Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het rapport-Van den Haak, te weten:

- de gewijzigde motie-Herben over herziening van het regeringsstandpunt over de dreigingsanalyse (28374, nr. 17);

- de motie-Verhagen c.s. over het overnemen door de regering van de aanbevelingen van de commissie-Van den Haak (28374, nr. 15);

- de motie-Dittrich c.s. over een onderzoek naar de effectiviteit van de AIVD (28374, nr. 16).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Zalm (VVD):

Voorzitter. Wij zullen de motie van het lid Herben op stuk nr. 17 niet steunen. Ten eerste vinden wij haar voor een terugblikmotie – want dat is het – wat onevenwichtig. De motie gaat alleen over de overheid, terwijl er volgens het commissierapport wel iets meer aan de hand was. Binnen de overheid wordt de BVD exclusief als boosdoener aangewezen. Ik meen dat uit het debat nu juist is gebleken dat het breder lag. In de motie wordt bovendien verwezen naar een regeringsstandpunt, maar dat heb ik in de stukken niet aangetroffen. Dat is nog een reden voor ons om niet voor de motie te stemmen.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie zal tegen de motie van het lid Herben op stuk nr. 17 stemmen aangezien in deze motie de regering wordt verzocht haar standpunt te herzien over de dreigingsanalyse van Pim Fortuyn. Wij vinden dat de minister van Binnenlandse Zaken juist heel helder heeft aangetoond dat er geen grondige dreigingsanalyse is gekomen. Derhalve willen wij juist niet dat dit standpunt wordt herroepen.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Wij hebben de motie-Verhagen c.s. op stuk nr. 15 mede ondertekend, omdat wij haar een goede vingerwijzing voor de toekomst vinden. In de overwegingen van de motie-Herben op stuk nr. 17 staat een enkele nogal wilde uitspraak. Dat neemt niet weg dat wij het dictum onderschrijven in het oordeel over het functioneren in het verleden. Wij steunen derhalve de motie.

In stemming komt de gewijzigde motie-Herben (28374, nr. 17).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de Groep De Jong en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Eerdmans (LPF):

Voorzitter. Het debat over het rapport van de commissie-Van den Haak draaide vooral om de vraag of de BVD in het vroege voorjaar van 2002 een bedreigingsanalyse van Pim Fortuyn heeft gemaakt. De commissie-Van den Haak is duidelijk in haar conclusie, namelijk dat dit niet is gebeurd. De regering stelt in haar brief op blz. 19 letterlijk dat de melding "geen dreiging" gedaan is op grond van een goede informatiepositie. De regering neemt deze belangrijke conclusie van de commissie-Van den Haak dus niet over. De bedoeling van de motie-Herben van zojuist was om de regering te verzoeken, dat wel te doen. Het stelt mijn fractie teleur dat in de motie-Verhagen c.s. de regering slechts wordt verzocht om de aanbevelingen en niet de conclusies van het rapport van de commissie-Van den Haak te onderschrijven. Vanwege het belang van een voortvarende uitvoering van de aanbevelingen uit het rapport zal de LPF-fractie de motie-Verhagen c.s. wel steunen.

In stemming komt de motie-Verhagen c.s. (28374, nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer dat het lid Hoogendijk tegen deze motie heeft gestemd en de overige leden ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dittrich c.s. (28374, nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, Leefbaar Nederland en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.Voorzitter

De heer Atsma heeft aan het begin van de stemmingen gevraagd om over zijn dinsdag aangehouden motie over een media-expertisecentrum vanavond te stemmen. Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven