon laten werken die wij eigenlijk eronder moeten laten werken. Dat is per saldo een pleidooi voor verlaging van het minimumloon. Anders kan ik het niet begrijpen.

De heer Bakker (D66):

Mevrouw Bussemaker hoort maar wat zij wil horen, maar dat heb ik niet gezegd. Ik heb nooit bepleit om het minimumloon aan te passen, en dat zal ik ook niet bepleiten. Ik vind wel dat het minimumloon als zodanig een basis mag zijn waarop mensen werken.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Nou ja.

De heer Bakker (D66):

U hebt er acht jaar lang aan meegewerkt dat de bodem in de arbeidsmarkt feitelijk veel hoger ligt. Mijn pleidooi is altijd geweest om die op het minimumloon te leggen. Dan hebben wij de SPAK helemaal niet nodig.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik weet niet of u zich nog herinnert dat de heer Weekers en ik bij de begroting van Sociale Zaken een voorstel hebben gedaan over de laagste cao-schalen.

De heer Bakker (D66):

Dat klopt, maar daar hebt u wel tien jaar over gedaan.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Daar hebben wij helemaal niet tien jaar over gedaan. Wij hebben altijd geprobeerd om de mensen zo goed mogelijk aan het werk te helpen. U zegt tegen de mensen dat wij dat allemaal niet meer doen en dat het inkomen wordt verlaagd, of ze zoeken het zelf maar uit.

De heer Bakker (D66):

Mevrouw Bussemaker legt mij voortdurend woorden in de mond die ik niet uitspreek. Ik heb gezegd: laat het minimumloon dan ook effectief een bodem zijn in de arbeidsmarkt. Ik heb nooit bepleit om het minimumloon te verlagen, en dat zou ik ook niet willen bepleiten, anders dan nogal wat anderen, zoals zelfs minister Melkert, die voorstellen heeft gedaan over aanloopschalen in het minimumloon.

Het minimumloon vind ik een deugdelijke basis, maar laat het dat dan ook zijn. Ik ben blij dat mevrouw Bussemaker bij de motie met de heer Weekers ook tot dit inzicht is gekomen, maar dat heeft wel tien jaar geduurd. Dat is tien jaar te lang. In de tussentijd waren er allemaal noodmaatregelen nodig.

Het kabinet zegt dat het nu is genoodzaakt om orde op zaken te stellen in de overheidsfinanciën, omdat de zaak in een aantal opzichten zo lang op haar beloop is gelaten, en om een aantal maatregelen te verzinnen die verdomd veel pijn doen in de samenleving. Die maatregelen hebben wij het afgelopen halfjaar allemaal langs gehad. Of het nu gaat om langer doorwerken in de pensioenen, inkomens van chronisch zieken en gehandicapten, subsidies op allerlei maatschappelijke organisaties, of de WAO, het land is te klein. Dag in dat uit staan er demonstranten op het Binnenhof. Toch zeggen het kabinet en veel partijen in deze Kamer dat zij daar alles afwegende in mee moeten gaan.

Daar kwam dit voorjaar een nieuwe bezuinigingsnoodzaak overheen. In dat kader is ook de SPAK op de rol gezet. Dat is de enige maatregel die enig effect heeft voor werkgevers. De overige maatregelen van het kabinet zijn eigenlijk gunstig voor het ondernemersklimaat. Dat is ook nodig, want daar schortte het aan. Van de SPAK zou je kunnen zeggen dat ondernemers er in bepaalde opzichten last van hebben. Ik denk dat zij veel flexibeler zijn dan zij voorwenden te zijn, maar je zou kunnen zeggen dat zij daar in sommige opzichten last van hebben.

Tegen al die gehandicapten, tegen al die mensen die hun prepensioen wilden handhaven en tegen al die mensen die protesteren tegen de ingreep in de WAO, zeggen mevrouw Vroonhoven, de heer Weekers, het kabinet, maar ook D66 dat het toch noodzakelijk is. Jammer, maar wij maken de afweging dat het toch moet gebeuren. En nu komt de SPAK, de werkgevers roepen "boe" en mevrouw Van Vroonhoven zegt onmiddellijk: sorry, wij laten de SPAK bestaan; ja, natuurlijk: wij verhogen de WAO-premie wel. Dat is wel heel slecht voor de werkgelegenheid in algemene zin. Ik vind het eerlijk gezegd zelfs onverantwoord.

Voorzitter. De WAO-premie! Jarenlang hebben financiële woordvoerders van de CDA-fractie, mijnheer Wijn en mijnheer Balkenende, aan dezelfde microfoon als waar nu mevrouw Van Vroonhoven staat, achtereenvolgende kabinetten de les gelezen. Ik herinner nog maar eens aan de motie-Bolkestein, altijd heel vervelend voor de VVD-fractie, waarin staat dat premies kostendekkend moeten zijn en dat je bedragen niet heen en weer moet schuiven. Maar mijnheer Schraven zegt "boe" en onmiddellijk worden jaren van verstandig CDA-beleid te grabbel gegooid: ja, dan moet de WAO-premie maar worden verhoogd. Ik kan er met mijn verstand niet bij!

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Ik wijs de heer Bakker er voor alle duidelijkheid nog maar eens op dat dit voorstel is gedaan door de werkgevers zelf. Ik probeer de werkgevers dus zeker niet met deze maatregel op te zadelen.

De heer Bakker (D66):

Dat zeg ik nu juist!

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Ik heb de heer Bakker verder al eerder toegegeven dat ik de voorkeur had gegeven aan een zuiverdere dekking. Het moet u echter toch ook duidelijk zijn dat het een heel zware aangelegenheid is voor mijn fractie. Wij zijn dan ook niet over één nacht ijs gegaan. Wij hebben er heel goed over nagedacht. Er is eigenlijk sprake van een "crashprocedure" die hard aankomt in het veld en bij het bedrijfsleven. De nood is aan de man en daarom moet er iets gebeuren. Daarbij speelt ook mee dat het een tijdelijke maatregel is. Ik ben het al met al wel met hem eens dat een andere oplossing mooier was geweest. Daarom wegen wij de alternatieven ook tegen elkaar af.

De heer Bakker (D66):

Het argument van mevrouw Van Vroonhoven luidt: de werkgevers hebben het zelf bedacht. Een mooi argument! Droegen de chronisch zieken immers niet ook alternatieven aan? Of de WAO'ers? Of de vakbeweging die ons vraagt de prepensioenen niet aan te tasten? Tegen al deze groepen zegt mevrouw Van Vroonhoven: wij houden vast aan onze plannen, want deze modernisatie is onvermijdelijk. Nu protesteren de werkgevers tegen één fiscale maatregel en de CDA-fractie valt om! Overigens is dit de enige keer dat wij de werkgevers horen, want het is de enige maatregel waar ze een beetje last van hebben. Bij alle andere dossiers krijgen ze immers hun zin.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

De heer Bakker maakt er een leuk debat van door twee zaken heel handig door elkaar te halen. Zoals in eerdere debatten is gebleken, is mijn fractie het eens met de afschaffing van de SPAK. Daarover zijn ook afspraken gemaakt in het Hoofdlijnenakkoord. Vandaag spreken wij daar dan ook niet over. Wij spreken vandaag namelijk over de versnelde afschaffing van de SPAK. Dat is een maatregel die wij pas onlangs voor onze kiezen kregen. Wij hebben geprobeerd om te bedenken wat daarvan de gevolgen zijn. Ook wij beseffen dat het geld van deze bezuiniging linksom of rechtsom binnen moet komen, maar dat neemt niet weg dat wij vinden dat er naar een elegante oplossing moet worden gezocht, een oplossing die de minste pijn doet en de minste negatieve economische effecten heeft. Wij zijn dus nog op zoek, hetgeen wel blijkt uit de vragen die ik de staatssecretaris heb voorgelegd.

De heer Bakker (D66):

Maar wat is nu het wezenlijke verschil met de versnelde afschaffing van de VUT en onderdelen van het ziekenfondspakket, waaraan zo veel mensen gehecht zijn? Ik weet als geen ander dat daaraan moeilijke afwegingen ten grondslag liggen, omdat zo veel mensen daarmee problemen hebben. Met de afschaffing van de SPAK hebben ook veel mensen moeite, maar dan moet er opeens wel gezocht worden naar alternatieven. Blijkbaar is de ene mens de andere niet. Als mijnheer Schraven of mijnheer Van den Braak zeggen "tut, tut, ho, ho", ligt het kennelijk anders dan wanneer iemand van de Gehandicaptenraad dat zegt. Nogmaals, mevrouw Van Vroonhoven moet proberen, op koers te blijven en vast te houden aan het project van dit kabinet, het moderniseren van de regelingen. De SPAK hoort daar wel degelijk ook bij.

De vraag wat het alternatief is, is weer een ander probleem. Mevrouw Van Vroonhoven zegt dat wij de premies maar een beetje moeten verhogen. Dat doen wij echter al twintig jaar en daardoor zijn wij nu juist in de problemen gekomen. U zou het kabinet een echt alternatief bieden door het tegemoet te komen door een andere fiscale dekking voor te stellen. Zij zou dan de pijn anders neerleggen, omdat de pijn door die andere groep beter gedragen kan worden. Maar dat doet zij niet! Zij zegt: doe de premies maar een beetje omhoog. Daarmee vlucht zij voor haar verantwoordelijkheid, moeilijke keuzes en de noodzakelijke modernisering. Waarom doet zij dat? Omdat de werkgevers zeggen: gut, nu krijgen wij ook een keer ergens last van.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Voorzitter. Ik voel mij wel uitgelokt.

De heer Bakker blijft maar zeggen dat wij ook op korte termijn moeten kijken en dat wij de groep niet tegemoet mogen komen. Mag ik er wel op wijzen dat wij ook de structuurverandering niet uit het oog mogen verliezen? Inzake grote structuurveranderingen vindt men de CDA-fractie aan zijn zijde, maar ad-hocbezuinigingsmaatregelen moeten op hun merites worden beoordeeld. Wij mogen ons wat dat betreft afvragen of de voorstellen niet te hard aankomen in bepaalde sectoren. In onze ogen speelt heel hard mee dat wordt gesproken over crashprocedures en versnelde procedures.

De heer Bakker (D66):

Een structuurverandering die goed is, moet je zo snel mogelijk doorvoeren. Maar ik begrijp echt niet dat mevrouw Van Vroonhoven de kosten van 200 mln wil houden, terwijl slechts 16 mln effectief is en 184 mln gewoon verdampt. Ik begrijp niet dat zij daarbij accepteert dat de premies omhoog gaan, wat heel slecht is voor de generieke werkgelegenheid. Kortom, ik kan haar redenering op tal van punten niet volgen, maar ik geloof dat ik dat al duidelijk heb gemaakt.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik ben de heer Bakker bijzonder erkentelijk voor zijn ruiterlijke erkenning dat wij oppositie voeren tegen een kabinet dat gewoon een werkgeverskabinet is. Het is weer eens goed vastgesteld. De heer Bakker positioneert de SPAK in de discussie met mevrouw Van Vroonhoven heel nadrukkelijk als een douceurtje voor werkgevers. Tot op heden lijkt hij het kabinet te steunen in een versnelde afschaffing. Maar laten wij het eens hebben over de mensen, de laag- of ongeschoolde werknemers die dankzij de SPAK nu nog net hun positie op de arbeidsmarkt weten te behouden, maar er straks gewoon van afvallen. Het kan om duizenden mensen gaan. Als wij dat perspectief kiezen, wat zegt de heer Bakker dan? Vindt hij de maatregel dan gelukkig in deze moeilijke tijd?

De heer Bakker (D66):

Ik vind het op zichzelf terecht dat de heer Vendrik dit perspectief kiest. Het hoort hierom natuurlijk te gaan. Ik stel daarbij echter vast dat al jarenlang wordt gezegd dat de SPAK niet veel effect heeft. Dat is niet alleen gebeurd via het IBO-rapport, maar eerder al door het Centraal planbureau en door tal van fracties, waaronder de mijne en in het verleden die van het CDA. Via de SPAK wordt veel goed geld gegooid naar maar een klein beetje effect; ik wil niet zeggen naar kwaad geld. Natuurlijk worden bij iedere structuurverandering mensen de dupe. Laten wij echter niet net doen alsof een premieverhoging, of een mindere premieverlaging met dezelfde omvang, geen effect heeft op de werkgelegenheid. Dat effect is alleen moeilijker aanwijsbaar. Niet duidelijk is dat het gaat om "die mevrouw bij dat schoonmaakbedrijf". Wij kunnen het effect niet aanwijzen. Dat wil niet zeggen dat hetzelfde economisch effect er niet is. Het enige alternatief dat in termen van werk niet het effect zal hebben, is als je helemaal niets doet. Ik ben ervoor om de SPAK af te schaffen. Op zichzelf voel ik voor de gedachte om het mogelijk te maken dat vooral via gemeenten – want daar moeten de individuele gevallen worden beoordeeld – stappen worden gezet waardoor mensen sneller aan de slag komen of in sommige gevallen zelfs aan het werk kunnen blijven. Ik sluit het laatste helemaal niet uit. Ik zeg er één ding bij: werkgevers die zich jarenlang tegen dit soort regelingen hebben verzet en hebben gevraagd om generiek verzet, vergroten de verwachte effecten van de maatregel nu wel erg uit. Als het erop aankomt, is het bedrijfsleven veel flexibeler dan het nu doet voorkomen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Alle studies over effectiviteit stammen uit goede tijden met krapte op de arbeidsmarkt. De fractie van GroenLinks zei toen dat het genoemde type instrument in die periode helemaal niet nodig was. Wil de heer Bakker met mij een politiek verschil maken tussen die tijden en de slechte tijden van vandaag? Als de onderhavige SPAK hem niet bevalt, wil hij misschien een beter instrument verzinnen om ervoor te zorgen dat de mensen om wie het ons beiden kennelijk te doen is, zo veel mogelijk aan de slag blijven. Als dat onverhoopt niet lukt, moet ervoor worden gezorgd dat zij zo snel mogelijk weer aan de slag komen. Zou het misschien niet nodig zijn om vandaag het debat te openen over dat onderwerp?

De heer Bakker (D66):

Als wij ons in dat debat bewegen, dan komen wij misschien een heel eind. Maar ik zal mij in dat debat niet bewegen met de heer Vendrik. Ik begin namelijk bij mijn zorgen dat de overheidsfinanciën niet uit hand lopen. Dat mag ook in deze slechte tijden niet gebeuren. Het kabinet heeft gezegd dat het de onderhavige maatregel versneld wil uitvoeren, naast een aantal andere maatregelen. Als wij deze maatregel aan flarden schieten of hetzelfde geld ergens anders voor inzetten, dan leidt dat voor mij tot de opdracht om een andere afweging te maken en het geld elders te zoeken, alleen niet in aardgasbaten. Ik ken de verhalen van de heer Vendrik. Bij elke tegenvaller kijkt hij de andere kant op en als hij een meevaller in zijn ooghoeken ziet naderen, dan zegt hij: pik in! Zo gaan wij daar natuurlijk niet mee om. Voor mij is dat geen begaanbare weg.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik daag de heer Bakker uit mij tegenvallers te noemen. Ik heb de voorjaarsnota gelezen en ik lees de krant goed, maar dat doet de heer Bakker doorgaans nóg beter. Dan lees ik dat het CPB nota bene, toch niet de eerste de beste club, een forse meevaller verwacht en die breng ik hier in. Ik lees niets over tegenvallers. Ook de D66-fractie komt straks voor de keuze te staan "wat doen wij met die meevaller?". Gaan wij dat in asfalt steken of zorgen wij ervoor dat er mensen aan de slag blijven? Ik vind het een beetje gemakkelijk om die keuze op deze manier op te ontlopen. Als serieus financieel woordvoerder – want zo ken ik hem – daag ik de heer Bakker uit die vraag vandaag te beantwoorden.

De heer Bakker (D66):

Ik voel mij daartoe niet geroepen en ook niet uitgedaagd door de heer Vendrik. Bij elke tegenvaller die opdoemt, zegt hij namelijk: laat maar even lopen. Bij de eerste meevaller die zich aankondigt, zegt hij: daar wil ik wat mee doen. Dat vind ik niet geloofwaardig.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Vendrik wil reageren, maar dat mag hij in tweede termijn doen. Mevrouw Bussemaker mag nog een korte vraag stellen.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik heb een soortgelijke vraag, maar ik zal proberen het iets anders in te kleden. Ik zou graag van de heer Bakker willen weten wat voor beleid hij dan wél voorstaat. Wij kunnen het later nog hebben over de financiering daarvan. Hij heeft een heel betoog gehouden over wat er allemaal niet deugde aan Paars, dat voor hem blijkbaar bestond uit VVD en PvdA.

De voorzitter:

Wilt u uw vraag nú stellen?

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Hij zegt nu dat hij de voorstellen van het CDA niet goed vindt. Ik zou graag willen weten wat de D66-fractie voorstaat als het gaat om het stimuleren van de mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Op die vraag heb ik nog steeds geen antwoord gekregen.

De voorzitter:

Ik sta tijdens het betoog van de heer Bakker geen interrupties meer toe.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Ik zal geen interrupties meer uitlokken. Ik geloof dat wij hierover vele debatten hebben gevoerd in het verleden. Het gaat hier om de SPAK. De afweging is niet: heeft de SPAK nog een effectje ergens en moet dat gecompenseerd worden? De afweging is: moeten wij de SPAK afschaffen om de financiële zaken op orde te brengen of moet je diezelfde 200 mln euro ergens anders halen? Dit staat los van de vraag of je die mogelijkheden kunt vinden. Alles afwegende vind ik het een aanvaardbare zaak. Als er meer geld zou zijn, kunnen wij over alles praten, maar dat is nu eenmaal niet zo. Die werkelijkheid proberen andere woordvoerders alleen altijd maar te verdoezelen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. Jarenlang zijn er instrumenten gezocht waarmee de werkgelegenheid aan de onderkant van het loongebouw zou kunnen worden bevorderd. Dat doel was urgent en hard nodig. De SPAK is indertijd een van die instrumenten geworden. Collega Bakker heeft zojuist scherp geanalyseerd hoe de politieke context van de totstandkoming van de SPAK eruit zag. Ik moet zeggen dat ik bepaalde elementen van zijn analyse wel herkende. Vanzelfsprekend evalueer je zo'n instrument. Dat zag er een jaar of wat geleden voor de SPAK niet echt goed uit. Er was sprake van een hoge inzet, maar dit leidde tot relatief geringe effecten op het doel dat de SPAK als zodanig moest dienen.

Dat heeft ertoe geleid dat het voornemen ontstond om de SPAK op de helling te zetten en uit te wisselen tegen andere instrumenten. Temidden van de onzekerheid over het mislukte voorjaarsoverleg en in het zicht van de behandeling van de voorjaarsnota en de werkgelegenheidsproblematiek, behandelen wij vandaag een wetsvoorstel dat beoogt de SPAK af te schaffen en dat ook nog eens versneld te doen. Dat laatste houdt verband met de extra bezuinigingstaakstelling waarvoor het kabinet zich onlangs zag geplaatst.

Een uitdrukkelijke voorwaarde bij de beslissing van destijds om de SPAK per 1 januari 2006 af te schaffen, was de samenhang met de gelijktijdige verhoging van de arbeidskorting. Deze nauwe samenhang heeft na ampele afweging de steun van de SGP-fractie gekregen. Wij gaan dus op zich akkoord met het vervangen van subsidiëring van de arbeidsvraag ten gunste van aanbodsubsidiëring. Die verandering van het systeem moet dan echter wel gelijk blijven oplopen omdat er anders een gat valt.

In reactie op vragen van onder meer de SGP-fractie over de samenhang van het voorliggende wetsvoorstel met deze verhoging van de arbeidskorting is de volgende verhullende, maar mooi geformuleerde zin te lezen: "De versnelde afschaffing van de SPAK heeft geen effect op de reeds ingezette gefaseerde verhoging van de arbeidskorting." Die zin kan niet anders worden gelezen dan: wij verbreken de samenhang die destijds is beoogd. Die nauwe samenhang was voor het parlement, als ik het mij goed herinner, juist de reden om akkoord te gaan met de afschaffing van de SPAK per 1 januari 2006. Het is naar onze mening in het licht van de afspraken en de vooruitzichten van indertijd onjuist om het ene wel te versnellen en het andere niet. Het doorbreken van deze samenhang zorgt waarschijnlijk voor ongewenste effecten op de werkgelegenheid.

Ik vraag aandacht voor de vraag wat de concrete gevolgen van het wetsvoorstel zijn. Als een regelmatig terugkerend refrein verzekert het kabinet de Kamer in de nota naar aanleiding van het verslag dat de SPAK als zodanig weinig invloed heeft op de werkgelegenheid. Dit standpunt wordt onder meer gelardeerd met laag ogende percentages inzake het effect op het totale fiscale loon. Het gaat echter niet om het totale loongebouw, maar juist om de banen met lage inkomens. De gegeven cijfers zijn weliswaar formeel niet onjuist, maar zij zijn materieel niet gezaghebbend en doorslaggevend. Men zou zelfs kunnen zeggen dat zij nietszeggend zijn. Met cijfers, geduldig als zij zijn, kan immers elke stelling worden bewezen.

Volgens de regering heeft de voorgestelde maatregel geen effect op de werkgelegenheid voor mensen met lage inkomens. Het argument van de regering is dat werkgevers ook in de huidige situatie al rekening houden met de afschaffing van de SPAK. Zij zouden door de versnelling daarom niet minder mensen met een lage verdiencapaciteit in dienst nemen. Dat stond in de stukken als antwoord op onze vraag. Onze vraag had echter betrekking op eventueel ontslag. Dat is wat anders dan het in dienst nemen. Wij hebben flinke aarzelingen die mede worden ingegeven door de diverse commentaren die al zijn genoemd. Ik heb ook de brieven van de Stichting van de arbeid, van MKB-Nederland en van de horecasector gelezen. Die zijn op zich duidelijk over de inschatting van het effect. De regering ontkent dat het effect in deze mate zal optreden. Als simpele burger van dit land en als eenvoudige parlementariër vraag ik mij dan af wie er nu gelijk heeft. Ik interpreteer het gebaar van staatssecretaris Wijn dat hij lacht en luistert tegelijk. Wij moeten echter wel een reële inschatting kunnen maken van wat hier gebeurt. Ik vraag hem toch uitdrukkelijk om daarop in te gaan.

Die overwegingen en argumenten hebben wij echt nodig om over de streep getrokken te worden. Ik heb al gezegd dat dit niet tot de onmogelijkheden behoort. Ook wij zien namelijk de beperkingen van de SPAK. Er is nu echter sprake van een versnelling en de ontkoppeling van een ander instrument dat ingezet zou worden. Volgens ons is dat contrair aan de huidige situatie op de arbeidsmarkt. Daaraan voeg ik toe dat het voornemen om de SPAK af te schaffen, in een andere conjunctuur tot stand is gekomen. Dat kan niet worden ontkend. Het arbeidsmarktplaatje ziet er nu helaas toch echt anders uit.

Voor de volgende doelgroep ofte wel specifieke sector vraag ik nog uitdrukkelijk aandacht: de WSW'ers. Daarover hebben wij vragen gesteld, evenals andere fracties. De beantwoording van die vragen hebben wij op ons laten inwerken, maar, eerlijk gezegd, laat die nog onduidelijkheid voortbestaan over de beantwoording van de vraag of de WSW-sector door middel van de voorgestelde maatregel werkelijk voor 100% gecompenseerd wordt. Wat dit betreft wil ik dan ook een volkomen heldere toezegging krijgen.

De heer Varela (LPF):

Voorzitter. Het onderhavige voorstel van het kabinet om de SPAK ineens per 1 juli aanstaande af te schaffen, kan niet de steun van de LPF krijgen. Ik zal dit uitleggen.

In de ogen van de LPF gebruikt het kabinet verkeerde uitgangspunten voor de keuze om de SPAK versneld af te schaffen. Deze uitgangspunten zijn namelijk gebaseerd op het IBO-rapport "Aan de slag", uit 2001. Dat rapport ademt nog steeds de zelfgenoegzame sfeer van Paars. In die periode reikten de bomen tot aan de hemel en was er sprake van een grote krapte op de arbeidsmarkt. Feitelijk was er alleen nog maar frictiewerkloosheid en kon iedereen die wilde werken, daadwerkelijk een baan vinden. Er was ook sprake van een zeer groot aanbod van vacatures. De economie raakte oververhit en de lonen stegen jaarlijks met grote stappen. Daarom kwamen de IBO-onderzoekers met de aanbeveling om over te stappen van vraagstimulering naar aanbodstimulering in het arbeidsmarktbeleid. Subsidies die de vraag naar arbeid stimuleerden, zoals de SPAK, konden volgens de onderzoekers dan ook beter afgeschaft worden. Maatregelen die de armoedeval bestreden en daarmee het arbeidsaanbod stimuleerden, zoals de arbeidskorting, dienden uitgebreid te worden.

Inmiddels is het 2004. Wij hebben te maken met bijna 2 miljoen mensen die op de een of andere manier langs de kant staan. De werkloosheid neemt gemiddeld met 14.000 per maand toe. Het aantal vacatures is in geen jaren zo laag geweest. Kortom, de arbeidsmarkt is ook nu weer in onbalans, maar nu de andere kant op. Daar komt bij dat door maatregelen, zoals de invoering van de wet Werk en bijstand, veel mensen die voorheen onder allerlei inkomensregelingen vielen, zich nu ook actief op de arbeidsmarkt moeten manifesteren. Let wel, de LPF is daar een groot voorstander van. Daar wil ik geen misverstand over laten bestaan. Nu is echter het verkeerde moment om maatregelen te nemen die het aanbod van arbeid verder verhogen en tegelijkertijd de vraag naar arbeid verder doen afnemen.

De staatssecretaris bagatelliseert in zijn nota in grote mate de effecten van het afschaffen van de SPAK. Op basis van verouderde cijfers zegt hij bijvoorbeeld dat minder dan 8% van de mensen die in een SPAK-situatie verkeren, hun baan verliezen indien de SPAK afgeschaft wordt. Dit noemt hij deftig het deadweight loss. Over deze cijfers is echter nauwelijks duidelijkheid te krijgen, nog afgezien van het feit dat de onderliggende gegevens verzameld zijn in een periode waarin een werkgever bijna bereid was om alles te betalen, gezien de schaarse arbeid. De wereldvraag naar producten kon toen ook niet op.

Kan de staatssecretaris van SZW respectievelijk die van Financiën aangeven dat de genoemde 8% uit 2001 nog steeds een hard gegeven is? Of deelt hij onze mening dat dit cijfer door de gewijzigde marktomstandigheden inmiddels behoorlijk kan zijn opgelopen?

Er is nog een overweging. Het kabinet heeft de afgelopen tijd terecht vol ingezet op maatregelen die de loonkosten doen dalen of in ieder geval niet verder laten stijgen. Het doel daarvan is om de Nederlandse economie weer op een concurrerend peil te krijgen. Het nu helaas weer ter discussie staande najaarsakkoord, waarbij de sociale partners en de regering de handen ineenslaan om de loonkosten te beteugelen, is daarvan een mooi voorbeeld. In dat licht bezien vinden wij het vreemd dat de regering voorstellen doet die de loonkosten verhogen, ook al is het heel marginaal. Een loonkostenverhoging kan als een negatief signaal naar het bedrijfsleven werken. Zoals bekend, trekken momenteel veel bedrijven weg naar lagelonenlanden in Oost-Europa of het Verre Oosten. Veel ondernemers zitten te plussen en te minnen of zij zullen vertrekken of zullen blijven. Er zullen er ongetwijfeld bij zijn die door deze maatregel de balans laten doorslaan in de richting van vertrekken. Dan is niet alleen de marginale arbeid via de SPAK verdwenen, maar ook de reguliere arbeid van het bedrijf. Per saldo zullen dus nog meer arbeidsplaatsen verdwijnen. Kortom, een verhoging van de loonkosten, al is die nog zo klein, is een duidelijk verkeerd signaal op een verkeerd moment.

De staatssecretaris rekent in zijn nota voor dat de versnelde afschaffing van de SPAK de schatkist zowel in 2004 als in 2005 ongeveer 205 mln euro zal opleveren. Hij is daarin vrij concreet. Het lukt hem echter niet om aan te geven wat de kosten zijn van het versneld afschaffen van de SPAK. Ik wil hem daarom een rekenvoorbeeld voorleggen. Als het banenverlies inderdaad beperkt blijft tot 8% van de berekende 370.000 fte's, betekent dit dat de afschaffing ongeveer 30.000 mensen in een regeling stoot. Als wij uitgaan van de bijstandsuitkering, betekent dit een uitkeringspost van zo'n 215 mln euro. Daarnaast zijn er nog additionele kosten, zoals het gemis aan belastinginkomsten en premies van ontslagen medewerkers en het gemis aan ontvangsten in het kader van de winstbelasting. Kortom, de verliezen zijn veel groter dan de directe opbrengsten. Dat lijkt ons bepaald niet de bedoeling van het kabinetsbeleid. Zoals wel vaker geldt dan de uitspraak "pennywise, poundfoolish". Met andere woorden: is het kabinet bereid om zulke grote risico's te lopen op het gebied van werkloosheid en belastinginkomsten met langjarige effecten tegenover een kortetermijngewin? Ik hoor hierop graag de visie van de staatssecretarissen.

Staatssecretaris Wijn:

Mijnheer de voorzitter. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal bij de beantwoording het onderdeel arbeidsmarktbeleid voor zijn rekening nemen. Ik zal er niet aan ontkomen om daarover een enkele opmerking te maken, maar ik doe dat dan niet met de intentie om enig gras voor zijn voeten weg te maaien of om een uitgebreide discussie met de Kamer uit te lokken omdat dat aan de collega is.

Enkelen van de geachte afgevaardigden hebben het al gezegd: wij zitten in een economisch zeer moeilijke tijd. De Nederlandse economie is het vorige jaar gekrompen met 0,7% en het economisch herstel komt zeer traag tot stand. Dat betekent dat het kabinet wordt geconfronteerd met tegenvallers. In de voorjaarsnota hebben wij dan ook helaas nieuwe ombuigingen moeten aankondigen.

Zoals men weet hebben wij het Groei- en Stabiliteitspact getekend binnen Europa, waardoor wij ons hebben verplicht om ons begrotingstekort niet groter te laten zijn dan 3% van het nationaal inkomen. Dat is dan niet alleen zo omdat het in het verdrag staat, maar er zit ook een gedachte achter. De gedachte achter het verdrag is dat wij over een aantal jaren worden geconfronteerd met de effecten van de vergrijzing. Als wij in die vergrijzingstijd de rente moeten betalen van de schulden die wij nu maken, worden in de toekomst uitgaven aan zorg, onderwijs en veiligheid weggedrukt door die rentelast over de schulden die wij nu maken. Dit kabinet komt gedurende deze periode helaas niet eens toe aan het verminderen van de staatsschuld. Sterker nog, in het laatste regeringsjaar zullen wij nog steeds op een begrotingstekort zitten. In die zin doen wij al niet eens wat eigenlijk onze innerlijke ambitie is voor het terugbrengen van het begrotingstekort. Het gaat niet alleen om het Stabiliteitspact en de stabiele financiën binnen Europa, maar ook om het opvangen van de toekomstige vergrijzing.

Bij de voorjaarsnota hebben wij aangekondigd dat wij 2,9 mld extra moeten vinden. Dat is een hoop geld, maar daarmee komen wij voor dit jaar volgens het CPB uit op een tekort van 2,9%. Wij hebben echt de minimale variant gezocht voor nadere ombuigingen en bezuinigingen. Wij doen het niet met plezier, maar wel vanuit de overtuiging dat het voor de langere termijn echt noodzakelijk is.

Hebben wij zomaar voor een bedrag van 2,9 mld gekozen met de gedachte: wij zien wel waar het vandaan komt? Nee, ook daar zit een gedachtelijn achter. De prioriteiten van het kabinetsbeleid wilden wij overeind houden. Wat de gezondheidszorg betreft is vorige week het jaarverslag over 2003 gepresenteerd, waaruit blijkt dat de wachtlijsten grotendeels zijn weggewerkt. Wat het onderwijs betreft hebben wij bij de formatie ettelijke honderden miljoenen extra uitgetrokken. Dat is voor de toekomst zeer noodzakelijk. Wij kunnen het bedrag overeind houden. Verder zijn er intensiveringen op het gebied van veiligheid. De statistieken op dat gebied geven veranderingen in de goede richting aan. Bij het zoeken naar geld hebben wij de prioriteiten die wij hebben gesteld in een rooskleuriger economische tijd dus overeind weten te houden.

Bij het invullen van het pakket hebben wij gestreefd naar maatregelen die de economische groei zo min mogelijk aantasten. Wij wilden het meeste geld vinden in de uitgaven van het Rijk. Gedacht kan worden aan het terugbrengen van bureaucratie. Wij wilden zo weinig mogelijk doen via het verhogen van belastingen en het ophalen van extra lasten. Daarbij wilden wij de koopkracht van mensen zo min mogelijk aantasten. Binnen het plaatje is het koopkrachteffect gelijk gebleven aan het op Prinsjesdag gepresenteerde. Ondanks de extra bezuinigingen hebben wij het koopkrachtbeeld overeind gehouden. Wij hebben gestreefd naar een evenwichtige verdeling van de lasten. Van de 500 mln lastenverzwaring komt 200 mln terecht bij de werkgevers en 300 mln bij de burgers. Ook die verdeling is dus heel evenwichtig.

Wij wilden dus ook wat geld bij het bedrijfsleven ophalen. Voor het overeind houden van de prioriteiten zorg, onderwijs en veiligheid was dat nodig. Waar hebben wij voor gekozen? Wij wilden zoveel mogelijk incidentele maatregelen treffen en niet kiezen voor structurele lastenverzwaringen. De heer Bakker heeft helemaal gelijk. Als je iets doet wat je toch al van plan was, maar het alleen iets eerder doet, dan is dat een incidentele financieringsbron. De SPAK zou in 2006 afgeschaft worden. Nu doen wij het in 2004. In technische zin is dat een incidentele maatregel. Er zit echter wel een gedachtegang achter, die eerder is besproken bij het Belastingplan 2003. Gegeven het tijdsgewricht zou je kunnen discussiëren over het deadweight loss. Is het precies die 92%? Feit is dat in het IBO-rapport wordt aangegeven dat er met bijna 1 mld ongeveer 10.000 extra banen zijn gecreëerd. Dan praat je over een subsidie van pak 'm beet € 95.000 per baan. Het is natuurlijk een rapport uit een hoogconjunctuur. Maar als u van mening bent dat dat niet meer klopt, weten we in ieder geval wel de richting die daaruit blijkt, namelijk dat dit een regeling is waarvan wij denken dat het geld dat daarin gaat, in grote mate niet bereikt wat we willen bereiken. Dan maken wij liever een keuze tegen iets wat we op langere termijn niet willen, dan dat we met alle respect op bijna willekeurige wijze ergens anders premie- of belastingverhogingen toepassen. Dan zeggen we hier: we waren al op weg naar afschaffing van de SPAK, en we gaan daarmee door.

Over het arbeidsmarktbeleid is mij één concrete vraag gesteld. Ook ik vind het wettelijk minimumloon (WML) een vorm van beschaving. Ik zal er daarom niet voor pleiten – dat is ook geen kabinetsbeleid – om het WML af te schaffen of te verlagen. Wel vind ik dat op dit moment te weinig mensen daadwerkelijk op het WML zijn ingeschaald. Wat we zien, is dat in erg veel cao's de onderste schaal zelfs nog boven het WML-niveau ligt of dat, als de onderste schalen al gelijk zijn aan het WML, er geen of misschien zeer incidenteel mensen zijn die dat WML daadwerkelijk verdienen. De gedachte van het kabinet is als volgt: op het moment dat je mensen een hogere arbeidskorting geeft, kunnen zij – als zij op WML-niveau meer gaan verdienen – qua koopkracht hetzelfde overhouden. De kosten van arbeid komen overeen met de arbeidsproductiviteit, terwijl mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt er tegelijkertijd in koopkracht niet op achteruit hoeven te gaan. Die lijn zetten we op deze manier versneld uit.

De voorzitter:

Ik wil niet dat we de voorjaarsnota gaan behandelen, we gaan in op het onderwerp dat op de agenda staat.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dat zou ik graag doen – ik heb de voorjaarsnota in mijn termijn nadrukkelijk willen vermijden – maar we krijgen nu bij wijze van inleiding van deze staatssecretaris een heel exposé over diezelfde voorjaarsnota. Wie ben ik om dat verhaal niet serieus te nemen?

De voorzitter:

Als het bij één vraag blijft, sta ik die nu toe, mits deze kort is.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Kan de staatssecretaris duiden dat, wanneer hier alternatieven van allerlei soort worden besproken, die het EMU-saldo in 2004 niet belasten, dit voor het kabinet zeer bespreekbaar is? Mag ik zijn appèl op de budgettaire noodsituatie zo begrijpen dat de Kamer ruimte kan nemen, indien voorstellen voor een alternatief voor het voorstel het EMU-saldo niet belasten?

Staatssecretaris Wijn:

Nee, dat mag u niet concluderen. Ik heb aangegeven dat wij zijn begonnen met de vraag of er een budgettaire noodzaak bestaat. Er zit een idee achter de weg die wij hebben gekozen via de SPAK. Als de Kamer met alternatieven komt die het EMU-saldo niet belasten, kan daarop hoogstens de kwalificatie worden afgegeven dat dat deugdelijk is gedekt, maar absoluut niet dat dit iets is wat het kabinet wil.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het lijkt mij niet verstandig om hierop in te gaan! U zegt spottend over de SPAK dat een rekensommetje uit het verleden leert dat het ƒ 95.000 per baan kost, wat erg duur is. Kunt u mij eenzelfde sommetje geven, maar nu over de arbeidskorting? Ik heb wel een vermoeden, maar dat wil ik van u horen, als u zo nadrukkelijk tegenover de SPAK de verhoging van de arbeidskorting in de strijd werpt. Hoeveel kost dat dan wel niet?

Staatssecretaris Wijn:

Het antwoord is al gegeven in reactie op Kamervragen, en wel in de nota naar aanleiding van het verslag. Volgens het Mimic-model van het CPB, wat ook in het IBO-rapport "Aan de slag" staat, zou dat bijvoorbeeld op het gebied van het nationaal inkomen een dikke 0,25 mld euro schelen. Als je het grofweg naast elkaar legt, zie je dat de arbeidskorting economisch gezien wat positiever werkt dan de SPAK. Maar als je nu besluit de SPAK niet af te schaffen en in ruil daarvoor de arbeidskorting te verlagen, zou dat economisch ietsje slechter uitpakken dan afschaffing van de SPAK. Dus de arbeidskorting kent een betere economische prestatie dan de SPAK. Het alternatieve voorstel inzake de arbeidskorting heeft een direct negatief effect op de koopkracht van de mensen. Voor alleenstaanden op het niveau van het wettelijk minimumloon betekent de vermindering van de arbeidskorting een koopkrachtvermindering van 0,3%, terwijl het voor een alleenverdiener met kinderen op modaal niveau een koopkrachtvermindering van 0,2% inhoudt. De keuze voor de arbeidskorting die MKB Nederland naar voren brengt, begrijp ik op zichzelf wel, aangezien die beroepsgroep de lastenverzwaring niet bij haarzelf gelegd wil zien worden maar bij iedereen die werkt in dit land; dat is het doorschuiven naar anderen, maar dat heeft wel op modaal niveau het koopkrachteffect van min 0,2 en op het niveau van het wettelijk minimumloon van min 0,3. Het kabinet vindt dat op dit moment niet wenselijk. Ik heb reeds aangegeven dat het koopkrachtplaatje voor ons een overweging is geweest bij de keuze die wij hebben gemaakt.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik ben blij te horen van de staatssecretaris dat wat hem betreft het minimumloon niet ter discussie staat. Ik ga er maar van uit dat dit kabinet niet met voornemens komt ten aanzien van de verlaging van het minimumloon in de komende twee jaar.

Verder heeft de staatssecretaris gewezen op het deadweight loss. Hij heeft gezegd dat slechts 8% als gevolg van de SPAK aan het werk komt. Ik wijs hem er wel op dat het IBO-rapport stelt dat te concluderen valt dat de netto-effectiviteit van de SPAK weliswaar erg klein is maar dat een betrouwbare uitspraak over de realistische waarde niet valt te doen. Neemt de staatssecretaris dat deel van het rapport ook serieus of pikt hij er gewoon uit wat hem het beste uitkomt om de voorgestelde maatregelen te legitimeren?

Staatssecretaris Wijn:

Ik denk dat u dit punt het beste met staatssecretaris Rutte kunt bespreken. Ik heb aangegeven dat wanneer je kijkt naar de verhouding arbeidskorting en SPAK, de arbeidskorting economisch gezien beter presteert dan de SPAK.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik heb ook de vraag gesteld naar de relatie van het deadweight loss met de arbeidskorting, de hypotheekrente etc. U kunt toch op z'n minst daarop ingaan.

Staatssecretaris Wijn:

Ik wijs er nogmaals op dat de arbeidskorting economisch gezien relatief beter scoort dan de SPAK.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

In het IBO-rapport zijn vier varianten genoemd en het blijkt dat de variant die het kabinet kiest uiteindelijk voor de laaggeschoolden het slechtste perspectief biedt.

De voorzitter:

Wat is uw vraag aan de staatssecretaris?

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Heeft u het rapport goed gelezen? Bent u het ermee eens? Ik verwijs naar pagina 94, waarin de effecten van de verschillende maatregelen worden aangegeven.

Staatssecretaris Wijn:

U zei zojuist dat vragen vrij staat. Dat geldt ook voor antwoorden. Examens leg ik wel elders af.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Ik vind het plezierig dat de staatssecretaris ingaat op mijn vraag en refereert aan mijn betoog, maar ik wil wel graag dat hij dat correct en volledig doet. Hij suggereert dat ik een voorstel heb gelanceerd in de sfeer van de arbeidskorting. Ik heb gevraagd naar de effecten daarvan en gezegd dat de denkrichting van het MKB, te weten het opschorten van de verhoging van de arbeidskorting, mij sympathiek is. Graag verneem ik daarop zijn reactie. Ik heb niet voor niets verwezen naar de amendementen die ik met anderen heb ingediend bij de behandeling van het Belastingplan. Wij hebben juist geprobeerd om de inkomensafhankelijkheid aan te scherpen. Mijn fractie kijkt liever naar de combinatiekorting dan naar de arbeidskorting.

Staatssecretaris Wijn:

Daar heeft u gelijk in. Ik kan mij het debat over de combinatiekorting nog levendig herinneren. Ik heb op dat punt een verleden opgebouwd, ook in deze Kamer. Ik ben heel gelukkig met de aanvullende combinatiekorting, die goed uitpakt voor het arbeidsaanbod en het stimuleren van laagbetaalde arbeid. Bij dezen is dit rechtgezet.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wacht nog op het antwoord op mijn vorige vraag naar de betekenis van de route van de arbeidskorting in deze slechte tijd in termen van werkgelegenheidswinst per bestede publieke euro. Uit het IBO-rapport blijkt dat het voor de algemene werkgelegenheid niet zoveel uitmaakt of het nu via de SPAK of de arbeidskorting wordt geregeld. Maar voor de werkgelegenheid van laag- en ongeschoolden, die nauwelijks kansen hebben op werk, kost het benutten van het instrument arbeidskorting in verhouding tot de SPAK duizenden arbeidsplaatsen. Kan de staatssecretaris in hun belang dit wetsvoorstel verdedigen?

Staatssecretaris Wijn:

Ik heb al antwoord gegeven op deze vragen, maar blijkbaar beviel u dat niet. Ik heb aangegeven hoe ik de economische score van de SPAK op macroniveau afzet tegen de arbeidskorting. Het wordt dan een herhaling van zetten.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter...

De voorzitter:

Ik geef geen gelegenheid tot het plaatsen van een interruptie. Als het antwoord u niet bevalt, kunt u hierop terugkomen in tweede termijn. U leest terwijl er wordt geantwoord en komt dan weer met nieuwe vragen. Ik sta dat niet toe, want het komt het debat niet ten goede. Op dit moment is het hele verband uit het debat. Ik sta geen interrupties op dit onderwerp meer toe. De staatssecretaris vervolgt zijn betoog.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Staat u mij toe te zeggen dat ik op mijn tweede vraag geen antwoord heb gekregen.

De voorzitter:

Dan stelt u deze in tweede termijn. De staatssecretaris vervolgt zijn betoog.

Staatssecretaris Wijn:

Voorzitter. De heer Vendrik heeft gepreludeerd op een mogelijke meevaller bij de gasbaten. In de NRC stond gisteren een interessant artikel over de koninginne-MEV. Wij gebruiken de macro-economische verkenningen altijd voor de vaststelling van de begroting voor het jaar erop, bij de voorbereiding van de miljoenennota. Nu spreken wij over de voorjaarsnota. Wij wachten af of meevallers zich materialiseren. Hetzelfde geldt voor potentiële tegenvallers. Wat de aardgasbaten betreft, gelden er bepaalde regels voor het Fonds economische structuurversterking. Ik wil niet vooruitlopen op zaken. Die meevaller is nu dus niet aan de orde.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Volgens mij zou de koninginne-MEV door dit kabinet ook worden gebruikt worden om de lopende begroting tegen het licht te houden, maar dat terzijde.

De staatssecretaris benut de budgettaire noodzaak als legitimatie voor dit wetsvoorstel. Nu al zijn er berichten dat die budgettaire noodzaak er niet of minder is. Misschien worden die in de zomer bevestigd. Er wordt dan een paar honderd miljoen extra aan inkomsten geboekt. Wat blijft er dan over van de legitimatie die de staatssecretaris geeft voor dit wetsvoorstel, zijnde een dreigende overschrijding van het EMU-saldo van 3%?

Staatssecretaris Wijn:

De heer Vendrik praat nu over iets wat ik ook hoop: dat dit kabinet eens een meevaller kan melden. Laten wij samen uitzien naar die dag. Helaas hoor ik op dit moment tegelijkertijd dat de werkloosheid oploopt. Ik kan niet overzien of daar nog tegenvallers uit komen. Ik kan niet overzien of wij op het gebied van departementale uitgaven nog met andere tegenvallers worden geconfronteerd. Er is daarom maar één mogelijkheid en dat is dat wij ons verlaten op de harde cijfers die wij nu hebben. Laten wij hopen dat die meevaller er is. Ik heb net geschetst dat voor de aardgasbaten de regels gelden van het Fonds economische structuurversterking. Iets wat er nog niet is, kun je niet verdelen. Laten wij wachten tot het plaatje compleet is. Ik weet nu wel dat wij op basis van de cijfers die wij op dit moment hebben, maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat wij dit jaar niet door de 3% heen schieten. Leuk is anders, maar wij moeten het op die manier doen. Dat is niet rigide omgaan met cijfers; wij handelen naar de stand van zaken op basis van de informatie die wij hebben. Aan die degelijkheid mag men het kabinet blijven houden.

Verder is gesuggereerd dat de OZB misschien niet moet worden afgeschaft. Ik kan mij nog herinneren dat de sociale partners vorige week collectief hun zorgen hebben uitgesproken over de ontwikkeling van de lokale lasten. Als nu niets aan de OZB wordt gedaan of, sterker nog, als de OZB stijgt, dan komen wij wederom aan de koopkracht. Dan gaan wij precies de verkeerde richting op. Wij willen de OZB-lasten immers in ieder geval maximeren. Het gebruikersgedeelte van de OZB willen wij zelfs afschaffen.

Dan kom ik op het voorstel om de WAO-premies te verhogen. Met alle respect, maar als je alle argumenten rondom dat verhaal wegpelt, komt het erop neer dat de 200 mln die ergens gevonden moet worden maar via de WAO-premies moeten worden opgehaald. Afgezien van het feit dat de dekking deugdelijk is – in die zin heb ik weleens slechtere voorstellen gehoord – vind ik dit niet zo'n sterk voorstel. De WAO-verlaging die nu in het meerjarenplan zit, is daarin niet voor niets opgenomen. Dat is gebeurd omdat de instroom in de WAO op dit moment afneemt. Minder mensen worden arbeidsongeschikt. Dat is een goede zaak. Als je de verlaging dan achterwege laat, is dat feitelijk een verhoging. In de meerjarencijfers hebben wij de verlaging van de WAO-premie immers al ingeboekt. Er wordt dus van uitgegaan dat de WAO-premie omlaag gaat. Ik hoorde de discussie hierover aan omdat daarbij mijn vorige leven werd aangehaald. Er werd gesproken over werk naar lastendekkende premies. De heer Weekers sprak over de motie-Bolkestein. De heer Bakker had het over de financiële woordvoerder van het CDA in een vorige periode. Dat de premies voor de WAO overeen moeten komen met de lasten voor de WAO- en WW-uitkeringen, is een stevig en sterk verhaal. Daarover ben ik het met de heren Bakker en Weekers eens. Het is dan wel gek om de werkgeverspremies voor WAO te verhogen op het moment dat de kosten van de WAO lager worden.

Ik heb een betoog opgebouwd over de keuzes die het kabinet maakt, en over waar pijnlijke maatregelen moeten worden genomen. Ik constateer dat de werkgevers er anders over denken. Ik denk dat je tegen werkgevers moet zeggen dat zij dan ook met een goed verhaal moeten komen. Verhoging van de WAO-premie heeft economisch gezien hetzelfde effect als verhoging van de loonkosten. Dat snoept een stukje loonruimte op. Wij weten niet wat dat verder gaat doen. Als de loonkosten worden verhoogd, heeft dat effect op het aannemen van mensen en op de werkgelegenheid. Ik zie eerlijk gezegd niet dat daar een visie of een idee achter zit. Je kunt zeggen dat dit een manier is om geld op te halen. Dat is ook een verhaal, maar ik vind dat het kabinet iets meer zijn best heeft gedaan om een onderbouwing te leveren waarom het via vervroegde afschaffing van de SPAK moet.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik begrijp niet dat de staatssecretaris een link legt tussen de premie en de verminderde instroom in de WAO. Ik haal die voorgenomen verlaging van de WAO-premie uit het hoofdlijnenakkoord van zowel Balkenende I als Balkenende II. Daar gaat het niet over vermindering van de WAO-instroom, maar over vermogenssaldi en redelijke buffers. Er zit een schema in van vier tranches van 0,25 mld. Dat betekent per saldo een verlaging van de premie voor werkgevers, ongeacht de WAO-instroom. Als de werkgevers akkoord gaan met vertraging van de verlaging van de WAO-premie, om de SPAK te redden, snap ik de relatie met de WAO-instroom niet. Dat moet u beter uit kunnen leggen, of wat hier staat, klopt, maar dan is er geen enkel verband.

Staatssecretaris Wijn:

In het regeerakkoord van Balkenende I en van Balkenende II zijn maatregelen aangekondigd om het aantal mensen in de WAO minder te doen zijn, zodat minder mensen een uitkering hebben op het gebied van arbeidsongeschiktheid en mensen langer blijven werken. Dat betekent dat je minder hoeft te betalen aan WAO-uitkeringen. Even los van wat je precies doet met de buffer voor de WAO die ertussen zit, is het heel redelijk dat je dan zegt dat minder uitkeringen ook minder WAO-premie betekenen. Ik kan niet uitleggen dat wij tegen werkgevers zeggen dat wij de WAO-premie omhoog doen, omdat er minder mensen in de WAO komen, maar misschien kan mevrouw Bussemaker dat beter uitleggen dan ik.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Nogmaals, wij doen de premie niet omhoog, maar de voorgenomen verlaging wordt vertraagd doorgevoerd. Nogmaals, het staat onder het kopje "solide financieel kader". Er wordt geen enkele link gelegd met de hervorming van de WAO. In 2001 kon je nog helemaal niet weten hoeveel lager de instroom van de WAO zou worden. Ik snap het echt niet. Hier staat echt dat het alleen gaat over bestaande vermogens.

De voorzitter:

De staatssecretaris kan het nog één keer proberen.

Staatssecretaris Wijn:

In 2001 is een voorspelling gedaan over het aantal mensen in de WAO over een aantal jaren. Wij wisten dat niet precies, maar er zit een voorspelling in van het aantal mensen in de WAO in 2004, 2005, 2006 en 2007. Vervolgens kun je zien welke ruimte je hebt in de WAO-premie of in mutaties van het vermogen. Als wij nu even van dat vermogen abstraheren, is de lijn heel duidelijk: minder mensen in de WAO betekent minder kosten aan WAO-uitkeringen. Dan kun je dus de WAO-premie omlaag doen.

Als je kijkt naar de relatie tussen de premies die worden opgebracht door werkgevers en werknemers, en de uitkeringen in de WAO, dan zal die relatie op dit moment zijn: minder mensen in de WAO betekent lagere premies. Ik kan niet uitleggen tegenover de buitenwereld dat er minder mensen in de WAO komen, zodat de WAO minder kost, maar dat wij de premie gaan verhogen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Een van de leuke dingen van minister Zalm was dat hij in zijn paarse periode de motie-Bolkestein niet heeft uitgevoerd. Ik nodig deze staatssecretaris uit om dat ook maar niet te doen. Een lastendekkende premie voor de WW of de WAO is namelijk leuk en aardig, maar mag nooit maatgevend zijn voor het begrotingsbeleid en het lastenbeeld. Laten wij elkaar dan hierop ook maar niet de maat nemen. Als dat er niet toe doet, is er dus ruimte om een echte afweging te maken tussen het voorstel van de werkgevers om de WAO-premie minder te laten dalen en het voorstel om de SPAK af te schaffen. De staatssecretaris zegt in een bijzin dat het verschil hiertussen niet zo groot is. Ik ben het daar niet mee eens. Het maakt wel degelijk een verschil uit en dan met name voor laag geschoolde werknemers.

De voorzitter:

U moet toch echt ook een vraag stellen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Mijn vraag aan de staatssecretaris luidt: waarom laat u dat niet onderzoeken? Als het belang van laag geschoolde mensen ons allebei ter harte gaat, moeten wij toch zeker durven kiezen voor de voor hen in deze slechte conjunctuur minst schadelijke optie. Waarom vraagt hij het CPB niet om een oordeel? Hij memoreerde aan "Aan de slag", een stuk vol simulaties, en dan moet hij ook bereid zijn om dat voor de SPAK te laten doen. Zet de resultaten daarvan af tegen het regeringsvoorstel en dan kunnen wij dit debat op een later tijdstip voortzetten.

Staatssecretaris Wijn:

Nee, dat zal ik niet doen. Wij moeten een duidelijke keuze durven maken. Kiezen wij voor een gerichte lastenverzwaringen en de versnelling van een voorgenomen maatregel, die past binnen de filosofie van de regering voor de arbeidsmarkt, of kiezen wij voor een generieke lastenverhoging, omdat wij nu eenmaal iets moeten doen om een dekking te vinden. Die laatste mogelijkheid kenmerkt zich door een hoge mate van willekeur en dan kies ik toch voor mijn eigen verhaal. Dat verhaal is inhoudelijk een stuk sterker.

Mevrouw Van Vroonhoven vroeg naar de percentages. in tweede termijn zal ik hier dieper op ingaan, maar ik kan haar nu al wel wijzen op de memorie van toelichting, waarin staat dat de SPAK 0,14% uitmaakt van het totale fiscale loon. De grondslag van het fiscale loon en het WAO-loon zijn niet helemaal hetzelfde, hetgeen – als ik abuis ben, kom ik hierop in tweede termijn terug – betekent dat de macroverhoging van de werkgeverspremies voor de WAO in 2004 neerkomt op 0,35% en in 2005 op 0,15%. In de wandel gangen hoorde ik dat de werkgevers zouden hebben aangeven dat het om een zeer beperkte verhoging zou gaan, minder dan 0,07%, maar die cijfers kunnen wij niet plaatsen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Ik wil een politiek moment markeren. De regering beschikt vooralsnog niet over een meerderheid in de Kamer voor dit wetsvoorstel en dan is het belangrijk, te weten in welke mate de regering ontvankelijk is voor de door de Kamer aangedragen alternatieven. Hoe hard is de afwijzing van de alternatieven, te weten de aardgasbaten, de OZB en de WAO-premie?

Staatssecretaris Wijn:

De heer Van der Vlies gaf in zijn termijn duidelijk aan dat hij zijn vragen aan het kabinet stelde, omdat een goed verhaal van onze kant hem nog zou kunnen overtuigen. De regering heeft haar best gedaan voor de alternatieven, te weten de arbeidskorting, de afschaffing van de OZB, de aardgasbaten en de WAO-premies. Volgens mij is het nu de juiste volgorde dat de heer Van der Vlies in tweede termijn zijn oordeel geeft over het verhaal van de regering. Vervolgens zullen wij aangeven wat ons oordeel is. Ik moet de heer Van der Vlies overigens wel zeggen dat ik nog steeds geloof in het verhaal van het kabinet. Sterker nog: wij dienen het ook niet voor niets op deze manier in. Ik heb bij de alternatieven ook aangegeven waarom het niet onze voorkeur heeft.

Ik kom nog even terug op de cijfers, maar ik zal mij nu beperken tot twee cijfers. In 2004 zou het een stijging van de WAO-premie voor werkgevers betekenen van 0,35%. In 2005 zou het een stijging van de WAO-premie voor werkgevers betekenen van 0,15%. Dat is dus geen afrondingsverschil.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Even voor de helderheid. Wij zitten te puzzelen met de percentages die de staatssecretaris noemde. De staatssecretaris heeft ook gezegd dat er aanvankelijk een verlaging zou optreden. Nu wordt het iets opgehoogd. Betekent die 0,35% per saldo een verhoging van de premies of blijft het een verlaging?

Staatssecretaris Wijn:

Voor 2004 komt het per saldo uit op een verhoging. Volgens mij was er voor 2004 ingeboekt dat er 0,25% zou afgaan. Ik gaf net aan dat er nu 0,35% bij komt. Per saldo kom je dan uit op een verhoging. Voor 2005 smelt het gros van de verlaging weg.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Dit is belangrijk voor onze afweging.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Los van de politieke beoordeling van de alternatieven denk ik dat de staatssecretaris een redelijk verhaal heeft over de OZB en de gasbaten. Hij moet uitleggen waarom voor deze vorm wordt gekozen, die voor mensen ook weer negatieve gevolgen heeft. Ik kan mij daar iets bij voorstellen. Bij de gasbaten speelt de bekende voorzichtigheid van de staatssecretaris mee. Hij kan dit verhaal echter niet zo houden voor de WAO-premie. Dat is mijn probleem.

De voorzitter:

Wat wilt u vragen?

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Heeft de staatssecretaris nog andere argumenten tegen deze optie dan ideologische argumenten? Ik heb nog niets anders gehoord. Dit voorstel komt uit de koker voor de werkgevers en zij zien die nadelen ook. De staatssecretaris zegt: dat wil ik eigenlijk liever niet want dat kan ik niet uitleggen. Dat hoeft hij niet uit te leggen want het is al min of meer aanvaard door de werkgevers. Welke argumenten heeft hij dan?

Staatssecretaris Wijn:

Dat is overigens nog maar zeer de vraag. Wij hebben van een aantal branches kritiek gekregen. Als wij dit echt zouden doen via de WAO-premieverhoging, dan zullen er wel weer andere branches boos worden. Verdeel en heers is een gemakkelijke tactiek, maar ik durf er wel vraagtekens bij te zetten of de andere optie al helemaal aanvaard is. De ideologisch-principiële redenering die er achter zit, is dat wij een beleidsrichting in willen zetten waarbij wij niet via subsidiëring van loonkosten willen werken. Wij willen daarentegen via tegemoetkoming in koopkracht van mensen arbeidsmarktbeleid voeren zodat zij er netto niet op achteruit gaan als zij een lager loon krijgen. Dat is de overkoepelende visie daarachter.

De heer De Wit (SP):

Mijn vraag betreft de OZB, waar de staatssecretaris uitgebreid op in is gegaan. Deze week vindt er een debat plaats in de Kamer over de OZB en vooral over het mogelijk afschaffen ervan. Kent de staatssecretaris de mening van de minister van Financiën, die twijfelt of dit door moet gaan? Naar het zich nu laat aanzien vindt een meerderheid in de Kamer dat wij de gebruikersheffing van de OZB niet moeten afschaffen. Ik heb daarom gevraagd hoe dat moet worden opgevangen binnen de gemeenten.

De voorzitter:

Aanstaande donderdag vindt er een algemeen overleg plaats over onder andere de OZB. Het lijkt mij niet wenselijk dat er twee debatten door elkaar lopen. Ik sta echter toe dat de staatssecretaris kort antwoordt.

De heer De Wit (SP):

Hoe sterk is dit argument?

De voorzitter:

Dat is een goede vraag.

Staatssecretaris Wijn:

Ik heb een schokkende politieke mededeling. Ik ken niet alleen de mening van de minister van Financiën, maar ik deel hem ook en hij deelt de mijne. Wij hebben dezelfde mening. Misschien citeerde de heer Vendrik de heer Van Aartsen. Het was in elk geval niet de heer Zalm.

Mevrouw Van Vroonhoven vroeg naar de WSW. Als de, door ons zeer ongewenste, uitkomst van dit debat is dat de SPAK niet versneld zal worden afgeschaft, is er geen noodzaak om de sociale werkvoorziening te compenseren. Dat kunnen wij dan uit onze plannen schrappen, want het is dan niet meer nodig om de WSW in 2004 en 2005 tegemoet te komen.

De heer Weekers (VVD):

Die opmerking is interessant en ook erg relevant. Begrijp ik goed dat in het voorstel van het kabinet de WSW structureel wordt gecompenseerd met een bijdrage van 24 mln en dat als de plannen van mevrouw Van Vroonhoven doorgaan de WSW hooguit nog de komende twee jaar kan profiteren van de SPAK? Klopt het dat sociale werkvoorziening in dat geval daarna in wezen met lege handen staat en dat de meest kwetsbaren worden gedupeerd door de opstelling van de CDA-fractie?

Staatssecretaris Wijn:

Dat heeft de heer Weekers goed begrepen. Dit is overigens conform beleid dat al eerder mede door de CDA-fractie is geaccordeerd.

Staatssecretaris Rutte:

Voorzitter. Ik wil het laatste punt dat de staatssecretaris van Financiën noemde nog even benadrukken. Als de SPAK niet structureel wordt afgebouwd, vervalt de structurele compensatie voor de WSW. Dat zit in het gehele pakket. Dat betekent dat de SW-sector die 24 mln structureel vanaf 2006 gaat mislopen. De fractie van het CDA en andere fracties moeten dat in hun overwegingen betrekken. Het is namelijk een ernstig effect. Juist de fractie van het CDA heeft meermalen aandacht gevraagd voor de problemen die het afbouwen van de SPAK opleveren voor de SW-sector. Dat is een van de redenen geweest om die structurele compensatie op te nemen in het kabinetsvoorstel. Met dit voorstel van de CDA-fractie vervalt die compensatie. Ik vind dat toch wel een vergaand effect dat wat weg dreigt te vallen in de afronding van de bijdrage van de staatssecretaris van Financiën.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Wij hebben het over een tijdelijke verhoging van de WAO-premie. Dat betekent dat de tijdelijke compensatie voor de WSW-banen van de baan gaat, maar dat wij vanaf 2006 weer op de compensatie kunnen rekenen.

Staatssecretaris Rutte:

Nee. Het kabinet wil twee dingen doen. Ten eerste wil het de SPAK versneld afschaffen. Dat levert geld op. Daarnaast wordt voor de WSW de SPAK structureel bevroren op het niveau van 2004. Dat betekent dat de SW-sector in het kabinetsvoorstel structureel vanaf 2006 ieder jaar 24 mln meer krijgt dan het geval was in oorspronkelijke voorstel dat in het regeerakkoord was opgenomen. Dat is flankerend beleid bij het versneld afschaffen van de SPAK. Nu de SPAK niet versneld dreigt te worden afgeschaft, vervalt ook de structurele compensatie. De SW-sector loopt hierdoor 24 mln euro per jaar mis. Ik vind dat de Kamer dit moet weten.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Het is duidelijk dat wij dit moeten meenemen in onze afwegingen. Ik vind het niet logisch. Wij spreken over een tijdelijke compensatiemaatregel in de WAO-premie. Daar hoeft niet tegenover te staan dat een structurele compensatiemaatregel wordt geschrapt.

Staatssecretaris Rutte:

Het kabinet stelt voor om de SPAK versneld af te schaffen om dekking te vinden voor budgettaire problemen. Het is bekend, ook uit eerdere debatten met de Kamer, dat de afbouw van de SPAK ook in de oude vorm de SW-sector stevig raakt. Daarom wordt flankerend aan het voorstel om de SPAK versneld af te schaffen, voorgesteld om de sociale werkvoorziening structureel te compenseren op het niveau van 2004. Als de Kamer nu kiest voor een volstrekt andere dekking van dit budgettaire probleem, zou het raar zijn als de regering zou zeggen dat dit dan maar moet gebeuren en dat zij tegelijkertijd die structurele compensatie van de SW-sector overeind houdt. Dat gaan wij niet doen. Ik vind dat de Kamer zich dat moet realiseren. Ik vind ook dat het voor de CDA-fractie belangrijk is vanuit het oogpunt van consistentie met de opstelling in het verleden.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik snap de redenering nog steeds niet. Ik wil graag dat de staatssecretaris nog eens uitlegt waarom, juist omdat de SW een aparte plek heeft in het arbeidsmarktbeleid, er niet voor gezorgd kan worden dat de SW niet benadeeld wordt. De staatssecretaris wil stimuleren dat er begeleid gewerkt wordt. Hij wil ook de doorstroming van de SW stimuleren. Daar kan toch bij wijze van spreken een aparte fiscale regeling voor gemaakt worden die structureel gefinancierd wordt?

Staatssecretaris Rutte:

Dit is niet logisch. Wij praten hier over de dekking van grote budgettaire problemen van de rijksoverheid van in totaal 2,9 mld. Als onderdeel van die dekking is voorgesteld om de SPAK versneld af te bouwen. Flankerend is met het oog op eerdere discussies over de SW voorgesteld om de SW structureel te bevriezen op het niveau van 2004. Als de Kamer niet besluit tot versneld afbouwen van de SPAK, is het volstrekt onlogisch om de SW voor 24 mln euro structureel te compenseren. Immers, wij worden geconfronteerd met tekorten van in totaal 2,9 mld. Daarbij komt dat de SW zelf niet wordt geraakt door bezuinigingen in het budget: de 2,1 mld voor de SW blijft volledig overeind. Een dergelijk voorstel doen wij dus niet.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Budgettair is er toch geen verschil? Legt u dat nog eens uit. Budgettair is er namelijk dezelfde opbrengst als een vorm van de SPAK voor SW-bedrijven structureel wordt gemaakt.

Staatssecretaris Rutte:

Het is maar de vraag op welke wijze de politieke signalen die tussen Kamer en kabinet worden uitgewisseld, worden gewogen en uiteindelijk een plek in het beleid krijgen. Het gaat erom, mogelijkheden te zoeken om, flankerend aan te nemen maatregelen, politieke wensen te honoreren die breed in de Kamer leven. Daartoe hebben wij nu een poging gedaan. Het onderhavige voorstel vind ik nog steeds zeer afgewogen. Als de Kamer echter kiest voor een andere route voor de dekking, wijs ik op de consequenties daarvan.

Voorzitter. Mevrouw Bussemaker heeft in dit verband nog geïnformeerd naar de I/D-banen. Dat betreft natuurlijk een tijdelijke compensatie. Ik zeg het uit mijn hoofd, maar volgens mij loopt het op tot 6 mln euro, omdat de stimuleringsregeling ook tijdelijk is. Dat is dus geen structurele compensatie.

Voorts heeft mevrouw Bussemaker gevraagd hoe het staat met het regulier maken. Zij heeft de aantallen ook al genoemd: op het ogenblik zijn er ongeveer 6500 aanvragen. Dit betekent dat er moet worden uitgegaan van het omzetten van zo'n 5000 I/D-banen in normaal gefinancierde banen. Dit betreft ongeveer de helft van wat de regeling mogelijk maakt. Ook ik vind dit veel te weinig, maar het geeft wel aan dat de gemeenten blijkbaar zo druk bezig zijn om het nieuwe beleid vorm te geven in het kader van de wet Werk en bijstand dat zij er soms even niet aan denken. Dit is voor mij reden om het hele land af te reizen, van Deventer, via Amersfoort naar Almere. Daar vraag ik aandacht voor de regeling. Bovendien proberen wij de media ervoor te interesseren. Wethouders en gemeenteraden kunnen zo de laatste maanden nog een eindsprint maken. Het is heel simpel: een gemeente die een Melkertbaan niet omzet in een normaal gefinancierde baan, loopt het risico dat de persoon die bij die baan hoort uiteindelijk structureel gefinancierd moet worden in de gesubsidieerde situatie, zonder dat er sprake is van een compensatie via de stimuleringsregeling van€ 17.000.

Een andere mogelijkheid is dat die persoon terugvalt op de bijstand. Van mevrouw Noorman weten wij dat de bijstand ongeveer € 15.000 per uitkering kost. Dat is nauwelijks minder dan de gesubsidieerde baan. De netto financiële besparing voor de gemeente is dus zeer minimaal. Het netto effect is ook dat de betrokken persoon de verkeerde kant van de geraniums gaat bekijken. Dat is nu precies wat wij niet willen.

Ik dank mevrouw Bussemaker dat zij mij met haar vraag de kans heeft gegeven om nog even reclame te maken voor de stimuleringsregeling. Ik denk dat zij en ik hetzelfde willen bereiken, namelijk een maximaal gebruik.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Dat wil ik ook absoluut. Toch maak ik mij heel veel zorgen, als u zegt dat er slechts 5000 van de 10.000 banen geregulariseerd zijn. Het had al vóór 1 januari gerealiseerd moeten zijn. Kunt u zich voorstellen dat dit iets te maken heeft met het versneld afschaffen van de SPAK? Het wordt op die manier extra duur.

Staatssecretaris Rutte:

Dat valt erg mee. Allereerst lopen de I/D-banen door tot 150% van de WML. Daarmee ben je al een heel eind buiten het SPAK-bereik. Een deel van de I/D-banen wordt dus nog echt door de SPAK getroffen. De instroom-/doorstroomregeling was inderdaad een zeer ruimhartige regeling, ook qua salariëring.

Het probleem is dat de gemeenten bezig zijn om een verknoping aan te brengen tussen de mogelijkheden van de wet Werk en bijstand en het vrije reïntegratiebudget versus het oude stelsel van gesubsidieerde banen. Dat verloopt net even wat langzamer dan wij gehoopt hadden. Vandaar dat ik er nu alles aan doe. Ik zeg tegen de gemeenten: ik begrijp dat jullie dat beleid nu vorm geven, maar parallel daaraan is het raadzaam om vóór 1 juli zoveel mogelijk van de desbetreffende banen om te zetten. Dat doe ik niet alleen. Dat doen ook de vakbonden, de werkgeversorganisaties, de VNG en Divosa; allemaal contractpartners in het plan om 10.000 van die banen om te zetten. Maar nogmaals, het stopt ook als uiteindelijk de belangstelling er niet is. In juli loopt de regeling af en dan vloeit het geld terug naar de contractpartners. Het zou jammer zijn als wij dan niet een veel groter deel van het geld hebben kunnen gebruiken.

Ik heb nog een paar opmerkingen over het arbeidsmarktbeleid in aanvulling op wat collega Wijn heeft gezegd. Er is al veel over gesproken. Er ligt inmiddels een brief van mij bij de Kamer met een visie op het arbeidsmarktbeleid en in het bijzonder het doelgroepenbeleid, geïllustreerd aan de hand van de doelgroep etnische minderheden. Ik kan mij voorstellen dat wij bij de behandeling van dat stuk daarop wat verder in detail ingaan. Inderdaad, zo zeg ik tegen de heer Weekers, komt voor de zomer onze visie op het arbeidsmarktbeleid aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Wij zijn druk bezig om de brief daarover af te ronden. Het is de bedoeling dat die voor de zomer bij de Kamer komt. De volgende week of de week daarop is er ook nog een debat met de regering in algemene zin over het werkgelegenheidsbeleid. Ook daarin zullen zaken besproken worden.

Ik wil nog een paar algemene opmerkingen maken. Wij bekijken constant hoe wij kunnen voorkomen dat de armoedeval mensen tegenhoudt om de arbeidsmarkt te betreden. Allerlei maatregelen die wij nemen, zijn voor een belangrijk deel daarop gericht. Tegelijkertijd bekijken wij hoe de productiviteitsval van een groep mensen tot een minimum kan worden beperkt. Ik ben nog steeds van mening dat generieke maatregelen als de SPAK, gericht op vraagstimulering, hun beste tijd hebben gehad en zelfs in hun werking in het verleden twijfelachtig zijn. Dat blijkt ook uit de cijfers in het IBO-rapport, maar het is niet alleen gebaseerd op het IBO-rapport, dat nu een beetje wordt afgeschilderd alsof het alleen maar in de context van een hoogconjunctuur moet worden gelezen. Daarmee doen wij het iets te kort. Het IBO-rapport geeft wel degelijk een aantal zichtlijnen aan die conjunctuuronafhankelijk kunnen worden bekeken. In de Kamer is er ook brede steun voor het afschaffen van de SPAK, in elk geval volgens het oude schema en, naar ik hoop, ook volgens het nieuwe tijdschema.

Daar moeten wel dingen tegenover staan. Wat de heer Vendrik zojuist deed, begrijp ik wel vanuit de debattechniek. Hij mag het ook doen, maar hij legde wel heel erg eenzijdig de nadruk op een paar dingen die wij straks niet meer doen, terwijl toch vooral interessant is welke dingen wij nog wel doen. Heel belangrijk daarbij is de herziening van het socialezekerheidsstelsel, het ombouwen van de hangmat naar de trampoline. Je ziet dat bij de Wet werk en bijstand, waar mensen tot nu toe langdurig in de bijstandssituatie opgesloten zitten door de problematiek van een hoge armoedeval en een hoge productiviteitsval. Ik was vanmorgen nog in Rotterdam waar in een project voor zo'n 300 mensen in de fases 3 en 4, dus mensen die eigenlijk zijn afgeschreven voor de arbeidsmark, er zo'n 150 terug zijn naar de arbeidsmarkt in normaal gefinancierde banen, dus niet in een gesubsidieerde banen. Dat kon, omdat er nu maximaal gebruik wordt gemaakt van het verknopen van alle geldstromen die er zijn en van de mogelijkheden die de wet biedt sinds 1 januari. Een heel belangrijk element daarin is de loonkostensubsidie. Gemeenten kunnen nu heel gericht werken. Zij kunnen bijvoorbeeld in het geval van een Turkse vrouw van 45, die Nederlands heeft geleerd maar die nog een behoorlijk afstand tot de arbeidsmarkt heeft, vragen om haar die kans te geven. De gemeente kan één of twee jaar een deel van de loonkosten te betalen, waarna het bedrijf volledig de kosten kan overnemen als het goed gaat. Lukt het niet, dan kan zij ook terugvallen op de gemeente. Dergelijke constructies en varianten daarop zijn er nu op grote schaal. Verleden week heb ik in Zoetermeer nog een vrouw gesproken die op die manier in de kledingbranche aan de slag is gekomen en die inmiddels erover denkt om de zaak zelf te gaan leiden. Op die manier zie je dus wondertjes ontstaan. De deadweight loss is bijna nul, want je weet heel precies op de persoon toegesneden hoe je het pakket samenstelt. Volgens mij is dat exact waar wij in het arbeidsmarktbeleid naartoe moeten.

Geld is ook hier het probleem niet. De gemeenten hebben nog steeds 1,6 mld per jaar om mensen aan de slag te helpen. Voor de bezuinigingen was het 2 mld. Er had nog een oploop in gezeten naar 2,2 mld, maar het is niet zo dat zij geen geld meer hebben. Sterker nog, zij hebben zoveel geld dat zij bijna geen ESF-subsidie aanvragen. Als het echt een probleem was geweest, zouden op veel grotere schaal ESF-subsidies worden aangevraagd. Bedrijven doen dat overigens wel. Het deel dat voor de bedrijven is bedoeld, wordt namelijk volledig besteed.

Ik denk dat het pakket evenwichtig is en dat de instrumenten evenwichtig zijn en dat er voor de SPAK in de nieuwe ontwikkelingen simpelweg geen plaats meer is.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het is toch treurig om te moeten constateren dat met het versneld afschaffen van de SPAK – sowieso met het afschaffen van de SPAK, maar helemaal met het versneld afschaffen ervan – duizenden arbeidsplaatsen voor laaggeschoolde en ongeschoolde werknemers verloren gaan en dat het vervolgens aan de gemeenten is om te bedenken hoe zij die weer terug moeten halen. Ik vraag de staatssecretaris om met mij de analyse te maken dat er een groot verschil is tussen de werking van de SPAK in hoogconjunctuur en in laagconjunctuur. In zijn beantwoording gaat de staatssecretaris daar regelrecht aan voorbij. Hij suggereert dat het IBO-rapport louter ziet op een structurele situatie. Juist daarom kan het rapport niet worden beschouwd als een voldoende onderbouwing om in een superslechte economie, met name voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt, de SPAK versneld af te schaffen. Ik heb de staatssecretaris uitgedaagd om met een eigen verhaal te komen. Waarom moet uitgerekend op dit moment de SPAK er helemaal aan ten koste van de arbeidsplaatsen van duizenden mensen, die straks niet meer terugkomen op de arbeidsmarkt?

Staatssecretaris Rutte:

Het is iedere keer de heer Vendrik die de indruk wekt dat wij ons alleen op het IBO-rapport baseren. Ik vind dat overigens nog steeds een heel gezaghebbend rapport, dat mij sterk motiveerde om de maatregelen inzake de Melkertbanen in 2002 door te voeren. Natuurlijk moet je het ook altijd situationeel bekijken, maar ik vind het te makkelijk om te zeggen dat het rapport alleen in een hoogconjunctuur werkt en dat een aantal noties erin nu geen kracht meer heeft. Nogmaals, het gaat om een combinatie van maatregelen. De gemeenten zijn bevrijd van de knellende banden van de oude regelgeving en kunnen maatwerk toepassen. De oude regelgeving bracht gemeenten vooral tot het invullen van lijstjes in plaats van mensen aan de slag te helpen. De arbeidskorting werkt wel degelijk aanzienlijk beter dan de SPAK, al was het maar omdat zij gewoon doorloopt, terwijl de SPAK op een gegeven moment stopt. Ook boven een bepaald inkomen is de arbeidskorting gewoon in werking.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voor wie werkt de arbeidskorting beter?

Staatssecretaris Rutte:

Deadweight loss-effecten zijn bij iedere generieke maatregel aanwezig, maar ze zijn aanzienlijk lager bij de arbeidskorting, al was het maar omdat de korting doorloopt, terwijl de SPAK stopt bij 115% van het wettelijk minimumloon. De effecten zijn dus wel degelijk verschillend.

Vaak wordt de indruk gewekt dat de problemen zich alleen maar voordoen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De feiten zijn dat er geen land in de wereld is waar zoveel banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt zijn gecreëerd, gerelateerd aan de bevolkingsgrootte. In de jaren negentig zijn er 1 miljoen banen bijgekomen, waarvan een derde aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De onderliggende structuur van de arbeidsmarkt en van de economie is thans in Nederland onvergelijkelijk veel sterker dan in het begin van de jaren tachtig. Het is belangrijk om ook dat in ons achterhoofd te houden.

De vergadering wordt van 19.10 uur tot 20.30 uur geschorst.

Voorzitter: Weisglas

De voorzitter:

Ik was vanmiddag verhinderd de vergadering voor te zitten. Op basis van de informatie die ik heb gekregen, kom ik tot de conclusie dat de tweede termijn kort kan zijn: het moet in een uur kunnen.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter. Wij hebben in eerste termijn inderdaad veel argumenten gewisseld. Ik vind dat het kabinet niet overtuigend is geweest in het aangeven van goede redenen voor de afschaffing van de SPAK als zodanig en voor de versnelde afschaffing daarvan. Het IBO-arbeidsmarktrapport wordt zeer selectief gebruikt. De oplossing waarvoor het kabinet heeft gekozen, is ook in economisch heel andere tijden de slechtst denkbare. Immers, de werkgelegenheid neemt in vergelijking met alle andere scenario's, die uitgaan van vormen van een earned income tax credit (EITC), het minst toe. Met name de werkgelegenheid voor laaggeschoolden daalt in deze variant, en wel met 7500, terwijl de stijging van de werkgelegenheid het laagst is. Bij een EITC, onder andere voorgesteld door mijn fractie, zou de werkgelegenheid met 5000 stijgen, en bij een EITC op jaarloonbasis zelfs met 16.000. Kortom, het kabinet kiest willens en wetens voor de verkeerde oplossingen, die weliswaar generiek zijn, maar verkeerd generiek.

Het kabinet is ook niet overtuigend geweest in het bestrijden van de argumenten die via het VNO, de Stichting van de arbeid en de verschillende sectoren tot ons zijn gekomen, namelijk dat met versnelde afschaffing van de SPAK duizenden mensen werkloos worden. Ik snap nog steeds niet wat er mis is met de alternatieven, met name niet als het gaat om het alternatief dat een relatie heeft met de WAO. Ik dien daarom de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de versnelde afschaffing van de SPAK leidt tot verlies van duizenden banen;

overwegende dat zowel werkgevers- als werknemersorganisaties het verzet tegen een versnelde afschaffing ondersteunen;

verzoekt de regering, de huidige voorstellen in te trekken en tegelijkertijd de voorgenomen gefaseerde verlaging van de WAO-premie voor werkgevers aan te passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bussemaker. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 9(29516).

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik verzoek de staatssecretarissen nu alvast, de mogelijke consequenties van deze regeling zo nodig voor de stemmingen aan ons te doen toekomen, omdat we daarover in eerste termijn al uitgebreid hebben gesproken.

De heer Van der Vlies (SGP):

De strekking van de motie is duidelijk. Wat mij in de beantwoording aansprak, is de WSW-problematiek. Als we dit voorstel afwijzen, moeten we daar wel een adequaat antwoord op hebben.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Dat is mijn tweede motie. Het antwoord van de staatssecretarissen op vragen over de WSW vond ik namelijk niet overtuigend. Als ik het grof mag zeggen, leek mij daar enige politieke chantage in te zitten. Budgettair kan ik namelijk niet inzien dat het ook maar iets uitmaakt. Bijna iedereen in deze Kamer vindt dat de SW-sector niet de dupe mag worden van wat voor maatregelen ten aanzien van de SPAK dan ook; daarvoor moet een structurele oplossing komen. Ook als die oplossing wordt gezocht in de in mijn eerste motie neergelegde mogelijkheid, zie ik niet in waarom de SW-sector niet structureel kan worden gecompenseerd, dus ook na 2005, voor de afschaffing van de SPAK. Ik dien daarom ook hierover een motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de versnelde afschaffing van de SPAK nadelig is voor sociale werkplaatsen;

constaterende dat ook de regering de SW-sector structureel wil compenseren voor afschaffing van de SPAK;

verzoekt de regering, ook bij niet versnelde afschaffing van de SPAK de SW-sector structureel te compenseren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bussemaker. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 10(29516).

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Het is weer heerlijk dat u in levende lijve onder ons bent.

De voorzitter:

Zo voel ik het ook, dank u wel!

De heer Vendrik (GroenLinks):

Desalniettemin, mijnheer de voorzitter, vond ik de beantwoording van beide staatssecretarissen teleurstellend. Ik vond het teleurstellend te moeten merken dat, na veel omwegen, de staatssecretaris van Financiën toegeeft, dat het louter en alleen de budgettaire noodzaak is geweest die heeft geleid tot deze crashmaatregel, om deze juiste typering van mevrouw Van Vroonhoven maar even te gebruiken. Het antwoord van de staatssecretaris van Sociale Zaken omtrent de arbeidsmarktachtergrond van de versnelde afschaffing van de SPAK vond ik minstens even teleurstellend. Ik vond dat hij een karikatuur maakte van hetgeen ik namens mijn fractie naar voren heb gebracht. Ik zou zeggen: staatssecretaris, leest u uw eigen nota naar aanleiding van het verslag er nog maar eens op na, louter en alleen het IBO-rapport "Aan de slag" uit 2001 is maatgevend geweest voor deze versnelde afschaffing. Ik moet zeggen dat ik uit zijn antwoorden niet veel anders heb kunnen opmaken. De terechte kritiek die in eerste termijn door meerdere fracties, waaronder de mijne, is geuit op dit wetsvoorstel en de onderbouwing ervan, is nauwelijks door hem weersproken. Ik vind dat buitengewoon jammer, want waar heb je anders een debat voor met elkaar? Ik zie dat u dat met mij eens bent, voorzitter, dus dat is ook al weer binnen.

Het kabinet heeft zichzelf de taak gesteld om bij voorjaarsnota maximaal een tekort van 2,9% van het bruto binnenlands product als EMU-saldo achter te laten. Ik heb gewezen op de olieprijzen en de daarmee samenhangende aardgasbaten. De staatssecretaris heeft daarop gezegd daaraan geen boodschap te hebben en dat het wellicht een onderdeel is van de koninginne-MEV maar dat het pas zal worden betrokken bij de zomerbesluitvorming van het kabinet voor 2005. Ik wil daarover het volgende opmerken. De miljoenennota geeft voor het komend jaar een actualise rend beeld van de begroting voor het lopende jaar. Over die begroting hebben wij het ook. Die begroting loopt spaak en noopt tot deze crashactie. Je zou dan ook denken dat dit nieuwe feit van de olieprijzen relevant is. Dan vind ik het ook wel heel gemakkelijk om dit nieuwe feit dat via de kranten tot ons gekomen is, down te spelen. Hoe heb ik het nu? De minister van Economische Zaken laat ongeveer half Amsterdam afzetten voor een internationale olieconferentie omdat hij het probleem van te hoge olieprijzen voor de West-Europese, de Amerikaanse en de internationale economie wil bespreken. Dan kan elk kind weten dat dit vervolgens extra aardgasbaten met zich brengt voor de schatkist. En dan vernemen wij hier van de staatssecretaris van Financiën dat dit allemaal nog bekeken moet worden! Ga dat minister Brinkhorst maar uitleggen, staatssecretaris. Waar is hij dan mee bezig geweest in Amsterdam? Ik ga er dan ook van uit dat het CPB er niet heel erg ver naast zal zitten, zoals uit de uitgelekte koninginne-MEV zal blijken. Uitgaande van de huidige verdeling van dit soort aardgasbaten, namelijk dat 58,5% toegevoegd wordt aan de reguliere inkomsten in de schatkist, is er dus ruim 240 mln extra beschikbaar. Laat dat nu meer zijn dan het bedrag dat via dit wetsvoorstel in 2004 versneld moet worden opgehoest. Ik zie die connectie dus wel degelijk. Ik vind het buitengewoon jammer dat deze staatssecretaris vanuit de budgettaire noodzaak de versnelde afschaffing van de SPAK beargumenteert en legitimeert en vervolgens niet gevoelig is voor nieuwe feiten die zich op dat punt aandienen. We zullen het toch niet gaan meemaken dat we over twee weken een minister van Financiën hier in vak K aanhoren die gewoon ronduit gaat erkennen dat die aardgasbaten er zijn en dat het budgettaire plaatje er inderdaad wat anders uitziet dan bij de besluitvorming rond de voorjaarsnota in april? Nee, dat willen wij niet meemaken. Dat betekent wat mij betreft dat de stemming over dit wetsvoorstel moet worden uitgesteld tot er duidelijkheid is over de mogelijke aanwending van de extra aardgasbaten.

Voor mij is de politieke situatie heel simpel: Met de heer Bakker heb ik altijd begrepen dat de "C" van CDA voor consistentie staat. Als mevrouw Van Vroonhoven haar eerste termijn overeind houdt – en ik weet dat zij dat zal doen – dan is er geen meerderheid voor dit wetsvoorstel. Dan moet er een alternatief komen. Als oppositiepartij zeggen wij altijd: het is gemakkelijk om ergens tegen te stemmen, maar er moet wel een alternatief zijn. Om het kabinet daaraan te helpen dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij de voorjaarsnota het besluit tot versnelling van de afschaffing van de SPAK vanwege incidentele budgettaire krapte is genomen;

constaterende dat er ten opzichte van de inzichten van de Voorjaarsnota 2004 vanwege de hoge olieprijs een incidentele meevaller van 400 mln voor 2004 te noteren valt;

constaterende dat er een duidelijke meerderheid van de Kamer tegen een versnelde afschaffing van de SPAK is en er ook andere bezuinigingsalternatieven zijn aangedragen;

verzoekt de regering, de versnelde afschaffing van de SPAK niet door te zetten en ofwel de recent geconstateerde meevaller ofwel de suggestie van de werkgevers om de WAO-premieverlaging niet door te laten gaan, dan wel een combinatie van beide voor een budgettaire oplossing in te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vendrik. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 11(29516).

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb mij lichtelijk verbaasd over de toelichting van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de relatie tussen de versnelde afschaffing van de SPAK en de structurele bijplussing van het WSW-budget. Ik denk dat mevrouw Bussemaker het volstrekt bij het rechte eind heeft. Er was ordinair sprake van politieke chantage. De inhoudelijke relatie ontbreekt volledig. Of de SPAK versneld of vanaf 2006 wordt afgeschaft, de WSW zit met een probleem waarvoor kamerbreed een oplossing zal worden gevraagd. In die zin is er inhoudelijk geen enkele relatie tussen het extra budget dat er allang had moeten zijn en dit wetsvoorstel. Meer in den brede merk ik op dat alle mogelijke uitruilen van vormen van lastenverzwaring voor werkgevers of andere opties die structureel voor de begroting 2005 te verzinnen zijn, nu niet zo belangrijk zijn. Dat zien wij dan wel. Wij moeten het nu regelen voor 2004. Dat kunnen wij vandaag doen en dan is dit wetsvoorstel niet nodig. Dan kunnen wij de kwestie goed en ordelijk in het najaar bespreken. Op dat moment kunnen wij ook de visie arbeidsmarktbeleid van de staatssecretaris fileren en beschikken wij hopelijk ook over het stuk – dat had er natuurlijk allang moeten zijn, mijnheer Weekers – over het fiscale instrumentarium in het kader van het arbeidsmarktbeleid. Met dat alles kunnen wij de zaak ordelijk behandelen, zoals de VVD altijd graag wil. Voor een keer ben ik daarmee eens.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Hebben de staatssecretarissen mij overtuigd van hun gelijk? Dat is niet het geval. Zij hebben onvoldoende aandacht voor de gevolgen van de versnelde afschaffing van de SPAK. Dit leidt ertoe dat duizenden mensen hun baan zullen verliezen. Dit staat in vele reacties en ook in de nota naar aanleiding van het verslag. Deze mensen zullen in hoofdzaak aankloppen bij de gemeenten. De staatssecretaris heeft aan de hand van enkele voorbeelden proberen te schetsten op welke wijze de gemeenten omgaan met de Wet werk en bijstand. Het is echter onwenselijk dat de gemeenten met een toeloop van vele duizenden mensen worden geconfronteerd door deze maatregelen, zowel gezien vanuit het standpunt van de betrokkenen als vanuit het standpunt van de gemeenten, die maar moeten zien hoe zij dit probleem oplossen. De staatssecretarissen hebben mij dus niet overtuigd.

Ik ben van mening dat de in het wetsvoorstel opgenomen tegemoet koming voor de WSW los dient te staan van deze maatregel. Ik Vind dan ook dat de motie van mevrouw Bussemaker volkomen op haar plaats is. Ook los van deze problematiek zou dit aan de orde zijn geweest. De Kamer vindt in feite dat de WSW ondersteuning behoeft.

Samenvattend: mijn fractie zal in ieder geval tegen dit wetsvoorstel stemmen. Gelet op de verhoudingen tot nu toe, constateer ik dat er geen meerderheid in deze Kamer voor dit wetsvoorstel is. De bewindslieden zouden er verstandig aan doen om het in te trekken, met name vanuit het oogpunt van de werkgelegenheid voor de mensen met een laag inkomen en weinig kansen.

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter. Wanneer mijn fractie nog niet overtuigd was voordat wij aan dit debat begonnen, zou zij dit zijn geraakt door het antwoord van de regering. Ik hoop dat dit voor meerdere fracties geldt en met name de CDA-fractie. Ik heb de vier argumenten op een rij gezet waarom dit wetsvoorstel moet worden aangenomen en de SPAK moet worden afgeschaft.

1. De regeling kost ruim 200 mln. Zij treft slechts voor 16 mln doel, dus 194 mln per jaar belastinggeld wordt weggegooid. Er wordt in ieder geval niet bereikt wat met de regeling wordt beoogd. De SPAK is niet effectief. Er moeten moeilijke keuzes worden gemaakt in budgettair barre tijden. Je kunt dan niet anders dan concluderen dat deze regeling niet langer kan worden gehandhaafd.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

U zegt dat de SPAK niet effectief is, maar heeft u het IBO-arbeidsmarktonderzoek en de CPB-analyse wel gelezen? Daaruit blijkt dat de door het kabinet gekozen oplossing, breed gesteund door uw fractie, de slechtst denkbare is van alle mogelijke alternatieven. De werkgelegenheid daalt met 7500, met name aan de onderkant van de arbeidsmarkt, terwijl alternatieven, onder andere de EITC, kunnen leiden tot werkgelegenheid voor meer dan 16.000 mensen. Vindt u een daling van de werkgelegenheid voor laaggeschoolde werknemers nog steeds de best denkbare optie?

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter. Mevrouw Bussemaker winkelt selectief in het rapport. Natuurlijk heb ik het gehele rapport gelezen. Zij heeft ook mijn bijdrage in eerste termijn kunnen beluisteren waarin ik heb gezegd dat de afschaffing van een niet effectief instrument ons niet ontslaat van de plicht om na te denken over effectieve maatregelen. Ik heb er al enkele genoemd, zoals de mogelijkheid tot dispensatie op het minimumloon en een alternatieve regeling, een soort SPAK-regeling, die slechts terechtkomt bij de mensen die anders absoluut niet aan de slag komen. Een alternatieve regeling voor de SPAK waarin wordt gewerkt met een indicatiestelling kost slechts 16 mln per jaar en geen 200 mln. Dat bedrag kan worden opgebracht door niet te verstrekken uitkeringen. De staatssecretaris heeft aangegeven dat wij nog voor de zomer een uitgebreide notitie tegemoet kunnen zien waarin dit soort alternatieven, met de alternatieven van de Raad voor Werk en Inkomen, zijn opgenomen en wij daarover uitvoerig kunnen spreken. Laten wij het daarop houden en nu afscheid nemen van een niet effectieve regeling.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter...

De voorzitter:

Als ik de eerste termijn had voorgezeten, zou ik nu veel herhalingen hebben gehoord. U kunt nog één korte vraag stellen.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik ben het eens met de heer Weekers dat over alle alternatieven moet worden nagedacht, maar als het hem om de effectiviteit gaat, wil ik zijn mening horen over de arbeidskorting. Volgens het door hem vaak aangehaalde IBO-onderzoek is dat absoluut niet effectief.

De voorzitter:

Een kort antwoord, zonder herhalingen.

De heer Weekers (VVD):

De arbeidskorting heeft meer doeleinden. Zij heeft onder meer het doel, werken extra te laten lonen ten opzichte van het ontvangen van een uitkering. Zij beloont dus de mensen die actief zijn in het arbeidsproces. Dat is voor de VVD-fractie, buiten het arbeidsmarktinstrumentarium als zodanig, nog een heel belangrijk argument om juist te kiezen voor de arbeidskorting.

2. Een ander aspect dat wij van groot belang vinden, is dat het kabinet heeft gekozen voor een compensatieregeling voor de meest kwetsbare groep, namelijk de sociale werkvoorziening. Het gaat daarbij om 24 mln euro. De VVD-fractie wil deze ook na 2006 veiligstellen. Mevrouw Bussemaker heeft zojuist een kwalificatie gegeven aan de opmerkingen die door het kabinet zijn gemaakt. Daar moet het kabinet zelf maar op reageren. Wij willen die regeling in elk geval niet in de waagschaal stellen. Wij beschouwen een en ander als een totaalpakket. Als wij bepaalde keuzes moeten maken, willen wij per se niet dat de sociale werkvoorziening op termijn in de knel komt. Alle plussen en minnen van dit wetsvoorstel moeten dan ook tegen elkaar worden afgewogen.

3. Verschillende fracties in deze Kamer willen de WAO-lasten generiek verhogen in plaats van verlagen. Ik zie dat mevrouw Bussemaker nu "nee" schudt. Straks hebben wij van de staatssecretaris van Financiën gehoord dat de WAO-premie in het voorstel van de fractie van het CDA per saldo wordt verhoogd voor het resterende deel van dit jaar. Wij vinden dat een vreselijk slecht signaal in de richting van alle werkgevers in het land. Er zijn namelijk veel meer werkgevers dan alleen de werkgevers die gebruik maken van de SPAK. De VVD-fractie wil niet de lasten voor alle werkgevers verhogen om een niet effectief arbeidsmarktinstrument in stand te houden. De heer Bakker heeft in dezen gewezen op een paars compromis. Ik vind het erg vreemd dat de CDA-fractie nu zó voor dat paarse compromis gaat liggen. In wezen stelt zij erg draconische alternatieve maatregelen voor om dit instrument nog anderhalf jaar in de lucht te houden.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik kan dezelfde vraag aan de heer Weekers stellen. Wat merkwaardig dat de VVD, de leidende partij van Paars die dit allemaal verzonnen heeft, hiervan vervolgens zo pontificaal afstand neemt. Hoe zit dat dan?

De heer Weekers (VVD):

Het gaat de VVD om de effectiviteit van beleid. Zoals de heer Vendrik in mijn inleiding in eerste termijn_

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dat is dan acht jaar fout gegaan, begrijp ik. Dat heeft u acht jaar laten voortduren.

De heer Weekers (VVD):

Nee, nee. Zoals de heer Vendrik in de inleiding van eerste termijn heeft kunnen beluisteren, heb ik gezegd dat de SPAK een heel goed arbeidsmarktinstrument leek, met name voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Na een aantal jaren met de SPAK te hebben gewerkt, moet je echter concluderen dat zij slechts voor 8% effectief is. Dat betekent dat 16 mln euro effectief is besteed, terwijl de overige 184 mln euro per jaar in feite is weggegooid. Op een gegeven moment moet je dan de knopen tellen en concluderen dat dit geld beter kan worden besteed. Bovendien heeft de VVD diverse alternatieven die, gelet op de economische situatie, wellicht opnieuw bespreekbaar worden. Dat weet de heer Vendrik ook. Ik noem bijvoorbeeld de mogelijkheid tot een specifieke dispensatie op het minimumloon. In de hoogconjunctuur tijdens de tweede helft van Paars I en Paars II was er een andere situatie.

4. Mijn laatste punt is ook door de staatssecretaris van Financiën aangehaald. De premies voor de sociale zekerheid moeten niet misbruikt worden voor andere doeleinden. Ik heb de motie-Bolkestein al genoemd. Overigens is deze motie ingediend onder het eerste paarse kabinet. Daarna is deze motie jarenlang door het CDA in dit huis verdedigd onder de bezielende leiding van diverse financiële woordvoerders van het CDA. Daarvoor spreek ik wederom lof uit. Het is heel erg jammer dat het CDA daar op dit moment afstand van neemt. Ik vraag mevrouw Van Vroonhoven om de argumenten die door de regering zijn genoemd, nog eens heel goed tot zich te laten doordringen en tot een verstandig besluit te komen. Ik vraag haar in elk geval zo meteen niet te pleiten voor een verhoging van de WAO-premie, want dat zou volgens mij desastreus zijn voor het economische klimaat in Nederland.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Voorzitter. Kort en goed, de budgettaire situatie is penibel. Een bezuinigingsronde is noodzakelijk. Wat dat betreft geef ik een pluimpje aan het kabinet dat een bezuinigingsronde heeft afgekondigd en daarbij drie belangrijke voorwaarden heeft gesteld. Ten eerste moeten de maatregelen zoveel mogelijk aansluiten bij het lopende kabinetsbeleid. Ten tweede moeten de bezuinigingsmaatregelen zo weinig mogelijk economisch effecten hebben. Ten derde moeten de lasten zo evenredig mogelijk worden verdeeld.

Ik heb uitgelegd dat voor ons van wezenlijk belang is dat die budgettaire inhaalslag daadwerkelijk wordt gemaakt. Wij hebben vragen gesteld bij het uitgerekend kiezen voor de maatregel van versnelde afschaffing van de SPAK. Ik begrijp heel goed dat het kabinet overweegt dat dit aansluit bij lopend beleid. Als wij kiezen voor abrupt stoppen met deze maatregel, moeten wij ook beseffen dat wij een heleboel mensen, zowel werknemers als werkgevers, in problemen brengen.

Wij zijn hard op zoek gegaan naar alternatieven. Dat heeft ons heel wat hoofdbrekens gekost. Wij hebben er hard over nagedacht, maar wij moeten zeggen dat wij de suggestie van de werkgevers toch heel elegant vinden. Zij stellen voor om de WAO-premie tijdelijk te verhogen. Met andere woorden, zij kiezen ervoor om de lasten op hun eigen schouders te trekken. Het veld vraagt er zelf ook om.

Bij de beantwoording van de bewindspersonen in eerste termijn kwam bij ons het punt op van de structurele compensatie voor de WSW-banen. Het zal geen verrassing zijn dat mijn fractie ontzettend hecht aan structurele compensatie voor de WSW-banen. Wij weten inmiddels dat dit is geformuleerd in de voorjaarsnota. Wij wachten de maatregelen die het kabinet op dit gebied neemt, dan ook af.

De heer Vendrik (GroenLinks):

De minister van Financiën heeft gevoel voor timing, want hij komt binnen op het moment dat zijn knechten het niet redden in het parlement.

De voorzitter:

Voor de Handelingen zeg ik even dat de minister van Financiën in een serieus, urgent, bilateraal overleg met de Kamervoorzitter was, niet in verband met dit debat.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik geloof u. Ik heb een serieuze vraag aan mevrouw Van Vroonhoven. Moet ik uit haar opmerkingen begrijpen dat de CDA-fractie, als er een stemming komt over het wetsvoorstel, laten wij zeggen volgende week dinsdag, tegen zal stemmen?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Ik vraag de heer Vendrik om even mijn termijn af te kunnen maken, want ik wil nog een motie indienen.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik heb nog een vraag over de sociale werkplaatsen. Mevrouw Van Vroonhoven zegt dat daarover wordt gesproken bij de voorjaarsnota. Wat voor budgettaire dekking je ook vindt voor het probleem van de versnelde afschaffing van de SPAK, als je die niet wilt, mijn vraag is of zij het principieel wenselijk vindt dat de sociale werkvoorziening structureel wordt gecompenseerd voor het verlies van de SPAK. Mijn tweede vraag is wat zij vindt van de door mij ingediende motie.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Blijkbaar heeft mevrouw Bussemaker niet goed naar mij geluisterd. Ik heb namelijk uitdrukkelijk aangegeven dat mijn fractie grote waarde hecht aan die structurele compensatie voor de WSW-banen.

De heer Bakker (D66):

Het is het goede recht van mevrouw Van Vroonhoven om dit wetsvoorstel af te wijzen. Het kabinet heeft echter aangegeven dat in het kader van dit wetsvoorstel de dekking wordt gevonden voor de structurele compensatie van de WAO. Omdat mevrouw Van Vroonhoven heeft aangegeven deze structurele compensatie ook te willen,vind ik dat zij, zeker als lid van de coalitie, een deugdelijke dekking moet aangeven. Ik zeg haar dat overigens graag na, want het is ondenkbaar dat wij de WSW door de bodem zouden laten zakken. Ik vraag haar daarom op een serieuze manier aan te geven waar zij de dekking voor deze 24 mln zal vinden.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Wij spreken over een versnelde afschaffing van de SPAK in 2004 en 2005. Mijn alternatief voor deze maatregel is een tijdelijke verhoging van de WAO-premie. Het zijn dus allebei tijdelijke maatregelen.

De bewindspersonen hebben in eerste termijn inderdaad aangegeven dat aan hun voorstel een structurele compensatie voor de WSW-banen is gekoppeld. Het is voor mijn fractie ongelooflijk belangrijk dat die compensatie er komt, maar naar mijn mening is die compensatie op dit moment niet aan de orde. Die compensatie komt namelijk bij de behandeling van de voorjaarsnota aan de orde. Verder zullen wij hierover nog spreken in de commissie voor Sociale Zaken. Wij spreken nu louter en alleen over de versnelde afschaffing van de SPAK.

De heer Bakker (D66):

Daar zullen wij inderdaad in het kader van de voorjaarsnota over spreken. Ik verwacht echter wel dat de CDA-fractie op dat moment een serieuze dekking zal aangeven voor die 24 mln voor 2006 en later. Als mevrouw Van Vroonhoven dat niet doet, schiet zij een gat in de WSW. De WSW zal daardoor lange tijd in onzekerheid verkeren en bovendien moet daardoor de regering het vervolgens zelf maar zien op te lossen. Ik mag van haar verlangen dat zij met een betere oplossing komt.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Mijn fractie wacht de voorstellen van het kabinet af. Zodra die bekend zijn, zullen wij daarover met de heer Bakker verder spreken.

De heer Bakker (D66):

Dit kan echt niet. Het voorstel van het kabinet bevat ook de dekking van 24 mln voor de WSW. Als mevrouw Van Vroonhoven dit wetsvoorstel afwijst, is dat haar zaak, maar daarmee gaat zij wel voorbij aan de terechte opmerking van het kabinet dat daardoor ook die dekking van 24 mln komt te vervallen. Hoe denkt zij deze 24 mln op te brengen?

De heer Vendrik (GroenLinks):

Is mevrouw Van Vroonhoven het met mij eens dat wat de heer Bakker nu naar voren brengt, het antwoord van de staatssecretaris van Sociale Zaken na-apend, onzin is? De versnelde afschaffing van de SPAK heeft namelijk slechts budgettaire gevolgen voor 2004 en 2005. Is zij het verder met mij eens dat de structurele dekking van het kabinet voor de WSW er sowieso zou zijn gekomen?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Voorzitter. Ik hoef mijn woorden toch zeker niet nog een keer te herhalen?

De voorzitter:

Dat hoeft u zeker niet te doen.

De heer De Wit (SP):

U stelt voor om de tijdelijke verlaging van de WAO-premie niet door te laten gaan. U kent echter ook het commentaar van beide staatssecretarissen op dit voorstel. Zij zien niets in uw plan voor de WAO-premie en dat roept bij mij de vraag op wat de CDA-fractie gaat doen.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Wij hebben onze afweging absoluut niet lichtzinnig gemaakt. Ik heb in eerste termijn al aangegeven dat wij de voorstellen op alle aspecten hebben beoordeeld. De staatssecretaris van Financiën heeft in de nota naar aanleiding van het verslag bovendien nadrukkelijk aangegeven dat het kabinet zoekt naar bezuinigingsmaatregelen die zullen neerslaan in de lopende kabinetsperiode, zo min mogelijk negatieve economische effecten hebben en resulteren in een evenredige lastenverzwaring. Mijn fractie betwijfelt of dit wetsvoorstel tegemoetkomt aan de laatste twee criteria uit de nota naar aanleiding van het verslag. Dat is de reden dat wij op zoek zijn gegaan naar alternatieven. Wij hebben namelijk moeten constateren dat de gevolgen van de versnelde afschaffing van de SPAK vooral moet worden gedragen door de werkgevers. Als zij vervolgens met een alternatief komen dat op steun uit het veld mag rekenen en waarvan zij de lasten zelf willen dragen, moet dat alternatief serieus worden bezien.

De heer De Wit (SP):

Het is niet meer alleen bekijken want er ligt ook een motie op tafel van mevrouw Bussemaker. Betekent dit dat u die motie steunt of met een eigen motie komt? Wat betekent het voor dit wetsvoorstel als die motie niet wordt aangenomen?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Ik denk dat u beter mijn motie even kunt afwachten want dan weten wij waarover wij spreken. U weet dan dat mijn motie heel erg expliciet is.

De heer Weekers (VVD):

Mevrouw Van Vroonhoven schetste zojuist een drietal elementen dat het voorstel moest bevatten. Zij plaatste vraagtekens bij de laatste twee elementen, waar het kabinet volgens mij een heel duidelijke stellingname had. Alleen het eerste element is niet duidelijk. Zij zei: het moet wel passen binnen het kabinetsbeleid. Ik wijs dan toch naar het regeerakkoord. Daar staat heel nadrukkelijk dat de SPAK wordt afgeschaft. Het kabinet haalt de maatregel alleen naar voren. Het voorstel van het kabinet voldoet nadrukkelijk aan die eerste voorwaarde. Het alternatief van mevrouw Van Vroonhoven, het verhogen van de WAO-premie, staat haaks op het kabinetsbeleid. In het regeerakkoord staat: de WAO-premie wordt verlaagd om een tweetal redenen. Vervolgens is het voorstel van mevrouw Van Vroonhoven dat de WAO-premie in de resterende helft van dit jaar nog verder omhoog gaat om de premie vervolgens minder te verlagen. Dat staat haaks op het beleid en haaks op de drie criteria die zij noemde.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Ik hoef hier natuurlijk niet al mijn argumenten uit mijn eerste termijn te herhalen. Als de heer Weekers toen goed had geluisterd, had hij kunnen horen dat het voor ons een moeilijke afweging is geweest. Ik heb uitdrukkelijk gezegd dat het in bepaalde sectoren onevenredig hard aan komt. Ten tweede heeft het economische effecten waar je niet op zit te wachten. Wij verwachten veel meer werklozen dan wij eigenlijk op dit moment zouden kunnen gebruiken. Aan de andere kant heb ik gezegd – en daarvoor heb ik de bewindspersonen ook een pluimpje gegeven – dat het wel een voorstel is dat past in het kabinetsbeleid. Je kunt echter niet domweg voorstellen die je op een bepaalde termijn zou willen laten ingaan, zomaar versnellen. Je hebt het wel over de betrouwbaarheid van de overheid. Als je een wetsvoorstel dat je aanvankelijk op 1 januari 2006 zou laten ingaan, ineens gaat versnellen naar 1 juli 2004, dan breng je bedrijven in de problemen. Dat speelt ook een belangrijke rol. Ik weet niet of je het dan nog hebt over het doorzetten van kabinetsbeleid, want het kabinet staat natuurlijk ook voor betrouwbaarheid.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik steun mevrouw Van Vroonhoven hierin. Als het gaat om betrouwbaarheid is het ook belangrijk dat afspraken uit het regeerakkoord blijven staan als het om de SPAK gaat. In het regeerakkoord staat weliswaar dat de SPAK wordt afgeschaft, maar niet dat deze versneld wordt afgeschaft. In die zin voert mevrouw Van Vroonhoven het regeerakkoord uit.

Als het mag van de voorzitter, wil ik nog een andere opmerking maken. Ik stoor mij eraan dat er van alle kanten ineens wordt gesproken over grote verhoging van de WAO-premie. Is mevrouw Van Vroonhoven het met mij eens dat het niet om een verhoging van de WAO-premie gaat, maar om een vertraging of een vermindering van verlaging van de WAO-premie? Dit heeft niets te maken met de instroom in de WAO, maar is een effect van eerdere afspraken over lastenverlichting tussen werkgevers en het kabinet.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Ook op dit punt heb ik de bewindspersonen in eerste termijn goed beluisterd. Aanvankelijk was er een premieverlaging in het vooruitzicht gesteld. Als ik het goed heb begrepen, wordt deze met 0,35% respectievelijk 0,15% verhoogd, zodat wij voor het komende jaar met een heel kleine verhoging zitten en het jaar daarop rond de nul uitkomen. Om dit alles te laten beklijven, heb ik de volgende motie voorbereid.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de versnelde afschaffing van de SPAK voor werkgevers en werknemers onverwacht komt en sommige sectoren onevenredig hard raakt;

verzoekt de regering, het voorliggende wetsvoorstel in te trekken en daarvoor in de plaats de voorgenomen gefaseerde verlaging van de WAO-premie voor werkgevers tijdelijk uit te stellen door het premiepercentage met ingang van 1 juli 2004 en voor 2005 zodanig vast te stellen dat dit budgettair neutraal is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Vroonhoven-Kok. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 12(29516).

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik heb wel een vermoeden, en u waarschijnlijk ook, over het oordeel van het kabinet over deze motie en over het antwoord op de vraag of het deze motie wil uitvoeren. De staatssecretarissen zien er vanavond ook een beetje uit alsof zij niet van plan zijn om die motie uit te voeren. Het is dan echt weer aan de Kamer. Zou het niet gewoon wijs zijn als de Kamer haar eigen verantwoordelijkheid neemt en dat ook de CDA-fractie samen met anderen dit wetsvoorstel afkeurt?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Daarom hebben wij die motie ingediend. Laten wij eerst afwachten of deze motie straks wordt aangenomen.

De heer Van der Vlies (SGP):

De motie die u zojuist hebt ingediend, lijkt materieel heel sterk op die van mevrouw Bussemaker. Ik ben benieuwd naar de verschillen tussen deze moties. Het luistert immers nauw, juist vanwege de politieke gevolgen die deze moties kunnen hebben.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Wij moeten de moties straks even naast elkaar leggen. U weet hoe het gaat in de hitte van het debat. Ik ben het met u eens dat de doelstellingen van de moties zeer dicht bij elkaar liggen. De verschillen zitten vooral in de formuleringen in het dictum.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Dit is eigenlijk een heel erg leuk debat. Het is hartstikke dualistisch. Ik heb het woord "regeerakkoord" niet gehoord, behalve dan uit de mond van mevrouw Bussemaker. Ik heb het niet gehoord van het kabinet of van de fracties van de coalitiepartijen. Zo hoort het ook. Dit is een goed dualistisch debat waarin wij de maatregel van alle kanten bezien en waarin wij uiteindelijk tot een afweging komen. Ik dank het kabinet voor de beantwoording. Wij kunnen uiteraard zeer van opvatting verschillen, maar ik vind dat het kabinet in elk geval een duidelijke visie heeft gegeven waarin ook wordt aangegeven welke keuzes het heeft gemaakt op basis van bijvoorbeeld het IBO-rapport. Een andere belangrijke factor bij het maken van de keuzes was dat het kabinet werd geconfronteerd met grotere financiële problemen dan waarvan in eerste instantie was uitgegaan. Daar moest een oplossing voor worden gevonden.

Het kabinet had uiteindelijk verschillende keuzes kunnen maken, maar het heeft deze keuze gemaakt. Mijn fractie is bereid om het kabinet in die keuze te volgen, met name omdat wij alle alternatieven een stuk slechter vinden. Het is teleurstellend dat het kabinet de voet dreigt te worden dwars gezet. Ik vind het niet erg dat elke fractie haar eigen afweging maakt. Na het debat blijkt wel waar de meerderheid ligt. Dat is ons systeem en dat is hoe het hoort. Ik ga daar niet over stampvoeten. Ik gun de oppositie ook haar feestje. Zij kijken immers al vaak genoeg zuur, dus laten wij blij voor hen zijn.

Ik vind het echter wel bevreemdend wat er nu dreigt te gebeuren. Dat de oppositie tegen een wetsvoorstel is, is niet verbazend. De CDA-fractie kiest er echter voor om 184 mln weg te gooien. Mevrouw Van Vroonhoven zegt dat hij het wetsvoorstel zo vervelend vindt voor de werkgevers dat zij 184 mln wil weggooien voor een effect van 16 mln. Zij zegt dat zij die 16 mln aan werkloosheid die ontstaat door de versnelde afschaffing wil voorkomen omdat die mensen haar aan het hart gaan. In plaats daarvan gaat zij de WAO-premie verhogen met 200 mln. Ik kan haar verzekeren dat zij daar voor 200 mln werkloosheid voor terug krijgt. Zij zal die alleen niet zien. Zij zal er geen brieven over krijgen. Er valt er hier en daar eens eentje af. Zij lijkt dus iets fantastisch te doen. Zij houdt voor 16 mln werkgelegenheid overeind. In het grote geheel laat zij echter voor 200 mln werkgelegenheid verdampen.

Een ander onderwerp is de 24 mln voor de WSW. Ik ben het met iedereen eens die vraagt of er een logisch en consistent verband is tussen het wetsvoorstel en de WSW. Mijn antwoord daarop is nee. De logica zit in het totaal van het financieel-economische beleid. In dat totaal, inclusief bijvoorbeeld alle kasschuiven die erachter zitten, heeft het kabinet besloten dat het verantwoord is om voor 2006 en verder 24 mln te reserveren. Ik ben daar blij mee, want ik vind dat de WSW moet worden gecompenseerd. Ik vind dat wij er geen prestigekwestie van moeten maken. Er moet niet worden gezegd dat de WSW de klos is als het wetsvoorstel niet wordt aangenomen. Dat moeten wij niet hebben. Dan laten wij de WSW voor 24 mln in het moeras zakken. Dat wil niemand. Alleen stel ik wel vast dat het kabinet vanaf 2006 vanwege de samenhang met de financiën voor de komende jaren, niet de ruimte ziet om die 24 mln te voteren. Het moet dus ergens vandaan komen. Dit hoeft niet per se in dit debat te gebeuren, maar wel bijvoorbeeld bij de voorjaarsnota. Dan moet serieus worden nagegaan waar die 24 mln structureel vandaan komt.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Erkent de heer Bakker hiermee dat er geen financiële relatie is tussen de SW en de SPAK, maar dat het puur een politieke afweging is? Of je de SPAK nu versneld afschaft of niet, de SW-bedrijven zullen na 2006 ook volgens hem gecompenseerd moeten worden?

De heer Bakker (D66):

Er was een financiële relatie met het oorspronkelijke voornemen om de SPAK af te schaffen in 2006, zonder compensatie voor de WSW. Volgens mij was dat in eerste instantie een schoonheidsfoutje. Nu wordt de SPAK versneld afgeschaft. In dat totaal wil het kabinet ook de 24 mln realiseren. Er is echter geen inherente relatie tussen dit wetsvoorstel inzake de versnelde afschaffing en die 24 mln. Er is wel een politieke en een financiële relatie. Immers, als dit wordt afgeschoten, is dat nogal wat.

Onder anderen mevrouw Van Vroonhoven kan zeggen dat dit bij de WAO wordt gehaald, maar het WAO-fonds vertoont dan wel een groter overschot. De staatssecretaris beantwoordt de vraag bevestigend of die dekking deugdelijk is. Ik begrijp wel dat hij dit zegt. Eigenlijk is die dekking niet deugdelijk. De SPAK speelt zich af in het domein van inkomsten en uitgaven van het Rijk. Het is alleen maar via de Europese definitie van het EMU-saldo dat je kunt zeggen dat een verhoging van de WAO-premie ook een dekking is. Daardoor is namelijk het overschot in het WAO-fonds groter en dat telt weer mee voor een lager EMU-tekort. Dit is wel een beetje schuiven en sjoemelen achter de schermen. Reëel zou zijn een reële WAO-premie.

Voorzitter. Ik rond mijn inbreng af. De heer Vendrik heeft mevrouw Van Vroonhoven opgeroepen om consistent te zijn in zowel eerste als tweede termijn. Zo kennen wij haar ook. Ik ga er niet over stampvoeten; het is ieders goed recht. Het is echter al meermalen gezegd dat de consistentie met het verleden niet te zien is. In eerste termijn heb ik gewezen op de uitspraken van alle financiële woordvoerders. Daar moeten dossiers van zijn, maar die heb ik niet meegenomen. Ik kon dit op voorhand niet bedenken. Er moeten toch teksten te vinden zijn van de heer Balkenende en de heer Wijn dat dit zo niet moet worden gedaan? Ik heb mij altijd afgevraagd waar het CDA voor stond, maar het staat in ieder geval niet voor: consistent democratisch appel.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Ik heb al uitdrukkelijk uitgelegd dat het om een crash-procedure gaat. Er moeten ook verschillende dingen uit elkaar gehouden worden. Dus, voor één keer en dan nooit weer. Wij moeten wat aan die procedure doen. Wij hebben het dan ook niet over de structurele vooruitzichten. Er is nu nood aan de man en er is lang nagedacht over de oplossing.

De heer Bakker (D66):

Ik begrijp wel dat u er lang over hebt moeten nadenken, maar ik betreur in hoge mate dat u daarbij niet hebt opgemerkt dat u voor 16 mln werkgelegenheid tracht te redden en er 200 mln werkgelegenheid voor terugkrijgt, onder verlies van alle consistentie uit het verleden. Vervolgens zegt u dat het moet aansluiten bij het lopende kabinetsbeleid. Dat doet het dus niet. U zegt ook dat het economisch zo min mogelijk effecten moet hebben. Nee, wij halen 16 mln aan economische effecten terug en wij pompen er 200 mln in terug! Bovendien moet de pijn van het totale pakket eerlijk verdeeld worden, dus maken wij ons zorgen over de positie van de werkgevers, terwijl wij dat niet hebben gedaan in alle debatten in de afgelopen maanden over andere bezuinigingen! Daarin hebben wij alle protesten van ons laten afglijden. Welnu, het steekt mij dat u zegt dat u het probleem van de werkgevers serieus neemt, omdat de heren Schraver en Van den Braak geblaft hebben, en dat u verder alle andere dingen van u laat afglijden. Daar zit ik echt mee.

Als u dan 16 mln aan banen wilt behouden en 200 mln over de rest van de economie "versmasht", omdat u er geen last van hebt, vind ik dat niet elegant. Bovendien vind ik het niet eerlijk. U doet namelijk net alsof u iets hartstikke moois doet voor de werkgelegenheid, maar in wezen verhoogt u gewoon de lasten. Daarmee neemt u op dat punt afstand van het kabinetsbeleid. Dat hebben wij wel samen gedragen. Maar ik ga niet met regeerakkoorden zwaaien. Dat is flauwekul. Daar gaat het niet om. Het gaat hier om de economische effecten. Ik vind dat u de pijn niet eerlijk verdeelt. Ik vind ook dat u niet eerlijk verdeelt uw reactie op de vele protesten op het kabinetsbeleid, waarvan u en ik beiden vaak zeggen dat soms keuzes moeten worden gemaakt. Heel vervelend. Dat u naar de werkgevers wilt leunen, wil er bij mij niet in.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dit is een schitterend exposé van de heer Bakker. Het daagt alleen uit om de eerlijkheid van zijn betoog te beproeven en daarom de volgende vraag.

Het gaat natuurlijk niet aan om 16 mln voor SPAK-banen af te zetten tegen 200 mln voor werkloosheid door een WAO-premieverlaging die niet doorgaat. Zo werkt het niet en dat weet de heer Bakker ook. Het gaat erom dat een lastenverzwaring ten laste van laagbetaalde arbeid wordt ingeruild voor een lastenverzwaring die een veel bredere en meer generieke werking heeft en die over de ruggen van alle werknemers door de werkgevers wordt betaald. Het gaat erom wat in deze situatie het beste resultaat geeft. Is de heer Bakker het dan niet met mij eens, als wij dan allemaal hart hebben voor die laaggeschoolde en ongeschoolde arbeiders op de arbeidsmarkt voor wie bijna geen plek meer is, dat de WAO-route voor die groep een veel beter resultaat geeft en waarschijnlijk ook nog een netto positief werkgelegenheidsresultaat heeft ten opzichte van afschaffing van de SPAK?

De heer Bakker (D66):

Het spijt mij erg, maar dat ben ik – in alle eerlijkheid inderdaad – niet met de heer Vendrik eens. Wij weten allemaal dat het generieke loonkostenniveau een zeer nauwe relatie heeft met het werkgelegenheidsniveau, niet van vandaag op morgen maar wel op de langere termijn. Als de loonkosten met 200 mln worden verhoogd, werkt dat door in de werkloosheid. Vandaar die 200 mln werkloosheid die je ervoor terugkrijgt. Van de SPAK hebben wij ooit gehoopt dat die 200 mln daadwerkelijk een impuls zou zijn. Waar iedereen zegt dat die voor 8% effectief is, is het dus 16 mln effectief. De overige 184 mln verdwijnen gewoon in de zak van werkgevers, die de mensen die zij ervoor hebben aangenomen en op wie het van toepassing is, toch wel in dienst zouden hebben. Ik vind dus dat ik overeind kan houden dat de CDA-fractie en u zorgen voor een effect van 200 mln op de werkgelegenheid om mogelijk 16 mln aan banen te redden. Ik begrijp dat niet.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het gaat hier om het saldo van baten en lasten. Het is de ene benadering versus de andere benadering. Als de heer Bakker zo indringend mevrouw Van Vroonhoven, mij en de collega's die de WAO-route steunen, aanspreekt, spreek ik hem erop aan dat hij aannemelijk maakt dat het laten dalen van de WAO-premie per 1 juli met 0,25 procentpunt, zoals in het Hoofdlijnenakkoord voorzien, de werkgelegenheid bevordert. Kennelijk is het in het verhaal van de heer Bakker ceteris paribus ook een werkgelegenheidsmaatregel. Ik denk dat hij het niet heel erg hard kan maken. Misschien is het chic als hij zegt dat de D66-fractie haar oordeel opschort, aan het kabinet een verkenning van het CPB vraagt om beide alternatieven naast elkaar te zetten en de beste laat winnen. Ik geef u dan op een briefje wat de uitkomst van het CPB zal zijn. U behoeft mij niet te geloven, maar wees dan zo eerlijk om te zeggen dat u het in dit debat niet kunt beslechten. Vraag het dan aan het CPB.

De heer Bakker (D66):

De heer Vendrik weet dat er een groot verschil is tussen kortetermijneffecten en langetermijneffecten. Wat hier gebeurt, is dat het kortetermijneffect van deze mogelijke maatregel wordt afgekocht met een langetermijneffect van een hogere premie. De heer Vendrik weet ook heel goed dat het CPB in het verleden al vele malen in tal van studies verschillende mogelijkheden van lastenverlichting en lastenverzwaring op een rijtje heeft gezet. Wij weten dat op de langere termijn generieke vormen van lastenverlichting, waarbij wij in wezen de economie de ruimte geven en niet zelf gaan zitten priegelen met allerlei subsidies, het beste werken voor de werkgelegenheid en voor de economische ontwikkeling. Daar houd ik mij aan vast. Ik voel mij ook niet zozeer uitgedaagd in de zin dat ik het een of het ander zou moeten bewijzen. Ik weet mij bovendien gesteund door het IBO-rapport. Maar nogmaals, ik ben begonnen met heel laconiek op te merken dat ik hierover niet zou gaan stampvoeten. Wij zullen het wel zien. Ik betreur het en laat iedereen zijn feestje hebben.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. Ik zeg de staatssecretarissen dank voor hun beantwoording. Als je de loop van dit debat op je laat inwerken, kun je twee kanten op. Je kunt er gelukkig mee zijn, met enige scepsis over de werkgelegenheidseffecten van het versneld intrekken van de SPAK. Je kunt ook een beetje ongelukkig zijn over de loop van het debat. Momenteel overheerst dat gevoel bij mij. Ik zal uitleggen waarom. Ik heb de regering in de gelegenheid gesteld mij met argumenten te benaderen. Ik heb mij ontvankelijk getoond: als het goede argumenten zijn, sluit ik niet uit dat ik mij laat overtuigen. En warempel, ik was nog niet over de streep, maar wel een eindje op weg.

En nu is het ineens niet meer nodig, want het wetsvoorstel zal geen meerderheid krijgen. Er liggen enkele moties voor waarmee de regering gevraagd wordt, het wetsvoorstel in te trekken en een andere dekking te zoeken voor het gat dat voor een korte termijn in de budgetten wordt geslagen.

Moet ik nu nog een eindafweging maken? Zou ik, als het wetsvoorstel in stemming zou zijn gekomen, voor of tegen hebben gestemd? Ik kan het mij voorstellen dat mij gevraagd wordt om zo'n eindafweging. Ik ben gewend daar eerlijk over te zijn. Er zijn twee aspecten. De macro-economische problematiek is zorgelijk, zo is helder uiteengezet. De prioriteiten zorg, onderwijs en veiligheid moesten worden gehandhaafd. Er moesten zodanige maatregelen worden ingezet dat er geen koopkrachteffecten zouden ontstaan, want daar hadden wij in het afgelopen najaar al genoeg van beleefd. De WSW-problematiek zou structureel worden gecompenseerd. Het wettelijk minimumloon zou niet ter discussie worden gesteld. Voor mij zijn dat allemaal grote pluspunten. Er stond één minpunt tegenover, namelijk dat er geen zekerheid is over de werkgelegenheidseffecten, zij het dat daar de kanttekening bij werd geplaatst dat er instrumenten en mechanismen op lokaal bestuurlijk niveau zijn om daar te repareren. Deze punten lagen in beide schalen van de balans. Ik sluit niet uit dat ik op een positieve bejegening van het wetsvoorstel zou zijn uitgekomen.

Maar goed, die eindafweging is niet meer nodig. Ik sluit absoluut uit dat de oppositie haar beurt voorbij laat gaan in de veronderstelling dat elke indiener van een motie in ieder geval stemt voor zijn of haar eigen motie. Vandaar mijn interruptie in het betoog van mevrouw Van Vroonhoven: uw motie bedoelt toch materieel hetzelfde als de motie van mevrouw Bussemaker? Ik heb daar een bevestigend antwoord op gekregen. En dus is mijn politieke conclusie dat die motie een meerderheid haalt en het wetsvoorstel niet.

Ik laat nog wel één grote waarschuwing horen aan mevrouw Bussemaker, aan de heer Vendrik en aan mevrouw Van Vroonhoven, in alle bescheidenheid die mij als lid van een kleine fractie natuurlijk past. Wij kunnen de WAO, gelet op de historie, de impact ervan en de premiestelling, niet als een vluchtheuvel gaan zien voor elke politicus met welk mandaat ook die een budgettair probleem heeft. In die val moeten wij niet stappen, want daarvan krijgen wij de rekening absoluut gepresenteerd.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Moet ik de laatste opmerking van de heer Van der Vlies zo verstaan dat hij alle moties die een alternatief suggereren voor het kabinetsvoorstel gaat steunen, maar wel geclausuleerd en voorzien van de laatste waarschuwing die hij in onze richting sprak, en die ook voor hemzelf geldt?

De heer Van der Vlies (SGP):

Die geldt ook voor mij, zeker weten!

De heer Bakker (D66):

Dit doet de vraag rijzen of de heer Van der Vlies dan wel wil meewerken aan een verhoging van de WAO-premie, als vervolg hierop.

De heer Van der Vlies (SGP):

Dat is nog even een punt, waarbij het ook gaat om een stukje technische uitwerking. Ik heb de getallen niet paraat, maar ik heb het zo begrepen dat het minder minder is. De voorstellen vanmiddag waren: minder minder, en de verlaging even opschorten. De versleuteling van wat wij nodig hebben, zou voor dit jaar een premieverhoging betekenen. In het jaar daarop, dus 2005, zou dat een premieverlaging inhouden, zij het wel een minder grote verlaging dan aanvankelijk was bedoeld. Dan zeg ik: wees slim en zorg er in ieder geval voor dat we voor dit jaar de verhoging van de WAO-premie "aftoppen".

Staatssecretaris Wijn:

Voorzitter. Als democraat heb ook ik genoten van dit debat, waarbij het dualisme hoogtij viert. Dat doet mij sowieso deugd. Sterker nog: er zijn twee identieke moties ingediend, één door de PvdA en één door het CDA. Dat geeft te meer aan hoe open dit debat is geweest. Iedereen die van dit huis houdt, zal dus van dit debat hebben gehouden.

Maar inhoudelijk is een aantal zaken niet bevredigend verlopen. Wij hebben aangegeven wat ons algemeen-economisch beleid is, wat de hoofdrichting is en welke afwegingen wij hebben gemaakt bij het nu voorstellen van het versneld afschaffen van de SPAK. Het doet mij in ieder geval deugd om van iemand die dit debat zeker open is ingegaan, de heer Van der Vlies, te horen dat hij niet uitsluit dat hij, als het wetsvoorstel in stemming komt, door de inhoud van ons antwoord is overtuigd. Ik beschouw dat als een redelijk objectieve kwalificatie.

De motie van mevrouw Bussemaker op stuk nr. 9 is bijna precies hetzelfde als die van mevrouw Van Vroonhoven. De één heeft het over een gefaseerde aanpassing, de ander over een budgettair neutrale aanpassing. Het wordt nu een beetje Haags: we kunnen ons afvragen wat er gebeurt als het CDA tegen de motie van de PvdA stemt, en de PvdA tegen die van het CDA. Dan ligt er dus geen verzoek van de Kamer aan de regering om het wetsvoorstel in te trekken. Het is ook geen gezamenlijke motie. De leden kunnen zich voorstellen dat wij, dit debat gehoord hebbend, binnen het kabinet overleg gaan plegen over de ontstane situatie. De motie van mevrouw Bussemaker komt het eerst in stemming. Als het CDA daarvoor stemt, weten wij in ieder geval dat deze motie, die ons verzoekt het wetsvoorstel in te trekken, een Kamermeerderheid heeft. Stemt het CDA niet voor de motie van mevrouw Bussemaker, dan is de vraag of de PvdA voor de motie van mevrouw Van Vroonhoven stemt. Zo ja, dan weten we dat er vermoedelijk een Kamermeerderheid ontstaat voor deze motie. Er is dus wat verwarring. Mag ik in deze termijn aan de sprekers vragen, voorzitter, hoe dat vermoedelijk gaat lopen?

De voorzitter:

U zegt welke motie als eerste in stemming komt, maar het is natuurlijk aan de Kamer om te bepalen wat de stemvolgorde is.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Met alle respect, maar de staatssecretaris zit hier gewoon een beetje te klieren. Laten we gewoon even de politieke helderheid betrachten, dan zijn we er ook snel mee klaar. Het is al bijna kwart voor tien, we moeten hier een punt aan draaien. Daar kan de staatssecretaris aan meewerken door gewoon nu te zeggen dat hij overweegt het wetsvoorstel zoals het hier vandaag is behandeld, in te trekken, dat hij daarover het beraad in het kabinet zoekt en dat hij ons begin volgende week bij brief laat weten wat de positie is van het kabinet. Als hij door wil gaan tot het gaatje door de stemming hier af te wachten, dan gaat het fout. Wellicht dat het kabinet eieren voor zijn geld kiest en een vernederende gang van de stemming hier in de Kamer niet wil afwachten en eigenhandig het wetvoorstel intrekt.

Staatssecretaris Wijn:

Ik ben nog niet toegekomen aan een inhoudelijke kwalificatie van de moties. Ik wil eerst meer helderheid hebben over hoe het hier procedureel gaat verlopen. Dit is een gang van zaken die nu even lastig in te schatten is.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Laten we het nu niet ingewikkelder maken dan het is. Er liggen twee moties waarvan u zelf zegt dat ze erg op elkaar lijken, met name qua dictum. Laten wij er nu van uitgaan dat een van beide moties of wellicht beide moties worden aangenomen. Dan wil ik nu graag van u horen wat u van die moties vindt. Vervolgens stemt de Kamer en daarna zien wij wel wat het kabinet daarmee doet. Ik wil graag horen wat het kabinet doet als een van beide moties wordt aangenomen.

Staatssecretaris Wijn:

Ik constateer dat mijn vraag niet beantwoord wordt door de Kamer maar dat die nu alleen van tegenvragen wordt voorzien.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

We kunnen het ook anders doen maar dan stel ik nu voor dat wij dit debat schorsen. Dan kunnen we vervolgens bezien in hoeverre de Kamer tot overeenstemming kan komen en dan zetten we het debat daarna voort. Dat kan dan ook de volgende week zijn. Ik heb daar persoonlijk geen bezwaar tegen.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Ik vind dit een bizarre gang van zaken. We moeten het dan straks gaan bespreken in de fracties en vervolgens moeten we weer terugkoppelen hoe we over moties gaan denken. Er liggen nu moties voor, waaronder die van mijn fractie. We zien wel hoe er over gestemd gaat worden. Als na beraadslaging blijkt dat we moties in elkaar kunnen schuiven, dan kunnen we er later over oordelen, maar het is niet aan de staatssecretaris om ons hier te dwingen tot een uitspraak.

De voorzitter:

Dan gaan we nu over tot een ordelijke behandeling in deze tweede termijn. Dat wil zeggen dat de staatssecretaris inhoudelijk gaat antwoorden en daarbij ook zijn inhoudelijke oordeel over de moties geeft.

Staatssecretaris Wijn:

Voorzitter. Ik kan dus niet anders dan constateren dat er twee gelijkluidende moties voorliggen en dat vooralsnog aan de ondertekening ervan niet duidelijk is of beide indieners elkaars motie zullen steunen. Dat zullen wij dan moeten afwachten. Collega Rutte is ingegaan op de arbeidsmarkt aspecten van het wetsvoorstel en ik heb vanuit mijn portefeuille aangegeven waarom versnelde afschaffing van de SPAK gegeven de budgettaire doelstelling nodig is. Het aanpassen van de WAO-premie, die voor dit jaar tot een verhoging van de WAO-premie voor werkgevers zou leiden, is tamelijk curieus. Ook dat zou onverwachts zijn richting werkgevers. Mevrouw Van Vroonhoven heeft zich kritisch uitgelaten over de SPAK-maatregel omdat die onverwachts zou zijn richting de werkgevers. Welnu, ik meen dat deze verhoging van de WAO-premie ook een onverwacht element in zich heeft. Waar er minder mensen in de WAO zitten, vind ik het een rare gang van zaken om vervolgens de premie voor de WAO te verhogen. Zoals de heer Van der Vlies terecht schetst, is dan het risico groot dat hiermee wordt aangegeven dat de WAO een algemeen dekkingsmiddel is. Op het moment dat een gerichte keuze moet worden gemaakt die past in het regeringsbeleid, wordt daarvoor nu teruggedeinsd zonder dat er een economische redenering aan ten grondslag ligt. De enige redenering die de indieners aanvoeren, is dat de werkgevers het op die manier willen. In feite is er welhaast sprake van een vlucht naar een generieke verhoging van de WAO-premie. Dit zal de betrokkenen enigszins bevreemden, zeker omdat sommige fracties altijd hebben gezegd dat er een relatie moet zijn tussen de hoogte van de premies en het beroep dat op een bepaalde sociale verzekering wordt gedaan. Ik wordt op dit punt ook aan mijn eigen verleden herinnerd.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Wilt u serieus ingaan op het argument dat ten tijde van het opstellen van hoofdlijnenakkoord nog helemaal niet bekend was dat de instroom in de WAO op een dergelijke manier zou dalen? De jaarlijkse afname van de WAO-premie met 0,25% in het hoofdlijnenakkoord had helemaal niets te maken met een veronderstelde daling van de instroom, want die was helemaal niet bekend.

Waarom is het argument van de dalende instroom in de WAO voor minister De Geus niet voldoende om de totale verbouw van het gehele WAO-gebouw, met bijbehorende chaos, uit te stellen? Waarom wordt er door de staatssecretaris nu wel een geforceerde consistentie gecreëerd tussen hoogte van de WAO en de dalende instroom en niet ten aanzien van de totale verbouw van het WAO-bestel?

Staatssecretaris Wijn:

Op dit ingewikkelde betoog past een simpele reactie. Bij de vaststelling van het hoofdlijnenakkoord is er wel degelijk rekening mee gehouden dat het aantal mensen in de WAO zou afnemen. Als je de vermogensmutaties abstraheert, is het duidelijk dat het niet meer dan redelijk is om de premies te verlagen als de instroom daalt. Dit laat overigens onverlet dat het tijd is dat er ten aanzien van de WAO een aantal maatregelen wordt genomen. Het is moeilijk uit te leggen dat de premie wordt verhoogd op het moment dat het aantal uitkeringen afneemt. Ik kan mij voorstellen dat sectoren blij zijn met het niet vervroegen van de afschaffing van de SPAK. In andere sectoren zal men zich echter verbazen over de verhoging van de WAO-premie op dit moment. In dat geval wordt gekozen voor generieke lastenverhoging, terwijl wij op grond van een economisch betoog een gerichte lastenverhoging bepleiten.

De voorzitter:

Ik hoor ontzettend veel herhalingen, zelfs in de tweede termijn. Ik wil dit debat echt om 22.00 uur afgerond hebben, want er komt nog een debat en ik sluit de vergadering om 23.15 uur.

De heer Bakker (D66):

Als de WAO moet worden verhoogd, moet dat per 1 juli gebeuren. Wanneer moet het besluit daartoe genomen zijn? Kan dat nog wel?

Staatssecretaris Wijn:

Dat is een zeer relevante vraag. Die beslissing moet buitengewoon snel genomen worden. Ik heb dit vorige week nagevraagd. In reactie daarop heb ik een notitie ontvangen waarin staat dat dit uiterlijk dinsdag besloten moet zijn. Nu is die notitie helaas niet gedateerd, dus dat kan vandaag zijn of volgende week. Ik heb al gezegd dat dit een leuk, dualistisch debat is. Dat hebben wij heel lang niet meegemaakt. Het leuke van een democratie is ook dat je soms blijmoedig gelijk kunt hebben, maar het niet krijgt. Als beide moties worden aangenomen, is dat voor mij reden om dit punt aanstaande vrijdag in het kabinet te bespreken.

De heer Bakker (D66):

Ik ben het met de staatssecretaris eens dat het leuke van democratie is dat je ook foute keuzes kunt maken. In dit geval kunnen wij de stemming over de moties niet afwachten. Wij moeten al voordat er gestemd wordt, een beslissing nemen over de WAO-premie. Heb ik dat juist?

Staatssecretaris Wijn:

Ik weet niet of het precies op 24 uur hangt, maar volgende week moet hierover duidelijkheid worden geboden. Ervan uitgaande dat hetzij de motie-Bussemaker, hetzij de motie-Van Vroonhoven-Kok wordt aangenomen, zullen wij ons met de collega's in het kabinet verstaan over de vraag hoe wij moeten handelen, gegeven dat potentiële politieke feit.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. Dit moet preciezer worden omschreven, want straks hebben wij het nakijken op het punt van de WAO-maatregel met ingang van 1 juli aanstaande. De staatssecretaris stelt zelf de zaak op scherp. Het is nu dinsdag. Als er goede redenen zijn om al deze week een politieke conclusie te trekken, kunnen wij dat bevorderen. Laat de staatssecretaris het op stemming aankomen? Hij kan het wetsvoorstel ook intrekken, omdat hij het toch verliest. Als het andere spoor wordt gevolgd, kan de verdediging worden beëindigd. Als dit door de Kamer wordt geaccordeerd, winnen wij daarmee toch een volle week. Dat kan beslissend zijn voor de andere route.

Staatssecretaris Wijn:

Dit is een terechte opmerking. Men kan ervan op aan dat wij daarmee rekening zullen houden. Het is niet de bedoeling om tijd te verliezen waardoor wij potentieel 200 mln euro, die hard nodig is, gegeven de begroting, mislopen. Het SPAK-traject loopt echter technisch gezien iets anders dan de WAO-premie voor werkgevers, die werkt op basis van een systeem met voorschotnota's en een eindafrekening. Wij zullen dat precies moeten uitzoeken. Dit debat heeft een wending genomen die niet tevoren ingeschat kon worden. Staatssecretaris Rutte en ik moeten met de collega's overleggen over de vraag hoe om te gaan met de politieke inschatting dat dit wetsvoorstel het mogelijk niet haalt dan wel onzerzijds moet worden ingetrokken.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. Is het geen goed idee om de Kamer toe te zeggen dat voor morgenmiddag een brief naar de Kamer wordt gezonden over de procedure, zodat zo nodig via het Presidium kan worden besloten tot stemming hierover nog deze week, bijvoorbeeld donderdag na de lunchpauze? Dan is sprake van heldere besluitvorming.

Staatssecretaris Wijn:

Mocht de inschatting zijn dat wij genoopt zijn, deze procedure te volgen, dan kunnen wij dat overwegen. Ik ga er vooralsnog van uit dat wij het kabinetsberaad op vrijdag rustig kunnen afwachten.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik kan mij voorstellen dat de staatssecretaris de Kamer een brief schrijft, uitgaande van de mogelijkheid dat ofwel mijn motie of die van mevrouw Van Vroonhoven wordt aangenomen. Ik ben er geen voorstander van om op andere dagen dan dinsdag te stemmen. Ik wil dat in ieder geval zoveel mogelijk vermijden. De Kamer heeft toch een heldere boodschap meegegeven. Twee fracties, die samen een meerderheid hebben, vragen het kabinet, gesteund door andere fracties, om het wetsvoorstel in te trekken en om een oplossing te zoeken in het kader van de WAO-premie. Mijn vraag is dan nog steeds: wat doet het kabinet als een van beide moties wordt aangenomen?

Staatssecretaris Wijn:

Ik heb de Kamer aan het begin van mijn betoog gevraagd om een helder antwoord op de vraag of de PvdA de motie van het CDA steunt, of het CDA de motie van de PvdA steunt dan wel of beide moties worden samengevoegd. Na mijn herhaalde vraag gaf de Kamer niet helder aan wat er zou gebeuren. Dat betekent dat de premisse van mevrouw Bussemaker, luidende dat de Kamer een helder signaal afgeeft, niet door de regering wordt gedeeld. De heer Van der Vlies_

De voorzitter:

Ik kom hier zelf even tussen, want over dit punt heb ik zelf een opmerking gemaakt. U heeft een vraag gesteld aan de Kamer. U herhaalt deze vraag. De Kamer heeft aangegeven dat zij uw antwoord wil horen. Ik stel voor dat u uw antwoord afmaakt. Daarna zal de Kamer beslissen hoe zij stemt en verder handelt. Zo zijn de verhoudingen hier.

De staatssecretaris zal nu zijn antwoord afmaken en niet van herhaling naar herhaling gaan. Excuses dat ik wat geïrriteerd raak, maar wij moeten vaart maken en dit is niet de manier.

Staatssecretaris Wijn:

Ik neem aan dat die irritatie niet aan mij gericht is.

De voorzitter:

Ja, op dit moment wel.

Staatssecretaris Wijn:

Dan herhaal ik dat ik de suggesties van de heer Van der Vlies heel goed vind. Ik heb al aangegeven hoe wij zullen handelen.

Dan ga ik in op de motie van het lid Vendrik. Ik sla een enkele motie over die staatssecretaris Rutte zal behandelen. De genoemde motie gaat over het feit dat er een incidentele meevaller zou zijn door de hoge olieprijs. Dat is geenszins een feit. Dat kan pas een feit zijn op het moment dat wij de Kamer daarover rapporteren naar aanleiding van de MEV. Wie weet, krijgen wij ook nog tegenvallers voor onze kiezen. Het lijkt niet verstandig om geld te gebruiken dat je nog niet hebt. Dit is daarom naar onze mening geen goede motie.

Op de motie op stuk nr. 12 heb ik al gereageerd.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Deze motie geeft het kabinet nu juist wat meer ruimte om het gat dat door het afschieten van het SPAK-wetsvoorstel wordt geslagen, te dichten. Het is heel erg "Zalmiaans", heel redelijk, van deze parlementariër om het kabinet deze ruimte te geven. Het mag kiezen voor de WAO-route, voor de aardgasmeevallers of voor een combinatie. Daar zit allerlei ruimte in. Waarom doet de staatssecretaris nou zo moeilijk?

Staatssecretaris Wijn:

De ruimte die GroenLinks zichzelf doorgaans geeft bij het financieren van plannen, is een ruimte die het kabinet zich helaas niet kan veroorloven. Wij wachten daarom keurig af.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dat is echt een misverstand. Het gaat hierbij niet om ruimte in financiële zin. Het gaat om het dichten van een gat dat een Kamermeerderheid slaat door het SPAK-wetsvoorstel dat de staatssecretaris hier verdedigt, niet te willen. Dat kost ruim 200 mln. Dat bedrag moet op tafel komen. Deze motie geeft daarvoor een paar varianten. Ik roep de staatssecretaris op om langs die weg dat gat te vullen. Het gaat daarbij niet alleen om de WAO-route, maar ook om een andere optie, de optie die wij hebben besproken. Wat is daar nou zo moeilijk aan? Dat heeft niets te maken met ruimte en financiële dekking of met het feit dat wij losser zouden zijn dan de staatssecretaris of andersom. Dat is helemaal geen punt van discussie. Wij zijn het erover eens dat het gat moet worden gedicht. De vraag is alleen hoe. Ik geef daarvoor twee opties aan, maar de staatssecretaris gaat moeilijk doen. Ik begrijp daar helemaal niks van.

Staatssecretaris Wijn:

De heer Vendrik maakt er een potje van. Ik geniet van zijn betoog. Ik sluit niet uit dat wij meevallers hebben op het gebied van aardgas. Die meevaller heeft zich op dit moment echter niet gematerialiseerd en is daarom niet concreet. Ik heb daar ook iets over in de kranten gelezen. Op Prinsjesdag zal blijken of er in de MEV per saldo een meevaller is. Het is bekend dat meevallers in de sfeer van de aardgasbaten naar het FES gaan. Ik weet ook wel dat hierbij sprake is van een bruggetje. Daar kunnen we over discussiëren, maar hoe dan ook, het is geen meevaller die op dit moment geconcretiseerd is. Daarop nu vooruitlopen is niet deugdelijk financieren. Bovendien bespreken wij hier een maatregel die wellicht in 2004 nog genomen gaat worden. Zeker voor de SPAK, maar ook voor de verhoging van de werkgeverspremie WAO, geldt daarbij de deadline 1 juli. Dan moet je dus voor 1 juli zekerheid hebben over hetgeen je verder wilt.

Voorzitter. Ik hoop dat dit buitengewoon duidelijk was.

Staatssecretaris Rutte:

Voorzitter. Ik denk dat wij een interessant debat hebben gehad. Ik heb zelf tien jaar in het bedrijfsleven gewerkt. Ik blijf het bizar vinden dat de bedrijven dadelijk worden geconfronteerd met een lastenverzwaring over de hele linie om een zeer gerichte maatregel, die toch al zou worden afgeschaft, niet versneld af te schaffen. Wij weten dat die maatregel maar in een zeer beperkt aantal gevallen doel treft. Ik ben heel benieuwd hoe de verschillende leden van de werkgeversorganisatie op deze uitstekende lobby reageren. Ik vind het echt jammer dat de coalitie niet in staat is om op dit punt één lijn te trekken. Ik blijf staande houden dat het niet consequent is dat het CDA deze lijn kiest. Dit leidt tot een generieke lastenverzwaring. Volgens mij is dat niet waar het CDA voor staat. Zij past ook niet in deze context.

Er is nog een motie die vraagt om een reactie van de regering, en dat is de motie van mevrouw Bussemaker over de sociale werkvoorziening. Ik zal er niet veel woorden aan vuil maken, want ik heb al gezegd dat er tussen de structurele compensatie voor de sociale werkvoorziening en het voorliggende voorstel om de SPAK versneld af te schaffen, een politieke link is. Ik ontraad aanvaarding van deze motie. Ik kan de Kamer niet garanderen dat het kabinet al voor de stemming met een reactie op deze motie komt, al was het maar omdat ik helemaal niet weet of zij een meerderheid haalt. Ik wacht in alle rust de stemming over de motie af en daarna zal het kabinet met een reactie komen.

Als een meerderheid van de Kamer haar zin krijgt, heeft dit voorstel geen gevolgen voor de sociale werkvoorziening in 2004. Ik sluit niet uit dat wij de Kamer zullen voorstellen om dit punt te behandelen bij de begroting van Sociale Zaken in december.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Als de regering nog aanvullende informatie heeft die van belang is voor de stemming, hoor ik dat graag voor de stemming. Als het kabinet daarna nog iets wil beslissen, ga ik ervan uit dat het conform de uitspraak van de Kamer is. Als de motie wordt aangenomen, ga ik ervan uit dat de regering de motie gewoon uitvoert. Dat lijkt mij goed parlementair gebruik.

Staatssecretaris Rutte:

Ik neem aan dat de motie volgende week in stemming komt. Het is normaal dat de regering pas een standpunt inneemt, nadat de motie is aangenomen. Ik ontraad aanvaarding van de motie. Als zij onverhoopt wordt aangenomen, ga ik terug naar het kabinet voor beraad. Ik oordeel toch dat deze motie een ander gewicht en karakter heeft dan de motie over de verhoging van de WAO-premie, die direct samenhangt met de stemming over het wetsvoorstel. Collega Wijn deed een poging om nu al helderheid te krijgen of die motie op voldoende steun van de Kamer kan rekenen. Ik ga die poging niet doen, omdat deze motie niet die urgentie heeft. Ik wacht rustig de stemming af en daarna deel ik mee wat de positie van het kabinet is.

Ik ontraad aanvaarding van de motie, omdat het heel vreemd is om in een debat waarbij de meerderheid lijkt te beslissen om de versnelde afschaffing van de SPAK geen doorgang te laten vinden, te pleiten voor structurele compensatie voor de sociale werkvoorziening. Dat hoort echt thuis bij de behandeling van de begroting van Sociale Zaken, lijkt mij.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Waar hebben wij kunnen lezen over de structurele compensatie van de SPAK? In het wetsvoorstel over versnelde afschaffing van de SPAK. Het kabinet is volgens mij net als de Kamer van mening dat de sociale werkvoorziening niet mag lijden onder de versnelde afschaffing van de SPAK. Daar zijn wij het toch over eens? Dan moet het probleem nu toch ook opgelost worden? U maakt er een politiek probleem van. Financieel zie ik nog steeds geen enkele relatie tussen beide problemen.

Staatssecretaris Rutte:

De gedachte was dat wij hier gingen walsen met elkaar. U hebt er vervolgens een tango van gemaakt, en daar past de driekwartsmaat niet bij. Met andere woorden, deze motie over de sociale werkvoorziening heeft wat mij betreft geen link meer met dit debat, als de Kamer in meerderheid besluit om WAO-premies over de hele linie te verhogen, met grote nadelige gevolgen voor het bedrijfsleven. Als er toch een motie wordt aangenomen, en dat is het goed recht van de Kamer, dan zal de regering uiteraard moeten beslissen wat ons standpunt is. In het kader van de helderheid die men van mij gewend is, kondig ik alvast aan dat ik dat niet doe voor de stemming.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor om volgende week woensdag over het wetsvoorstel en de ingediende moties te stemmen.

Aldus wordt besloten.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Naar boven