Vragen van het lid Wijn aan de minister van Justitie over illegale chinezen die via mensensmokkel Nederland binnenkomen en het risico lopen om doelwit te worden van de Chinese maffia.

De heer Wijn (CDA):

Voorzitter. Vorige week werden wij opgeschrikt door een bericht in het Algemeen Dagblad waaruit bleek dat illegale Chinezen die via mensensmokkel Nederland binnenkomen, het risico lopen om hier doelwit te worden van de Chinese maffia die hen bijvoorbeeld ontvoert en losgeld tot soms € 25.000 eist. De politie komt daar slechts af en toe bij toeval achter. Het CDA wil een stevig beleid om illegaliteit aan te pakken en al helemaal een steviger beleid om mensensmokkel en de bijbehorende maffiapraktijken aan te pakken. Zeker na het zogenaamde Doverdrama moet de aanpak van mensensmokkel met een Chinese achtergrond topprioriteit zijn.

Omdat het erop lijkt dat dit niet het geval is, hebben wij de volgende vragen. De politie moet deze praktijken gericht opsporen en er een speciale aanpak voor ontwikkelen. Vindt de minister dit ook? Zo ja, wat doet hij eraan? Er schijnen zogenaamde safe-houses te zijn waar gesmokkelde en/of gegijzelde Chinezen worden ondergebracht. Wat doet de politie daaraan? Hoe verlopen de contacten met de Chinese autoriteiten om mensensmokkelnetwerken op te sporen en mensen uit te zetten naar China?

Voor de zekerheid heb ik nog een laatste vraag. Het onderwerp heenzenden van mensen die eigenlijk in een cel horen, staat deze week hoog op de agenda. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat illegale Chinezen die in relatie tot mensensmokkel worden aangehouden, gesmokkelden of smokkelaars, of die tijdens een illegale doorreis worden aangehouden, bijvoorbeeld als ze worden aangetroffen in een boot of een vrachtauto, door de politie worden vrijgelaten vanwege een cellentekort. Wij krijgen graag de bevestiging van de minister dat dit inderdaad niet gebeurt.

De voorzitter:

Het is niet de bedoeling dat u vooruitloopt op een debat dat morgen zal plaatsvinden. U moet zich houden aan de vragen die u heeft aangekondigd. Uw laatste vraag was buiten de orde en hoort meer bij het debat morgen. Ik kan mij daarom voorstellen dat uw laatste vraag morgen en later aan de orde zal komen. Het woord is nu aan de minister.

Minister Korthals:

Mevrouw de voorzitter. De heer Wijn kan inderdaad zijn geduld nauwelijks bedwingen. Ik zal morgen ook zeggen dat het hele streven van de regering erop gericht is om heenzending niet te laten plaatsvinden.

Er is een journalist geweest die een stuk geschreven heeft naar aanleiding van een artikel in het tijdschrift voor criminologie van eind vorig jaar. Uit dat artikel blijkt totaal niet dat er sprake is van gijzeling- of maffiapraktijken. Ik ben dat nog eens nagegaan. Het lijkt incidenteel voor te komen dat Chinezen die naar Nederland reizen onder druk worden gezet. Bij de politie is dat overigens niet bekend, maar bij het Informatieanalysecentrum mensensmokkel zijn er twee gevallen bekend en die worden ook in het desbetreffende artikel genoemd. Wanneer daartoe aanleiding bestaat – ik zal het IAM vragen daarop nog meer te letten – moet de politie natuurlijk gericht opsporen.

Het is inderdaad wel eens voorgekomen dat bij een inval van de politie in safehouses de daar aanwezige Chinees zegt dat hij daar vrijwillig zit in afwachting van de betaling van het geld door zijn familie in China en dat er geen sprake is van vasthouding of gijzeling.

De contacten met de Chinese autoriteiten verlopen over het algemeen moeizaam. Indien mogelijk wordt altijd geprobeerd illegale Chinezen uit te wijzen naar China. Er zijn ook contacten met andere Chinese autoriteiten in Nederland waarbij door de minister voor GSI afspraken zijn gemaakt dat die Chinezen die in de problemen komen, hulp krijgen bij het aangifte doen – tolken etc. – en dat bekeken zal worden op welke wijze deze Chinezen moeten worden benaderd om erachter te komen of er sprake is van gijzeling- dan wel maffiapraktijken. Het lijkt mee te vallen, maar zoals u weet gaat het hier om een kwetsbare groep die makkelijk onder druk te zetten is en niet zelf snel aangifte zal doen bij de politie om de doodeenvoudige reden dat men bang is het land te worden uitgezet. Met andere woorden: alertheid blijft prioriteit hebben.

De heer Wijn (CDA):

De minister zegt dat alertheid geboden blijft. Het drama van Dover ligt echter al een lange tijd achter ons. Dat betekent dat er al concrete acties hadden moeten worden ondernomen.

Het is niet zo maar een journalist van wie deze signalen komen, zij komen van de criminoloog Soudijn die op basis van gegevens van de NRI – de oude CRI – tot deze conclusie is gekomen. De minister spreekt er wat luchtig over, maar het onderzoek heeft wel degelijk meer substantie dan de minister hier suggereert. Als de minister alleen zegt dat alertheid geboden is, komt dat enigszins mager over. Ik wil hem dan ook vragen welk concreet beleid hij zal voeren om ervoor te zorgen dat deze praktijken beëindigd worden.

Ik heb ook een vraag gesteld over het heenzenden. Die vraag heeft niets te maken met het debat van morgen. Dat debat betreft het doorlaten van cocaïnesmokkelaars en nu gaat het over illegale Chinezen die worden aangetroffen. Sinds het drama van Dover is dit een zeer belangrijk onderwerp. In het artikel in het Algemeen Dagblad wordt al gesproken over een gebrek aan gevoel voor urgentie bij de politie met betrekking tot de Chinese mensensmokkel. Kan de minister bevestigen dat als illegalen in een geval van mensensmokkel worden aangetroffen op een boot, vrachtwagen, of op illegale doorreis zijn, niet worden vrijgelaten maar conform het vreemdelingenrecht daadwerkelijk zullen worden vastgezet? Men kan er immers van uitgaan dat iemand die tijdens mensensmokkel wordt aangetroffen vluchtgevaarlijk is of probeert zich aan uitzetting te onttrekken. Het is van groot belang dat er een einde komt aan deze Chinese maffiapraktijken, aan deze mensensmokkelarij. Daarom vraag ik de minister om een bevestiging dat hij deze praktijken harder en gerichter gaat aanpakken en de bevestiging dat er geen mensen wegens cellentekort zijn heengezonden.

Minister Korthals:

Voorzitter. In alle eerlijkheid is mij niet geheel duidelijk waarom de heer Wijn het Doverdrama erbij haalt.

De heer Wijn (CDA):

Het Doverdrama heeft te maken met Chinese mensensmokkel waardoor 58 personen zijn overleden. Tijdens het debat hierover hebben wij gezegd dat wij vinden dat de Chinese maffia en Chinese mensensmokkel extra aandacht moet krijgen. Nu krijgen wij te horen dat dit nog te weinig gebeurt. Dan moet ik constateren dat het Doverincident blijkbaar niet voldoende ernstig was om bij de minister een gevoel van urgentie los te maken.

Minister Korthals:

Ik neem aan dat de heer Wijn zelf het artikel gelezen heeft van de heer Soudijn. Dan moet hij gelezen hebben dat de heer Soudijn concludeert dat illegale Chinezen slachtoffer van gijzeling kunnen worden. Hij komt uiteindelijk tot twee voorbeelden die hij ontleent aan de werkzaamheden van de IAM. Tot dusverre zijn er geen andere voorbeelden bekend. Dus je kunt het ook overdrijven. Overigens sluit ik niets uit. Ik heb gezegd dat het een risicovolle aangelegenheid is om illegaal naar Nederland te komen door middel van mensensmokkel. Wij vinden het belangrijk om de mensensmokkelaars aan te pakken, omdat zij behoorlijk misbruik maken van de bijzonder onplezierige positie van de gesmokkelde mensen.

Tot slot nog een opmerking over het heenzenden. De heer Wijn wil dat illegalen die worden aangetroffen ook daadwerkelijk in vreemdelingenbewaring worden gezet. Daar is het streven van de regering, zoals hem bekend is, volledig op gericht, om de doodeenvoudige reden dat zij daarna het land uitgezet kunnen worden. Dat er geen gevoel van urgentie is, moet ik ten enenmale ontkennen. Er worden juist ongelofelijk veel illegalen die worden aangetroffen daadwerkelijk in vreemdelingenbewaring genomen en daarna uitgezet.

De heer Wijn (CDA):

Voorzitter. Nu moet ik de minister toch even onderbreken. Hij zegt dat de regering het streven heeft om illegalen die worden aangetroffen in vreemdelingenbewaring te nemen. Dat is nu precies waar het ons om gaat. Het moet niet een streven zijn om mensen dan vast te houden en uit te zetten, het moet een doelstelling zijn. Het resultaat moet zijn alle aangetroffen Chinezen die te maken hebben met mensensmokkel vast te zetten en niet bijvoorbeeld vanwege het cellentekort weer los te laten. Ik wil van de minister horen of dat wel eens gebeurd is.

Minister Korthals:

Het is de bedoeling dat die mensen in al die gevallen ook daadwerkelijk zullen worden uitgezet.

De heer Wijn (CDA):

U zegt "het is de bedoeling", maar gebeurt het ook?

Minister Korthals:

Daar wilde ik nu juist op ingaan. Het is niet altijd even gemakkelijk om illegale Chinezen naar China uit te zetten, want daar hebben wij de medewerking, zoals de heer Wijn bekend zal zijn, van de Chinese autoriteiten voor nodig. Die medewerking is niet altijd te krijgen wegens gebrek aan allerlei formaliteiten. Er wordt hard aan gewerkt, ook bilateraal tussen China en Nederland, om dat nog verder te verbeteren.

De heer Wijn (CDA):

Als iemand moet worden uitgezet en er is medewerking nodig van de autoriteiten, spreken wij over een vreemdelingenbewaring die maximaal zes maanden mag duren. Het is dus van het grootste belang dat mensen niet vanwege het cellentekort losgelaten worden. Daarom vraag ik nogmaals, omdat ik vind dat de minister om de vraag heen draait, of het voorgekomen is dat aangetroffen Chinese illegalen zijn heengezonden wegens een cellentekort.

Minister Korthals:

Zoals de heer Wijn heel goed weet, is de staatssecretaris het eerste aanspreekpunt over het uitzetten van vreemdelingen. Ik weet heel goed dat alles in het werk gesteld wordt om alle mensen die in vreemdelingenbewaring worden gesteld, ook daadwerkelijk uit te zetten. Wat het cellentekort betreft: de cellen voor de vreemdelingen worden apart gehouden van de cellen voor de misdadigers.

Mevrouw Albayrak (PvdA):

Voorzitter. Ik zou mijn eerste vraag willen stellen aan de heer Wijn. Hij kaart terecht een bijzonder belangrijk probleem aan, maar stelt de verkeerde vragen. Ik zal straks zelf nog vragen aan de minister stellen. Als de urgentie nu werkelijk zo hoog is, waarom is de heer Wijn dan niet concreter in zijn vraagstelling? Hij vraagt de minister om harder op te treden, maar het debat is al veel verder. Er zijn al initiatieven waarop voortgeborduurd kan worden. Wat houdt dat harder optreden dan in?

De voorzitter:

U hebt maar één ronde om vragen te stellen. Als u ook uw vragen aan de minister stelt, krijgt u daarna het antwoord.

Mevrouw Albayrak (PvdA):

Zoals ik al zei, zijn er een aantal initiatieven genomen. Het belangrijkste is dat de overleggroep Chinese horeca een notitie heeft gemaakt die enige tijd geleden besproken zou worden met de Chinese gemeenschap. In die notitie wordt een link gelegd naar mensensmokkel. In welk stadium bevindt deze notitie zich? Is zij inmiddels geaccordeerd? Krijgt de Kamer deze notitie nog?

De aangiftebereidheid is het grootste probleem, waar wij niet omheen mogen, maar de minister maakte zich er wat makkelijk van af. Is een optie om analoog aan wat wij met illegale prostituees hebben gedaan, bescherming tegen uitzetting te bieden aan Chinezen die bereid zijn medewerking te verlenen aan het strafrechtelijk onderzoek? De minister zal zeggen dat hiermee valse beschuldigingen worden uitgelokt, maar ik heb nog liever een aantal valse beschuldigingen dan dat mensen die zich schuldig maken aan dit bijzonder grote kwaad, hun straf ontlopen.

Mijn laatste opmerking betreft het Chinaproject dat op initiatief van de PvdA-fractie is opgezet naar alleenstaande minderjarige asielzoekers. Bij de smokkel van Chinezen naar Nederland gaat het voor een groot deel om minderjarige asielzoekers. Volgens de cijfers van vorig jaar vormen zij 70% van degenen die hier officieel een aanvraag indienen. Ik vraag de minister om de bevindingen van dat project te betrekken bij het probleem dat door de heer Wijn is aangekaart. Dat is volgens mij essentieel voor de bestrijding van mensensmokkel in het algemeen.

De heer Wijn (CDA):

Voorzitter. Het doet mij deugd dat een probleem dat door het CDA wordt aangesneden, ook door de Partij van de Arbeid wordt erkend, want dat is helaas niet altijd het geval.

Mevrouw Albayrak doelt waarschijnlijk op de vragen over de afspraken met de overleggroep Chinese horeca die zijn gesteld door haar collega Belinfante en die zijn beantwoord door minister Van Boxtel. Dat zijn antwoorden van 4 oktober 2001 en sindsdien hebben wij niets meer gehoord. De horeca is maar een beperkt onderdeel, waarover wij het vandaag niet wilden hebben, maar ook hierbij missen wij een gevoel van urgentie bij het kabinet.

De opmerking dat ik de verkeerde vragen zou stellen, kan ik niet plaatsen. Ik heb allereerst gezegd dat wij de mensensmokkelaars hard moeten aanpakken. Vervolgens heb ik gezegd dat illegalen die worden aangetroffen en opgepakt, niet mogen worden vrijgelaten. Helaas vertelt de minister ons niet of dat wel eens voorkomt, maar het zou kunnen.

Vervolgens vragen wij om ervoor te zorgen dat mensen daadwerkelijk worden uitgezet, want dat is de beste antireclame en de beste manier om nieuwe mensensmokkel te voorkomen. Wij hebben ook gevraagd of daarbij wordt samengewerkt met de Chinese autoriteiten. Ik heb zojuist van de minister gehoord dat de samenwerking met de Chinese autoriteiten hier en daar te wensen overlaat. Wij hebben dus een probleem geconstateerd.

Op de vragen van het CDA over dit probleem draait de minister er in zijn antwoord omheen of mensen al of niet worden vrijgelaten, wat niet moet kunnen. Verder moet de samenwerking met de Chinese autoriteiten worden verbeterd. Het probleem is na vandaag dus niet bepaald nader tot een oplossing gekomen.

Minister Korthals:

Voorzitter. Er zijn mij drie vragen gesteld. De notitie van de overleggroep Chinese horeca wordt naar de Tweede Kamer gezonden door de minister voor GSI. De notitie is klaar, dus ik neem aan dat dit binnenkort gebeurt.

De tweede vraag was of er bescherming moet zijn voor degene uit de Chinese kolonie die daadwerkelijk aangifte doet. Men mag van mij aannemen dat er niet veel mensen zijn die aangifte doen, want het doel van hen allen is natuurlijk om in Nederland te verblijven of via Nederland doorgang te krijgen naar elders. Sterker nog, in gevallen waarin men contacten heeft gehad met Chinezen en dacht dat er sprake zou kunnen zijn van maffiapraktijken of misschien van gijzeling, werd dat zelfs door betrokkenen ontkend, om de doodeenvoudige reden dat zij niet het risico wilden nemen dat zij uitgezet zouden worden. De vraag of zij althans een zekere tijd in Nederland kunnen blijven als zij dit soort beschuldigingen zouden uiten, kan bekeken worden, zoals ook met prostituees het geval is. Wij moeten oppassen dat de betrokken mensen om die reden geen valse beschuldigingen uiten om te voorkomen dat zij het land worden uitgezet.

Het verzoek om het Chinese project van de PvdA-fractie en de AMA's te betrekken bij het overige beleid zal de staatssecretaris zeker willen uitvoeren.

Naar boven