Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aangezien de toegezegde informatie nog niet is ontvangen, stel ik voor, de voor hedenmiddag geplande stemmingen over de moties inzake huiselijk geweld met één week uit te stellen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

In verband met de agenda van de minister van BZK stel ik voor, het VAO ICT bij de politie te verplaatsen naar volgende week.

De heer Algra (CDA):

Voorzitter. Dit is nu al de derde keer dat dit VAO wordt uitgesteld. Ik kan mij voorstellen dat de minister op enig moment problemen met zijn agenda heeft, maar geldt het voor de hele week?

De voorzitter:

Wij zullen proberen om op een ander moment in deze week het VAO te agenderen. Het zal in ieder geval niet vanmiddag worden gehouden.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft tot haar voorzitter gekozen het lid Schreijer-Pierik.

Het woord is aan mevrouw Hamer.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Ik vraag het woord namens mijn collega Jacques Tichelaar, die vandaag wegens privé-omstandigheden hier niet aanwezig kan zijn. Verschillende fracties hebben de afgelopen weken vragen gesteld naar aanleiding van de betrokkenheid van de minister van OCW bij de hogeschool in Rijswijk en de complicaties die dat geeft voor de behandeling van de hbo-fraude. Inmiddels hebben wij de antwoorden daarop binnengekregen. Die antwoorden geven ons aanleiding om u te verzoeken daarover op korte termijn een debat mogelijk te maken.

De voorzitter:

Voor alle zekerheid wijs ik erop dat er nog een latere serie vragen is van de heer Tichelaar, de heer Vendrik, mevrouw Vergeer en uzelf aan de minister-president over hetzelfde onderwerp. Staat dat uw verzoek niet in de weg?

Mevrouw Hamer (PvdA):

Nee, dat staat ons verzoek niet in de weg, omdat inmiddels ook de beleidsreactie op het rapport-Schutte is verschenen. Wij vinden het belangrijk dat vóór het debat daarover helderheid ontstaat over de positie van de minister in dezen.

De voorzitter:

Ik stel voor, in te stemmen met dit verzoek en het debat met spreektijden van maximaal 3 minuten per fractie deze week te houden. Waarschijnlijk wordt het woensdag eind van de middag of begin van de avond.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Bommel.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Wij hebben een aantal keren met de regering van gedachten kunnen wisselen over de basis die geleid heeft tot de politieke steun die Nederland heeft gegeven aan de oorlog tegen Irak. Vandaag is daar een nieuw hoofdstuk aan toegevoegd. Verder zijn er commissievergaderingen en een interpellatie over gehouden. Ik vraag de regering via u om een brief aan de Kamer te sturen waarin precies op een rijtje wordt gezet over welke informatie de Nederlandse regering beschikte, wat de bron van die informatie was en op welke wijze de nieuwe feiten en data, die nu internationaal bekend zijn geworden, verschillen van de informatie die de Kamer jarenlang op dit punt van de regering heeft ontvangen.

De voorzitter:

U had zich niet aangemeld voor de regeling. Ik moet u toch verwijzen naar de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken.

De heer Van Bommel (SP):

Ik doe dit verzoek juist nu, omdat vandaag een nieuw hoofdstuk aan dit debat is toegevoegd, want de Kamer krijgt wederom niet de informatie waar zij om heeft gevraagd.

De voorzitter:

Ik vraag u deze kwestie in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken naar voren te brengen.

Aldus wordt besloten.

Naar boven