Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week de wetsvoorstellen:

  • - Wijziging van de Zeevaartbemanningswet (Versoepeling nationaliteitseis kapitein op Nederlandse zeeschepen) (28415);

  • - Goedkeuring van de op 29 mei 2000 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de Lid-Staten van de Europese Unie (28350, R1720);

  • - Wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering en de Wet politieregisters en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht met het oog op de uitvoering van de op 29 mei 2000 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de Lid-Staten van de Europese Unie (28351);

  • - Goedkeuring van het op 16 oktober 2001 te Luxemburg tot stand gekomen protocol bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de Lid-Staten van de Europese Unie, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (28352, R1721);

  • - Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van bevoegdheden tot het vorderen van gegevens van instellingen in de financiële sector, mede ter uitvoering van het op 16 oktober 2001 te Luxemburg tot stand gekomen Protocol bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de Lid-Staten van de Europese Unie, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (vorderen gegevens financiële sector) (28353).

Ik stel voor, a.s. dinsdag te stemmen over de begroting Economische Zaken en de daarbij behorende stukken.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik benoem in de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven het lid Van Gent in de bestaande vacature.

Ik stel voor, de spreektijd van de Groep Wijnschenk voor de begrotingsbehandeling vast te stellen op 31,5 minuut. De totale spreektijd van de LPF-fractie wordt verminderd met 10 minuten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (VVD):

Voorzitter. Vorige week hadden wij een algemeen overleg met de minister van Buitenlandse Zaken waarin wij een televisie-uitzending in Egypte aan de orde hebben gesteld. Deze uitzending, genaamd Ruiter zonder paard, zou zeer antisemitisch van aard zijn. Terwijl wij debatteerden, werd gedemonstreerd voor de Egyptische ambassade. Wij hebben de minister gevraagd om diezelfde week een reactie te geven op deze uitzending – de Amerikanen hadden ook al geprotesteerd – en dat heeft hij toegezegd. Wij hebben nog steeds geen brief ontvangen. Ik vraag u, mede namens de heer Dittrich van de fractie van D66, de regering te vragen de toegezegde reactie nog deze week aan de Kamer te zenden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Buitenlandse Zaken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Oven.

De heer Van Oven (PvdA):

Voorzitter. Gisteren heeft algemeen overleg plaatsgevonden over belastingrechtspraak. Mijn fractie houdt nog enige bedenkingen en zou daarom het verslag van dit algemeen overleg op de agenda van de plenaire vergadering willen zetten.

De voorzitter:

Ik stel u voor, aan dit verzoek te voldoen en het verslag van dit algemeen overleg toe te voegen aan de agenda van de volgende week. Dat zal waarschijnlijk dinsdag worden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik heb begrepen dat het VAO wapenexport verschoven is naar waarschijnlijk volgende week. De staatssecretaris heeft schriftelijke beantwoording van een aantal vragen uit dat AO toegezegd en ik wil graag dat deze vragen tijdig worden beantwoord.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de staatssecretaris van EZ.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Mijn volgende vraag betreft het interpellatiedebat met de staatssecretaris van Defensie. Mijn verzoek is, de benodigde stukken officieel naar de Kamer te sturen. Ze hebben namelijk alleen op een informele manier de Kamer bereikt.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de staatssecretaris van Defensie, met de aantekening dat rubricering van stukken – vertrouwelijk en niet vertrouwelijk – in acht wordt genomen. Dat is overigens aan het kabinet zelf.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Voordat wij gaan stemmen, deel ik mee dat mevrouw Van Vroonhoven heeft gevraagd of zij in een korte heropening het woord mag voeren over de wetsvoorstellen 28487 en 28349 waarover in het overleg op maandag 18 november jongstleden is gesproken.

Verder heeft de heer Hofstra gevraagd kort het woord te mogen voeren over wetsvoorstel 28349 om een motie te kunnen indienen.

Ik stel voor, beide leden in een korte heropening het woord te geven en daarna de staatssecretaris de gelegenheid te bieden te reageren, zo hij dit wenst. U weet dat wij vandaag moeten stemmen, omdat de belastingvoorstellen moeten worden doorgezonden aan de Eerste Kamer.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven