Aan de orde zijn de stemmingen over zeven moties, ingediend in het nota-overleg over de notitie Leefvormen, te weten:

- de motie-M.M. van der Burg/Dittrich over benoeming van een niet-ambtelijke commissie (22700, nr. 9);

- de motie-M.M. van der Burg over het standpunt van adoptielanden (22700, nr. 10);

- de motie-Soutendijk-van Appeldoorn over de eisen ten aanzien van éénouderadoptie (22700, nr. 11);

- de motie-Soutendijk-van Appeldoorn over het kiezen van de familienaam (22700, nr. 12);

- de motie-Van der Stoel over de familienaam van het kind (22700, nr. 13);

- de motie-Dittrich/M.M. van der Burg over juridische bescherming van kinderen die opgroeien bij twee mensen van hetzelfde geslacht (22700, nr. 14);

- de motie-Rabbae over adoptie door opvoeders/partners van gelijk geslacht (22700, nr. 15).

(Zie nota-overleg van 25 maart 1996.)

De voorzitter:

De motie-M.M. van der Burg/Dittrich (22700, nr. 9) is in die zin gewijzigd, dat het tweede deel van het dictum thans luidt: "verzoekt de regering tevens vanwege de inhoudelijke breedte van genoemde werkzaamheden een niet-ambtelijke commissie te benoemen, waarin de verschillende relevante disciplines vertegenwoordigd zijn, en deze opdracht te geven een voorontwerp van wet ter zake uiterlijk vóór 1 augustus 1997 af te ronden,".

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 18 (22700).

De motie-M.M. van der Burg (22700, nr. 10) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat er onduidelijkheid heerst over de bereidheid van het buitenland om alleenstaande personen en twee personen van hetzelfde geslacht in aanmerking te laten komen voor adoptie;

verzoekt de regering te trachten inzicht te verkrijgen c.q. te blijven houden in het standpunt van (de betreffende organisatie in) adoptielanden ten aanzien van adoptie door één ouder en door homoseksuele relaties, teneinde een inschatting ook in de toekomst te kunnen maken van adoptiemogelijkheden;

verzoekt de regering tevens te inventariseren of en, zo ja, welke voor- en nadelen er kleven aan adoptie van buitenlandse kinderen door één persoon en door homoseksuele relaties, om eventueel op basis daarvan te komen tot aanpassing van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 19 (22700).

Ik constateer, dat er geen bezwaar tegen bestaat om aanstonds over deze gewijzigde moties te stemmen.

Mij is gevraagd om hoofdelijke stemming over de moties op de stukken nrs. 9 en 14. Verder is mij gevraagd om vóór over de motie op stuk nr. 12 over de motie op stuk nr. 13 te stemmen. Ik constateer, dat daartegen geen bezwaar bestaat.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter! Namens de fractie van D66 leg ik een stemverklaring af over de motie op stuk nr. 10 over het standpunt van adoptielanden. In de motie wordt gevraagd om een inventarisatie. De fractie van D66 wil die inventarisatie zeer serieus nemen. Zodra zij bekend is, willen wij een afweging maken. Voor de fractie van D66 ligt het op dat moment dan volkomen open of zij al of niet met buitenlandse adoptie zal instemmen. Omdat slechts om een inventarisatie wordt gevraagd, zullen wij voorstemmen.

Mevrouw Nijpels-Hezemans (groep-Nijpels):

Voorzitter! Mijn fractie heeft hedenmorgen besloten met betrekking tot de moties op de stukken nrs. 9 en 15 de leden vrij te laten om te stemmen in overeenstemming met hun geweten en dat de eenheid van de fractie niet het hoogste goed hoeft te zijn. Daarom zal bij beide motie door mijn fractie niet eensluidend gestemd worden.

In stemming komt de gewijzigde motie-M.M. van der Burg/Dittrich (22700, nr. 18).

De voorzitter:

Ik verzoek de leden tijdens de stemming enige stilte te betrachten. Wij naderen het moment dat de leden ook tijdens het vragenuur in het land gehoord kunnen worden met de onderlinge gedachtenwisselingen. Dat zal zeker politieke repercussies kunnen hebben. Ik stel dan ook voor dat wij nu in ieder geval stil zijn, want één ding staat vast: wij horen elkaar.

Vóór stemmen de leden: Sterk, Van der Stoel, Van Traa, Valk, Ter Veer, Te Veldhuis, Versnel-Schmitz, Verspaget, Vliegenthart, Van Vliet, H. Vos, M.B. Vos, Voûte-Droste, Vreeman, Wallage, Van Walsem, Witteveen-Hevinga, Wolffensperger, Woltjer, Ybema, Van Zijl, Zijlstra, Van Zuijlen, Adelmund, Augusteijn-Esser, Bakker, Blauw, Van den Bos, Van Boxtel, M.M. van der Burg, Cherribi, De Cloe, Cornielje, Crone, Dijksma, Dijksman, Dittrich, Duivesteijn, Van Erp, Essers, Fermina, Van Gelder, Van Gijzel, Giskes, De Graaf, Van Heemst, Hessing, Hoekema, Hofstra, Van Hoof, Houda, Jeekel, Jorritsma-van Oosten, Kalsbeek-Jasperse, Keur, De Koning, Lambrechts, Leerkes, Liemburg, Lilipaly, Marijnissen, Middel, Van Nieuwenhoven, Nijpels-Hezemans, Noorman-den Uyl, Oedayraj Singh Varma, Oudkerk, Van Oven, Van der Ploeg, Poppe, Rabbae, Rehwinkel, Remkes, Van Rey, Van 't Riet, Rijpstra, Roethof, Rosenmöller, Scheltema-de Nie, Schimmel en Sipkes.

Tegen stemmen de leden: Terpstra, Verbugt, Verhagen, Verkerk, Van der Vlies, O.P.G. Vos, B.M. de Vries, J.M. de Vries, Weisglas, Van Wingerden, Wolters, Zonneveld, Aiking-van Wageningen, Apostolou, Van Ardenne-van der Hoeven, Assen, Beinema, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Blaauw, Van Blerck-Woerdman, Bolkestein, Boogaard, Bremmer, Bukman, V.A.M. van der Burg, Van de Camp, Dankers, Deetman, Van Dijke, Doelman-Pel, Esselink, Gabor, Van Heemskerck Pillis-Duvekot, Heerma, Hendriks, Hillen, Hoogervorst, Ten Hoopen, De Hoop Scheffer, Janmaat, De Jong, H.G.J. Kamp, Klein Molekamp, Koekkoek, Korthals, Lansink, Leers, Van der Linden, Mateman, Van Middelkoop, Mulder-van Dam, Passtoors, Reitsma, Van Rooy, Rouvoet, Schutte, Schuurman, Smits en Soutendijk-van Appeldoorn.

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze gewijzigde motie met 81 tegen 60 stemmen is aangenomen.

Mevrouw Van der Burg (PvdA):

Voorzitter! Kan de staatssecretaris aangeven hoe zij de motie gaat uitvoeren?

Staatssecretaris Schmitz:

Voorzitter! Zoals ik ook in het debat over dit onderwerp al heb gezegd, zijn er vele argumenten uitgewisseld. Het aannemen van deze motie door een royale meerderheid van de Kamer is natuurlijk een feit van belang voor het kabinet. Ik zal hiermee teruggaan naar het kabinet en ik zal de Kamer binnen enkele weken laten weten op welke wijze wij deze motie zullen uitvoeren.

In stemming komt de gewijzigde motie-M.M. van der Burg (22700, nr. 19).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, behoudens het lid Apostolou, GroenLinks, D66, de VVD, de Unie 55+ en de groep-Nijpels voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Soutendijk-van Appeldoorn (22700, nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de CD, de RPF, de SGP, het GPV, de SP en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Stoel (22700, nr. 13).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+, de CD, de RPF, de SGP, het GPV, de SP en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Soutendijk-van Appeldoorn (CDA):

Voorzitter! Nu deze motie is aangenomen, kan ik mijn motie op stuk nr. 12 intrekken.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Soutendijk-van Appeldoorn (22700, nr. 12) is ingetrokken, maakt zij geen onderdeel van de stemmingen meer uit.

Mevrouw Soutendijk-van Appeldoorn (CDA):

Voorzitter! Ik heb nog een vraag aan de staatssecretaris van Justitie in verband met het aannemen van de motie op stuk nr. 13, die bijna gelijkluidend is aan mijn motie op stuk nr. 12. Komt de staatssecretaris met een nota van wijziging nu het wetsvoorstel inzake naamrecht gereed is voor plenaire behandeling?

Staatssecretaris Schmitz:

Voorzitter! Het lijkt mij duidelijk dat ik ook hierover binnen het kabinet overleg wil plegen. Ik zal de uitslag van de stemming over deze motie daarbij meewegen.

In stemming komt de motie-Dittrich/M.M. van der Burg (22700, nr. 14).

Vóór stemmen de leden: Van Nieuwenhoven, Nijpels-Hezemans, Noorman-den Uyl, Oedayraj Singh Varma, Oudkerk, Van Oven, Van der Ploeg, Rabbae, Rehwinkel, Remkes, Van Rey, Van 't Riet, Rijpstra, Roethof, Rosenmöller, Scheltema-de Nie, Schimmel, Sipkes, Sterk, Van der Stoel, Van Traa, Valk, Ter Veer, Te Veldhuis, Verbugt, Versnel-Schmitz, Verspaget, Vliegenthart, Van Vliet, H. Vos, M.B. Vos, Voûte-Droste, Vreeman, B.M. de Vries, Wallage, Van Walsem, Witteveen-Hevinga, Wolffensperger, Woltjer, Ybema, Van Zijl, Zijlstra, Van Zuijlen, Adelmund, Aiking-van Wageningen, Augusteijn-Esser, Bakker, Blauw, Van Blerck-Woerdman, Boogaard, Van den Bos, Van Boxtel, M.M. van der Burg, Cherribi, De Cloe, Cornielje, Crone, Dijksma, Dijksman, Dittrich, Duivesteijn, Van Erp, Essers, Fermina, Van Gelder, Van Gijzel, Giskes, De Graaf, Van Heemskerck Pillis-Duvekot, Van Heemst, Hoekema, Hofstra, Van Hoof, Jeekel, Jorritsma-van Oosten, Kalsbeek-Jasperse, Keur, De Koning, Lambrechts, Leerkes, Liemburg, Lilipaly en Middel.

Tegen stemmen de leden: Mulder-van Dam, Passtoors, Poppe, Reitsma, Van Rooy, Rouvoet, Schutte, Schuurman, Smits, Soutendijk-van Appeldoorn, Terpstra, Verhagen, Verkerk, Van der Vlies, O.P.G. Vos, J.M. de Vries, Weisglas, Van Wingerden, Wolters, Zonneveld, Apostolou, Van Ardenne-van der Hoeven, Assen, Beinema, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Blaauw, Bolkestein, Bremmer, Bukman, V.A.M. van der Burg, Van de Camp, Dankers, Deetman, Van Dijke, Doelman-Pel, Esselink, Gabor, Heerma, Hendriks, Hessing, Hillen, Hoogervorst, De Hoop Scheffer, Ten Hoopen, Houda, Janmaat, De Jong, H.G.J. Kamp, Klein Molekamp, Koekkoek, Korthals, Lansink, Leers, Van der Linden, Marijnissen, Mateman en Van Middelkoop.

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met 83 tegen 58 stemmen is aangenomen.

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter! Mag ik de staatssecretaris vragen of de regering deze motie gaat uitvoeren nu zij is aangenomen?

Staatssecretaris Schmitz:

Mijn antwoord is niet origineel: ik zal haar te zamen met de motie op stuk nr. 9 en de andere motie met het kabinet bespreken en de Kamer binnen enkele weken antwoord geven.

In stemming komt de motie-Rabbae (22700, nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks en het lid Nijpels-Hezemans voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

De voorzitter:

Mevrouw Jorritsma-van Oosten heeft voor wat betreft het volgende agendapunt, de stemming over de moties ingediend tijdens het nota-overleg over de Derde Energienota, gevraagd om heropening van de beraadslaging. Ik stel voor, deze heropening straks na de stemmingen te laten plaatsvinden.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven