Vragen van het lid Snijder-Hazelhoff aan de staatssecretaris van Economische Zaken over het stopzetten van het Langman-akkoord met Noord-Nederland.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie heeft het beeld dat het kabinet betrouwbaar is, betrouwbaar wil overkomen en zijn afspraken wil nakomen. Wij hebben een aantal vragen in relatie tot het Langman-akkoord. In een aantal recente overleggen hadden wij steeds het gevoel dat het kabinet het volledig eens was met het Langman-akkoord. Wij waren dan ook zeer bevreemd en onaangenaam verrast toen wij vorige week in een aantal krantenartikelen lazen dat het kabinet eenzijdig het Langman-akkoord had opgezegd. Ik noem het artikel Contractbreuk kost duizenden banen in onder meer het Dagblad van het Noorden. De vraag is of het waar is dat de regering het Langman-akkoord eenzijdig heeft opgezegd en een en ander laat gelden tot 2006. Hoe moeten wij dat plaatsen in relatie tot de afspraken met de Kamer dat het tot ten minste 2010 loopt? Wat is de verhouding met de recent uitgevoerde tussenevaluatie, die Kamer en kabinet eveneens hebben besproken? Uit die evaluatie bleek dat het Langman-akkoord zijn vruchten zal afwerpen, maar dat het gestelde doel nog niet is bereikt. Een uitspraak die vorige week werd gedaan tijdens een bijeenkomst over het regionaal beleid, bevreemdde ons voorts alleszins. De regering zou nu negen nieuwe vrienden hebben en afscheid nemen van drie oude vrienden. Ik ga er nu even van uit dat die oude vrienden de drie provincies in Noord-Nederland kunnen zijn. De VVD-fractie gaat er juist van uit dat het kabinet twaalf echte vrienden heeft waarmee het economisch de toekomst wil opbouwen.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de staatssecretaris van Economische Zaken. Ik heet haar in het bijzonder hartelijk welkom, omdat zij vandaag voor het eerst het parlement betreedt sinds haar bevalling, nu dus als moeder.

Staatssecretaris Van Gennip:

Voorzitter. Hartelijk dank. Ook hartelijk dank aan iedereen die de afgelopen weken en maanden met mij heeft meegeleefd en mij heeft gefeliciteerd. Ik ben bezig de bedankjes te schrijven; ze komen eraan. Toen ik vorige week terugkwam, was het echter gelijk heel druk, dus het duurt nog even.

Voorzitter. Mevrouw Snijder heeft mij gevraagd naar het vermeende voornemen van het kabinet om de Langman-akkoorden na 2006 te stoppen. Haar vragen zijn, zoals zij zelf al aangaf, mede gebaseerd op een aantal berichten in de noordelijke pers. Die kwamen onder meer voort uit een gesprek dat ik heb gevoerd met een commissaris van de Koningin in het Noorden vorige week maandag. Dat gesprek ging over de Gebiedsgerichte Economische Perspectieven (GEP). Ze betreffen een notitie die de Kamer nog niet heeft ontvangen, maar vóór de zomer wel zal krijgen. Dan hoop ik met haar over de inhoud ervan van gedachten te wisselen. Het is namelijk een interessante notitie en ik denk dat wij er goed over kunnen praten.

Ik ben er blij mee dat ik de gelegenheid heb om in te gaan op een aantal van de vragen van mevrouw Snijder, die ook in de pers zijn gesteld. Laat ik een aantal dingen rechtzetten. De financiële afspraken in het kader van het Kompas van het Noorden lopen tot en met 2006. Die afspraken komt het kabinet dan ook na. De nota waarop mevrouw Snijder duidt, gaat niet over de Langman-akkoorden, maar over algemeen regionaal beleid. Ik heb erg mijn best gedaan om het Kompas van het Noorden in de afgelopen bezuinigingsrondes buiten de bezuinigingen te houden. Dat is gelukt. Tot 2006 komen wij de financiële afspraken dan ook na. De infrastructurele afspraken lopen tot 2010, onder meer vanwege het ritme van het MIT. Zoals men weet, staat in de nota Ruimte het kabinetsvoornemen om als steun voor de Zuiderzeelijn 2,73 mld te reserveren.

Ik moet eerlijk zeggen dat het Noorden er ook op andere gebieden allerminst bekaaid afkomt. Zo hebben wij zojuist besloten om scheepsbouwsteun te geven. Vanochtend kon men in Metro lezen dat de scheepswerven in het Noorden daarmee blij zijn. Het Noorden profiteert bovendien van het grotestedenbeleid. Punt van discussie is de voortzetting van het regionaal beleid na 2006. Ik vind regionaal beleid belangrijk en daarom wordt er ook een notitie voorbereid. Regionaal beleid bestaat voor mij uit twee soorten beleid. Op het moment dat de Nederlandse concurrentiekracht en het vestigingsklimaat te lijden heeft, moet je zorgen dat elke regio – en wij hebben er zes onderkend – in staat is om zijn kans te grijpen en de competitie met regio's buiten Nederland aan te gaan. Dat is algemeen regionaal beleid en daar wil ik graag op inzetten. Daarnaast bestaat er zoiets als achterstandenbeleid. Het Kompas van het Noorden is gericht op achterstandenbeleid voor het Noorden. Algemeen regionaal beleid gaat over heel Nederland en geldt dus ook voor het zuiden, het oosten, het westen en het midden van het land.

De vraag bij achterstandenbeleid is of de basisinfrastructuur op orde is. Dit is ingebed in het Europese kader. Zijn er voldoende wegen? Zijn er voldoende scholen? Zodat een regio in staat is om de kansen die er zijn, ook inderdaad te grijpen. In 2000 zijn er afspraken gemaakt in het kader van het Langman-akkoord tot en met 2006. Ik heb al meerdere malen in de Kamer gezegd dat wij de discussie over 2007 pas kunnen voeren als de structuurfondsendiscussie in Brussel is afgerond, als wij ver genoeg zijn met het Kompas van het Noorden om het ook voor de tweede keer te evalueren – wij hebben nu alleen de mid-term review gehad – en als wij ons eigen regionaal beleid geëvalueerd hebben. Wij zijn dan in de loop van 2005 beland. Ik kan nu geen "ja" of "nee" zeggen in verband met wat er in 2007 gaat gebeuren.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Ik dank de staatssecretaris voor de uitgebreide beantwoording, maar ik ben niet tevreden. Het Langman-akkoord loopt financieel tot 2006, maar de afspraken lopen tot 2010 en verder. De afspraken gaan bovendien op sociaal-economisch gebied veel verder dan de staatssecretaris nu zegt. Ik denk dat het duidelijk moet zijn dat het kabinet niet zomaar een switch kan maken. De minister heeft ons op de laatste dag van maart het volgende gezegd over het Langman-akkoord en de toekomst: de motie-Slob kan bij dit alles dienen als een lichtend signaal voor het verdere traject; het spreekt vanzelf dat de inspanningen van dit kabinet erop gericht zijn om ook na 2006 de uitvoering van de Langman-afspraken in financiële zin mogelijk te maken.

De staatssecretaris hoeft van mij niet exact te zeggen hoe het financiële plaatje er uitziet, maar wij mogen toch van dit kabinet verwachten dat het de financiële afspraken die in het kader van Langman zijn gemaakt, niet zomaar weg laat lopen in regionaal beleid en achterstandenbeleid? Het was een akkoord. Verder zou ik graag van de staatssecretaris willen weten of zij staat op het standpunt dat dit kabinet twaalf echte vrienden heeft.

Staatssecretaris Van Gennip:

Ik zal eerst ingaan op het eerste punt. Het is niet zo dat wij op dit moment ergens voor weg lopen, maar het is gewoon te vroeg om antwoord te geven op die vraag. Dat heb ik in oktober ook aangegeven in mijn antwoord op de motie van de heer Slob. Dat wordt in de loop van 2005 duidelijk. Wij komen het Langman-akkoord en de financiële afspraken tot en met 2006 na, ondanks de forse bezuinigingen. Het gaat om infrastructuur en analyses tot 2010. Dat betekent dat wij in de loop van 2005 verder kunnen praten over de wisseling van geld met het Noorden.

Ik kom nu op de vraag: echte vrienden of niet? Ik ben van plan een regionaal economisch beleid te voeren en dit staat beschreven in de Gebiedsgerichte economische perspectieven, die ik hopelijk binnenkort met de Kamer kan bespreken. Ik ga er daarom van uit dat ik inderdaad twaalf vrienden heb. In die perspectieven staat voor iedere regio beschreven wat de sterktes zijn en dat wij deze sterktes samen met de regio's willen grijpen. Dat zou wat mij betreft vrienden moeten opleveren. Ook in mijn gesprek met de commissarissen van de Koningin afgelopen maandag, hebben zij bevestigd dat zij helemaal achter de sterktes van het Noorden staan zoals wij die zien voor hun toekomst.

Mevrouw Smeets (PvdA):

Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat wij hier te maken hebben met contractbreuk. De staatssecretaris laat het hier voorkomen alsof de afspraken die destijds zijn gemaakt, lopen tot en met 2006 en dat er daarna opnieuw gekeken zou worden. De knip die toen is gemaakt, is louter en alleen praktisch omdat de structuurfondsen zouden eindigen. Daarom zou er verder gekeken worden. Dat had echter niets te maken met de afspraken die het Noorden heeft gemaakt met het toenmalige kabinet en met wat is toegezegd tot 2010.

Staatssecretaris Van Gennip:

Voor zover mijn informatie strekt, lopen de financiële afspraken tot en met 2006. Zo staat het ook in het contract dat met het Noorden is getekend. Als er afspraken ná 2006 moeten komen, dan wordt daar in de loop van de tijd over onderhandeld. Die onderhandeling wil ik graag aangaan. Ik kan mij ook niet voorstellen dat het helemaal wordt teruggebracht tot nul, maar ik kan op dit moment geen "ja" of "nee" zeggen. Wij hebben toen afgesproken dat het afhangt van de discussie over de structuurfondsen, de discussie over ons regionaal economisch beleid en hoe wij er op dat moment voorstaan in Nederland.

De heer Bakker (D66):

De staatssecretaris zegt dat zij afspraken nakomt die tot 2006 en voor infrastructuur tot en met 2010 zijn gemaakt. Deze afspraken zijn uit de bezuinigingen gehouden. Dat is een belangrijk punt waar ik blij mee ben. Als het gaat om de periode na 2006 en eventueel na 2010, dan lijkt het mij ondenkbaar dat wij het Noorden zouden laten lopen en dat wij zouden zeggen: zoek het zelf maar uit. Ik acht het echt nodig dat het kabinet op een goed moment een vertaling geeft aan de voornemens. Ik begrijp best dat de staatssecretaris niet tot ver over haar graf heen kan regeren, maar het is wel van belang dat het kabinet duidelijk maakt op welke manier er ten aanzien van het Noorden in de tijd tot 2006 geopereerd zal worden.

Staatssecretaris Van Gennip:

Ik heb het net al gezegd en ik wil het graag nog een keer duidelijk maken: wij zijn in gesprek met het Noorden en wij voeren onderhandelingen met het Noorden. Er zal echter geen duidelijkheid zijn over de uitkomsten daarvan tot de structuurfondsdiscussie in Brussel is afgerond, want daarvan hangt heel veel af. Dat wordt in de loop van 2005 verwacht. Het antwoord is dus niet ja of nee, het antwoord is dat wij de uitkomst van de structuurfondsdiscussie in Brussel moeten afwachten en dan krijgt u in 2005 een duidelijk antwoord.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik vind het heel vervelend dat de staatssecretaris aangeeft dat de Langman-afspraken tot en met 2006 lopen...

Staatssecretaris Van Gennip:

De financiële invulling daarvan.

De heer Slob (ChristenUnie):

...want wij hebben met elkaar afgesproken dat het perspectief heel nadrukkelijk op 2010 gericht zou zijn. Mevrouw Smeets heeft terecht aangegeven dat de financiële invulling tot 2006 te maken had met de financiële systematiek van dat moment, maar wij zouden voor de vier jaar daarna proberen de gelden te vinden om het programma Kompas voor het Noorden uit te voeren. In dat opzicht wil ik de staatssecretaris nadrukkelijk wijzen op de motie die ik met de heren Van der Vlies en Heemskerk heb ingediend en die door een overgroot deel van de Kamer is ondersteund: wij zouden daar keihard aan werken, het Noorden niet in de steek laten en ervoor zorgen dat het Kompas voor het Noorden, waarvan uitvoering zo dringend noodzakelijk is, ook inderdaad uitgevoerd kan worden. Kan de staatssecretaris dat toezeggen?

Staatssecretaris Van Gennip:

Ik zei het net al, ik laat niet alleen het Noorden, maar ook alle andere regio's van Nederland natuurlijk niet in de steek. Wij moeten samen met deze regio's ervoor zorgen dat de concurrentiepositie van Nederland goed wordt. Bij die regio's hoort het Noorden. In dat kader praten wij met het Noorden over de vraag hoe wij het Noorden kunnen helpen, de kansen te grijpen die het heeft en de basisinfrastructuur op orde te krijgen. Het gesprek is open, wij zijn in gesprek met het Noorden. Het Noorden stookt nu het vuurtje op. Ik denk dat dit in het komende jaar nog een paar keer zal gebeuren, maar totdat er duidelijkheid komt uit Brussel over de structuurfondsen, kan ik geen harde uitspraken en beloftes doen. Daar hangt gewoon veel van af, maar dat wij het Noorden, het Oosten en het Zuiden niet in de steek laten, lijkt mij duidelijk.

De heer Kortenhorst (CDA):

De Langman-akkoorden en ik zeg bewust "de Langman-akkoorden" hebben hun kern in het terugbrengen van de achterstand van 43.000 werklozen in het Noorden ten opzichte van de rest van het land. Op zichzelf gaat dat heel erg goed, want men is volgens de mid-term review nu al op 13.000. Het is een harde afspraak dat er tot 2010 zo'n 43.000 banen bij moeten komen. Zeker als ik hoor hoe de Kamer hier praktisch unaniem meent dat dit programma voortgezet moet worden, wil ik van de staatssecretaris horen wat zij concreet gaat doen om 2006 tot en met 2010 die afspraak van die 43.000 banen in te vullen.

Staatssecretaris Van Gennip:

Daarover ben ik dus in gesprek met het Noorden. Daarover voeren wij gesprekken. De commissarissen hebben gemeend nu al naar buiten te moeten gaan. Wij zijn gewoon in gesprek met de commissarissen over hoe wij wat kunnen invullen. Ik herhaal dat ik erg afhankelijk ben van de uitkomst van de discussie over de structuurfondsen in Brussel en die zal pas in de loop van 2005 duidelijk worden. Dan weten wij op welke manier het achterstandenbeleid in Europa vorm krijgt – daar hoort dit immers bij – en op welke manier er sprake is van cofinanciering. Dan pas kun je praten over de manier waarop wij daar invulling aan geven. Op dit moment heb ik geen enkele mogelijkheid om u toezeggingen te doen, omdat wij financiële afspraken en dus een begroting hebben tot en met 2006. Voor wat er na 2006 zal gebeuren, zijn wij afhankelijk van een aantal factoren. Daar hoort ook de analyse bij hoe het met de achterstand van het Noorden en met de werkgelegenheid gaat.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Wij moeten hier natuurlijk geen woordspelletjes gaan spelen en wij moeten ook geen spelletjes gaan spelen rondom het Langman-akkoord. Er zijn indertijd heldere afspraken over gemaakt. Het is niet de eerste keer dat de Langman-afspraken ter discussie worden gesteld. In 1996 is dat ook gebeurd. Zo gaat het natuurlijk niet. Wij kunnen niet in 2006 zeggen dat het Noorden, waar een structurele achterstand is op het gebied van werkgelegenheid, het maar uit moet zoeken. Ik zou zeggen: een vrouw een vrouw, een woord een woord. Dat zou ik ook tegen uw voorgangers hebben gezegd. Kan ik dat van u vragen, een vrouw een vrouw, een woord een woord?

Ik heb ook nog een vraag over de structuurfondsen. U bent ermee bezig, maar het kabinet zegt steeds dat die structuurfondsen niet veel meer inhouden dan het rondpompen van geld. Ik ben het daar op zich mee eens. Die structuurfondsen zullen echter wel blijven bestaan. Zet het kabinet zich ervoor in dat het geld er komt en dat het wordt besteed, zodat het niet weer teruggestort moet worden omdat er te weinig plannen voor zijn. Met dit soort onduidelijk gedoe, stimuleert u dat wel een beetje. De gelden die eigenlijk voor Langman beschikbaar waren, kunnen nu niet ineens over verschillende regio's worden gespreid. Het zou goed zijn als u zegt dat de afspraken met het Noorden blijven bestaan en dat u extra geld uittrekt voor andere regio's die ook problemen hebben. Gaat u dat doen in de nota "Pieken in de Delta"? Die pieken in de delta moeten geen dieptepunt worden voor het Noorden, want dan krijgt u echt de Kamer tegen zich.

Staatssecretaris Van Gennip:

Ik ga eerst in op de vraag over een vrouw een vrouw, een woord een woord. Ik heb steeds heel duidelijk gezegd dat ik deze vraag pas in de loop van 2005 kan beantwoorden. Ik speel dus wat dat betreft geen woordspelletjes.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Er zijn afspraken gemaakt.

Staatssecretaris Van Gennip:

Er zijn financiële afspraken gemaakt tot en met 2006. Die zijn heel duidelijk en zij liggen in alle begrotingen vast. De Kamer heeft daarmee te maken gehad via de begroting van EZ. Kompas van het Noorden staat tot en met 2006 vast. Ik heb mij in het kabinet hard gemaakt voor deze afspraken. Er is daarnaast een reservering van 2,73 mld voor de Zuiderzeelijn. Wij houden ons ook aan die afspraak en aan de andere infrastructurele afspraken tot 2010. Wij houden ons dus keurig aan de afspraken die er staan. Het is dus een vrouw een vrouw, een woord een woord. Dat geldt ook voor het kabinet.

Ik kom nu op de vraag over de structuurfondsen. Ik neem aan dat u bekend bent met het cohesiestandpunt. Dat is ook door de Kamer bevestigd. U kunt van mij aannemen dat het kabinet wijs opereert in die materie. Wij zullen ons best doen om, zoals ook in het cohesiestandpunt staat, onze "fair share" binnen te halen. Wij zullen er ook voor zorgen dat die gelden vervolgens op de juiste manier kunnen worden ingezet.

De heer Van der Vlies (SGP):

De vraag is wat nu wel en niet is afgesproken. Volgens mij zijn in de Langman-akkoorden afspraken tot 2010 gemaakt. Voor de financiering ervan was er samenwerking met Brussel, in het kader van de structuurfondsen. Die liepen tot 2006. Als die structuurfondsen vanaf 2006 zouden wegvallen, zou dat deel van de financiële inspanning voor rekening van de regering komen. Zo heb ik het altijd begrepen. Dat is toch inherent aan die afspraken? U kunt wel zeggen dat u moet afwachten wat er in 2005 en 2006 gebeurt, maar de intentie van de Langman-akkoorden was dat als Brussel zou afhaken wij die kar zelf zouden gaan trekken voor het deel dat niet meer beschikbaar zou zijn vanuit Brussel. Kunt dit bevestigen? Zo ja, dan moet u eraan werken en zo nee, waarom niet?

Staatssecretaris Van Gennip:

De financiële afspraken met de regering lopen tot 2006. De structuurfondsen van Brussel lopen ook tot 2006. Het is erg vroeg om nu al vooruit te lopen op wat er met die structuurfondsen zal gaan gebeuren en op de vraag of deze worden gecontinueerd voor het Noorden na 2006. Ik vind het in het kader van de onderhandelingen die wij nu voeren in Brussel niet handig om daar in het openbaar iets over te zeggen.

De heer Hofstra (VVD):

De staatsse cretaris zegt dat men vuurtjes stookt in Noord-Nederland en dat de Noordelijke commissarissen naar buiten zijn getreden. Dat is niet waar. Het stoort de VVD-fractie bijzonder dat een van haar ambtenaren zegt: wij nemen afscheid van drie vrienden en wij krijgen er negen bij. Dat moet zij een ambtenaar niet laten zeggen. Wij praten hier namelijk niet met ambtenaren, maar met de staatssecretaris. Ik wil dan ook graag dat wordt gecorrigeerd wie hiervan de schuld heeft. Ik wil ook een expliciet oordeel van de staatssecretaris over die uitspraak van de desbetreffende ambtenaar.

Staatssecretaris Van Gennip:

Volgens mij ben ik hierover al duidelijk geweest. Wat mij betreft, heb ik twaalf vrienden. In de notitie die ik nog met de Kamer ga bespreken, is ook voor elk van de zes regio's die wij geïdentificeerd hebben, aangegeven wat daar de kansen en de sterkten zijn. Dat is ook uitgebreid besproken met die regio's en met de commissarissen van de provincies. De drie commissarissen van het Noorden hebben mij nog verzekerd dat zij het eens zijn met de bepaling van de sterkten in het Noorden, die in de conceptnotitie is opgenomen. Nogmaals, ik heb twaalf vrienden.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor de antwoorden. Verder wens ik haar sterkte met de arbeid en de zorg.

Naar boven