Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband met de invoering van een zelfstandigheidsverklaring en de uitsluiting van de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsmannen van de verzekering voor de werknemersverzekeringen (27686).

(Zie vergadering van 27 september 2001.)

De algemene beraadslaging wordt hervat.

De heer Hindriks (PvdA):

Voorzitter. Ik ben zeer verheugd over de breedte waarmee wij dit wetsontwerp hebben behandeld en nu kunnen afronden. Ik stel vast dat kamerbrede meerderheden amendementen hebben ondertekend. Ik meld nog dat de heer Van Walsem van D66 het amendement op stuk nr. 22 graag mede wil ondertekenen. Zijn ondertekening komt dus ook op het amendement te staan.

Blijft over de positie van kunstenaars en artiesten. Zij zijn het zout in de pap. Zij maken ons leven wat interessanter, omdat zij de creatieven onder ons zijn. De staatssecretaris heeft een aantal argumenten genoemd. Eén argument wil ik met hem bespreken. Dat is het argument dat er sprake zou zijn van twee walletjes eten. Het staat er niet met zoveel woorden, maar daar komt het wel op neer. In onze ogen is er sprake van wetgeving die ervoor zorgt dat mensen tegelijkertijd fiscaal ondernemer kunnen zijn en aan de criteria daarvoor voldoen en onder de criteria voor een dienstbetrekking vallen onder de oude wetgeving. Wij vinden dat er in die situatie wel een reden is om te corrigeren. Daar komt bij, als je jarenlang een situatie hebt gedoogd, dat er ook een morele plicht is om de gevolgen van een verandering te verzachten.

Daarom dienen wij de volgende motie in om het kabinet te vragen een onderzoek in te stellen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het wenselijk is vast te stellen of het onder de thans geldende wetgeving mogelijk is, dat individuen op grond van fiscale ondernemerscriteria recht hebben op ondernemersfaciliteiten en tevens op grond van criteria uit de socialezekerheidswetgeving vallen onder het begrip "dienstbetrekking" en premieplichtig zijn;

overwegende dat een aantal kunstenaars en artiesten met arbeidscontracten die gelijk worden gesteld aan een dienstbetrekking door de huidige wetswijzigingen hun rechten op de ondernemersfaciliteiten zullen verliezen en daardoor inkomsten zullen derven;

verzoekt de regering, te onderzoeken of en op welke wijze een regeling getroffen kan worden om deze netto inkomstenderving te compenseren en de Kamer daarover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hindriks, Harrewijn, Stroeken en Van Walsem. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 26(27686).

De heer Wilders (VVD):

Is het juist dat het amendement-Hindriks op stuk nr. 8, herdruk, nog moet worden ingetrokken?

De heer Hindriks (PvdA):

Mijn excuses. Mijn amendement op stuk nr. 8, herdruk, trek ik in. Dit wordt vervangen door het amendement op stuk nr. 22.Hendriks

De voorzitter:

Aangezien het amendement-Hindriks (stuk nr. 8, herdruk) is ingetrokken, maakt het geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

De heer Stroeken (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Ik vind het uiterst plezierig dat een zo ingewikkelde wetgeving zo harmonieus totstandkomt in een goede discussie. Dit kan een voorbeeld zijn voor sommige andere ingewikkelde zaken.

Ik heb de motie ondertekend, omdat ik vind dat artiesten en musici niet achteraf gestraft kunnen worden voor het feit dat zij bepaalde faciliteiten hadden, een WW-uitkering kregen die onrechtmatig was, maar die werd verstrekt omdat er geen uitwisseling van informatie heeft plaatsgevonden tussen WW-uitvoerder en de belastingdienst. Dan zijn dus overheidsdienaren in gebreke gebleven. Dan kun je niet met deze wetswijziging die mensen daarvoor straffen. Het is jarenlang gedoogd. Daarom steun ik een overgangsregeling, als dat kan. Het is een vorm van behoorlijk bestuur om dat zo te regelen.

De heer Van Walsem (D66):

Mevrouw de voorzitter. Het is buitengewoon plezierig dat ik toch nog het woord kan voeren, alhoewel mijn partij door langdurige ziekte van mijn collega Arti Schimmel verstek heeft moeten laten gaan bij de eerste termijn.

In tweede termijn zal ik kort het woord voeren, omdat ik de zelfstandigen zonder personeel een buitengewoon belangrijk onderwerp vind. Dat heeft al jaren mijn aandacht. Het is een groep ondernemers die een sterke groei doormaakt en steeds belangrijker wordt binnen onze samenleving. Dat daarvoor een adequate regeling komt die duidelijkheid schept over hun positie en die ook de mogelijkheid geeft om dit fenomeen verder te ontwikkelen, wat geheel ten dienste komt van een goed functioneren van de economie, heeft dus van harte onze instemming. Het amendement van de heer Hindriks op stuk nr. 22 zullen wij medeondertekenen, omdat het onze hartelijke instemming heeft.

De motie van de heer Hindriks hebben wij medeondertekend. De heer Hindriks noemde de groep artiesten en musici het zout in de pap. Ik zou zeggen: de jus van onze samenleving. Ik zou die groep voor geen goud willen missen. Ik ben blij dat er een adequate regeling voor komt, anders zou zoiets bij de belastingdienst moeten worden geregeld.

Staatssecretaris Hoogervorst:

Voorzitter. Ook ik dank de Kamer voor de constructieve wijze waarop wij het debat over dit wetsvoorstel hebben kunnen voeren. Ik heb sterk de indruk dat het wetsvoorstel er uiteindelijk bepaald niet slechter van is geworden. Dat is een mooie zaak.

Blijft over de kwestie van de musici en artiesten. Ik heb de Kamer daarover schriftelijk geïnformeerd, maar kennelijk nog niet geheel naar tevredenheid. Verschillende leden hebben gezegd dat er in het verleden een situatie is gedoogd waarin musici en artiesten van de bekende twee walletjes konden eten. Gedogen is het bewust niet toepassen van regels. Dat is absoluut niet het geval geweest. Ik weet niet om hoeveel gevallen het precies gaat, maar voorzover het is voorgekomen is het niet een doelbewuste keuze van Lisv en de belastingdienst geweest om die mensen niet lastig te vallen door niet te controleren. Er is gewoon niet adequaat gecontroleerd, niet doelbewust gedoogd.

Ik houd dan ook vol dat het niet wenselijk is om voor een situatie die in het verleden onrechtmatig was, maar wellicht niet is opgevallen, een compensatie te geven. Ik heb gezegd dat ik wilde bekijken of er in de oude situatie een soort samenloop mogelijk was van werknemersrechten en zelfstandigheidsrechten die in de nieuwe situatie verdwijnt. Staatssecretaris Bos en ik hebben er een eerste gooi naar gedaan. Wij hebben dat gebied niet kunnen vinden. Voorzover er sprake was van samenloop in het verleden, is dat ook het geval in de nieuwe situatie.

Mocht de motie worden aangenomen dan wil ik nog wel een keer met staatssecretaris Bos heel nauwkeurig bekijken of er toch zo'n gebied aan te wijzen valt en of daarvoor dan een compensatieregeling zou kunnen worden geboden, maar ik ben er dus op voorhand niet optimistisch over, omdat wij het al een keer hebben onderzocht. Wij zullen er in de aanloop naar de behandeling van het belastingplan nog eens goed naar kijken en de Kamer berichten over het resultaat.

De algemene beraadslaging wordt gesloten

De voorzitter:

Ik stel voor, na de middagpauze te stemmen over het wetsvoorstel, het daarop ingediende amendement en de motie.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Naar boven