Aan de orde zijn de stemmingen over drie moties, ingediend bij de behandeling van de wetsvoorstellen inzake de vorming van een Spaarfonds AOW, te weten:

- de motie-Giskes over incidentele aanpassing van de AOW (25699, nr. 7);

- de motie-Van Wingerden/Leerkes over verlaging van de staatsschuld (25699, nr. 8);

- de motie-Van Hoof c.s. over het jaarlijks koppelen van de AOW aan de lonen (25699, nr. 9).

(Zie vergadering van 18 februari 1998.)

De voorzitter:

De motie-Giskes (25699, nr. 7) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering wettelijk vast te leggen dat ten minste eenmaal per vier jaar wordt bezien of er noodzaak is tot een structurele aanpassing van de AOW, bijvoorbeeld met het oog op opgetreden incidentele loonontwikkelingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 12 (25699).

Op verzoek van mevrouw Giskes stel ik voor, haar gewijzigde motie (25699, nr. 12) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de motie-Van Wingerden/Leerkes (25699, nr. 8) is ingetrokken.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Terpstra (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Wij hebben gisteren een goed debat gehad over het Spaarfonds AOW. Wij hebben zojuist voor het wetsvoorstel gestemd. De basis van het Spaarfonds AOW is dat in de volgende eeuw ook het huidige indexeringssysteem blijft bestaan. Dit betekent dat er een relatie is tussen het minimumloon, de AOW, de gehele sociale zekerheid en de stijging van de welvaart zoals deze wordt gemeten aan de ontwikkeling van de CAO-lonen. In de motie op stuk nr. 9 van de heer Van Hoof wordt uitgesproken, deze gedachte alleen van toepassing te verklaren op de AOW en andere groepen "eruit te gooien". Ik doel op gehandicapten, bijstandsmoeders en arbeidsongeschikten. Zij kunnen op basis van de motie-Van Hoof eventueel slechter worden behandeld. Deze tweedeling achten wij in strijd met de solidaire ontwikkeling in de maatschappij, zoals zij is verwoord door de regering bij de verdediging van het Spaarfonds AOW. Tevens wordt daarbij naar ons idee ook gevaarlijk gespeeld met de solidariteit tussen de generaties. Juist voor de handhaving van de AOW in de komende eeuw is solidariteit tussen mensen boven en onder de 65 jaar noodzakelijk. Omdat wij voor het Spaarfonds AOW zijn, zullen wij tegen de motie-Van Hoof stemmen.

De heer Van Zijl (PvdA):

Voorzitter! Omdat ook wij voor het Spaarfonds AOW zijn, zijn wij eveneens tegen de motie-Van Hoof.

In stemming komt de motie-Van Hoof c.s. (25699, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de VVD, de groep-Nijpels en het AOV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven