Aan de orde zijn de stemmingen over drie moties, ingediend bij de interpellatie over rekeningrijden, te weten:

- de motie-Hofstra/Reitsma over negatieve consequenties bij niet meedoen (27424, nr. 1);

- de motie-Giskes over private financiering van de A4 door Midden-Delfland (27424, nr. 2);

- de motie-Van der Steenhoven over minimaal 40% private financiering van een aantal wegenprojecten (27424, nr. 3).

(Zie vergadering van 26 september 2000.)

De voorzitter:

De heer Van der Steenhoven trekt zijn motie (27424, nr. 3) in.

Op verzoek van mevrouw Giskes stel ik voor, haar motie (27424, nr. 2) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Stellingwerf (RPF/GPV):

Voorzitter! Er was reden om de minister van Verkeer en Waterstaat aan de tand te voelen over haar opvatting over het rekeningrijden in relatie tot de afspraken met de betrokken regio's. Ook wat ons betreft diende er helderheid te ontstaan over de sancties waarmee regio's worden geconfronteerd die niet meewerken aan de beoogde proef rekeningrijden. De fracties van RPF en GPV hebben vanaf het begin van de discussie onvrede uitgesproken over het feit dat het Bereikbaarheidsoffensief Randstad dichtgetimmerd is. De Kamer heeft het recht om de uiteindelijke plannen te amenderen en bijvoorbeeld meer prioriteit te geven aan openbaar vervoer en een relatie aan te brengen met de kilometerheffing. Het was voor ons de vraag of hiervoor de facto nog wel de ruimte bestaat, gezien de afspraken met de coalitie en met de regio's. Die ruimte dient er te zijn. Wij vinden het derhalve onjuist dat de minister alles aan alles knoopt en de regio's naast de financiële boetes dreigt met een heroverweging van het totale bereikbaarheidspakket. Wij zijn het met die opvatting in de motie van de collega's Hofstra en Reitsma wel eens. Het is voor ons echter een afweging geweest of wij die boodschap via steun aan deze motie moesten ondersteunen, of dat wij onze opvattingen via amendering van het MIT handen en voeten willen geven. Gezien het onaangename karakter van het debat gisteravond, waaraan ook de motie uiting geeft, hebben wij niet de vrijmoedigheid deze motie te steunen. Dat betekent dat het debat wat ons betreft bij de begroting van Verkeer en Waterstaat en bij de behandeling van het MIT zal worden voortgezet.

In stemming komt de motie-Hofstra/Reitsma (27424, nr. 1).

De voorzitter:

De heer Van Gijzel verlangt hoofdelijke stemming.

Vóór stemmen de leden: Van den Akker, Van Ardenne-van der Hoeven, Van Baalen, Balemans, Balkenende, Van Beek, Van den Berg, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Blaauw, Van Blerck-Woerdman, Van Bommel, Buijs, Van de Camp, Cherribi, Cornielje, Dankers, Dijkstal, Van den Doel, Essers, Eurlings, Geluk, De Haan, Hessing, Hillen, Van der Hoeven, Hofstra, De Hoop Scheffer, Kamp, Kant, Klein Molekamp, Van der Knaap, Leers, Luchtenveld, E. Meijer, Th.A.M. Meijer, Mosterd, Niederer, Oplaat, Örgü, Passtoors, Patijn, Reitsma, Remak, Rietkerk, Rijpstra, Ross-van Dorp, Schreijer-Pierik, Snijder-Hazelhoff, Van der Staaij, Stroeken, De Swart, Udo, Te Veldhuis, Verbugt, Verburg, Verhagen, Visser-van Doorn, Van der Vlies, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, De Vries, Weekers, Weisglas, Van Wijmen, Wijn, Wilders en De Wit.

Tegen stemmen de leden: Albayrak, Apostolou, Arib, Augusteijn-Esser, Bakker, Barth, Belinfante, De Boer, De Cloe, Crone, Van Dijke, Dijksma, Dijsselbloem, Dittrich, Duivesteijn, Duijkers, Feenstra, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, Gortzak, Halsema, Hamer, Harrewijn, Van Heemst, Hermann, Herrebrugh, Hindriks, Van der Hoek, Hoekema, Kalsbeek, Karimi, Koenders, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Melkert, Middel, Van Middelkoop, Molenaar, VanVoorzitter Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oudkerk, Van Oven, Rabbae, Ravestein, Rehwinkel, Van 't Riet, Rouvoet, Santi, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schoenmakers, Schutte, Smits, Spoelman, Van der Steenhoven, Stellingwerf, Swildens-Rozendaal, Timmermans, Valk, Ter Veer, Vendrik, Van Vliet, Waalkens, Wagenaar, Van Walsem, Witteveen-Hevinga, Van Zijl en Zijlstra.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de motie met 68 tegen 70 stemmen is verworpen.

Naar boven