19de vergadering

Dinsdag 6 november 2001

14.00 uur

Voorzitter: Van Nieuwenhoven

Tegenwoordig zijn 140 leden, te weten:

Van den Akker, Albayrak, Apostolou, Van Ardenne-van der Hoeven, Arib, Atsma, Augusteijn-Esser, Van Baalen, Balemans, Balkenende, Barth, Van Beek, Belinfante, Van den Berg, Biesheuvel, Van Blerck-Woerdman, Blok, De Boer, Bolhuis, Van Bommel, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, De Cloe, Cornielje, Cörüz, Crone, Depla, Van Dijke, Dijksma, Dijkstal, Dijsselbloem, Dittrich, Van den Doel, Duijkers, Duivesteijn, Eurlings, Feenstra, Geluk, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, Gortzak, De Graaf, De Haan, Halsema, Hamer, Harrewijn, Van Heemst, Hermann, Herrebrugh, Hessing, Hillen, Van der Hoek, Hoekema, Van der Hoeven, Hofstra, Ten Hoopen, De Hoop Scheffer, Kamp, Kant, Karimi, Klein Molekamp, Van der Knaap, Koenders, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Leers, Van Lente, Luchtenveld, Marijnissen, E. Meijer, Th.A.M. Meijer, Melkert, Middel, Van Middelkoop, Mosterd, Nicolaï, Niederer, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oplaat, Örgü, Oudkerk, Van Oven, Passtoors, De Pater-van der Meer, Pitstra, Poppe, Rabbae, Ravestein, Rehwinkel, Remak, Van 't Riet, Rietkerk, Rijpstra, Rosenmöller, Ross-van Dorp, Rouvoet, Santi, Scheltema-de Nie, Schoenmakers, Schreijer-Pierik, Slob, Smits, Snijder-Hazelhoff, Van Splunter, Spoelman, Van der Staaij, Van der Steenhoven, Stellingwerf, Stroeken, De Swart, Swildens-Rozendaal, Terpstra, Timmermans, Udo, Ter Veer, Te Veldhuis, Vendrik, Verbugt, Verburg, Verhagen, Visser-van Doorn, Van der Vlies, Van Vliet, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, De Vries, Waalkens, Wagenaar, Van Walsem, Weekers, Weisglas, Van Wijmen, Wijn, De Wit, Witteveen-Hevinga en Zijlstra,

en de heren Kok, minister-president, minister van Algemene Zaken, Korthals, minister van Justitie, Pronk, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mevrouw Jorritsma-Lebbink, vice-minister-president, minister van Economische Zaken, mevrouw Borst-Eilers, vice-minister-president, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevrouw Herfkens, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, mevrouw Kalsbeek, staatssecretaris van Justitie, de heer Van Hoof, staatssecretaris van Defensie, en mevrouw Faber, staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Hindriks, wegens verblijf buitenslands;

Van den Akker, na afloop van de stemmingen, wegens verblijf buitenslands, de gehele week;

Blaauw, Bakker, Molenaar en Valk, wegens verblijf buitenslands, de gehele week;

Wilders, wegens ziekte.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ingekomen is de volgende brief:

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal.

Geachte Voorzitter,

Zoals u vernomen zult hebben ben ik per 1 november jl. benoemd tot waarnemend burgemeester van de gemeente Leeuwarden. Daar ik een combinatie van de functies kamerlid en burgemeester niet langer dan hoogstnoodzakelijk wil voortzetten, neem ik, nu mijn opvolging is geregeld, per 7 november 2001 ontslag als kamerlid.

Ik ben de afgelopen drie en een half jaar met veel genoegen volksvertegenwoordiger geweest. Bij alle parlementaire taken was het daarbij een voorrecht om voorzitter van de commissie buitenlandse zaken zijn.

De kerntaak van een parlementariër is enerzijds het controleren van de regering. Anderzijds is een direct contact met de burgers en haar maatschappelijke organisaties van fundamentele betekenis. Bij een toenemende complexiteit van de samenleving vereist de controlerende taak steeds meer een gedegen en diepgaande kennis van de zich voordoende problemen.

Deze kennis zal zo nodig vergaard en bijgehouden moeten worden. Dat kost veel tijd. Tijd die ten koste zou kunnen gaan van contacten met de samenleving.

Kamerleden ontvangen veel gegevens over de te behandelen onderwerpen van de "buitenwereld". Deze informatie is niet zelden van een hoge kwaliteit. Toch zou het goed zijn dat Kamerleden meer dan tot nu toe zouden kunnen beschikken over eigen wetenschappelijke of inhoudelijke gegevens.Voorzitter

Bij uw activiteiten om tot een eigen onderzoeksapparaat voor de Kamer te komen, wil ik daarom graag een lans breken voor een bredere inhoudelijk-wetenschappelijke ondersteuning. De tijd die daarmee vrij komt kan dan besteed worden voor het echte volksvertegenwoordigende werk.

Ik wens u en mijn overige collega Kamerleden een goede voortzetting van de werkzaamheden. De kwaliteit van dat werk is nog steeds een belangrijke basis voor ons democratisch stelsel.

In een andere sector van het openbaar bestuur zal ik vanaf heden mijn aandeel daarin leveren.

Ik dank u en mijn collega's voor de uitermate plezierige samenwerking in de afgelopen periode.

Met hartelijke groeten,

Margreeth de Boer

(Applaus)

De voorzitter:

Van dit ontslag is mededeling gedaan aan de voorzitter van het Centraal stembureau en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Ik stel voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Zeer geachte mevrouw De Boer. Inderdaad hadden wij, zoals u in het begin van uw brief veronderstelt, vernomen dat u geroepen was tot het waarnemen van het burgemeesterschap in Leeuwarden. Zoals gebruikelijk hebben wij uw maidenspeech opgezocht. Ik bedoel dan niet uw eerste bijdrage als minister. Die sprak u hier uit op 3 november 1994. Ik doel op uw eerste bijdrage als Kamerlid op 1 september 1998. U noemde dat toen zelf een alternatieve maidenspeech, omdat u niet ingeschreven stond als deelnemer aan een debat met uw opvolger als minister. U wilde toch antwoorden op een vraag die de heer Marijnissen had gesteld over het vermeende geëmotioneerde gedram van de vorige minister van VROM. U hebt toen uitgelegd dat u niet met een dikke stem en een traan in de ministerraad had gesproken, maar dat u wel ontzettend blij was geweest met een bepaalde uitspraak van de minister-president. En, zei u erbij, u zou erop letten dat ook gebeurde wat de minister-president had toegezegd. Zo kennen wij u: niet geëmotioneerd met een dikke stem, maar wel blij en vooral geïnteresseerd in de daden die op de woorden volgen.

In uw brief signaleert u dat de Kamer bij haar controletaak meer inhoudelijke ondersteuning nodig heeft. Daarover zullen wij goed nadenken. Intussen signaleer ik dat de Kamer ook behoefte heeft aan leden zoals u, die bereid zijn om binnen onze eigen organisatie bestuurlijke verantwoordelijkheden te dragen. U hebt dat in minstens twee functies gedaan, namelijk als voorzitter van onze concertcommissie en als voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken. In die laatste hoedanigheid hebt u heel wat van de wereld gezien. Ik noem China, Cyprus, Mali, vier landen in het Midden-Oosten, Indonesië, Vietnam, Suriname, Slovenië en alle landen van de Europese Unie die in uw periode het voorzitterschap hebben bekleed. Wij hebben van de leden van uw delegaties begrepen dat u het voorzitterschap steeds op zeer waardige wijze hebt ingevuld.

Bij uw installatie in de gemeenteraad in Leeuwarden zei u dat de draad gezamenlijk moet worden opgepakt en dat alleen nog naar de toekomst moet worden gekeken. Zo zullen wij ons uw optreden herinneren: doelgericht en handelend. Wij twijfelen er niet aan dat u dat in uw bestuurlijke functie in Leeuwarden weer zult doen. Graag wensen wij u daarbij veel succes. Intussen bedanken wij u voor alles wat u hier aan het Binnenhof hebt willen doen. Het ga u goed.

(Applaus)

De voorzitter:

De overige ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Naar boven