Aan de orde zijn de stemmingen over drie moties, ingediend
tijdens het debat over opvang vluchtelingen uit Kosovo, te weten:
- de motie-Halsema over opvang bij het ontbreken van consensus in de Europese
Unie (22181, nr. 248);
- de motie-De Wit over
het aan UNHCR aanbieden van opvang (22181, nr. 249);
- de motie-Albayrak c.s. over een eventueel verzoek van UNHCR (22181, nr. 252).
(Zie vergadering van 15 april 1999.)
De heer Middel (PvdA):
Voorzitter! De PvdA-fractie wil na overleg met de medeondertekenaars de
motie-Albayrak c.s. op stuk nr. 252 om twee redenen intrekken. In de eerste
plaats zijn inhoud en strekking van deze motie achterhaald door de ontwikkelingen
van de laatste dagen. In de tweede plaats wil de PvdA-fractie en, naar ons
is gebleken, ook andere fracties doorpraten met de regering over dit onderwerp.
Daartoe is vanmiddag om 16.00 uur een procedurevergadering van de vaste commissie
voor Justitie gepland. Het is de bedoeling om op zo kort mogelijke termijn
over dit onderwerp een algemeen overleg te voeren met de desbetreffende bewindspersonen.
De voorzitter:
Aangezien de motie-Albayrak c.s. (22181, nr. 252) is ingetrokken, maakt
zij geen onderwerp van behandeling meer uit.
De heer De Wit (SP):
Mevrouw de voorzitter! De staatssecretaris heeft gisteren laten weten
dat de Nederlandse regering de UNHCR heeft medegedeeld dat Nederland vluchtelingen
uit Kosovo wil opvangen. Dat was precies de strekking van mijn motie. Vandaar
dat ik die bij dezen intrek.
De voorzitter:
Aangezien de motie-De Wit (22181, nr. 249) is ingetrokken, maakt zij geen
onderwerp van behandeling meer uit.
Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Voorzitter! In tegenstelling tot de andere moties is mijn motie, helaas,
nog niet overbodig geworden. Wij zijn wel bereid om het komende debat af te
wachten. Ik houd mijn motie dus aan.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Halsema stel ik voor, haar motie (22181, nr. 248)
van de agenda af te voeren.