Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. zes koninklijke boodschappen, ten geleide van de volgende voorstellen van (rijks)wet:

Aanpassing van enkele rijkswetten aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet rijkswetten derde tranche Awb) (25319, R1592);

Wijziging van de Les- en cursusgeldwet en van de Wet tegemoetkoming studiekosten in verband met het eerder laten ingaan van de lesplicht en met betaling van het lesgeld in termijnen (25321);

Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 in verband met het opnemen van een vrijstellingsmogelijkheid voor bepaalde uitkeringen tot bestrijding van onderhoudskosten van thuiswonende gehandicapte kinderen (25322);

Wijziging van de Opiumwet in verband met het creëren van de mogelijkheid voor de burgemeester om bestuursdwang toe te passen ter handhaving van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet in voor het publiek toegankelijke lokalen en daarbijbehorende erven (25324);

Wijziging van de Opiumwet in verband met de invoering van een verhoogde strafmaat voor beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt (25325);

Aanvullende tijdelijke voorzieningen in verband met de instelling van een nieuwe provincie in de regio Rotterdam (Interim-wet provincie Rotterdam) (25328).

Deze koninklijke boodschappen, met de erbij behorende stukken, zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. drie brieven van de Directeur van het Kabinet der Koningin, met de mededeling, dat Hare Majesteit de haar door de Staten-Generaal toegezonden voorstellen van (rijks)wet, gedrukt onder de nummers 25136, 25000-IV, 24877, 25047, 24627, 24628, 24684, 24149, 24781, 25000-C, 25151, 25147, 25150, 24849, 24646, 24240, 24662, 24617, 24874, 24699, 21499 (R1388), 25143, 25145, 24245, 25000-XV, 24481, 25000-X, 24449, 24644, 25000-XI, 22408 en 24441, heeft goedgekeurd.

De voorzitter stelt voor, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen;

3. de volgende brieven:

drie, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van een overzicht van de mensenrechtensituatie in Indonesië (25000-V, nr. 74);

  • een, over de bilaterale relatie met de Volksrepubliek China (25000-V, nr. 76);

  • een, ten geleide van het Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten en Aanvullend Protocol (25326);

een, van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, ten geleide van vijf fiches die werden opgesteld n.a.v. het overleg door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (22112, nr. 84);

een, van de minister van Justitie, ten geleide van de derde voortgangsrapportage over de reorganisatie van het openbaar ministerie (24034, nr. 22);

een, van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken, ten geleide van de Nederlandse versie van het rapport van de Groep op Hoog Niveau met een actieplan voor een Europese aanpak van de georganiseerde criminaliteit (23490, nr. 72);

een, van de minister en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, over de ontwikkelingen in de organisatie van de rijksdienst (25226, nr. 2);

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de oprichting Stichting Computerbemiddeling Onderwijs (25209, nr. 3);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over preventie en bestrijding van seksuele intimidatie op scholen (25101, nr. 2);

een, van de staatssecretaris van Financiën, over het bedrijfsvoertuigenpark (25158, nr. 9);

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, over de uitspraak van de Raad van State m.b.t. de Betuweroute (22589, nr. 118);

een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, over het eerste pachtersvoordeel (25000-XIV, nr. 46);

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over de besluitvorming in het kabinet over de adviezen van de Stichting van de Arbeid van 18 maart 1997 en van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid van 18 december 1996 (24332, nr. 11);

een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over de zogenaamde Barber-richtlijn (22695, nr. 11);

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het wetsvoorstel bijzondere medische verrichtingen (24788, nr. 21);

een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de financiële bijdragen van de andere betrokken departementen aan de activiteiten van het Platform Alternatieven voor Dierproeven (PAD) (25000-XVI, nr. 61);

een, van de Algemene Rekenkamer, ten geleide van de notitie Taken en bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer op EU-terrein (24500, nr. 5);

een, van de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, inzake regels ten aanzien van nevenfuncties van Kamerleden (25038, nr. 16);

een, van een delegatie uit de vaste commissies voor Verkeer en Waterstaat en voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ten geleide van het advies omtrent nader onderzoek TCR en handhaving milieuregels (24791, nr. 3).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

4. de volgende brieven:

een, van de minister van Binnenlandse Zaken, ten geleide van het evaluatieverslag Wet openbaarheid van bestuur;

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de diepte-breedtestrategie m.b.t. onderzoeksscholen;

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van het uitvoeringsbesluit voorzieningen in de huisvesting PO/VO;

een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, over de structuur van de varkenshouderij;

twee, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • een, over adviesaanvraag SER verlenging wachtgeldperiode;

  • een, ten geleide van het onderzoeksrapport Evaluatie Wet Nypels/Groenman.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

5. een brief van A.E. Maas c.s., over zijn woonproblemen.

Deze brief ligt op de griffie ter inzage. Kopie is gezonden aan de betrokken commissie.

Naar boven