Vragen van het lid Verkerk aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over de huisvestingsproblemen in Schiedam.

De heer Verkerk (AOV):

Voorzitter! Dezer dagen ontving ik het antwoord van de staatssecretaris op mijn schriftelijke vragen inzake de financiële situatie van de woningstichting Noordvest in Schiedam. De woningstichting heeft het negatief vermogen teruggebracht tot 13 mln. in 1969, maar wil nu opnieuw 500 woningen verkopen aan een belegger om daarmee het negatief saldo verder te verkleinen en financiën te krijgen voor verbetering van de rest van haar woningbestand. De woningstichting Noordvest is het voormalig gemeentelijk woningbedrijf en is daardoor de eigenaresse van het merendeel van de sociale woningbouw in Schiedam. Ik heb een aantal schriftelijke vragen gesteld aan de staatssecretaris, maar de antwoorden daarop hebben bij mij meer vragen opgeroepen dan hij heeft beantwoord.

De staatssecretaris zegt dat de woningstichting in het verleden woningen ten verkoop aan de bewoners heeft aangeboden. Naar mijn informatie is dat niet juist. Noordvest heeft zelfs verkoop aan de huurders geweigerd. Graag heb ik hierop een reactie van de staatssecretaris.

De staatssecretaris zegt dat de plannen bekend zijn gemaakt aan het platform van bewonersorganisaties. Dat is mondeling onder embargo gebeurd, zodat de bewonersorganisaties in dit platform niet konden worden ingelicht. Er is ook geen advies gevraagd aan de bewonersorganisaties. Ook hierover graag een verduidelijking.

Twee dagen voordat in de raadscommissie voor stadsvernieuwing vrij onverwacht het plan van Noordvest aan de orde kwam, zijn de bewonerscommissies pas mondeling geïnformeerd. Derhalve is mijn vraag aan de staatssecretaris: vindt hij dat wel overeenkomstig de regels die behoren gevolgd te worden in het overleg tussen verhuurder en huurders?

De belegger Fortress is van plan, wanneer huurders vertrekken, de vrijkomende woningen te verkopen. Deze verkoop – men kan dat ook "uitponden" noemen – was bij het gemeentebestuur niet bekend. Men hoorde het pas tijdens de vergadering van de raadscommissie. Acht de staatssecretaris dit juist?

Een aantal woningen staat op erfpachtgrond, hetgeen de problematiek voor het gemeentebestuur vergroot. Acht de staatssecretaris opheffing van erfpachtgrond in Schiedam juist?

Schiedam is een redelijke probleemgemeente, met na Rotterdam de laagste inkomens in de regio. De te verkopen flats liggen in de huurcategorieën voor de laagste inkomens en de middeninkomens. Deze woningen vervullen nog een zeer essentiële rol in de gemeenschap, zo kan men bij het gemeentebestuur beluisteren. Zeker de helft – de flats Vijfsluizen en Wilhelminaflat – hoort tot de sector die bestemd is voor de lagere inkomens.

De voorzitter:

U moet afronden, mijnheer Verkerk.

De heer Verkerk (AOV):

Ik heb nog de vraag aan de staatssecretaris of hij het juist acht dat door deze verkoop de woningmarkt in Schiedam in het ongerede raakt, vooral voor huurders met lage inkomens.

De voorzitter:

Ik wil u niet het woord ontnemen, maar u bent te lang aan het woord.

De heer Verkerk (AOV):

De cijfers van de staatssecretaris zijn dat er 8000 huishoudens zijn met lage inkomens voor 16.000 woningen. Mijn cijfers zijn echter anders.

De voorzitter:

Ik attendeer u erop dat u vragen stelt op grond van onbevredigende antwoorden op eerder gestelde schriftelijke vragen. Dan is het te doen gebruikelijk opnieuw schriftelijke vragen te stellen. De aard van uw vragen leent zich ook buitengewoon goed voor aanvullende schriftelijke vragen. Ik vraag de staatssecretaris in dit geval kort en bondig te reageren.

Staatssecretaris Tommel:

Voorzitter! Dit is de derde ronde die wij met elkaar wisselen over dit onderwerp, tweemaal schriftelijk en nu eenmaal mondeling. De heer Verkerk heeft naar mijn gevoel geen nieuw punt opgevoerd. Mijn stellige overtuiging is dat hij niet de antwoorden onduidelijk vindt, maar de gang van zaken niet juist acht.

Ik heb de gang van zaken uitvoerig uiteengezet in de eerdere series vragen. Wij hebben onlangs ook in algemeen overleg in algemene termen gesproken over de voorwaarden waaronder woningen mogen worden verkocht. Ik heb er eerst een brief over geschreven en daarna uitvoerig algemeen overleg over gevoerd. Naar mijn oordeel is de gang van zaken in Schiedam zodanig dat er is voldaan aan de eisen die aan de procedure van verkoop moeten worden gesteld.

De woningen waarover ik denk dat de heer Verkerk nu spreekt, zijn niet aan de bewoners aangeboden, andere wel maar deze niet. Deze zijn aan een belegger aangeboden, omdat de woningstichting de financiële middelen nodig had om uit financiële perikelen te komen. Ik heb dit al bij een vorige gelegenheid bericht. Dit is aan de gemeente gemeld. Er is contact geweest met de bewoners. Alle individuele huurders zijn schriftelijk op de hoogte gesteld, om heel precies te zijn: bij brief van 18 april jl. Daarna zijn er op 21 april, 22 april en 23 april jl. gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de diverse bewonersorganisaties. Al met al heeft zich dus niets in het verborgene afgespeeld. Het is allemaal uitvoerig met iedereen doorgesproken.

Ook bij de gemeente was de zaak bekend. Ik kom terug op antwoorden die ik eerder heb gegeven. Hieruit blijkt dat de gemeente een bepaalde procedure heeft gevolgd voor het omgaan met deze informatie en met de raad op dit punt. Het is de vrijheid van de gemeente om hierin een keus te maken. Ik treed daar niet in.

Het vraagstuk van de erfpacht kan ik op dit moment absoluut niet overzien.

Schiedam heeft ongeveer tweemaal zoveel goedkope huurwoningen als inwoners die hierop zijn aangewezen. Het is dus absoluut geen probleem dat een bescheiden aantal van deze woningen aan de voorraad huurwoningen wordt onttrokken. Schiedam zit er ruim in en zal er zeer ruim in blijven zitten.

De heer Verkerk (AOV):

Voorzitter! Ik heb van de zijde van het gemeentebestuur gehoord dat men er voor 99% zeker van was dat de bewoners niet waren geïnformeerd voordat er een openbare raadscommissievergadering op 23 april is gehouden. Ik heb al gezegd dat men pas op 21 april is geïnformeerd. Eerder werd er mondelinge informatie onder geheimhoudingsplicht gegeven. Andere bewonerscommissies konden toen dus niet worden geïnformeerd. Er is terecht op gewezen dat wij al tweemaal schriftelijke vragen hebben gewisseld en om die reden vond ik dat we het wel eens mondeling konden doen. Het gemeentebestuur maakt zich zorgen omdat met deze handeling wel 500, of zeker de helft van de woningen die men wil verkopen, kunnen worden onttrokken aan de goedkope woningmarkt in Schiedam. Het gemeentebestuur heeft daar zijn zorgen over uitgesproken tegenover mij en met name gezegd dat het niet weet of deze geste van de woningstichting wel door de beugel kan, gezien de woningsituatie met name voor de woningvoorraad voor de lagere inkomens in Schiedam.

Voorzitter! Het bevreemdt mij overigens dat de staatssecretaris geen antwoord kan geven op mijn vragen inzake de erfpachtgrond.

Staatssecretaris Tommel:

Voorzitter! Er zijn nog heel veel gemeenten ten aanzien waarvan ik niet zo à bout portant een antwoord kan geven op mogelijke erfpachtproblematieken. De gemeente is uitvoerig betrokken bij dit soort verkooptransacties. De heer Verkerk weet dat. Als de gemeente zorgen heeft, heeft zij alle gelegenheid om die zorg in mijn richting kenbaar te maken, bijvoorbeeld door bezwaren te maken tegen de verkoop. Het verbaast mij dus dat de gemeente in de richting van de heer Verkerk kennelijk zorgen uitspreekt. Ik heb die zorg niet; ik denk dat keurig aan alle regels is voldaan. Mocht de gemeente nog opmerkingen hebben, dan is zij altijd welkom.

De heer Poppe (SP):

Mijnheer de voorzitter! De discussie blijft nu beperkt tot de situatie in de gemeente Schiedam, maar ook mijn fractie heeft al meerdere malen vragen aan de staatssecretaris gesteld over het complexgewijze verkopen aan projectontwikkelaars of makelaars van sociale huurwoningen. De staatssecretaris heeft in een van zijn antwoorden opgemerkt dat daar waar de verhuurder niet precies voldoet aan de regels van het BBSH, hij dat weliswaar niet goed vindt, maar geen middelen heeft om op te treden. Is de staatssecretaris bereid om daar waar de huurders niet goed geïnformeerd zijn, hard op te treden en, zo ja, hoe? Kan de staatssecretaris nu eindelijk eens een overzicht geven van de manier waarop de minimalisering van de sociale huursector door al die verkopen in het land zich nu ontwikkelt? Ik zou graag een overzicht krijgen van het aantal sociale huurwoningen dat van de huurmarkt verdwijnt.

Staatssecretaris Tommel:

Voorzitter! Met zijn eerste vraag vraagt de heer Poppe naar de bekende weg. Wij hebben hierover uitgebreid van gedachten gewisseld in het algemeen overleg van enkele weken geleden. Ik heb toen gemeld dat ik het zeer betreur als huurders niet geïnformeerd zijn, maar dat het geen sanctie heeft. Dat weet de heer Poppe allang en wat ik hem nu vertel, heb ik hem al veel eerder verteld. Ik heb hem daarnaast ook nog gemeld dat de regels zodanig zullen worden gewijzigd dat op dat punt wel een sanctie mogelijk wordt. Ik neem aan dat dit ook is in de geest van de wensen van de heer Poppe.

Voorzitter! Ik zal de Kamer regelmatig informeren over de stand van zaken wat betreft de verkopen. Het is echter weinig zinvol om dat elke maand te doen. Het is mijn beleid dat het ook mogelijk moet zijn om ook woningen van woningcorporaties zeker aan "zittende" huurders te verkopen. Ik acht dat geen bezwaar, mits aan een aantal omstandigheden wordt voldaan. Een daarvan is dat je een voldoende goedkope voorraad overhoudt. Welnu, dat is in Schiedam in zeer ruime mate aanwezig.

Naar boven