Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, in afwijking van de gebruikelijke volgorde de agenda voor hedenmiddag als volgt te doen zijn:

  • 1. regeling van werkzaamheden;

  • 2. stemmingen;

  • 3. wetsvoorstel Informatievoorziening (25198);

  • 4. vragenuur, van 15.00 uur tot 16.00 uur;

  • 5. het IGC-debat.

De reden van de wisseling is dat er nog mondelinge vragen lagen die keer op keer op keer zijn uitgesteld vanwege de afwezigheid van de betreffende bewindspersonen en ook volgende week niet aan de orde kunnen komen. Om dit te doorbreken en gegeven het feit dat deze week als werkweek een beetje een abnormaal karakter draagt, stel ik voor deze ene keer deze noodprocedure voor. Mij blijkt dat dit de instemming van de Kamer heeft.

Ik maak de leden attent op de bijzondere maatregelen die voor volgende week in verband met de herdenking van 50 jaar Marshallplan worden getroffen. Met name wat betreft het parkeren verwijs ik u naar de gedetailleerde aanwijzing in de Kamerbode van deze week.

Het woord is aan de heer De Hoop Scheffer.

De heer De Hoop Scheffer (CDA):

Voorzitter! Staat u mij toe daar een opmerking over te maken, ook naar aanleiding van de discussie die hedenmorgen in de CDA-fractie heeft plaatsgevonden. Bij het debat over de Raming zal door de CDA-fractie nog een aantal opmerkingen over die arrangementen worden gemaakt omdat die bij ons namelijk tot enkele nadere vragen en opmerkingen leiden.

De voorzitter:

Dat kan, want bij het debat over de Raming is er de mogelijkheid om over dit soort zaken van gedachten te wisselen of opmerkingen te maken.

De heer De Hoop Scheffer (CDA):

Voorzitter! Ik kan het ook wat duidelijker zeggen dan ik zojuist deed. De CDA-fractie gaat vooralsnog niet akkoord met de voorstellen zoals die worden gedaan.

De voorzitter:

Dat heb ik wel begrepen, maar het zal morgen bij het debat over de Raming worden toegelicht.

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in:

  • - de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat het lid Feenstra tot lid in plaats van het lid Duivesteijn en het lid Duivesteijn tot plv. lid in plaats van het lid H. Vos;

  • - de commissie voor de Rijksuitgaven het lid Van Gelder tot lid in de bestaande vacature en het lid H. Vos tot plv. lid in plaats van het lid Van Gelder.

Voor de regeling van werkzaamheden hebben zich, conform de suggestie gedaan vanuit het Presidium, enkele collega's aangemeld.

Het woord is aan de heer Van Gijzel.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Voorzitter! Ik zou graag willen voorstellen om het notaoverleg marktwerking openbaar vervoer te continueren en dus de beraadslaging te heropenen door middel van een derde termijn in de plenaire vergadering. Ik zou dat pas willen doen plaatsvinden als de rapportage van de minister van haar gesprek met IPO en BOS-gemeenten heeft plaatsgevonden. Ik verwacht dat dit eind deze week of begin volgende week zal zijn.

De voorzitter:

U wilt dit onderwerp dus geagendeerd hebben voor de volgende week. Wij moeten daarbij denken aan zeer beperkte spreektijden.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Het gaat om de mogelijkheid tot een korte gedachtewisseling over eventueel nieuwe feiten, die de minister te berde kan brengen naar aanleiding van haar gesprek en om eventueel moties in te dienen. Als daaraan voldaan kan worden, is een beperkte spreektijd geen probleem.

De voorzitter:

Vijf minuten per fractie?

De heer Van Gijzel (PvdA):

Prima.

De heer Reitsma (CDA):

Mijn fractie wil dit verzoek ondersteunen. Wij hechten eraan dat u probeert hiervoor volgende week ruimte op de agenda te creëren. Wij hopen dat de nadere informatie dan beschikbaar is. Er kunnen dan eventueel moties ingediend worden.

De heer Remkes (VVD):

Namens de fractie van de VVD wil ik mij van harte aansluiten bij het verzoek dit onderwerp volgende week op de agenda te plaatsen.

Mevrouw Van 't Riet (D66):

Ook de fractie van D66 is voor een plenaire behandeling volgende week.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! GroenLinks wil dit verzoek graag ondersteunen.

De voorzitter:

Dat is niet helemaal een Kamerbreed verzoek, maar het begint erop te lijken.

Ik heb de heer Van Gijzel voorgesteld de spreektijden te beperken tot maximaal vijf minuten. Hij heeft daarmee ingestemd. Wij zullen dit punt opvoeren op de agenda van volgende week.

Het woord is mevrouw Witteveen.

Mevrouw Witteveen-Hevinga (PvdA):

Voorzitter! Op 29 april heeft onder andere de fractie van de PvdA de regering verzocht om een brief naar aanleiding van de uitspraken van de rechter over proefboringen naar gas in de kustzone van de Noordzee. Die brief hebben wij nog niet ontvangen. Enige haast lijkt ons echter wel geboden, als wij ruim voor het zomerreces daarover een debat met de regering willen voeren.

Ik zou u willen verzoeken, voorzitter, er bij de regering op aan te dringen dat die brief zo spoedig mogelijk komt.

De voorzitter:

Het stenografisch verslag van het desbetreffende debat tijdens de regeling van werkzaamheden is doorgezonden naar het kabinet. Het lijkt mij goed dat wij een reminder sturen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Cloe.

De heer De Cloe (PvdA):

Voorzitter! De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft gisteren een bijzonder aangenaam overleg gevoerd met minister Dijkstal en staatssecretaris Van de Vondervoort, zodanig dat op enig moment de discussie met de beide bewindslieden is gestopt voor het beleggen van een aparte procedurevergadering.

De leden van de commissie – bijna alle partijen uit deze Kamer waren vertegenwoordigd – hebben nadrukkelijk uitgesproken dat het debat een vervolg zou moeten krijgen. In overleg met de bewindslieden is daarbij gekeken naar morgenavond na de dinerpauze.

Voorzitter! Namens de commissie zou ik u willen verzoeken het daarheen te leiden dat het debat donderdagavond kan worden afgerond. Als daardoor een deel van het debat over de Kieswet deze week niet kan worden afgerond, moet dat wel volgende week afgerond worden in verband met de stemmingen daarover.

De voorzitter:

Dat laatste begrijp ik. Kunt u echter argumenten geven voor uw verzoek? U breekt namelijk in in een vastgestelde agenda. Nu is dit type inbraken in beginsel toegestaan. Het moet echter tot de uitzonderingen behoren en daarom goed beargumenteerd worden. Ik heb nog weinig argumenten gehoord, behalve dat u vindt dat het moet!

De heer De Cloe (PvdA):

Ik ben het absoluut met u eens dat dit tot de uitzonderingen moet behoren, voorzitter! Het is dan ook de eerste keer in deze periode dat de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken een dergelijk voorstel doet. De dringende noodzaak is gelegen in het feit dat het debat afgelopen dinsdag niet is afgerond. Vooral vanwege de beeldvorming tegenover de verschillende gebieden, zijn wij van mening dat de Kamer op heel korte termijn duidelijkheid moet verschaf fen. Gezien de discussie die er gevoerd is, ook van de kant van de bewindslieden, heeft de Kamer er behoefte aan het debat deze week af te ronden, zowel op inhoudelijke gronden als vanwege de beeldvorming.

De heer Remkes (VVD):

Voorzitter! Ik ondersteun het verzoek van de heer De Cloe van harte. Als extra argument voeg ik eraan toe dat het besluitvaardige imago van deze Kamer in het geding is.

De voorzitter:

Dat geldt niet a fortiori, maar ook voor de Kieswet.

De heer Van den Berg (SGP):

Voorzitter! Ik ondersteun het voorstel van de heer De Cloe en merk daarbij op dat met name om politieke redenen de voortzetting van dit debat plenair zou moeten geschieden. Als wij al een voortzetting in het kader van notaoverleg zouden hebben gehad – wat in de gegeven omstandigheden niet denkbaar zou zijn – had er daarna toch een plenaire afronding moeten plaatsvinden voor het aangeven van de politieke richting. Ik denk daarbij aan de moties.

Mevrouw Van der Hoeven (CDA):

Voorzitter! De CDA-fractie ondersteunt het voorstel van de heer De Cloe om inhoudelijke redenen. En laten wij maar niks zeggen over het besluitvaardigheidsimago. Daaraan kan nog wel iets worden verbeterd, mijnheer Remkes!

Mevrouw Scheltema-de Nie (D66):

Voorzitter! De fractie van D66 ondersteunt eveneens het voorstel van de heer De Cloe, met name omdat op heel korte termijn duidelijkheid moet ontstaan over het moeilijke dossier "bestuurlijke organisatie".

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Voorzitter! De fractie van GroenLinks ondersteunt eveneens het voorstel van de heer De Cloe en wel om inhoudelijke redenen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het debat plenair af te ronden op donderdagavond ná de dinerpauze en vóór elf uur. Dat is het normale eindtijdstip der werkzaamheden. Het leed, berokkend aan de afronding van de discussie over de Kieswet, moet vervolgens ook worden verzacht. Ik wil dan ook proberen om volgende week zo vroeg mogelijk het debat over de Kieswet af te ronden.

De heer Rehwinkel (PvdA):

Bedoelt u dan: afronding van het hele debat? Wij hebben eerder op de dag tijd gereserveerd voor de afronding van de eerste termijn van de kant van de Kamer.

De voorzitter:

De afronding van de eerste termijn van de kant van de Kamer vindt, zoals gepland, deze week plaats. Het antwoord van de regering en de re- en duplieken zullen volgende week plaatsvinden, als het even kan op dinsdagavond.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Ter Veer.

De heer Ter Veer (D66):

Mijnheer de voorzitter! De fractie van D66 wil graag een korte vierde termijn over het wetsvoorstel Staatsbosbeheer. Wij hebben gemeend dat er een nog betere formulering van ons aanhangige amendement is gevonden. Wij vinden het de moeite waard om van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te vernemen wat zijn idee daarover is. Om die reden verzoek ik u, voorzitter, een vierde termijn toe te staan en derhalve de stemmingen, voor vanmiddag voorzien, op te schorten.

De heer Meijer (CDA):

Voorzitter! Wanneer vinden de stemmingen dan wel plaats?

De heer Ter Veer (D66):

De stemmingen zouden kunnen plaatsvinden direct nadat het debat in vierde termijn heeft plaatsgevonden. Dat is theoretisch. In de praktijk zal het betekenen: de eerste dinsdag daarna. Het is aan de voorzitter van de Kamer om te beslissen of de heropening nog deze week kan plaatsvinden, een heropening die wat ons betreft kort kan zijn.

De heer Van Middelkoop (GPV):

Is het niet mogelijk om de minister te vragen schriftelijk te reageren? Dat lijkt mij beter dan in de zoveelste termijn met elkaar te debatteren.

De heer Ter Veer (D66):

Ik kijk dan naar de mede-indiener van het amendement, mevrouw Swildens. Mij lijken daar geen bezwaren tegen te bestaan. De mening van de minister is wel essentieel, omdat de minister tot dusverre het amendement heeft afgeraden. De wijziging is een nog zorgvuldiger formulering. Als de minister laat weten dat hij daarmee akkoord gaat, kan dat voor mij voldoende zijn.

Mevrouw Swildens-Rozendaal (PvdA):

Voorzitter! Het is belangrijk dat de minister zijn mening hierover kenbaar maakt. Dat heeft natuurlijk ook een zekere betekenis in de richting van de andere fracties. Zij hoeven niet alleen geïnformeerd te worden over het standpunt van de minister, maar kunnen zich ook laten overtuigen van de wenselijkheid van het amendement. Ik kan mij voorstellen dat de heer Ter Veer daarom over een vierde termijn spreekt. Dat geeft ook meer ruimte voor enige discussie. Het gaat er uiteindelijk om dat wij elkaar met argumenten bestoken.

De voorzitter:

Het gaat erom dat wij tot besluitvorming komen. Dat is het einddoel. Het elkaar bestoken met argumenten gaat daaraan vooraf. En soms vindt dat daarna plaats.

De heer Meijer (CDA):

Voorzitter! Ik wil wel vragen om spoed, als dat kan.

De voorzitter:

Ik moet u tot mijn spijt meedelen dat als de Kamer vindt dat er heropening moet plaatsvinden in plaats van een schriftelijke procedure, er vandaag en morgen geen plaats voor is op de agenda. Dat moet dus begin volgende week zo vroeg mogelijk; dan hebben wij de stemmingen over veertien dagen. Dat is de consequentie daarvan.

Mevrouw Swildens-Rozendaal (PvdA):

Voorzitter! Het lijkt mij op zichzelf goed dat wij volgende week dinsdag zo snel mogelijk die heropening hebben. Ik vraag mij af of dan niet kan worden besloten om aansluitend daarop donderdag te stemmen.

De voorzitter:

Ik zal trachten in wijsheid terzake te handelen, maar dan weet u van tevoren nooit precies wat de uitkomst is.

Het woord is aan de heer Valk.

De heer Valk (PvdA):

Voorzitter! Mijn fractie verzoekt het verslag van het algemeen overleg over het mensenrechtenbeleid op de plenaire agenda te zetten.

De voorzitter:

Het lijkt mij dat hiertegen geen bezwaar bestaat. Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Middelkoop.

De heer Van Middelkoop (GPV):

Voorzitter! Ik had begrepen dat er morgen stemmingen zouden zijn over eventueel in het IGC-debat van vandaag in te dienen moties. Die staan niet op het schema.

De voorzitter:

Daarin is niet voorzien op de agenda, maar het is mogelijk dat het IGC-debat van hedenavond leidt tot het indienen van moties, waarover in verband met de conferentie in het aanstaande weekend toch morgen zou moeten worden gestemd.

De heer Weisglas (VVD):

Voorzitter! U formuleert het terecht zeer voorzichtig en uiteraard nauwkeurig, maar ik denk dat het behulpzaam is voor de leden als ze weten dat er naar mijn gevoelen moties zullen komen waarover morgen zal moeten worden gestemd, omdat er vrijdag in Noordwijk wordt vergaderd.

De voorzitter:

Dat doen wij dan onmiddellijk na de lunchpauze.

Naar boven