Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 17 en 18 december 2002 over radiofrequenties.

De voorzitter:

Ik herinner er voor alle zekerheid aan dat ook dit debat wordt gehouden met toepassing van het zogenaamde kerstregime.

Mevrouw Netelenbos (PvdA):

Voorzitter. Ik was voornemens drie moties in te dienen, maar zal mij als gevolg van een brief die wij een uur geleden hebben ontvangen, beperken tot één motie. Het doet mij deugd dat het kabinet bij nader inzien toch heeft geluisterd naar de argumenten die wij gisteren hebben aan- en opgevoerd.

De motie over de onafhankelijke commissie ad hoc die door alle fracties was ondertekend, dien ik dus niet in, vooropgesteld dat mijn uitleg klopt. Ik ga er namelijk van uit dat het kabinet, en niet uitsluitend beide bewindslieden, op basis van het advies van deze commissie uiteindelijk een besluit neemt over hoe om te gaan met het verdelen van de frequenties. In formele zin zijn beide bewindslieden verantwoordelijk voor dit besluit, maar het lijkt mij een kabinetsbesluit te moeten worden.

De tweede motie die ik niet indien, is de motie over uitstel. De heer Vendrik zal daarover een andere motie indienen.

De derde motie gaat over de schaarste van de etherfrequenties en luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat etherfrequenties schaars zijn;

van mening dat bij schaarste zoveel mogelijk gegadigden een kans dienen te krijgen een kavel te bemachtigen;

verzoekt de regering om commerciële omroeporganisaties in principe slechts te laten beschikken over een kavel in plaats van twee, tenzij blijkt dat er bij nader inzien toch minder gegadigden zijn dan kavels,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Netelenbos en Vendrik. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 111(24095).

Mevrouw Netelenbos (PvdA):

Voorzitter. Ik hoop dat deze soap nu eens ten einde komt.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. De brief die wij hebben ontvangen is een wonderbaarlijk voorbeeld van voortschrijdend inzicht "overnight". Het kabinet heeft een groot aantal dingen gedaan die het gisteren nog niet wilde.

Ik had een motie voorbereid waarin ik het kabinet vroeg om een dwingende aanwijzing aan Nozema met betrekking tot het delen van masten, opstelpunten, het geven van technische informatie, e.d. De staatssecretaris schrijft dat hij daartoe geen bevoegdheid heeft. Dit wil ik van hem aannemen. Daarom dien ik de motie niet in. Ik wil wel van hem de verzekering dat het inderdaad komt tot het delen van masten, technische informatie, enz. De staatssecretaris schrijft dat hij zijn uiterste best zal doen. Dit punt speelt al een paar jaar. Is hij bereid om samen met de OPTA de belemmeringen in kaart te brengen? In het kader van de liberalisering ofwel de splitsing tussen netwerk en beheer netwerk kunnen dan snel nadere besluiten worden genomen. Dit mag niet eindeloos blijven voortduren.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Als je vaak langdurige radiodebatten in de Kamer bijwoont, verbaast niets je meer. Toch was ik vanochtend verbaasd over de brief van het kabinet. Nu is er opnieuw sprake van uitstel; er wordt opnieuw een commissie ingesteld, commissie nummer zoveel. De wensen uit de Kamer worden ingegeven door het feit dat het kabinet vasthoudt aan een vergelijkende toets. Bij een vergelijkende toets beoordelen ambtenaren hoe er op de verschillende onderdelen van de aanbiedin gen wordt gescoord. Dit is een steen des aanstoots voor een meerderheid van de Kamer. Dus moet er weer een onafhankelijke commissie worden ingesteld en dan zijn we weer een paar maanden verder. Wij kunnen dit probleem nu in een keer oplossen, want er is maar een partij in deze Kamer die echt voor een vergelijkende toets pleit, dat is het CDA. De LPF wil het eigenlijk niet, de VVD wil het niet, de PvdA wil het niet, GroenLinks wil het niet, D66 wil het niet. Er is dus een meerderheid en het is mogelijk om deze soap in een keer te beëindigen door de volgende motie aan te nemen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de overheid doorgaat met het uitvoeren van verdeling en uitgifte van radiofrequenties ondanks de demissionaire status van het kabinet;

constaterende dat de Kamer geen uitstel heeft verlangd op grond van de demissionaire status van het kabinet;

van mening dat uitstel van de verdeling en de uitgifte van radiofrequenties op andere gronden niet wenselijk is gelet op de recente jurisprudentie en het risico van schadeclaims ten laste van de Staat der Nederlanden;

verzoekt het kabinet, de verdeling en uitgifte van radiofrequenties onverwijld voort te zetten en daarbij met het oog op pluriformiteit en een objectieve en eerlijke verdeling de volgende aanpassingen te realiseren:

  • - aanvragen van partijen worden objectief getoetst aan reeds vastgestelde minimumvoorwaarden ten aanzien van het bedrijfsplan en, indien van toepassing, het format;

  • - er worden vijf formats voor landelijke kavels als volgt vastgesteld: volledig klassiek, nieuws, Nederlandstalig, multicultureel (wereldmuziek) en pop non-mainstream;

  • - indien meerdere partijen voldoen aan de gestelde voorwaarden wordt de vergunning toegekend aan de hoogste bieder;

verzoekt de regering, de Kamer hierover op de kortst mogelijke termijn zo volledig mogelijk te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Vendrik en Netelenbos. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 112(24095).

De heer Vendrik (GroenLinks):

Mijn tweede motie heeft betrekking op de verdeling van regionale commerciële radiofrequenties. Dit onderwerp is in het debat slechts zijdelings aan de orde geweest, maar ook hierover maken wij ons op een paar punten zorgen. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat de regionale zenders een regionaal onderscheidend karakter moeten hebben;

overwegende dat het gevaar bestaat dat regionale zenders de verplichte 20% regionaal nieuws invullen op tijdstippen dat er weinig luisteraars zijn;

overwegende dat het met de huidige voorstellen mogelijk is dat afzonderlijke regionale zenders hun programmering inkopen bij dezelfde producent;

voorts van mening dat de gevraagde vergoeding vooraf een obstakel kan vormen voor levensvatbare regionale commerciële radio;

verzoekt de regering, een lagere minimumnorm voor het uitzenden van regionaal nieuws vast te stellen voor de uren tussen zeven uur 's ochtends en zeven uur 's avonds;

verzoekt de regering tevens om als voorwaarde aan de regionale zender te stellen dat de producties exclusief voor de betreffende zender zijn gemaakt;

verzoekt de regering, partijen in de gelegenheid te stellen, de gevraagde vergoeding niet aan het begin van de vergunningperiode te voldoen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vendrik. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 113(24095).

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Er lag een half uur geleden een brief op mijn tafel. Dat is zeker geen onbelangrijke brief, omdat het kabinet hierin een aantal belangrijke toezeggingen doet, waaruit blijkt dat men gisteravond goed heeft geluisterd naar wat er gisteravond in de commissie is gewisseld. Ik juich bijvoorbeeld zeer toe wat men over de onafhankelijke commissie op papier heeft gezet.

Er resteert echter nog wel een vraag. Er wordt namelijk nadrukkelijk – blijkbaar heeft men goed naar de Kamer geluisterd – gekozen voor clausulering van een aantal frequentiepakketten. In de eerste brief van het kabinet wordt gesproken over een gesloten bod. Houdt het kabinet hieraan vast? Ik vraag dat, omdat het mijn fractie alleszins wenselijk lijkt dat deze manier van bieden uit de voorstellen van het kabinet wordt gehaald en dat men de manier van bieden heroverweegt. Dat zou zeker een stap in de goede richting zijn.

Mevrouw Netelenbos (PvdA):

De heer Atsma heeft ongetwijfeld de conceptmotie gezien die gisteravond circuleerde. In deze motie werd de regering gevraagd, de hele operatie uit te stellen. Het was mijn indruk dat hij in de stemming was om die motie te steunen. Uiteindelijk heeft hij dat echter toch niet gedaan. Het verbaast mij dan wel een beetje dat hij het kabinet nu zelfs vraagt om het financiële verhaal te veranderen. Dat komt toch zeker neer op uitstel? Als u nu zegt dat u mijn motie zult steunen, dien ik die motie alsnog in.

De heer Atsma (CDA):

Ik heb het kabinet gisteren gevraagd om duidelijk te maken wat de financiële en juridische consequenties van een eventueel uitstel zijn. Het kabinet heeft ons vanmorgen geschreven dat die onverantwoord zijn. Ik heb daar goede nota van genomen en denk dat het verstandig is om te handelen zoals het kabinet voorstelt. Het kabinet heeft besloten om een onafhankelijke commissie in te stellen die de toets nader zal invullen en beoordelen. Dat is precies wat de Kamer van het kabinet heeft gevraagd. Ik vind dat u mij met het oog hierop niet kunt vragen om een motie te steunen waarin om verder uitstel wordt gevraagd.

De heer Hoogendijk (LPF):

Waarom haalt u het bod er opeens uit?

De heer Atsma (CDA):

Het eenmalig bod brengt per definitie grote risico's met zich. Wij hebben daar de afgelopen dagen vaker van gedachten over gewisseld. Het is dan immers niet duidelijk of alle partijen die die pakketten willen verwerven, wel of niet in beeld zijn. Met het oog hierop ben ik met enkele collega's van mening dat het wellicht verstandiger is om het eenmalig bod te vervangen door een bieding.

De heer Van Hoof (VVD):

Voorzitter. Wij hebben gisteravond indringend met het kabinet van gedachten gewisseld over dit onderwerp. Het is dan ook verheugend om vast te kunnen stellen dat wij indringend genoeg geweest zijn. Het kabinet streeft nu immers naar een onafhankelijke commissie en naar een bespreking met de Kamer van de uitkomst van de toetsing. Verder zegt men te willen komen met een toetsplan.

Ik ga er in dit verband van uit dat de criteria die wij gisteravond hebben besproken, door de onafhankelijke commissie kunnen worden ingevuld en geïnterpreteerd. Vervolgens zal deze commissie aan de hand van deze criteria moeten toetsen.

Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Atsma over het bod. Je kunt ervan uitgaan dat een "sealed bid", een eenmalig bod, hoe dan ook het hoogste bedrag zal opleveren. Het is echter ook mogelijk om te beredeneren dat een "sealed bid" dat in ieder geval niet zal bewerkstelligen en dat het in ieder geval de kansen voor niet kapitaalkrachtige bieders op de veiling vermindert. Dat is de reden waarom ik het kabinet vraag om het "sealed bid" in de discussie met de onafhankelijke commissie aan de orde te stellen. Het moet mogelijk zijn om in die discussie vast te stellen wat de voor- en nadelen van zo'n bieding zijn. Hierover kan vervolgens in de Kamer worden gesproken, wat de heer Vendrik weer de mogelijkheid geeft om nieuwe opmerkingen te maken.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Wordt het niet eens tijd dat de VVD-fractie gewoon de stekker uit dit drama trekt en kiest voor haar oorspronkelijke positie: een veiling? Daarover heb ik een motie ingediend, die de heer Van Hoof kan steunen. Als meerdere partijen dat doen, kunnen wij binnen de kortste keren die frequenties verdelen en gaan wij over tot de normale orde van de dag. De heer Van Hoof zorgt er nu voor dat dit drama nog een paar maanden doorgaat.

De heer Van Hoof (VVD):

Als de heer Vendrik gisteren goed heeft geluisterd – dat heeft hij ook gedaan – heeft hij van mij gehoord dat als de omstandigheden onveranderd zouden zijn gebleven en het kabinet niet had ingestoken op de elementen die ook de heer Vendrik belangrijk vond – het gaat dan om zaken als onafhankelijke toetsing en het bespreken met de Kamer – hij mij in die positie had kunnen aantreffen. De brief die er nu ligt, geeft de Kamer nog alle mogelijkheden. Verder wordt er tegemoetgekomen aan de wensen die door de Kamer zijn uitgesproken. Ik vind dat je in die situatie niet de "stekker eruit moet trekken", zoals de heer Vendrik het zegt. Ik vind dat nog veel te vroeg.

De voorzitter:

Zou de heer Bakker niet in de zaal willen telefoneren.

De heer Hoogendijk (LPF):

Ik wil ten aanzien van de biedingen duidelijk maken dat de LPF-fractie ook het "sealed bid" zou willen vrijmaken voor een bieding achteraf.

De heer Van Hoof (VVD):

Ik neem daar kennis van. Ik heb het kabinet gevraagd, daarvan de pro's en contra's op een rij te zetten en dit ons te laten weten. Dan zullen wij als de VVD-fractie een keuze maken.

Staatssecretaris Wijn:

Voorzitter. Het doet ons deugd om te horen dat na de indringende discussie van gisteren, waarbij wij goed naar elkaar hebben geluisterd, de Kamer aangeeft dit voldoende in de brief te herkennen.

De heer Atsma en de heer Bakker hebben opmerkingen gemaakt over het beschikbaar zijn van voldoende zendmasten om daadwerkelijk de commerciële omroepen te laten uitzenden. De brief is hierover duidelijk. Ik kan niet ontkennen dat ik het zelf ook onbevredigend vind, omdat wij op dit moment die aanwijzingsbevoegdheid niet hebben. De suggestie van de heer Bakker op dit punt is heel nuttig. Wij zullen de belemmeringen in kaart brengen en ons oor bij de OPTA te luisteren leggen, zodat duidelijk wordt welke mogelijkheden wij precies hebben en welke oplossingen er nog zijn. De toezegging die ik gisteren heb gedaan, om de Kamer daarover elke twee maanden te rapporteren, biedt een goede kapstok om dit permanent te bespreken, zodat de Kamer de druk permanent kan opbouwen.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Ik heb slechts één zin. Het gaat dan dus om de stagnerende samenwerking tussen Nozema en Broadcast Partners en de belemmeringen die dat oproept, aangezien de een monopolist is en de ander nieuwkomer?

Staatssecretaris Wijn:

Onder andere; ik zou het zelfs nog breder willen trekken. Het gaat om de samenwerking tussen die twee, maar bijvoorbeeld ook om het investeringstempo, het tempo waarin milieu- en bouwvergunningen worden aanvaard en hoe wij daarin kunnen assisteren. Ik wil het in de volle breedte trekken, helemaal conform de intentie van de heer Bakker. Hij gaf in zijn termijn ook aan dat wij nu de discussie hebben over liberalisering, wellicht zelfs privatisering, met betrekking tot de Nozema. Ik heb gisteren gezegd – het is misschien goed om dat plenair nog eens te herhalen – dat de verdere discussies daarover en de ervaringen die wij de afgelopen periode hebben opgedaan en de komende maanden nog opdoen, nadrukkelijk in de discussie zullen worden meegenomen.

Staatssecretaris Van Leeuwen:

Voorzitter. Net als collega Wijn ben ik blij dat wij ondanks een hectische avond en ochtend op een lijn zijn gekomen met de Kamer. Mevrouw Netelenbos zeg ik dat de regering uiteraard graag luistert naar de Kamer.

Mevrouw Netelenbos heeft gezegd dat elke partij maximaal één kavel zou mogen krijgen. Ik heb gisteren gezegd dat wij het aan de Kamer zouden overlaten, hoe wordt omgegaan met onze wens om partijen de mogelijkheid te geven om naast één ongeclausuleerde ook één geclausuleerde kavel te verkrijgen. De wens van de Kamer om maximaal één kavel per partij toe te wijzen, betekent wel dat een organisatie als Sky, die ook eigenaar is van Classic FM, de bestaande combinatie niet zou kunnen handhaven.

Mevrouw Netelenbos (PvdA):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Mevrouw Netelenbos, ik sta geen interrupties toe. Volgens het regime voor debatten over verslagen van AO's worden alleen moties ingediend. Dat is uitgebreid aan de orde geweest.

Mevrouw Netelenbos (PvdA):

Ik kan mijn motie misschien intrekken.

De voorzitter:

Dat is mogelijk.

Mevrouw Netelenbos (PvdA):

De staatssecretaris zegt eigenlijk toe dat hij wil doen wat ik vraag in mijn motie.

Staatssecretaris Van Leeuwen:

Correct.

Mevrouw Netelenbos (PvdA):

Dan trek ik mijn motie bij dezen in.

De voorzitter:

De motie van de leden Netelenbos en Vendrik op stuk nr. 111 is ingetrokken.

Staatssecretaris Van Leeuwen:

Voor alle duidelijkheid: ik laat het oordeel aan de Kamer over!

Mevrouw Netelenbos (PvdA):

Voorzitter. Dan was het niet correct en handhaaf ik dus mijn motie.

De voorzitter:

De motie-Netelenbos/Vendrik op stuk nr. 111 is niet ingetrokken.

Staatssecretaris Van Leeuwen:

De heren Atsma en Van Hoof hebben gevraagd of wij bij een "sealed bid" willen blijven of dat wij dit willen heroverwegen. Dat zeg ik hen toe. Wij zullen er nog eens goed naar kijken en daarbij tevens – in antwoord op de tweede vraag van de heer Van Hoof – alle pro's en contra's bekijken.

Tot slot, de twee moties van de heer Vendrik bevatten op zichzelf enkele aardige gedachten. Wij willen het echter overlaten aan de commissie die nog door ons wordt ingesteld om te bezien of er ruimte is om het systeem dat wij hebben ontworpen weer aan te passen. Om die reden ontraden wij aanvaarding van deze twee moties.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Dit is toch geen commentaar! Het is toch te gek voor woorden dat het nu aan een commissie is om een oordeel uit te spreken over moties over een kwestie die al jaren sleept? Ik wil een oordeel over de moties van het kabinet en niet afgescheept worden met een procedureel antwoord dat er een commissie is die bepaalt wat er met de radiofrequenties gebeurt. Wij voeren hier toch niet voor niets debatten? Ik heb een motie ingediend en wil daar een inhoudelijk oordeel over van het kabinet!

De voorzitter:

Is de staatssecretaris bereid om namens het kabinet een oordeel te geven over de ingediende moties?

Staatssecretaris Van Leeuwen:

Voorzitter. Er is sprake van een communicatiestoornis. Ik heb duidelijk gezegd dat wij het aan de commissie willen overlaten. Als wij nu met deze moties gaan werken, blokkeren wij weer het systeem en dat willen wij juist niet. Dat is de reden waarom ik heb gezegd dat ik aanvaarding van beide moties ontraad.

De voorzitter:

Het kabinet ontraadt aanvaarding van de moties van de heer Vendrik.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Er zal heden, aan het eind van de vergadering, over de ingediende moties worden gestemd.

De vergadering wordt van 13.07 uur tot 13.13 uur geschorst.

Naar boven