Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week het wetsvoorstel Wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (25828).

Op verzoek van enkele woordvoerders stel ik verder voor, de behandeling van het VAO privatisering lokale netwerken een week uit te stellen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Knaap.

De heer Van der Knaap (CDA):

Mevrouw de voorzitter! Mevrouw Römer, minister van de Nederlandse Antillen, belast met uitvoering van het herstelplan van de Nederlandse Antillen, heeft vorige week een bezoek aan Nederland gebracht. Tijdens dit bezoek heeft zij met verschillende leden van het kabinet gesproken. Mijn fractie wil van het kabinet vernemen, wat de reden was van haar bezoek, welke onderwerpen zij heeft besproken, wat de Antilliaanse wensen waren en welke eventuele toezeggingen door het kabinet richting de Nederlandse Antillen zijn gedaan.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Kamp.

De heer Kamp (VVD):

Mevrouw de voorzitter! Ik heb vorige week aangekondigd dat ik nu met een verzoek zou komen. Dat verzoek houdt in om het verslag van het algemeen overleg dat vorige week plaatsvond met mevrouw Kalsbeek, staatssecretaris van Justitie, over het asielbeleid op de plenaire agenda te zetten om mij in staat te stellen, een paar moties in te dienen.

De voorzitter:

Ik zal op een later tijdstip een voorstel doen.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter! Wij wachten op een brief van staatssecretaris Kalsbeek omdat zij niet in staat is geweest, een aantal vragen in tweede termijn te beantwoorden. Die brief is nog niet binnen, maar had binnen moeten zijn. Ik verzoek u, tot morgenochtend te wachten op die brief. Bij dezen wil ik rappelleren. Ik stel voor, morgen bij de regeling te besluiten tot het op de agenda plaatsen van dit VAO.

De voorzitter:

Ik neem aan dat de heer Kamp er geen bezwaar tegen heeft dat ik met het voorstel voor het tijdstip van de behandeling van het VAO wacht tot de brief van de staatssecretaris er is. Ik zie dat de heer Kamp het daarmee eens is.

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Ik vraag de minister Voorzittervan Economische Zaken of zij uitsluitsel kan geven over een aangenomen motie van GroenLinks (27400-XIII, nr. 31) over de etikettering van stroom. Hoewel die motie vorig jaar is aangenomen, hebben we daarover nog steeds niets gehoord van de minister. Ik krijg graag op korte termijn een reactie van het kabinet.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Blaauw.

De heer Blaauw (VVD):

Voorzitter! De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat heeft voorafgaande aan de plenaire zitting van deze middag een extra procedurevergadering gehad, met als onderwerp de situatie rond de spoorwegen. Een groot gedeelte van de daar aanwezige fracties is van mening – dat verzoek leg ik hier neer – dat de minister moet terugkomen van haar reis door China om een debat te hebben over de situatie rond het spoor, en wel donderdag a.s., zo mogelijk achter het debat over de Europese Raad. Er was geen meerderheid in de commissie die zich verzette tegen het op de agenda plaatsen van het onderwerp en het verzoek om terugkeer van de minister.

De voorzitter:

Ik zal kijken, in hoeverre ik tegemoet kan komen aan dit verzoek. U zult dat wel merken; dat zal zo snel mogelijk aan u doorgeleid worden.

De heer Blaauw (VVD):

Mijn probleem is natuurlijk dat ik nu de minister moet gaan waarschuwen. Wat is de kans dat het debat niet op donderdag wordt gehouden?

De voorzitter:

Dat weet ik helemaal niet. U zult het moeten doen met wat ik net zei.

De heer Blaauw (VVD):

Dan zal ik mij in dezelfde bewoordingen richten tot de minister in China.

De voorzitter:

Ik denk dat ík mij met de minister in China moet verstaan. Anders had u dit niet hoeven op te voeren bij de regeling van werkzaamheden. Als u vindt dat het een zaak is van de vaste commissie alleen, hoeft dat niet bij de regeling van werkzaamheden aan de orde te worden gesteld. Maar als u het neerlegt bij de regeling van werkzaamheden, legt u het bij mij neer. Dan voel ik mij ervoor verantwoordelijk dat ik mij nu met de minister ga verstaan.

De heer Blaauw (VVD):

Nog groter is mijn vreugde dat deze verantwoording van mijn smalle schouders is gevallen!

De voorzitter:

Absoluut!

De heer De Wit (SP):

Voorzitter! U zei zojuist dat het debat over de privatisering van de netwerken is uitgesteld. Is u mededeling gedaan van de reden waarom men dat wilde? Zo ja, kunt u die meedelen aan de Kamer?

De voorzitter:

Neen, die reden is mij niet meegedeeld, maar als twee fracties een dergelijk verzoek indienen, dan vind ik dat voldoende reden. Ik stel soms al iets uit als één fractie, één kleine fractie, mij daarom verzoekt. Ik weet niet of men een inhoudelijke reden heeft. Ik ben gewoon tegemoetgekomen aan een verzoek.

De heer Van den Akker (CDA):

Voorzitter! Ik zou die reden toch graag weten. De minister vroeg vorige week aan het eind van het algemeen overleg uitdrukkelijk om duidelijkheid voor de sector. Ik ben het daarmee eens. Het CDA is er klaar voor, maar er is klaarblijkelijk toch een probleem in de coalitie.

De voorzitter:

De reden kunt u van mij niet horen, zoals ik zojuist al heb aangegeven. Ik heb geen ander antwoord voor u dan het antwoord dat ik zojuist in de richting van de heer De Wit heb gegeven. Het gebeurt veel vaker dat één fractie verzoekt om iets uit te stellen. Als daar een mogelijkheid toe is, dan sta ik dat toe. Als dat bij een andere fractie problemen oproept, dan kan zij proberen op een andere manier achter de reden van het verzoek te komen. U zult die van mij niet horen, want ik ken die niet.

Naar boven