Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. vier koninklijk boodschappen, ten geleide van de volgende voorstellen van (rijks)wet:

Goedkeuring van het op 2 oktober 1997 te Amsterdam tot stand gekomen Verdrag van Amsterdam houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten, met Protocollen (25922, R1613);

Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Beroepswet, de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet op de Raad van State, de Wet op de studiefinanciering en de Wet tarieven in burgerlijke zaken ter verhoging van de opbrengst van de griffierechten (verhoging van de opbrengst van griffierechten) (25926);

Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, strekkende tot vervanging van de mogelijkheid van beroep in cassatie door de mogelijkheid van hoger beroep, alsmede het aanbrengen van enige andere wijzigingen (vervanging in Mulderzaken van beroep in cassatie door hoger beroep bij het gerechtshof Leeuwarden) (25927);

Wijziging van de Destructiewet (25931).

Deze koninklijke boodschappen, met de erbij behorende stukken, zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. de volgende brieven:

een, van de minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, over de problematiek van de gevangenis Koraal Specht (25600-IV, nr. 24);

twee, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, over Irak (21664, nr. 97);

  • een, ten geleide van het Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Venezuela (25932, R1615);

twee, van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, te weten:

  • een, over welk deel van de Nederlandse hulpverlening via het maatschappelijk middenveld loopt (25600-V, nr. 59);

  • een, over resultaatstudie MFP (25600-V, nr. 60);

een, van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, ten geleide van antwoorden op vragen die gesteld zijn tijdens het overleg over het Euro-Mediterrane Associatieverdrag met Marokko op 9 maart 1998 (25303, nr. 7);

twee, van de minister van Justitie, te weten:

  • een, over een overeenkomst betreffende de oprichting van "Eurodac" voor het vergelijken van vingerafdrukken van asielzoekers (23490, nr. 92);

  • een, over de knelpunten in het Nationaal Schengeninformatiesysteem (NSIS) (25200, nr. 7);

een, van de staatssecretaris van Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ten geleide van antwoorden op vragen die gesteld zijn tijdens het algemeen overleg over de voortgangsrapportage Beleidskader jeugdzorg op 22 januari 1998 (24885, 25619, nr. 13);

een, van de minister van Binnenlandse Zaken, over het door de heer J.W. Brinkman ingestelde beroep tegen zijn ontslag als korpschef van de politieregio Rotterdam-Rijnmond (25600-VII, nr. 34);

een, van de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie en van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ten geleide van het rapport Leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving (25938);

een, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, over de artikel-12-gemeenten (25936);

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de koppeling WSF-WTS aan de GBA (24724, nr. 20);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de vraag van BNN voor toelating tot het publieke omroepbestel (23968, nr. 42);

een, van de minister van Financiën, ten geleide van het verslag van de vergadering van de Ecofin-Raad van 9 maart 1998 (21501-07, nr. 213);

een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ten geleide van antwoorden op vragen die gesteld zijn tijdens het algemeen overleg op 29 januari 1998 over PVC (25723, nr. 2);

een, van de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over woonwagenbewoners (25333, nr. 19);

twee, van de minister van Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, over de stand van zaken van het project Toekomstige Nederlandse luchtvaartinfrastructuur (TNLI) (24786, nr. 11);

  • een, ten geleide van een brief van EU-commissaris M. Bangemann over het niet tijdig implementeren van delen van de communautaire wetgeving in Nederland (25533, nr. 20);

een, van de minister van Economische Zaken, over het grootschalig productiebedrijf (GPB) (25621, nr. 75);

een, van de staatssecretaris van Economische Zaken, ten geleide van een notitie inzake het Multilateraal akkoord inzake investeringen (MAI) (25941);

een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, over de Nederlandse export van rundvlees naar Rusland (25944);

een, van de minister en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ten geleide van de vierde voortgangsrapportage inzake de thuiszorg (23235, nr. 52);

een, van de Algemene Rekenkamer, ten geleide van het rapport "Totstandkoming en vormgeving USZO" (25935);

een, van de Hoge Raad der Nederlanden, ten geleide van Voordrachten ter vervulling van drie vacatures in de Hoge Raad (25937).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

een, van de minister van Justitie, inzake het rapport van de werkgroep Tolk- en vertaaldiensten;

een, van de minister van Binnenlandse Zaken, ten geleide van het rapport "Vermogenspositie regionale politiekorpsen";

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de ontwikkelingen van Informatie- en communicatietechnologie (ICT);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van de Hoofdlijnenbrief landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 1999-2000;

een, van de minister van Financiën, ten geleide van de Handleiding ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik;

een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ten geleide van het RIVM-rapport "Milieurendement van het NMP-3";

twee, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, te weten:

  • een, ten geleide van een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte (jaarlijkse aanpassing);

  • een, ten geleide van het rapport met betrekking tot groepswonen van ouderen;

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, inzake onderzoek vergoedingen bij ontslag van werknemers en ambtenaren;

twee, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, ten geleide van het advies dat de Gezondheidsraad heeft uitgebracht over tandheelkundige restauratiematerialen;

  • een, ten geleide van het advies van de Gezondheidsraad over IVF regeling gebruik foetaal weefsel.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies en niet te drukken;

4. de volgende adressen:

een, van mevrouw M. Braaksma te Assen, met betrekking tot teruggave van belasting;

een, van K.S. Sin te Uitgeest, met betrekking tot tariefgroepindeling door middel van toepassing van de hardheidsclausule;

een, van mevrouw R.Y. Terlaan te Hoogvliet, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van W. Dwars te Leeuwarden, met betrekking tot een verschil tussen dividendvrijstelling en rentevrijstelling;

een, van mevrouw M. van As te Eindhoven, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van mevrouw P. Stöppler te Rotterdam, met betrekking tot een betalingsregeling voor een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van mevrouw B. Gajdowski te Gdyina (Polen), met betrekking tot een vergunning tot verblijf in Nederland.

Deze adressen zijn in handen gesteld van de commissie voor de Verzoekschriften;

5. een brief van de voorzitter van het Europees Parlement, inzake de bijeenkomst op 2 en 3 juni 1998 inzake "Follow-up van de top over werkgelegenheid – De rol van de lidstaten".

Deze brief ligt op de griffie ter inzage;

6. de volgende brieven:

een, van de Vereniging van rechtzoekenden, over artikel 12 van de Wet op de rechtelijke organisatie en de toepassing van artikel 13a;

een, van Moret Ernst & Young, over de financiële relatie tussen Philips en de overheid;

een, van Jij & Idealisten Amsterdam, over het MAI-verdrag (multilateral agreement on investments);

een, van A.M.P. van Heijningen, over onder andere het experimenteren op ongeboren leven;

een, van het gemeentebestuur van Langedijk, over de financiële sanering van de gemeente Den Haag.

Deze brieven e.a. liggen op de griffie ter inzage.

Naar boven