Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het voorstel van rijkswet Goedkeuring van het op 2 oktober 1997 te Amsterdam tot stand gekomen Verdrag van Amsterdam houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten, met Protocollen (25922, R1613), en over:

- de motie-Van Middelkoop/Scheltema-de Nie over openbaarheid van documenten van het voorzitterschap (25922, R1613, nr. 13);

- de motie-Van Middelkoop/Hessing over het vermelden van de motivering, op grond waarvan maatregelen zijn voorgesteld (25922, R1613, nr. 14);

- de motie-Hessing c.s. over herziening van artikel 113 (25922, R1613, nr. 15);

- de motie-Van Middelkoop over het besluit inzake het Schengenacquis (25922, R1613, nr. 18);

- de motie-Van Middelkoop c.s. over het in het openbaar vergaderen van de Europese Raad (25922, R1613, nr. 19);

- de motie-Scheltema-de Nie c.s. over het bevorderen van duidelijkheid over het Schengenacquis (25922, R1613, nr. 20);

- de motie-Karimi c.s. over het reguliere vreemdelingenrecht (25922, R1613, nr. 21);

- de motie-Timmermans c.s. over de informele Raden (25922, R1613, nr. 22);

- de motie-Van Oven c.s. over harmonisatie van het Europese strafrecht (25922, R1613, nr. 23);

- de motie-Van den Akker over onderhandelingen over de noodzakelijke institutionele aanpassingen (25922, R1613, nr. 24);

- de motie-Van den Akker c.s. over het begrotingsrecht van het Europees Parlement (25922, R1613, nr. 25);

- de motie-Karimi over het invoeren van een energieheffing binnen de Europese Unie (25922, R1613, nr. 26).

(Zie vergadering van 3 november 1998.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Van Middelkoop (GPV):

Mevrouw de voorzitter! Mijn stemverklaring betreft de motie op stuk nr. 25 van collega Van den Akker c.s. In die motie wordt de regering gevraagd te bevorderen dat bij een nieuwe verdragswijziging het onderscheid tussen verplichte en niet-verplichte uitgaven vervalt, enzovoorts. Dat is qua strekking ongeveer dezelfde motie als die welke mevrouw Van Rooy voor de behandeling van het Verdrag van Amsterdam indiende. Onze fracties – ik praat ook nu weer namens de drie kleine christelijke fracties – hebben daar toen tegengestemd. Wij hebben het hierbij over een heel oude discussie inzake de landbouwuitgaven. Vanouds was het bij ons een belangrijke overweging, dat het verlenen van begrotingsrecht aan het Europees Parlement wel eens het beheersen van de landbouwuitgaven, sinds jaar en dag een noodzaak, zou kunnen verhinderen. Inmiddels is de situatie vrij ingrijpend veranderd. In de eerste plaats zijn de uitgaven voor het GLB verlaagd, overigens voor een belangrijk deel ook door wereldmarktontwikkelingen. In de tweede plaats is bij ons het inzicht gegroeid dat het vermoedelijk eerder de Raad van landbouwministers zal zijn die de beheersing van de landbouwuitgaven zou kunnen belemmeren. In de derde plaats moet eerlijk worden onderkend dat het uit parlementair-democratisch oogpunt nauwelijks nog te rechtvaardigen is dat ten aanzien van het begrotingsrecht van het Europees Parlement het onderscheid tussen verplichte en niet-verplichte uitgaven nog bestaat, zeker na het Verdrag van Amsterdam. Om die reden zullen wij de motie nu steunen.

Artikel 1 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Middelkoop (stuk nr. 16) tot invoeging van een nieuw artikel 1a.

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel 2 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van den Akker c.s. (stuk nr. 9) tot invoeging van een nieuw artikel 2a.

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Oven c.s. (stuk nr. 10) tot invoeging van een nieuw artikel 2a.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Artikel 3 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Oven (stuk nr. 11) tot invoeging van een nieuw artikel 3a.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden Voorzittervan de fracties van GroenLinks, de PvdA en D66 voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 4 en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, de VVD en het CDA voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

De motie-Karimi c.s. (25922, R1613, nr. 21) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het Verdrag van Amsterdam in artikel 73 K, lid 3, sub a, en lid 4, de Raad de opdracht geeft om maatregelen te treffen op immigratiegebied, waarbij niet is aangegeven dat het om minimumnormen gaat;

overwegende, dat artikel 73 K, lid 5, niet uitsluit dat het gemeenschapsrecht gunstiger regelgeving kan verbieden;

overwegende, dat de vrijheid van lidstaten om met betrekking tot de positie van onderdanen van derde landen een gunstiger regelgeving te kunnen handhaven of invoeren, om principiële, economische of praktische redenen van essentieel belang kan zijn;

verzoekt de regering gedurende de periode van vijf jaar of zoveel langer bedoeld in artikel 73 O, lid 1, of zolang als de Raad in deze materie met eenparigheid van stemmen beslist, slechts haar medewerking te verlenen aan een maatregel op grond van artikel 73 K, punten 3 en 4, van het door het in artikel 1 genoemde Verdrag gewijzigde Verdrag tot oprichting van de Economische Gemeenschap, als deze geen afbreuk doet aan bepalingen in het nationale recht die voor onderdanen van derde landen gunstiger zijn, tenzij in nader overleg met de Kamer wordt vastgesteld dat de concrete tekst van een ontwerpmaatregel de lidstaten voldoende ruimte laat voor aanvullende regelgeving die om principiële, economische of praktische redenen van essentieel belang is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Karimi, Van Oven, Scheltema-de Nie en Van Middelkoop. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 29 (25922, R1613).

Ik neem aan, dat wij thans ook over deze gewijzigde motie kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Van Middelkoop/Scheltema-de Nie (25922, R1613, nr. 13).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Middelkoop/Hessing (25922, R1613, nr. 14).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hessing c.s. (25922, R1613, nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, de VVD, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Middelkoop (25922, R1613, nr. 18).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Middelkoop c.s. (25922, R1613, nr. 19).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Scheltema-de Nie c.s. (25922, R1613, nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Karimi c.s. (25922, R1613, nr. 29).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, het GPV, de RPF en de SGP voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Timmermans c.s. (25922, R1613, nr. 22).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Oven c.s. (25922, R1613, nr. 23).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van den Akker (25922, R1613, nr. 24).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van den Akker c.s. (25922, R1613, nr. 25).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de SP tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Karimi (25922, R1613, nr. 26).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven