Vragen van het lid Verbugt aan de minister van Economische Zaken, over zijn opvattingen ten aanzien van de besluitvorming over de uitbreiding van de luchthaven Maastricht-Aachen Airport.

Mevrouw Verbugt (VVD):

Mijnheer de voorzitter! De op handen zijnde besluitvorming over de toekomst van de luchthaven Beek, ofwel Maastricht-Aachen Airport, wordt al een aantal weken voorafgegaan door een aanhoudende stroom van berichten in de pers. Als wij de verschillende berichten in een chronologische volgorde plaatsen, valt één zaak bijzonder op. Het standpunt van de minister van Economische Zaken is de laatste weken 180 graden gedraaid. Zo lazen wij op 8 december in het Limburgs Dagblad en op 9 december in De Limburger dat minister Wijers op grond van economische overwegingen wel wat voor nachtvluchten zou voelen. Een week later berichtte de Volkskrant dat de minister van Economische Zaken, onder druk van vice-premier Van Mierlo, dit standpunt moest verlaten. Op 30 januari berichtte De Limburger dat de minister voor deze partijpolitieke druk was gezwicht.

Voorzitter! Ik wil vandaag niet vooruitlopen op besluitvorming die nog in het kabinet moet plaatsvinden. Wèl is het zo dat de fractie van de VVD zich met zorg afvraagt of de minister van Economische Zaken wel voldoende gewicht toekent aan het economische belang van de luchthaven in Zuid-Limburg en of hij zich wel voldoende sterk maakt voor de werkgelegenheid aldaar. Daarom wil ik de minister graag de volgende vragen stellen.

Is de minister zich ervan bewust dat zijn schuivend standpunt tot veel ongerustheid heeft geleid bij het Limburgse bedrijfsleven en bij de vele werknemers die hun baan op de tocht zien gezet?

Is de minister bereid zich in te spannen om de 2000 arbeidsplaatsen die direct en indirect met de luchthaven Beek samenhangen, te behouden?

Is de minister met ons van mening dat een goed geoutilleerde luchthaven niet alleen is uit te drukken in directe en indirecte werkgelegenheid, maar ook in synergie- en uitstralingseffecten naar andere bedrijven en sectoren van de Limburgse economie?

Hoe zwaar wegen voor de minister de onderzoeksresultaten van de Stichting voor economisch onderzoek van de universiteit van Amsterdam en het NEI, waaruit blijkt dat de Zuidlimburgse luchthaven onder bepaalde randvoorwaarden kan uitgroeien tot een banenmachine van duizenden nieuwe arbeidsplaatsen? Hierbij zij opgemerkt dat ook de studies van de tegenstanders van de luchthaven wijzen op een aanzienlijke groei van de werkgelegenheid.

Is de minister met ons van mening dat een dergelijke economische impuls voor Zuid-Limburg wenselijk is, gelet op de kwetsbaarheid van de arbeidsmarktstructuur?

Minister Wijers:

Mijnheer de voorzitter! Het is mij tijdens een eerder gevoerd debat opgevallen dat de geachte afgevaardigde mevrouw Verbugt zich graag identificeert met Limburg, maar ik had mij niet gerealiseerd dat haar identificatie zó ver ging dat zij dacht dat De Limburger tot de stukken van deze Kamer behoorde en dat daarin verslag zou worden gedaan van mijn uiteenlopende standpunten. Dat is een misverstand, voorzitter. De Limburger is een krant en geeft bepaalde suggesties weer over standpunten die blijkbaar in de loop van de tijd zijn opgenomen.

Voorzitter! Mevrouw Verbugt stelt haar vragen op grond van de veronderstelling dat er standpunten zouden bestaan binnen het kabinet, die zouden wisselen. Op zichzelf is dat interessant, maar ik meen toch dat ik kortheidshalve moet verwijzen naar het standpunt van mijn collega, partijgenoot van mevrouw Verbugt, mevrouw Jorritsma. Zij heeft gezegd dat er in het kabinet een discussie plaatsvindt, waarbij veel van de vraagstukken die mevrouw Verbugt aan de orde stelt, een rol spelen. Ik zal mij uiteraard, zodra het kabinet een beslissing heeft genomen, volledig inzetten voor de verdediging van dat kabinetsstandpunt. Er kan dus voorlopig geen aanleiding zijn voor onrust in Limburg over een standpunt van mij. Immers, er is geen formeel standpunt. Voorts ben ik het met mevrouw Verbugt eens dat luchthavens een uitstraling kunnen hebben in de regio. Sommige studies spelen wat dit betreft een belangrijke rol, voor zover zij onderbouwen dat luchthavens inderdaad zowel wat directe werkgelegenheid als wat uitstraling in de regio betreft een belangrijke functie vervullen.

Mevrouw Verbugt (VVD):

Voorzitter! Ik dank de minister voor het antwoord, alhoewel dat wel een beetje magertjes is. Ik stel vast dat er berichtgeving is in de pers. Die berichtgeving betreft standpunten van deze minister. Het is dan onze taak als volksvertegenwoordigers, de minister opheldering te vragen of zijn standpunt juist is weergegeven.

Als ik de berichtgeving goed op een rijtje zet, is er een opmerkelijke conclusie te trekken. Mijn vraag is dan of het standpunt van de minister goed is weergegeven of dat de pers een fout heeft gemaakt. Ter opheldering zeg ik minister Wijers, dat De Limburger een dagblad is. Het Limburgs Dagblad is ook pers, net zoals de Volkskrant. Misschien is het goed dat hij zich daar eens goed op oriënteert, want er staan af en toe interessante dingen in.

Het motto van dit kabinet is "werk, werk en nog eens werk". In dat verband zou ik willen zeggen: laat de echte minister van Economische Zaken opstaan en zich inzetten om vitale werkgelegenheid te behouden en randvoorwaarden te scheppen om nieuwe arbeidsplaatsen te genereren. Mijn fractie wil graag op deze minister kunnen rekenen als het om de economische belangen gaat.

Ter afsluiting stel ik de minister nog één vraag. Acht hij het, als het gaat om de toekomst van de luchthaven Beek, nog steeds tot de mogelijkheden behoren dat er een evenwichtige besluitvorming in het kabinet komt, waarin naast milieubelangen ook economische belangen worden afgewogen?

Minister Wijers:

Voorzitter! Zoals mijn collega Jorritsma al zei, heeft dit kabinet, misschien nog wel meer dan voorgaande kabinetten, in een hoog tempo over een aantal buitengewoon lastige vraagstukken waarin een afweging van economie en milieu plaatsvond, beslissingen genomen. Ik ga ervan uit dat wij ook over het onderhavige vraagstuk een afgewogen beslissing zullen nemen.

Mevrouw Van Rooy (CDA):

Voorzitter! Ra, ra, wat is het standpunt van de minister van Economische Zaken over de uitbreiding van de luchthaven? De minister slaagt erin om met overigens weinig omhaal van woorden geheel te verhullen wat nu zijn inzet bij deze belangrijke discussie is. Hij kon goed naar eerdere besluiten van het kabinet verwijzen doordat bijvoorbeeld de uitbreiding van Schiphol zo uitstekend was voorbereid door het vorige kabinet. Dat was niet zo lastig.

Mogen wij ervan uitgaan dat de minister van Economische Zaken, de minister van de Kroon, bij zijn standpuntbepaling over Maastricht-Aachen Airport primair de economische belangen, de belangen van de werkgelegenheid voor Limburg, doorslaggevend zal laten zijn? Is hij het met mij eens, dat de werkgelegenheid die door de uitbreiding van de luchthaven met beperkte nachtvluchten gecreëerd wordt, op geen enkele andere wijze tegen die kosten in Limburg gerealiseerd wordt en dat dit een stuk goedkoper is dan bijvoorbeeld de arbeidsplaatsen die indertijd tijdens het PNL gecreëerd zijn? Hij moet dus als minister van Economische Zaken in zijn handen klappen dat er zo'n project ligt.

Minister Wijers:

Voorzitter! Anders dan mevrouw Van Rooy suggereert en misschien in tegenstelling tot de gewoontes van het vorige kabinet, proberen wij in dit kabinet niet vanuit een functionele verkokering op te treden, maar vanuit integraal beleid. Dat betekent dus dat ik behalve werkgelegenheid en economische aspecten ook aspecten van duurzaamheid in de besluitvorming zal proberen in te brengen. Uiteraard is het vraagstuk van de werkgelegenheid in die discussie een heel belangrijke dimensie.

De heer Van Rey (VVD):

Voorzitter! Er worden wat opmerkingen gemaakt over mijn provincie. Vooraf wil ik even zeggen dat ik niet in dienst ben bij het dagblad De Limburger. Ik ben blij dat mevrouw Van Rooy heeft opgemerkt dat het vorige kabinet de besluitvorming over dit vliegveld in ieder geval niet goed heeft voorbereid. Zij heeft gezegd dat dat bij Schiphol wel is gebeurd. Vandaar dat dit kabinet nu met de brokken zit.

De minister van Economische Zaken heeft op de vraag van mevrouw Verbugt naar mijn mening nog niet duidelijk geantwoord. Hij heeft gezegd dat hij bereid is het standpunt van het kabinet te verdedigen. Er gaat natuurlijk iets aan vooraf voordat er een standpunt is. In ieder geval hebben alle ministers van Economische Zaken die ik de afgelopen twaalf jaar heb meegemaakt, zich voor de volle honderd procent ingezet om te komen tot "werk, werk, werk". Is de minister bereid dat standpunt van de voorgaande ministers, die in alle nota's van zijn voorgangers vastligt, te continueren?

Minister Wijers:

Voorzitter! Het blijft enigszins een herhaling van zetten. Zoals wij gewend zijn, gaan ministers geen standpunten naar buiten brengen op basis van een deelverantwoordelijkheid in het kabinet. Er komt een standpunt van het kabinet en daarin komen alle aspecten aan bod die het kabinet zal afwegen. Dat is het enige wat erover te zeggen is, zoals mevrouw Jorritsma al aangegeven heeft. Het is een beetje naar de bekende weg vragen.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! De plannen met dit vliegveld lijken mij een mooie testcase waarmee minister Wijers zijn theorie van de "econologie", de integratie van economie en milieu, in praktijk kan brengen. Ik ben zeer benieuwd naar de uitkomst.

Nu heb ik in Trouw gelezen dat minister Wijers gezegd zou hebben dat Beek niet hoeft te rekenen op extra overheidssteun, als nachtvluchten verboden worden. Heeft hij die opmerking inderdaad gemaakt? Is dat zijn standpunt of niet?

Minister Wijers:

Voorzitter! Noch in allerlei Limburgse bladen, waarvoor ik respect heb, noch in het dagblad Trouw, waarvoor ik ook veel respect heb, heeft men mij in de afgelopen maanden kunnen betrappen op persoonlijke uitspraken over vliegveld Beek. Ieder citaat daarover dat mij in de mond wordt gelegd, is dus verzonnen.

De heer Reitsma (CDA):

Voorzitter! Het is jammer dat individuele leden van het kabinet toch bepaalde standpunten bekend maken, terwijl het kabinet nog geen standpunt heeft geformuleerd. Dit is nadelig voor de helderheid. De VVD-fractie heeft haar standpunt inzake aanleg van de nieuwe baan in het debat tamelijk duidelijk gemaakt. Ik zou aan de woordvoerder van deze fractie nog wel willen vragen of de VVD dit standpunt handhaaft, ook als het kabinet straks een standpunt bekend zal maken.

Mevrouw Verbugt (VVD):

Voorzitter! Wij wachten eerst het standpunt van het kabinet af.

Naar boven