Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. zes koninklijke boodschappen, ten geleide van de volgende voorstellen van (rijks)wet:

Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, de Mediawet, de Radio-Omroep-Zender-Wet 1935 en het Wetboek van Strafvordering in verband met de liberalisering van kabelgebonden telecommunicatie-inrichtingen (kabelgebonden telecommunicatie) (24163);

Bijzondere bepalingen voor handelsvertegenwoordigers (24166);

Wijziging van de Wet op het basisonderwijs en de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs in verband met de invoering van een wettelijke grondslag voor de vergoeding voor schoolspecifieke knelpunten in de personeelsvoorziening (24168);

Regeling van een verzekering voor nabestaanden (Algemene nabestaandenwet) (24169);

Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968, de Wet op belastingen van rechtsverkeer en enkele andere belastingwetten in verband met de bestrijding van constructies met betrekking tot onroerende zaken (24172);

Wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen in verband met aanvulling van de Boeken 3, 6 en 8 van het Burgerlijk Wetboek met regels betreffende de aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen en verontreiniging van lucht, water of bodem (24177).

Deze koninklijke boodschappen, met de erbij behorende stukken, zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. een brief van de Directeur van het Kabinet der Koningin, met de mededeling, dat Hare Majesteit de haar door de Staten-Generaal toegezonden voorstellen van (rijks)wet, gedrukt onder de nummers 23855, 23900-XVI, 23551, 23835, 23900-VIII, 23846, 23012, 23816, 23780, 23692, 23003, 23779, 24075, 23900-X, 23137, 22866 en 24058, heeft goedgekeurd.

De voorzitter stelt voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen;

3. de volgende brieven:

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, over het Midden-Oosten-vredesproces (23432, nr. 6);

een, van de ministers van Buitenlandse Zaken, van Binnenlandse Zaken en van Justitie en van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, over de Europese samenwerking op het gebied van Justitie en van Binnenlandse Zaken (24167);

een, van de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie, over de situatie in Bosnië-Herzegovina (22181, nr. 97);

een, van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, over de laatste ontwikkelingen van het Flood Action Plan (FAP) (23249, nr. 3);

een, van de minister van Justitie, over de tijdelijke herbestemming van het Grenshospitium (23900-VI, nr. 28);

een, van de staatssecretaris van Justitie, ten geleide van het rapport "Met recht op bijstand" (23900-VI, nr. 27);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over "Recht doen aan verscheidenheid" (23900-VIII, nr. 110);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de minister van Verkeer en Waterstaat, over de dubbele distributie van Radio 1 (23968, nr. 8);

een, van de ministers van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ten geleide van het kabinetsstandpunt (deel 3) van de planologische kernbeslissing van het (eerste) structuurschema Oppervlaktestoffen (23625, nr. 4);

een, van de minister van Economische Zaken, over de wijze van vastlegging van compensatieverplichtingen (23900-X, 23900-XIII, nr. 80);

een, van de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Buitenlandse Zaken, over verstrekte vergunningen voor uitvoer van militaire goederen naar Turkije (22563, nr. 19);

een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, over belastingheffing over het pachtersvoordeel (23900-XIV, nr. 50);

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, over aanvullende bepalingen voor de scheepvaart in de territoriale zee (Scheepvaartreglement territoriale zee) (24174).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

4. de volgende brieven:

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, ten geleide van de tekst van een GBVB-verklaring die de Raad van de Europese Unie heeft aangenomen;

een, van de staatssecretarissen van Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ten geleide van het interim-rapport van de werkgroep meldpunt kindermishandeling;

een, van de minister van Binnenlandse Zaken, over de beroepskosten leden Tweede Kamer en wijziging van artikel 6 van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer;

een, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, ten geleide van een afschrift van een reactie op de notitie "Tuskenspul" van de stuurgroep van het project Bestuurlijke Vernieuwing Friesland;

twee, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

  • een, over het ontwerp Landelijk Overzicht VE 1996-1999;

  • een, ten geleide van adviezen van de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid;

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van het rapport van het Bureau Berenschot over de positie van de podiumkunsten in Nederland;

een, van de staatssecretaris van Financiën, ten geleide van de boedelbeschrijving inzake de Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij (SENS);

twee, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, te weten:

  • een, ten geleide van de Jaarrapportage 1994 van de Overleggroep Basismetaalindustrie;

  • een, ten geleide van antwoorden op vragen gesteld door het Jongeren Milieu Actief;

twee, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, over de bestuurlijke rollen op het zorgterrein;

  • een, over flexibilisering van de kraamzorg.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

5. de volgende adressen:

een, van M.H.J. Manuel te Grootebroek, met betrekking tot kwijtschelding van motorrijtuigenbelasting;

een, van J.M. Vlaar te Alkmaar, met betrekking tot vermindering van de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van R.H.H. Renneberg (België), met betrekking tot aftrek van hypotheekrente voor de inkomstenbelasting;

een, van R. Chakoetoe te Middelburg, met betrekking tot kwijtschelding van een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1993;

een, van mevrouw T.E. Mosterd-van Vliet te Susteren, met betrekking tot een betalingsregeling voor een belastingschuld;

een, van J.G.C. van Strien te Beneden-Leeuwen, met betrekking tot de toepassing NEDECO-regeling in verband met beroepskosten;

een, van J.G. de Bruin te Nieuwegein, met betrekking tot verrekening van teruggaaf met openstaande belastingschuld;

een, van L.C. Burmanje te Rotterdam, met betrekking tot successierecht;

een, van H. Poortveld te Luik (België), met betrekking tot een in beslag genomen auto;

een, van mevrouw A.B. Amstel-Kemmere te Landsmeer, met betrekking tot korting op haar WAO-uitkering.

Deze adressen zijn in handen gesteld van de commissie voor de Verzoekschriften;

6. de volgende brieven:

een, van het Gewestbureau van Noord-Holland, over woningaanpassingen WVG/Regeling Ziekenfondsraad subsidiëring woningaanpassingen gehandicapten;

een, van het hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, over verkrijging van het Nederlanderschap;

een, van de directeur Buitenlandse Financiële Betrekkingen van het ministerie van Financiën, ten geleide van het jaarverslag Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD);

een, van Van Leest b.v.b.a., over facturering kosten beroepschriften zg. griffierechten.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies.

Naar boven