Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor om de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging APPA, 28227, van de agenda van heden af te voeren en toe te voegen aan de agenda van de eerste week na die van de algemene politieke beschouwingen.

Ik heb op verzoek van enkele fracties een aantal benoemingen gedaan in diverse commissies. De bijzonderheden zullen als een noot aan de Handelingen worden toegevoegd.

(De noot is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

De voorzitter:

Ik stel voor, de stukken 23432, nr. 55, 25074, nr. 50, 25886, nr. 6, 26006, nr. 4, 26231, nr. 9, 28000-V, nr. 68, 28000-VIII, nrs. 139 en 141, 28000-X, nrs. 34, 35, 36 en 39, en 28000-XIII, nr. 63, voor kennisgeving aan te nemen.

De heer Luchtenveld (VVD):

Voorzitter. Ik heb begrip voor het feit dat de spoeddebatten ertoe leiden dat wij vanmiddag het wetsvoorstel APPA niet meer kunnen behandelen. Dat uitstel heeft dus niets te maken met het wetsvoorstel zelve. Ik wil wel dat vast wordt gehouden aan de behandeling ervan na prinsjesdag, dus niet in de week van de algemene beschouwingen, maar in de week daarna. Er is namelijk spoedeisendheid. Het wetsvoorstel moet snel in het Staatsblad.

De voorzitter:

Ik stelde al voor, het wetsvoorstel te behandelen in de week na volgende week. U bent dus blij met mijn voorstel. Dat verheugt mij.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Dijke, fungerend voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken.

De heer Van Dijke (ChristenUnie):

In de hoedanigheid van fungerend voorzitter van die commissie wil ik het volgende opmerken. De commissie heeft de brief van het lid Van Dijke naar de minister doorgestuurd. Het gaat daarbij om vragen over de scheepsbouwproblemen. De antwoorden van de minister geven aanleiding om met hem te debatteren. Ik verzoek u een debat met hem mogelijk te maken.

De voorzitter:

Gelet op het feit dat dit een verzoek van de gehele commissie is, stel ik thans voor het debat deze middag, in aansluiting op de regeling van werkzaamheden, te houden. Ik stel verder voor, dat debat te houden met één termijn en met spreektijden van 3 minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dit betekent dat de sprekerslijst voor dit debat nu is geopend.

Het woord is aan mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Op dit moment wordt een algemeen overleg over de kwestie van Afghaanse vluchtelingen gevoerd. Het verzoek is, het verslag van dit algemeen overleg vandaag en aansluitend op het AO dat om half vier zal zijn afgelopen, plenair te agenderen. Agendering moet zo snel omdat de minister voor vreemdelingenzaken laat op de middag weg moet voor de JBZ-raad. De verwachting is dat een motie zal worden ingediend. Wij willen graag dat vandaag over die motie kan worden gestemd.

De voorzitter:

Ik stel voor, ook dit onderwerp toe te voegen aan de agenda van vanmiddag. Dat wil zeggen dat omstreeks half vier, maar niet eerder, omdat waarschijnlijk tot dat tijdstip het overleg duurt, het verslag van het algemeen overleg over de Afghaanse vluchtelingen aan de orde zal komen. Ik stel voor om daarna, misschien na een korte schorsing, ook de stemmingen te houden in verband met vandaag behandelde onderwerpen. Dat wil zeggen dat wij zullen hebben: de eventuele stemmingen naar aanleiding van het debat over de situatie van de scheepsbouw, de eventuele stemmingen naar aanleiding van de behandeling van het verslag van het algemeen overleg over de Afghaanse vluchtelingen en de al geagendeerde stemmingen in verband met het debat over de gesubsidieerde arbeid.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter. Wij lazen vanochtend in Het Financieele Dagblad een interessant artikel. Daarin werd minister Heinsbroek aangehaald. Hij doet een aantal behartigenswaardige uitspraken, onder andere over de te sterke machtspositie van het ministerie van Financiën bij de beleidsvorming. Hij spreekt over het "rigide" begrotingsbeleid van dit kabinet en hij pleit voor een begrotingstekort dat wel een paar tienden van procenten groter zou kunnen. In onze zoektocht naar nog meer steun op dit terrein, zouden wij een brief van de minister van Financiën willen om antwoord te krijgen op de vraag of hij op een vergelijkbare manier over deze zaken denkt als de minister van Economische Zaken. Ik vraag om een brief van de minister van Financiën met een concrete reactie op die drie punten: de machtspositie van Financiën, het rigide begrotingsbeleid en het begrotingstekort. Wij zouden het op prijs stellen als die brief uiterlijk dit weekend bij de Kamer binnenkomt.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder de minister van Financiën.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven