Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Visser.

Mevrouw Visser-van Doorn (CDA):

Voorzitter! De CDA-fractie wil graag een VAO aanvragen met de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over het kunstvakonderwijs. Als het kan graag deze week. De antwoorden in het algemeen overleg van 22 april zijn in een ander daglicht komen te staan door informatie die wij in het weekend hebben gekregen. Mijn fractie wil graag duidelijkheid over de taakopdracht van de projectcommissie.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer hierover een nader voorstel doen. Heeft het haast? Moet het deze week nog?

Mevrouw Visser-van Doorn (CDA):

Eigenlijk wel.

De voorzitter:

Als u dat vindt, is dat zo. Ik zal daar zo snel mogelijk een voorstel voor doen.

Het woord is aan de heer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! Morgen heeft de vaste commissie voor Nederlandse-Antilliaanse en Arubaanse Zaken een algemeen overleg met de staatssecretaris onder andere over de recente ontwikkelingen rondom de gevangenis Koraal Specht. Wij hebben vertrouwelijk toegestuurd gekregen een rapportage via de staatssecretaris van het zogenoemde antimartelingscomité van de Raad van Europa. De Kamer heeft bij motie-Van Middelkoop c.s. in grote meerderheid – misschien zelfs wel unaniem – uitgesproken dat zij het rapport van dat comité openbaar wil hebben om het vervolgens met de regering te bespreken. Het is het belangrijkste onderwerp van het algemeen overleg dat morgen plaatsvindt. Wij willen graag dat dit algemeen overleg doorgang vindt, maar verzoeken u de staatssecretaris te laten bevorderen dat het rapport openbaar wordt gemaakt, zodat de Kamer er in het openbaar over kan spreken. Het gaat om een belangrijk vraagstuk. Wij hopen dat die wens van de Kamer ingewilligd kan worden voor morgen 12.00 uur. Als dat onverhoopt niet het geval is, vervalt wat ons betreft het belangrijkste onderdeel van de agenda en daarmee het totale algemeen overleg. Maar gezien het belang van het onderwerp, meerdere jaren hier aan de orde gesteld, hopen wij dat de staatssecretaris erin slaagt om dit rapport openbaar te maken, zodat de Kamer er morgen over kan spreken.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw De Boer.

Mevrouw De Boer (PvdA):

Voorzitter! Namens de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken verzoek ik u de regering te vragen morgen met ons in debat te treden over de ontwikkelingen in Kosovo op basis van een brief die wij vanmiddag zullen ontvangen van de minister van Buitenlandse Zaken.

De voorzitter:

Ik zal op dit punt zo snel mogelijk een nader voorstel voor de agenda voor morgen doen en ik verzoek de Kamer er rekening mee te houden dat dit in kan houden dat de vergadering morgenochtend om 10.15 uur aanvangt in plaats van 's middags om 13.00 uur. Dan zal dit onderwerp als eerste op de agenda worden geplaatst met spreektijden van vijf minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Middel.

De heer Middel (PvdA):

Mevrouw de voorzitter! Vorige week heeft de Kamer met de minister van Buitenlandse Zaken en met de staatssecretaris van Justitie gesproken over de opvang van Kosovaarse vluchtelingen. Dat AO is plenair voortgezet. De regering heeft toen toegezegd dat Kosovaren die in Nederland verblijven familieleden naar Nederland kunnen laten komen en dat daar geen belemmeringen voor zullen gelden. Het zou allemaal snel worden afgehandeld. Toegezegd is dat er steunpunten zullen worden ingericht in Macedonië, Albanië en ook in Den Haag. De Kamer was hierdoor tevredengesteld en de motie die op dit punt was ingediend werd ingetrokken. Nu hebben ons tal van signalen bereikt dat de werkelijkheid er heel anders uitziet. Er is geen sprake van dat een en ander binnen vier dagen geregeld wordt. Mensen worden zelfs onheus en af en toe onbeschoft bejegend. Gebleken is dat men in Den Haag – zowel bij de IND als bij Buitenlandse Zaken – van niets weet. Er wordt gezegd: de politiek kan zoveel willen, maar zo zit de werkelijkheid niet in elkaar. Tegen deze achtergrond verzoek ik de minister van Buitenlandse Zaken om ons op zeer korte termijn een brief te sturen, waarin hij aangeeft op welke wijze hij de toezeggingen die hij vorige week heeft gedaan, zo snel mogelijk zal realiseren.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter! Mijn fractie steunt dit verzoek.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Mevrouw de voorzitter! Wij zijn afgelopen dagen via de media geïnformeerd over de fraudegevoeligheid van het systeem van oormerken bij het vee. Op zich was dat niet nieuw. Wel nieuw was dat men daarvan inmiddels jarenlang op de hoogte was op het ministerie van LNV. De vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij heeft recent met de staatssecretaris van LNV over dit probleem gesproken. Zij heeft toen nog ontkend dat dit al gedurende een reeks van jaren bekend zou zijn.

Mevrouw de voorzitter! Wij vragen via u aan de staatssecretaris om op zeer korte termijn de commissie te informeren over de gang van zaken. Hoe heeft het zover kunnen komen? En wat zijn daarvan de gevolgen? Wij zouden graag op korte termijn, liefst morgen, een brief ontvangen.

De heer Oplaat (VVD):

Mevrouw de voorzitter! Wij zijn blij dat het CDA onze zorgen deelt, omdat wij hier al eerder schriftelijke vragen over hebben gesteld. Wij ondersteunen het verzoek van het CDA.

De heer Van der Vlies (SGP):

Ook de SGP-fractie doet dat, mevrouw de voorzitter.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

GroenLinks vindt dit ook een belangrijke zaak, dus graag een brief.

De heer Ter Veer (D66):

Voorzitter! Wij beginnen over 25 minuten een procedurevergadering. Misschien kunnen wij daar wat puntjes op de i zetten over de verdere verzoeken.

De voorzitter:

Ik vind dat een heel goed idee.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, maar het is wel verstandig naar de procedurevergadering te gaan. Misschien moet er nog iets toegevoegd worden aan dit verzoek.

Daartoe wordt besloten.

De heer Atsma (CDA):

Mevrouw de voorzitter! Ik ben blij met uw toevoeging in die zin dat wij in de procedurevergadering wellicht nog een AO voor deze week kunnen afspreken.

De voorzitter:

Dat had ook wel gekund zonder dat u dat op deze manier aangekondigd had. U noodzaakt mij nu dat te zeggen. Ik zou dat niet gedaan hebben in uw geval.

Het woord is aan de heer Van Walsem.

De heer Van Walsem (D66):

Mevrouw de voorzitter! Vorige maand heeft de staatssecretaris van Economische Zaken een nationale faillissementspreventielijn ingesteld. Hij heeft de exploitatie van die lijn gegeven aan een bureau waarvan de betrouwbaarheid, zo lees ik in het Algemeen Dagblad van vandaag, inmiddels in twijfel wordt getrokken. De staatssecretaris heeft inmiddels gezegd dat hij een onderzoek zal laten instellen naar dit bureau. Ik zou graag willen dat de resultaten van dit onderzoek ook naar de Kamer worden gezonden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven