Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag a.s. te behandelen:

  • - de brief van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen houdende het voorstel de Raad van cultuur advies te vragen over het voorstel van wet van de leden Dittrich en Halsema houdende regels omtrent de vaste boekenprijs (Wet op de vaste boekenprijs) (28652, nr. 4);

  • - de brief van het Presidium inzake instelling van een tijdelijke commissie Onderzoek Integratiebeleid (28689);

  • - een voordracht ter vervulling van een vacature in de Hoge Raad (28690).

Ik stel voor, toe te voegen aan de vergadering van 3, 4 en 5 december:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet geluidhinder en de Wet centraal orgaan opvang asielzoekers (begripsbepaling opvangcentrum) (28327).

Ik stel voor, aan de orde te stellen in de vergaderingen van 10, 11 en 12 december:

  • de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2003 (28600-XV);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Spaarfonds AOW voor het jaar 2003 (28600-E);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers (28627).

Ik stel voor, aan de orde te stellen in de vergadering van 17 december:

  • - de Najaarsnota 2002, met de volgende maximumspreektijden: het CDA, de VVD, de PvdA en de LPF 10 minuten, GroenLinks, de SP en D66 7 minuten, de ChristenUnie, de SGP en Leefbaar Nederland 5 minuten, de Groep De Jong 2,5 minuut en de Groep Wijnschenk 1,5 minuut;

  • - het verslag van de Europese top, met de volgende maximumspreektijden: het CDA, de VVD, de PvdA en de LPF 8 minuten, GroenLinks, de SP en D66 6 minuten, De ChristenUnie, de SGP en Leefbaar Nederland 4 minuten, de Groep De Jong 2 minuten en de Groep Wijnschenk 1,5 minuut;

  • - de suppletoire begroting naar aanleiding van de Najaarsnota.

Ik stel voor, dinsdag a.s. te stemmen over de begrotingen van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, met de daarbij behorende moties.

Ik stel vast dat de vaste commissies voor Justitie en voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de wens te kennen hebben gegeven dat de bij brief van 22 november 2002 overgelegde ontwerpbesluiten Unieverdrag (23490, nr. 250) voor zover betreft de punten 2a, 2c, 2j, 2n, 2ee, 2mm, 6, 7, 16, 19, 20, en 22 de uitdrukkelijke instemming van deze Kamer behoeven.

Ik stel voor, het kerst-/verkiezingsreces te verlengen tot en met dinsdag 28 januari 2003.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevingsoverleg met stenografisch verslag op maandag 2 december van 19.00 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over het wetsvoorstel Wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (verbetering van de handhaving en bepalingen inzake uitbreidingstoelatingen) (28358).

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid van het Reglement van orde de aangehouden moties 28600, nrs. 15, 27, 28, en 36 en 27437, nr. 1 zijn vervallen.

Ik stel voor, de stukken 19637, nr. 688, 22831, nr. 42, 28600-VI, nr. 12 en 28600-X, nr. 9 voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Loon-Koomen.

Mevrouw Van Loon-Koomen (CDA):

Voorzitter. Mede namens de PvdA-fractie vraag ik om het verslag van het gisteravond gehouden algemeen overleg over de uitvoering van de motie Santi/Stroeken inzake de knelpunten bij de uitvoering van de Wet beperking export uitkeringen verder plenair af te handelen.

De voorzitter:

U wenst het verslag van dit algemeen overleg dus op de agenda te zetten. Ik stel voor om daar volgende week tijd voor te reserveren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Slob.

De heer Slob (ChristenUnie):

Mevrouw de voorzitter. Vorige week behandelden wij hier de begroting van LNV. Mijn fractie heeft toen een amendement ingediend waarmee werd beoogd te voorkomen dat, in tegenstelling tot wat de regering wilde, de destructietarieven na januari volgend jaar zouden stijgen. Gelet op het algemeen belang, vond mijn fractie, met andere fracties, dat niet alleen de boer verantwoordelijk kan en mag worden gehouden voor een op verantwoorde wijze verwerken van dode dieren. Na een interruptiedebat met de minister, waarin hij toezegde aan het in het amendement beoogde tegemoet te komen, trok onze woordvoerder het amendement in. Gisteren verscheen in het Agrarisch Dagblad echter een artikel waaruit blijkt dat een woordvoerder van de minister een andere interpretatie aan het zojuist genoemde interruptiedebat geeft dan onze fractie voor ogen stond. Graag zou mijn fractie, voordat wij tot stemming over de begroting van LNV overgaan, schriftelijk uiteengezet willen zien wat de minister nu precies heeft toegezegd en tot welke consequenties een en ander leidt voor de tarieven van volgend jaar en voor het beleid op langere termijn inzake de destructietarieven. Ik vraag dat omdat mijn fractie elk misverstand wil uitsluiten. Als blijkt dat er verschil van opvatting bestaat tussen datgene wat de minister heeft toegezegd en datgene wat mijn fractie uit het interruptiedebat begreep, zullen wij alsnog een amendement moeten indienen om het door ons beoogde te bereiken.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven