Aan de orde is de behandeling van:

het verslag van een algemeen overleg over de eigen bijdrage ziekenfonds (24678, nr. 29).

De beraadslaging wordt geopend.

De heer Marijnissen (SP):

Voorzitter! De eigenbijdrageregeling ziekenfonds is een gedrocht, waar alle partijen in de Kamer sinds de invoering mee worstelen. Ik heb het eens nagekeken: er zijn inmiddels tien keer schriftelijke vragen over gesteld, er zijn interpellaties over gehouden, er zijn AO's geweest in eindeloze rijen, er zijn brieven geweest, notities, onderzoeken, evaluaties, noem het allemaal maar op. Om een lang verhaal kort te maken: het is een drama en een gedrocht. Dit heeft geculmineerd in een motie van de heer Oudkerk, die op zichzelf al een uitkleding was van de vijf voorwaarden die de Partij van de Arbeid zelf eerder had gesteld aan de invoering van de eigen bijdrage. Maar daarvoor heb ik nu geen tijd. Er is één motie gekomen, die behelsde dat een aantal evidente duidelijke onrechtvaardigheden moesten worden opgelost. Het kabinet heeft besloten deze motie uit te voeren via een inkomensmaatregel. Zojuist hebben wij daarover met de heer Melkert gesproken. Tot geruststelling van deze minister kan ik zeggen dat de heer Melkert er niets over wilde zeggen, omdat hij niet het risico wenste te lopen dat er licht zou bestaan tussen zijn uitlatingen en die van de minister. Zij kan dus vrijuit spreken.

Echter, mijnheer de voorzitter, door dit knelpunt niet binnen de regeling op te lossen, blijft de onrechtvaardigheid in de eigenbijdrageregeling bestaan. Mensen zullen dat in ieder geval als zodanig beleven. Het woord "beleven" is in het kader van de koopkrachtreparatie, zoals de Kamer misschien weet, een belangrijk begrip. Verder zijn de inkomensmaatregelen bedoeld om inkomens te verbeteren, en niet om problemen elders op te lossen. Ten slotte zijn er naast mensen met WAO en WW ook mensen met inkomen uit arbeid, bijvoorbeeld Melkertbanen, die op het minimumniveau zitten. Deze mensen komen ook niet in aanmerking voor een verlaagd maximum, dus ƒ 100 in plaats van ƒ 200. Hoe zit het met deze mensen?

Ook andere onrechtvaardigheden zijn niet opgelost. Een andere motie-Oudkerk sprak uit dat er iets moest worden gedaan aan de opeenstapeling van specifieke en algemene eigen bijdragen. Het advies van de Ziekenfondsraad dienaangaande heeft de minister niet willen overnemen. Het zal duidelijk zijn dat het in ieder geval de SP-fractie zou verbazen als de PvdA-fractie uiteindelijk toch instemt met dit voorstel. Om daar helderheid over te krijgen, heb ik de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de eigenbijdrageregeling in het ziekenfonds leidt tot onrechtvaardigheden en dat de compensatie voor ouderen, chronisch zieken en mensen met een minimuminkomen niet volledig is;

overwegende, dat door verhoging van het inactievenforfait de bedoelde groepen nog niet volledig worden gecompenseerd;

overwegende, dat de onrechtvaardigheden binnen de regeling zelf opgelost moeten worden, maar dat dit weer tot nieuwe onrechtvaardigheden en grote uitvoeringsproblemen zou leiden;

verzoekt de regering de eigenbijdrageregeling in te trekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Marijnissen, Lansink, Nijpels-Hezemans, Van der Vlies en Oedayraj Singh Varma.

Zij krijgt nr. 31 (24678).

Mevrouw Nijpels-Hezemans (groep-Nijpels):

Voorzitter! Ik kan deze keer erg kort zijn. Het is volstrekt onbegrijpelijk dat de indiener van de motie-Oudkerk zomaar akkoord gaat met de wijze van uitvoering van zijn motie. Het is een dermate kromme oplossing, dat die met geen mogelijkheid is recht te praten. Er wordt een generieke maatregel genomen voor een specifiek probleem. De onrechtvaardigheden die de heer Oudkerk met zijn motie wilde uitbannen, blijven dus gewoon bestaan. Dat het kabinet er niet in geslaagd is deze en andere onrechtvaardigheden uit de eigenbijdrageregeling te halen, toont voor de zoveelste keer aan dat dit soort regelingen niet deugt.

Afschaffen dus, en nooit meer aan beginnen! Het bizarre is dat er in feite nog maar één fractie voor handhaving van de regeling is: de VVD. Toch zal de regeling waarschijnlijk niet worden afgeschaft. Hoe leggen wij dat nu weer aan de buitenwereld uit? Had Paars nu geen deal kunnen sluiten? Ik heb nog een suggestie. Als de PvdA de motie-Van Hoof nu eens ondersteunt, die de AOW wil koppelen aan de lonen, dan gaat de VVD akkoord met de afschaffing van de eigenbijdrageregeling. Ik heb uiteraard met volle overtuiging de motie van de heer Marijnissen medeondertekend.

Mevrouw Kamp (VVD):

Mijnheer de voorzitter! De eigenbijdrageregeling is mede ingewikkeld geworden vanwege de compensatiemogelijkheden binnen het systeem van de eigenbijdrageregeling. Waar wij als VVD-fractie toch al vinden dat inkomenspolitiek niet via de ziektekostenpremies mag worden gevoerd, steunden wij in het AO van 15 januari de regering om de door de meerderheid van de Kamer gewenste lage bijdrage voor WAO'ers niet te compenseren binnen het systeem. Dit vanwege de extra administratieve lasten, de fraudegevoeligheid en de niet bedoelde consequentie dat dan ook een heel andere groep, namelijk de parttimers, dat lagere bedrag mocht betalen. In het overleg deed ik de suggestie aan het kabinet om, als het toch zou overwegen om de WAO'ers op minimumniveau tegemoet te komen, dit niet te betrekken bij het systeem van de Ziekenfondswet, maar bij de koopkrachtreparatie. Toen dachten wij nog aan de Voorjaarsnota, maar door allerlei ontwikkelingen is dit punt vorige week al in het kabinet geweest.

Voorzitter! Ik moet zeggen dat ik het bijzonder op prijs stel dat het kabinet mijn suggestie in dezen heeft overgenomen om via de verhoging van het inactievenforfait een adequate compensatie te bieden. Ik moet echter wel zeggen dat ik het niet zo heel erg sportief vond dat in de brief die wij ontvingen, daaraan niet werd gerefereerd. Daar worden mij meer suggesties in de mond gelegd over de bijzondere bijstand en de eventuele buitengewonelastenaftrek. Maar in het verslag van het algemeen overleg staat mijn suggestie.

De heer Van Boxtel (D66):

Voorzitter! Ik meen dat het kabinet zo goed mogelijk tegemoet is gekomen aan de geest van de motie-Oudkerk en in het verlengde daarvan aan het verlangen van vele fracties in dit huis om alle mensen op het minimum echt te compenseren. Er lagen drie varianten voor; de twee andere waren voor mijn fractie niet aanvaardbaar, vanwege de hoge uitvoeringskosten en het eventueel weer beschikbaar stellen van inkomensgegevens aan de verzekeraars. Wij kunnen ons dus vinden in de getroffen oplossing. Ik heb nog wel één vraag. Op de vraag van mijn fractie, hoe de problematiek van dak- en thuislozen in maatschappelijke opvang kan worden geregeld als het gaat om eigen bijdragen, verwijst het kabinet naar de gemeenten en hun vrijheid om eventueel rekening te houden met het betalen van die eigen bijdragen. Dat is wel feitelijk juist, zij het wat vrijblijvend. Mijn verzoek is, of de minister bereid is hierover formeel de Vereniging van Nederlandse gemeenten te benaderen, om de gemeenten in het verlengde daarvan te wijzen op deze mogelijkheden, zodat de schrijnende probleemgevallen boven tafel komen. Aan de motie van de heer Marijnissen c.s. zullen wij geen steun verlenen.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Voorzitter! De fractie van GroenLinks heeft keer op keer gewezen op de problemen rond de eigenbijdrageregeling. Wij hebben keer op keer gewezen op de misstanden en op de mensen die op kosten gejaagd worden, waarvan de zorg nog niet helemaal gegarandeerd was. Wij hebben toen geprobeerd om een aantal onrechtvaardigheden die er waren via de motie van de heer Oudkerk op te lossen. Wij hebben een brief gekregen van de minister, waarbij gezegd werd dat geprobeerd zal worden om via inkomensmaatregelen oplossingen te zoeken. Dat blijkt dus niet echt te kloppen. Dat blijkt dus geen oplossing te zijn, in ieder geval geen volledige oplossing. Ik vraag mij daarom af hoe collega Oudkerk kan vinden dat zijn motie met deze voorgedragen oplossing is uitgevoerd. De problemen blijven bestaan. Groepen blijven niet volledig gecompenseerd. Belangrijk is dat wij nu de motie-Marijnissen c.s. hebben ingediend, die ik medeondertekend heb. Het is heel duidelijk: de eigenbijdrageregeling kan wat ons betreft van tafel.

De heer Oudkerk (PvdA):

Voorzitter! Ik zou hier eigenlijk niet meer hoeven te staan, want mevrouw Nijpels en mevrouw Singh Varma hebben al gezegd wat ik ga zeggen.

De Partij van de Arbeid is ooit akkoord gegaan met deze eigenbijdrageregeling, waarover ik al genoeg kwalificaties heb gehoord, onder drie voorwaarden:

  • - de huisarts moet erbuiten blijven; waaraan is voldaan;

  • - het moet een overgangsmaatregel zijn; waaraan wordt voldaan;

  • - er moet een compensatie komen voor alle ouderen, chronisch zieken en de mensen met de laagste inkomens.

Dat zijn dus drie voorwaarden en geen vijf, zoals de heer Marijnissen steeds beweert.

De heer Marijnissen (SP):

U hebt de convergentie als randvoorwaarde gesteld, en u wilde een IZA-achtig systeem. Verder moest het "remmen waar het kon". Het zijn dus eigenlijk zes randvoorwaarden.

De heer Oudkerk (PvdA):

De eerste twee herinner ik mij, maar "remmen waar het kan" zijn geen woorden die ik vaak gebruik.

Over de convergentie wil ik het volgende zeggen. Wij hadden in het regeerakkoord afgesproken dat er in het kader van een convergentiewet een eigen risico zou komen. Toen die convergentiewet, om welke moverende redenen dan ook, niet doorging, is ook het eigen risico niet doorgegaan. Wij vonden inderdaad dat het scheefgroeide: wel de eigen bijdrage en geen convergentie zoals wij die wilden. Over het IZA-achtig systeem: soms kijkt een partij verder als de tijd verdergaat. Inmiddels heeft de heer Marijnissen ons verkiezingsprogramma kunnen lezen. Daarin zal hij een IZA-achtig systeem wat een eigen bijdrage in de ZFW betreft niet tegenkomen. Wij willen er in het komend regeerakkoord, met welke partijen wij dat ook mogen sluiten, vanaf.

Mevrouw Kamp (VVD):

Een collega van u had daar vorige week ook al zo'n prachtig verhaal over. Realiseert u zich wat dat kost? Wie moet dat betalen?

De heer Oudkerk (PvdA):

Ik realiseer mij net zo goed als u wat het kost, namelijk 50 mln. als het gaat om de uiteindelijke volumeopbrengst, en qua financieringsverschuiving tussen de 700 mln. en 900 mln. Ik denk dat het eerder bij het eerste bedrag dan bij het laatste zal liggen. Er zijn vele mogelijkheden om dit in een nieuw regeerakkoord op te lossen. Maar daarover praten wij, mogelijk met uw partij, in mei of juni.

Mevrouw Kamp (VVD):

Ik praat nu niet over het regeerakkoord. Geeft u eens aan hoe u afschaffing van de eigen bijdrage betaalt?

De heer Oudkerk (PvdA):

Er zijn diverse mogelijkheden, waar ik nu niet op vooruitloop. Ik laat mij er nu niet toe uitdagen. Wel constateer ik dat het eigenbijdragesysteem in de Ziekenfondswet op dit moment nog niet heeft geleid tot datgene waar u misschien namens uw fractie op had gehoopt, namelijk een volumebeperking in de zorg. Wij hebben de voorlopige evaluatie van de Ziekenfondsraad gezien, die spreekt van het feit dat het ten aanzien van de volumemaatregelen misschien flink kan tegenvallen. Van de financieringsverschuiving hebben wij natuurlijk gezien dat het wel degelijk iets oplevert. Maar de vraag is wat dat uiteindelijk oplevert. Het gaat immers echt niet alleen over de eigenbijdrageregeling.

Mevrouw Kamp (VVD):

Moet ik dan constateren dat het een ontzettend goedkope verkiezingsstunt is om tegen de mensen te zeggen dat u voor afschaffing bent, terwijl u niet kunt aangeven wie dat geld moet opbrengen?

De heer Oudkerk (PvdA):

Ik wil best ons hele verkiezingsprogramma hier voordragen, maar daar krijg ik vast de gelegenheid niet voor. Er zijn naar onze mening andere maatregelen in de zorgsector nodig, die inderdaad haaks staan op datgene wat in uw verkiezingsprogramma staat, zoals het uitbreiden van het ziekenfonds in plaats van het bevriezen van de ziekenfondsgrens. Wij zullen nog met elkaar hierover spreken.

De heer Marijnissen (SP):

Ik ben het niet vaak met mevrouw Kamp eens, maar ik moet erkennen dat zij een punt heeft als zij zegt dat dit een beetje verkiezingspraat van u is. Wat let u om nu, te elfder ure, want wij lopen tegen het einde van dit kabinet, een daad te stellen? Wij hebben de hele lijdensweg nu jarenlang met elkaar gevolgd. Wat zou het mooi zijn als u nu een daad zou stellen. De meerderheid wordt u op een presenteerblaadje aangeboden. U hoeft maar ja te zeggen en het is afgelopen met de eigen bijdragen. Als u dan naar de formatietafel gaat, zult u zien dat u mevrouw Kamp en de VVD nog klein krijgt ook. Anders zal het niet gebeuren. Op grond van de verkiezingsprogramma's van de Paarse partijen lijkt een voortzetting van het huidige systeem politiek het best haalbaar. Het risico is levensgroot aanwezig dat wij over een paar jaar nog steeds over dit systeem praten.

De heer Oudkerk (PvdA):

Ik weet niet welke verkiezingsprogramma's u leest, maar de verkiezingsprogramma's van de grote partijen die ik lees, vertonen nogal wat divergentie. Ik noem het eigen risico bij het CDA, het feit dat de VVD dit systeem wil handhaven, en het feit dat D66 van de AWBZ en de Ziekenfondswet samen een inkomensafhankelijk systeem wil maken.

De heer Van Boxtel (D66):

Wij hebben de toezegging van de heer De Jong van het CDA dat het verkiezingsprogramma van het CDA zo gelezen moet worden, dat het gewoon dat IZA-achtige systeem mag worden. Dat zijn er dan al heel wat in dit huis. Daar had ook u zich aan geconformeerd.

De heer Oudkerk (PvdA):

Dat moet ik u nageven: de heer De Jong heeft dat hier gezegd. Ik weet alleen niet of de heer De Jong alles kan beslissen wat er in het CDA gebeurt.

Wij hebben altijd gezegd dat een IZA-achtig systeem, een inkomensafhankelijk systeem zoals ik het liever noem, rechtvaardiger is dan het huidige. Wij hebben nu ervaringen opgedaan en doen deze nog op met het eigenbijdragesysteem. Volgens de heer Marijnissen mag ik dit niet als verkiezingsstunt gebruiken, maar moet ik nu een daad stellen. Het verschil tussen hem en mij is onder andere dat hij niet in de coalitie zit en ik wel. Ik vind dat je je in een coalitie aan de afspraken moet houden die je gemaakt hebt. Deze afspraken lopen nu eenmaal totdat deze coalitie het tot een goed einde heeft gebracht. Zo hoort het, lijkt mij.

De heer Marijnissen (SP):

De inzet van de Paarse coalitiepartijen is het formeren van Paars-2. Kunt u mij uitleggen waar het politieke compromis van uw verkiezingsprogramma en dat van de VVD ongeveer uitkomt?

De heer Oudkerk (PvdA):

De heer Van Boxtel juicht met twee armen in de lucht: bij D66. Wij zullen zien in mei, juni. Als ik de toekomst kon voorspellen zoals mevrouw Nijpels en mevrouw Varma, stond ik hier vast niet. Dan had ik een andere baan gezocht. Ik weet het niet. Ik weet wel dat het onder andere ligt aan de verkiezingsuitslag op 6 mei.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

U moet straks weer onderhandelen, want u wilt Paars-2. Is het geen verkiezingsbedrog als u de campagne ingaat met datgene wat u hier zegt, terwijl u weet dat u straks weer met de VVD om de tafel gaat zitten en de VVD iets totaal anders wil?

De heer Oudkerk (PvdA):

De VVD wil inderdaad iets totaal anders. Het ligt dan ook onder andere aan de krachtsverhoudingen na 6 mei wat er gebeurt. Het is duidelijk dat er op 6 mei in ieder geval iets te kiezen is. Dat is het enige wat ik u kan zeggen.

De heer Lansink (CDA):

Voorzitter! Wie de laatste tien minuten de debatten tussen de regeringspartijen volgde, op afstand zoals ik, moet wel vaststellen dat de regeringspartijen niet alleen in dit debat, maar in de afgelopen vier jaar er een verschrikkelijke puinhoop van gemaakt hebben in de gezondheidszorg. Let op de overschrijdingen die nu weer zijn aangekondigd. Kijk eens wat er van een op zichzelf aardig regeerakkoord is terechtgekomen op het punt van de convergentie en de eigen risico's. Ik heb in 1994 gezegd dat de coalitiepartijen de medewerking van het CDA hadden om er iets van te maken, om een keer boven het gewoel uit te stijgen. Wat gebeurt er? Er komt een wangedrocht van een eigenbijdrageregeling, waarvan je van tevoren kon zeggen dat deze niet solidair was en nieuwe onrechtvaardigheden en uitvoeringsproblemen zou oproepen. Dat is ook de reden waarom het CDA dit compromis steeds heeft afgewezen.

Tussendoor deed de heer Oudkerk met het indienen van een motie een poging om iets te repareren, hiertoe getriggerd door de heer Marijnissen, die nooit te beroerd is om het vuur aan te stoken, waarbij ik natuurlijk een beetje meeblaas. Dit geef je dan toch weer het voordeel van de twijfel, want elke poging om er iets van te maken, moet je op zichzelf waarderen. Maar het lukt niet; het werkt niet. Je kunt het wel verkopen als iets wat de pijn een beetje verzacht, maar in feite is dit er weer een bewijs van dat dit soort compromissen niet mogelijk moesten zijn. Daarom heb ik de motie ook van harte medeondertekend. Je moet een keer je verlies kunnen nemen, de winst kunnen pakken of eruit zien te komen met iets behoorlijks, een IZA-achtig systeem of wat dan ook. Deze kans is er geweest. Daar deed de heer Marijnissen niet aan mee, maar dat is zijn zaak. Deze kans is voorbijgegaan.

De eigenbijdrageregeling wordt verkocht als iets heel tijdelijks, voor een jaar. Nu wordt er gezegd dat het een overgangsregeling is. Forget it, om het eens in het Nederlands te zeggen. De heer Oudkerk zal zien dat hij er weer niet uitkomt als hij op dit punt gaat onderhandelen. Als alleen de volksgezondheid bepalend zou zijn voor een nieuw Paars kabinet, gaat het niet door. Lees de weekbladen van deze week en kijk wat er de komende tijd gebeurt. Je zult zien dat het onder de handen wegloopt omdat niemand ooit het lef heeft iets te ontwikkelen waar een draagvlak voor is, een solidair systeem voor de gezondheidszorg. Dit neem ik de minister kwalijk. Dit neem ik de regeringspartijen kwalijk. Het is niet goed te maken met welke motie dan ook.

Ik wijs nog een keer op het effect van de motie-Marijnissen. Steun deze nu een keer, zou ik tegen de heer Oudkerk zeggen. Dan stelt hij een daad waarmee hij naar de kiezers kan gaan.

De heer Oudkerk (PvdA):

U hebt de meeste tijd in de Kamer niet in de oppositie maar in de coalitie gezeten. De PvdA heeft randvoorwaarden gesteld aan het door haar in eerste instantie niet gewilde eigenbijdragesysteem: de huisarts niet, een overgangsregeling naar een ander systeem en compensatie voor ouderen, chronisch zieken en uitkeringsgerechtigden. Bent u het met mij erover eens dat aan deze randvoorwaarden nu wel is voldaan met datgene wat de regering nu gedaan heeft?

De heer Lansink (CDA):

Met een van deze randvoorwaarden was ik het niet eens, omdat het een groot discussiepunt is, namelijk de positie van de huisarts. Dit hebben wij ook gewisseld; iedereen kan het nalezen. Ik ben er zeker van dat, als u en ook de heer Van Boxtel, die er overigens meer zijn nek voor heeft uitgestoken dan vele anderen, van het begin af aan hadden gewerkt aan een systeem met inkomensafhankelijke bijdragen en er niet zo moeilijk over hadden gedaan, het er nu was geweest. Dan hadden wij een beter stelsel gehad. Ik ben er vast van overtuigd. Ik weet ook wel dat het geweldig moeilijk is om zoiets in een coalitie met deze samenstelling van de grond te krijgen. Ik zeg het uit eigen ervaring: ook in mijn eigen politieke partij, het CDA, is het vaak een heel moeilijk punt geweest. Misschien wordt het weer moeilijk omdat allerlei mensen nu weer andere doeleinden gaan nastreven. Nu je kunt overzien wat er in de afgelopen vier jaar is gebeurd, kun je zeggen dat dit een faliekante mislukking van het beleid is geweest. Ik reken dit primair de minister aan, maar ook de regeringspartijen.

De heer Van Boxtel (D66):

Ik gun u deze uitval. U mag op dit punt best zeggen wat u gezegd hebt, omdat u met ons een vurig pleitbezorger bent van het IZA-systeem. Wij hebben in de afgelopen twee jaar structureel, op ieder punt, zowel bij de AWBZ als bij het ziekenfonds gevraagd om onderzoek te doen en zo'n systeem voor te bereiden, opdat het ingevoerd kan worden. Ik ben knarsetandend akkoord gegaan met het verlengen van de huidige regeling met een jaar omdat een ander systeem uitvoeringstechnisch nog niet haalbaar is, maar het komt er wel. Het komt hierbij mede op het CDA aan. Daarom greep ik terug op de woorden van de heer De Jong. Het CDA moet dan ook in de volgende periode een rechte rug houden. Ik hoor hier uw verhaal over inkomensafhankelijke eigen bijdragen en lees in het verkiezingsprogramma van het CDA dat het toch weer naar een eigen risico wil. Dit maakt het er niet vrolijker op. Iedereen weet dat er in een andere variant 600, 700, 800 mln. financieringsverschuiving moet worden gecompenseerd.

De heer Lansink (CDA):

Het laatste geef ik onmiddellijk toe. Het is dan ook ontzettend vervelend dat ik er de volgende keer niet meer bij ben.

Minister Borst-Eilers:

Mijnheer de voorzitter! Als u het mij toestaat, beperk ik mij in mijn antwoord tot deze kabinetsperiode. Ik ga nu in op de opmerkingen over het voorstel van het kabinet om de motie-Oudkerk uit te voeren in een combinatie met het herstel van koopkracht, zoals minister Melkert aan de Kamer geschreven heeft en vandaag met de Kamer heeft besproken.

Aanvankelijk is er gezocht naar een reparatiemogelijkheid binnen het eigenbijdragesysteem zelf. Ik heb hiervoor in mijn brief een paar alternatieven uiteengezet. De Kamer heeft gezien dat de verhouding tussen het aantal mensen dat je bereikt en de uitvoeringskosten zo scheef was, dat deze alleen al om die reden door het kabinet zijn afgewezen.

Er was nog wel een meer generieke mogelijkheid, namelijk om de rechtsgrond van de verzekering te kiezen als compensatiegrond en dit zo uit te voeren dat alle mensen met een WW- of een WAO-uitkering een maximum van ƒ 100 zouden krijgen. Er treedt dan wel een vrij groot besparingsverlies op. De uitvoeringskosten zijn eigenlijk nihil. Wat ernstiger is, is dat je, omdat je ook mensen ver boven de minimumuitkering compenseert, opnieuw ongelijkheid creëert. Ik noem de situatie van een WAO-gerechtigde die een buurman heeft met een baan. Zij hebben allebei hetzelfde inkomen. De een betaalt maximaal ƒ 100 en de ander ƒ 200. Die twee spreken een keer met elkaar over de tuinmuur en dan komt de volgende eis, namelijk dat het weer rechtgetrokken moet worden.

Ik maak mijn excuses aan mevrouw Kamp omdat ik in mijn brief niet heb gerefereerd aan de suggestie die zij in het algemeen overleg heeft gedaan en die ik wel heb meegenomen in het kabinetsberaad. Bij het repareren van de koopkracht hebben wij mede gezocht naar een maatregel die tegelijkertijd de groep WW- en WAO-gerechtigden op minimumniveau kan bereiken. Wij hadden hierbij het "voordeel" dat de koopkrachtproblemen vooral bij de bovenminimale WW- en WAO- uitkeringsgerechtigden liggen. Door een generieke oplossing te kiezen, namelijk verhoging van het inactievenforfait met ƒ 400, zouden wij alle WW- en WAO-gerechtigden bereiken, ook degenen die in de overgang van 1997 naar 1998 geen tegengesteld koopkrachtbeeld hadden, maar juist weer wel vallen in de groep waarover wij spreken. Daarom hebben minister Melkert en ik beiden de Kamer geschreven dat wij het op deze manier willen oplossen. Ik ben er blij om te horen dat de meerderheid van de Kamer het een adequate oplossing vindt.

Alles tot in detail oplossen, zodat er voor helemaal niemand meer iets onrechtvaardig lijkt, is in regelingen altijd heel moeilijk. Wij zijn echter op weg naar een andere regeling. Ik dacht tot voor kort dat er ook in een volgende kabinetsperiode een meerderheid in de Kamer zou zijn voor een IZA-achtig systeem. Deze zekerheid is wat minder groot geworden, maar wij hebben nu toch met deze kabinetsperiode te maken. In ieder geval is het kabinet er op volle kracht mee bezig dat de huidige regeling kan worden vervangen door een IZA-achtig systeem.

De heer Marijnissen (SP):

Ik begrijp uit uw woorden dat het niet mogelijk is gebleken iedereen die er op grond van redelijkheid recht op zou hebben, te compenseren en dus het verlaagde tarief te geven. Heb ik dit juist begrepen?

Minister Borst-Eilers:

Er is vast nog wel een categorie mensen te bedenken van wie je misschien kunt zeggen dat ook zij er recht op hebben. De groepen die tot nu toe genoemd zijn, worden allemaal gecompenseerd. Dit geldt voor de WW- en de WAO-uitkeringsgerechtigden. Het geldt ook voor degenen met Melkertbanen; velen van hen zullen een compensatie hebben gekregen via de nominale premie. Voor alleenstaanden zal het inkomen dat wordt verdiend met een Melkertbaan boven het sociaal minimum liggen. Het kabinet voelde dan ook niet de noodzaak om voor hen te compenseren. Ik kan op dit moment geen andere categorie noemen. Wat ik in het algemeen wilde zeggen, is dat deze regelingen telkens een groep bedienen. Hoe je het ook wendt of keert, het blijft een systeem van mensen met ƒ 200 en met ƒ 100. Je kunt misschien op het grensvlak wel iemand vinden voor wie het ƒ 200 is, maar voor wie misschien beter het maximum van ƒ 100 had kunnen gelden. Ik meen dat wij met deze maatregel de overgrote meerderheid van de mensen om wie het gaat, te pakken hebben.

De heer Marijnissen (SP):

De overgrote meerderheid is niet iedereen, stel ik vast. Dit is ook een punt geweest in het debat van vanmiddag over de koopkrachtreparatie. Omdat het kabinet hiermee wederom een toezegging niet nakomt, heeft de oppositie breed een motie ingediend, die vanavond ongetwijfeld verworpen wordt. Nu treft uw persoon niet mijn kritiek. U hebt zelfs bij de maatregelen die u nu voorstelt, grote aarzelingen getoond. Het heeft ook lang geduurd voordat zij eindelijk bij de Kamer kwamen. Voor alle helderheid moet ik zeggen dat mijn toorn zich meer richt op de indiener van de motie, die zich naar mijn mening met een kluitje in het riet laat sturen, dan op u. Dit heb ik zojuist al onderstreept.

De heer Oudkerk (PvdA):

Er is altijd een grens en die grens is nu bereikt. Als aan een motie wordt voldaan, is eraan voldaan. Dan kun je blijven zeuren, dan kun je blijven leuren en dan kun je alle mogelijke retoriek uit de kast trekken, maar als aan de drie randvoorwaarden is voldaan waaronder je met de regeling akkoord bent gegaan, moet je ook voor deze periode ermee akkoord gaan. Zo hebben wij het altijd gezegd en wij moeten natuurlijk wel een betrouwbare coalitiepartner blijven. U probeert telkenmale de suggestie te wekken dat het toch nog niet helemaal goed geregeld is, terwijl u zelf niet de categorieën noemt die erbuiten vallen. De Melkertbanen vallen er naar mijn mening in. Voorzover ik heb kunnen nagaan, is er voldaan aan de motie en dus ook aan datgene wat de Kamermeerderheid wenste, namelijk compensatie voor al die mensen. Dus vind ik uw toorn, weliswaar rustig uitgesproken, in dit geval niet terecht. Als aan een motie is voldaan, is eraan voldaan.

De voorzitter:

De heer Oudkerk richt zich tot de heer Marijnissen. Die krijgt de gelegenheid om te reageren.

De heer Marijnissen (SP):

Hartelijk dank. Het is ook een beetje een noviteit voor mij, want ik richtte mij tot de minister, zoals het hoort via de voorzitter, maar word nu van links en rechts belaagd. Ik wil de heer Oudkerk graag van repliek dienen en zal het kort houden.

U begint over uw randvoorwaarden. Het waren er eerst vijf, maar u brengt het aantal nu terug tot drie; de andere zijn helemaal verdwenen. Ik wil het eigenlijk helemaal niet over uw randvoorwaarden hebben, maar over uw motie. U had twee moties, een over de cumulatie van eigen bijdragen. Hiermee is niets gedaan. Deze heeft de minister in de wind geslagen. De tweede motie betrof de chronisch zieken en anderen die in problemen komen, zoals WAO'ers, WW'ers, mensen met een Melkertbaan. Zij zitten in een hoog tarief van ƒ 200 eigen bijdrage, hoewel het rechtvaardiger en redelijker is wanneer dat ƒ 100 is. Dit probleem wordt structureel niet opgelost: de mensen betalen nog steeds ƒ 200. Het kabinet neemt nu een koopkrachtmaatregel, nota bene verdedigd met een sociaal argument, namelijk dat iedereen moet kunnen meeprofiteren van de groeiende welvaart. Nu zegt het kabinet echter dat het voor deze categorieën geen inkomensverbetering is, maar een compensatie voor een onrechtvaardigheid die het als kabinet zelf bedacht heeft. Dit kan absoluut niet door de beugel.

Ik heb de minister hier heel duidelijk horen zeggen dat zij niet de garantie wil geven dat werkelijk alle mensen voor wie de motie-Oudkerk bedoeld was, compensatie krijgen.

Minister Borst-Eilers:

Ik zei dat er misschien ergens nog wel mensen te vinden zijn van wie je zou kunnen zeggen dat ook zij de minimale eigen bijdrage zouden moeten betalen. Ik acht het aannemelijk dat zo'n categorie te vinden is, maar het zal een heel kleine groep zijn. Ik sprak hierbij echter niet over de categorieën in de motie-Oudkerk. Ik ben het er met hem over eens dat de categorieën die hij noemde, door deze maatregel van het kabinet wel degelijk gecompenseerd zijn.

De heer Van Boxtel noemde echter de categorie van dak- en thuislozen. Ik ben ertoe bereid de VNG nog formeel hierover te benaderen. De heer Van Boxtel heeft er gelijk in dat het goed is om dat te doen, omdat je niet kunt aannemen dat zij allemaal deze brief gelezen hebben. Als een gemeente onvoldoende rekening met deze categorie houdt, is er inderdaad duidelijk een probleem.

De categorieën van de heer Oudkerk menen wij op deze manier bereikt te hebben. Dit schrijft de heer Melkert in zijn brief en dit schrijf ik in mijn brief; hier zit dus geen licht tussen.

De heer Marijnissen (SP):

Er is vanmiddag over mensen met Melkertbanen en banenpoolers gesproken. Hierbij is gesproken over de beantwoording van schriftelijke vragen van de heer Rosenmöller, die nog niet bij de Kamer binnen waren. Het gaat erom dat die mensen eigenlijk in het verlaagde tarief moeten terechtkomen. Dit is niet gebeurd, maar zij profiteren niet van de koopkrachtreparatie. Met andere woorden: voor hen is er geen compensatie.

Minister Borst-Eilers:

Het ging er allemaal om of de motie-Oudkerk al of niet uitgevoerd is. Ik blijf van mening dat het wel zo is. Ik hoorde tot mijn vreugde dat de indiener het hiermee eens is.

De heer Van Boxtel heb ik al geantwoord. De heer Oudkerk hield meer een betoog dan dat hij iets vroeg. Geïnstigeerd door de bijdrage van de heer Lansink volgde het interessante debat over de vraag wat de kiezers gaan doen en wat de fracties vervolgens doen met de uitspraak van de kiezers, en over de vraag wat er wel of niet in verkiezingsprogramma's staat. Dat gaat eigenlijk over een volgende kabinetsperiode.

Mijnheer de voorzitter! Het zal u niet verbazen dat de regering aanneming van de motie-Marijnissen ontraadt.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt van 19.16 uur tot 19.20 uur geschorst.

Naar boven