Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het voorstel van wet van de leden Dittrich en Schonewille tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden) (27632).

(Zie vergadering van 18 december 2002.)

De aanhef van artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen A en B worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Karimi (stuk nr. 10, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 10 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel C wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Karimi (stuk nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel D wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen E en F worden zonder stemming aangenomen.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel II en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Ik wens de heren Dittrich en Schonewille hiermee geluk. Ik vraag hun of zij bereid zijn, dit wetsvoorstel in de Eerste Kamer te verdedigen.

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter. Mede namens de heer Schonewille kan ik zeggen dat wij dit wetsvoorstel volgaarne in de Eerste Kamer zullen verdedigen.

De voorzitter:

Dank u wel, dan zal het wetsvoorstel worden doorgezonden naar de Eerste Kamer.

Naar boven