Vragen van het lid Duivesteijn aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, over het uitblijven van de brief inzake RBH-regeling die – zoals beloofd – voor 1 november jl. zou komen.

De heer Duivesteijn (PvdA):

Voorzitter! De belangrijkste vraag heeft u al gesteld met het inleiden van de reden tot het stellen van vragen. De staatssecretaris heeft toegezegd om begin november – eerst was het 1 november – met de vangnetconstructie te komen. Wij worden door een groot aantal mensen gebeld die in directe zin benadeeld worden door de huidige vangnetregeling. Wat is de planning?

Hier en daar krijgen wij ook opmerkingen dat er wellicht een regeling voor volgend jaar komt, maar niet voor dit jaar. Dat is voor mij een groot punt van zorg. Daarom is het van belang dat wij zo snel mogelijk beschikken over de toegezegde regeling.

Staatssecretaris Tommel:

Mijnheer de voorzitter! Dit onderwerp is anderhalve week geleden tijdens de behandeling van de begroting aan de orde geweest. Ik heb toen het volgende gezegd: "Het totaalpakket van de RBH hoop ik begin november in de ministerraad te krijgen. Wij hadden een afspraak over het tijdstip. Ik denk dat het ons zal lukken om het te halen." Ik heb er niets aan toe te voegen. Inhoudelijk kan ik uiteraard op dit moment geen mededelingen doen.

De heer Duivesteijn (PvdA):

Voorzitter! In de commissie is uitdrukkelijk over 1 november gesproken. Bij de behandeling van de begroting heeft de staatssecretaris dat wat opgerekt. Ondertussen zit een groot aantal mensen in een problematische situatie. Zij geven dat ook aan ons aan. Wij hebben al die mensen duidelijk gemaakt dat zij inderdaad moeten wachten totdat de staatssecretaris met de vangnetregeling komt. Als wij aanstaande vrijdag de stukken van de staatssecretaris krijgen, dan vind ik dat prima. Volgende week kunnen wij dat gesprek dan houden. Ik vind het niet zo gek dat wij ons daarover zorgen maken. De staatssecretaris moet niet al te badinerend zijn in de sfeer van de beantwoording.

Staatssecretaris Tommel:

Voorzitter! Er is niets gevraagd, ik heb dus ook niets te antwoorden.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Voorzitter! Ook mijn fractie heeft ontzettend veel telefoontjes en brieven gekregen. De staatssecretaris heeft geen antwoord gegeven en wil niet reageren op de inhoud. Ik herhaal de vraag van collega Duivesteijn. Wij hebben de staatssecretaris uitdrukkelijk een paar keer gewezen op de problematiek die nu bij de mensen aanwezig is. De staatssecretaris kan toch ja of nee zeggen? Gaat hij nu een regeling treffen en niet voor volgend jaar? Nu hebben de mensen erg veel problemen. Het gaat om een paar honderd gulden tot meer dan duizend gulden.

Staatssecretaris Tommel:

Voorzitter! Mevrouw Varma loopt lang genoeg in dit bedrijf mee om te weten dat over stukken die bij de ministerraad liggen, geen mededelingen kunnen worden gedaan.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! De RBH-regeling als gevolg waarvan huurders die met een lager inkomen te maken krijgen geen recht op IHS krijgen als het niveau niet zakt tot het bijstandsniveau, is een manke regeling. De staatssecretaris heeft dit ook erkend door reparatie aan te kondigen. Tot december is het mogelijk om de nieuwe huursubsidie aan te vragen. Ik ben van oordeel dat nog vóór december de manke RBH-regeling gerepareerd moet zijn. De staatssecretaris moet daartoe, gelet op zijn gigantische ambtelijke apparaat, toch in staat zijn.

Staatssecretaris Tommel:

Voorzitter! De regeling ligt bij de ministerraad en ik hoop dat daarover aanstaande vrijdag zal worden beslist. Vervolgens is er alle gelegenheid om er met elkaar over te spreken.

De heer Hendriks:

Voorzitter! Ik stel een aanvullende vraag omdat bij velen die op IHS aangewezen zijn, het water tot aan de lippen staat. Is het mogelijk dat de staatssecretaris bevordert dat de aanvullende regeling met terugwerkende kracht wordt uitgevoerd? Ik heb de indruk dat daarin het venijn zit.

Staatssecretaris Tommel:

Voorzitter! Ik herhaal dat ik geen inhoudelijke mededelingen kan doen over stukken die bij de ministerraad liggen. Dat zou ook de heer Hendriks moeten weten.

De voorzitter:

Daarmee kunnen wij de tweede serie vragen afsluiten. De ministers van Financiën en van Justitie die betrokken zijn bij de derde serie vragen, kunnen als gevolg van hun werkzaamheden in de Eerste Kamer pas om kwart voor drie hier zijn. Ik stel daarom voor dat wij eerst overgaan tot de stemmingen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik bied mijn excuses aan voor deze afwijking van de agenda, maar wij moeten onze tijd nuttig gebruiken.

Naar boven