43ste vergadering

Dinsdag 29 januari 2002

14.00 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 137 leden, te weten:

Van den Akker, Albayrak, Apostolou, Van Ardenne-van der Hoeven, Arib, Atsma, Augusteijn-Esser, Bakker, Van Baalen, Balemans, Balkenende, Barth, Van Beek, Belinfante, Van den Berg, Biesheuvel, Blaauw, Van Blerck-Woerdman, Blok, Bolhuis, Van Bommel, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Cherribi, De Cloe, Çörüz, Crone, Depla, Van Dijke, Dijksma, Dijkstal, Dijsselbloem, Dittrich, Van den Doel, Duijkers, Duivesteijn, Eurlings, Feenstra, Geluk, Van Gent, Giskes, Gortzak, De Graaf, De Haan, Hamer, Van Heemst, Hermann, Herrebrugh, Hessing, Hillen, Hindriks, Van der Hoek, Van der Hoeven, Hofstra, Ten Hoopen, Horn, Kamp, Karimi, Klein Molekamp, Van der Knaap, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Leers, Van Lente, Luchtenveld, Marijnissen, E. Meijer, Th.A.M. Meijer, Melkert, Middel, Van Middelkoop, Molenaar, Mosterd, Nicolaï, Niederer, Noorman-den Uyl, Oplaat, Örgü, Oudkerk, Van Oven, Passtoors, De Pater-van der Meer, Pitstra, Poppe, Rabbae, Ravestein, Rehwinkel, Remak, Van 't Riet, Rietkerk, Rijpstra, Rosenmöller, Ross-van Dorp, Rouvoet, Santi, Scheltema-de Nie, Schoenmakers, Schreijer-Pierik, Slob, Smits, Snijder-Hazelhoff, Van Splunter, Spoelman, Van der Staaij, Van der Steenhoven, Stellingwerf, Stroeken, De Swart, Swildens-Rozendaal, Terpstra, Timmermans, Udo, Valk, Ter Veer, Te Veldhuis, Vendrik, Verbeet, Verbugt, Verburg, Visser-van Doorn, Van der Vlies, Van Vliet, M.B. Vos, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, De Vries, Waalkens, Wagenaar, Van Walsem, Weekers, Weisglas, Van Wijmen, Wijn, De Wit en Witteveen-Hevinga,

en de heren Korthals, minister van Justitie, Hermans, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Zalm, minister van Financiën, mevrouw Borst-Eilers, vice-minister-president, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevrouw Kalsbeek, staatssecretaris van Justitie, en de heren Van Hoof, staatssecretaris van Defensie, en Remkes, staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Wilders, De Hoop Scheffer, Verhagen, Harrewijn, Koenders en Hoekema, wegens verblijf buitenslands als delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, de gehele week;

Kant, Cornielje en Zijlstra, wegens ziekte;

Van Nieuwenhoven, wegens ziekte, alleen vandaag.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De Kamervoorzitter heeft een brief ontvangen van onze collega de heer Leers, die ik hier gelukkig zie zitten. Het is mij een voorrecht om die brief aan de Kamer te mogen voorlezen.

"Geachte voorzitter,

Zoals u bekend is, ben ik met ingang van 1 februari aanstaande benoemd tot burgemeester van de mooiste stad van ons land, de gemeente Maastricht. Omdat ik een combinatie van het lidmaatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en de functie van burgemeester niet gewenst acht, zal ik mijn Kamerlidmaatschap met ingang van 1 februari aanstaande beëindigen.

De afgelopen bijna twaalf jaar heb ik de vele facetten van het Kamerlidmaatschap leren kennen en gelooft u mij: ik heb er intens van genoten. Een mooiere baan dan die van volksvertegenwoordiger is bijna niet denkbaar, op één na dan, want ik ben uiteindelijk "gezwicht voor Maastricht".

Daarmee komt voor mij een eind aan een actieve periode als volksvertegenwoordiger van bijna twintig jaar, waarin ik het voorrecht heb gehad om als rechtstreeks gekozene voor de samenleving actief te zijn. Acht jaar als gemeenteraadslid en nu bijna twaalf jaar als Kamerlid. Een periode die niet alleen een groot deel van mijn leven tot nu bestrijkt maar ook dat leven heeft bepaald en gevormd.

In mijn eerste Kamerperiode opereerde ik als lid van een regeringspartij en in de daarop volgende perioden als lid van "Her Majesty's most loyal Opposition". In deze oppositierol, die nu bijna acht jaar geduurd heeft, heb ik zelf aan den lijve kunnen ervaren dat argumenten er in politieke debatten niet altijd toe doen. Ja, dat ze zelfs vaak stukslaan op de harde bodem van het coalitiebelang. VoorzitterMaar waar er wel kleine openingen geboden werden, heb ik geleerd dat een constructieve inhoudelijke bijdrage de beste garantie tot succes vormt.

Paradoxaal vanuit die optiek is daarom de kentering in de politieke mores van de afgelopen tijd. Onder druk van de machtige media, waar directheid en geprononceerdheid meer bepalend zijn voor succes dan genuanceerdheid, is de "oneliner" aan een onstuitbare opmars bezig. Begrijp mij goed, ik ben zelf ook een groot supporter van het spreken in heldere, compacte beelden en oneliners horen daar zeker bij, maar ik heb wel altijd gepoogd de oneliner slechts in te zetten als vlag op een schip met inhoudelijke lading. Oneliners alleen lossen namelijk geen problemen op.

Mijn wens is dan ook dat wij er met elkaar voor waken dat de politiek zich steeds meer ontwikkelt tot een "sloganmachine", een soort oneindige uitzending van het tv-programma Het Lagerhuis. Dat zou namelijk te zeer onrecht doen aan het belang van het politieke handwerk van alledag, waarbij pas na grondige voorbereiding en studie van vele dossiers en documenten, na vele gesprekken met burgers en na vele discussies in eigen en aanpalende kringen, weloverwogen keuzes kunnen worden gemaakt. Dat is immers ook een kenmerk van de politieke cultuur in ons land: geen grote tegenstellingen, maar via de weg van kleine stapjes tot een consensus komen. Alleen een dergelijke aanpak kan het politieke bedrijf mijns inziens op termijn geloofwaardig en dus levendig houden.

Wat die levendigheid betreft, heb ik in mijn politieke carrière geen reden tot klagen gehad. Op vele terreinen en belangwekkende dossiers heb ik mij in deze Kamer en daarbuiten namens mijn partij mogen inzetten. Ik ben daar dankbaar voor. En mocht het afscheid van deze Kamer mij in het begin zwaar vallen, dan kan ik mij privé nog altijd amuseren met het kamerbrede decor waarmee ik bij de laatste verkiezingen op markten en pleinen op tournee ben geweest en waarachter vele mensen zich hebben laten vereeuwigen.

Maar hoe echt dit Kamerdecor ook moge lijken, de mensen erachter, letterlijk de mensen achter de schermen, zullen er dan niet meer bij zijn. Fractiemedewerkers, Kamerpersoneel en de mensen van het restaurantbedrijf: ik zal ze allen missen en wil ze hierbij hartelijk dankzeggen voor de fijne contacten en goede gesprekken.

Ook dank ik u en al mijn collega's hier voor de prettige samenwerking. Vooral het feit dat het mij hier in dit huis zo breed gegund werd een zo mooie nieuwe uitdaging aan te gaan, stemt mij tot grote tevredenheid en dankbaarheid.

Het ga u allen goed!"

(Applaus)

De voorzitter:

Geachte heer Leers. Bij het bestuderen van het verloop van uw parlementaire loopbaan valt het onder meer op dat u tussentijds tot de Tweede Kamer bent toegetreden en ons tussentijds ook weer verlaat.

De verkiezingen van 1989 lieten u niet direct in de Tweede Kamer komen. Dat gebeurde op 4 november 1990, toen u de plaats innam van de heer Hennekam, die ook naar het zuiden vertrok, namelijk naar Brussel waar hij de belangen van de Benelux nog steeds hoog houdt. Het derde kabinet-Lubbers zat er toen bijna een jaar en de heer Brinkman was voorzitter van uw fractie.

Wie tussentijds binnenkomt krijgt weliswaar extra aandacht bij de beëdiging, maar vindt de portefeuilles vaak vervuld. U hebt daar kennelijk weinig hinder van ondervonden, want u kon al op 28 januari 1991, een kleine twee maanden na uw beëdiging als Kamerlid, uw maidenspeech houden over het deel buitenlandse economische betrekkingen van hoofdstuk XIII, Economische Zaken. In die paar maanden waren uw medeleden kennelijk al zozeer aan uw aanwezigheid gewend geraakt dat één daarvan niet aarzelde om u, hoewel zeer ongebruikelijk, tijdens die speech te interrumperen. Dat ene lid was ook nog een lid dat de tradities zeer ter harte gaan, namelijk degene die u nu mag toespreken. Alsnog mijn verontschuldigingen daarvoor. Als antwoord op die interruptie zei u dat u het altijd belangrijk vindt dat onderwerpen met een "open blik" worden benaderd. Dat was denk ik een voor u zeer kenmerkende reactie!

U zult ongetwijfeld voordeel hebben gehad van de acht jaar ervaring als volksvertegenwoordiger in uw gemeente, maar u hebt altijd velen in de Tweede Kamer voor u ingenomen, vooral door uw wijze van optreden. Altijd constructief, loyaal en collegiaal en vooral altijd met een goed humeur en veel humor. En altijd met een grote kennis van zaken: we herinneren ons het beeld van u naast zo'n twee meter documentatie over de Betuwelijn!

Met uw optreden heeft u in een latere, recente fase van uw politieke loopbaan zelfs de Cubaanse president Fidel Castro weten te ontwapenen, iets waar tot op dat moment slechts wijlen president Kennedy in geslaagd was.

Hoewel u ook deel hebt uitgemaakt van de Assemblée van de Raad van Europa, lag uw werkveld toch vooral in het binnenland en misschien moet ik zelfs zeggen in de regio. Maar dat suggereert een tegenstelling die er in uw geval nooit is geweest. Europa bestaat uit regio's die elk hun eigen kenmerken hebben, met als gemeenschappelijke behoefte en noodzaak dat ze op vele manieren bereikbaar moeten zijn voor de mensen. U heeft zich voor die bereikbaarheid letterlijk en figuurlijk altijd ingezet in de periode dat uw fractie tot de regeringscoalitie behoorde en u bent daarmee doorgegaan toen uw fractie in de oppositie geraakte. Bij die zakelijke dossiers lag zozeer uw prioriteit dat u zich drie jaar geleden zorgen maakte over de effecten van een mogelijke val van het thans zittende kabinet. Uit het oogpunt van politiek konden uw fractie en uzelf daar geen tranen over laten, maar u zei het te betreuren dat daardoor de aanleg van nieuwe spoorlijnen misschien vertraagd zou worden.

Ik heb met veel interesse de opmerkingen in uw brief gelezen over de media en de "oneliner". U wist zelf – met of zonder oneliner – de media altijd goed te vinden, en omgekeerd. Dat was onlangs weer het geval bij het debat over de bouwfraude. Ik ga daar nu niet veel over zeggen, maar vraag alleen de aandacht voor een bijzonder Kamerstuk, dat ik nog nooit eerder had gezien, namelijk de weergave van de correspondentie die u en de heer Van Gijzel hebben gevoerd met degene die tegenwoordig als klokkenluider wordt aangeduid. Ik ben er zeker van dat dit witte stuk in de parlementaire geschiedenis aandacht zal krijgen, omdat het laat zien dat Kamerleden een veel bredere taak hebben dan het maken van wetten. U hebt in die zaak een trein op gang gebracht die na uw vertrek deze en volgende week nog door blijft lopen. U heeft ook getoond dat u kon luisteren naar wat mensen u te zeggen hebben.

Ik denk dat uw aanpak, waarbij de politiek niet de zakelijkheid in de weg staat en de zakelijkheid ook de politiek niet, in Maastricht zeer goed op zijn plaats zal zijn. Wij wensen u daar zeer veel succes. Wij hopen u nog vaak hier te zien, maar wij hopen vooral dat u veel goede redenen zult vinden om ons allen de trein naar het zuiden te laten nemen. Het ga u zeer goed!

(Applaus)

De voorzitter:

Van dit ontslag is mededeling gedaan aan de voorzitter van het Centraal Stembureau en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Ik stel voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De overige ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Naar boven