Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in:

  • - de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen het lid Bremmer tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het lid Bremmer tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Bremmer tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Justitie het lid Bremmer tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de algemene commissie voor Europese Zaken het lid Deetman tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Defensie het lid Wolters tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Financiën het lid De Hoop Scheffer tot plv. lid in de bestaande vacature.

Het woord is aan mevrouw Sterk.

Mevrouw Sterk (PvdA):

Mijnheer de voorzitter! De krant van vandaag bericht ons dat ten minste 10.000 personen met een geestelijke handicap, meervoudig gehandicapten, bewoners van verpleegtehuizen en enkele speciale voorzieningen op 1 januari 1996 hun vervoersvergoeding kwijtraken. Bij de invoering van de Wet voorzieningen gehandicapten blijkt of lijkt niet voorzien te zijn geweest dat in zo groten getale gehandicapten, die vroeger via de GMD op kosten van de Algemene arbeidsongeschiktheidswet een vervoersvoorziening kregen, nu tussen de wal en het schip dreigen te vallen.

De fractie van de Partij van de Arbeid vraagt daarom dringend aan staatssecretaris Terpstra, en zo nodig aan haar collega's, om de Kamer in een brief uiteen te zetten op welke wijze zij oplossingen wil realiseren voor de financiering van het vervoer van gehandicapten die in een AWBZ-instelling verblijven. Hoewel deze problematiek naar verwachting ook bij de evaluatie van de WVG naar voren zal komen, denken wij dat daar niet op gewacht kan worden. Er is de fractie van de Partij van de Arbeid veel aan gelegen dat de voorstellen de Kamer op tijd bereiken, zodat er per 1 januari 1996 een oplossing is.

De heer Fermina (D66):

Voorzitter! De fractie van D66 ondersteunt van harte het voorstel van mevrouw Sterk. Ook de fractie van D66 vraagt zo snel mogelijk helderheid omtrent de WVG-voorzieningen, specifiek met betrekking tot de vervoerskosten van de bewoners van de AWBZ-instellingen. Gezien de uitspraken van de minister van Sociale Zaken van gisteravond, dat er iets mis is gegaan tijdens de behandeling van de WVG in mei 1993, en dat er zo spoedig mogelijk een oplossing voor de problemen dient te komen, verzoeken wij staatssecretaris Terpstra en minister Melkert zo spoedig mogelijk de Kamer duidelijkheid te geven over wat er is misgegaan en in welke richting een oplossing voor het probleem gezocht moet worden. Hierbij moet in ogenschouw worden genomen dat ook de Partij van de Arbeid indertijd akkoord is gegaan met de Wet voorzieningen gehandicapten en de bijbehorende decentralisatie naar de gemeenten toe.

Mevrouw Bijleveld-Schouten (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Ik wil het verzoek op zichzelf steunen, ofschoon het niet allemaal nieuwe feiten zijn. Een aantal zaken is onder ogen gezien bij de totstandkoming van de Wet voorzieningen gehandicapten. Ik wil het verzoek graag steunen en ik wil ook een duidelijke reactie van de minister van Sociale Zaken horen op dit punt. Het gaat hier immers om een gecombineerde verantwoordelijkheid. Ik wil erop aandringen spoed te maken met een volledige evaluatie van de WVG, om in zijn totaliteit over het onderwerp te kunnen spreken.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Namens de fractie van GroenLinks sluit ik aan bij het verzoek en ook bij de kanttekening van mevrouw Bijleveld. In het debat hebben wij een aantal van deze dingen voorzien. Desalniettemin heeft de minister van Sociale Zaken gisteren gemeld dat hij zich wil inzetten om het vraagstuk van een oplossing te voorzien. Ik neem aan dat dit voor het hele kabinet geldt. Ik hoop dat de belofte spoedig wordt ingelost.

Mevrouw J.M. de Vries (VVD):

Voorzitter! De VVD-fractie sluit zich aan bij het verzoek van mevrouw Sterk om een brief en bij de kanttekening van de CDA-fractie dat de wet spoedig dient te worden geëvalueerd.

Mevrouw Nijpels-Hezemans (AOV):

Voorzitter! De AOV-fractie ondersteunt van harte het verzoek van de PvdA-fractie en de aanvullingen die anderen daarop hebben gegeven.

De heer Leerkes (Unie 55+):

Voorzitter! Ook ik ondersteun van harte het verzoek om een brief dat de PvdA-fractie heeft gedaan. Ik wil de minister vragen of hem een termijn voor ogen staat waarop die problemen kunnen worden opgelost en of aanpassingen van de Wet voorzieningen gehandicapten in aantocht zijn. Ook vraag ik aandacht voor bewoners van AWBZ-instellingen die dit jaar geen vergoedingen krijgen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Vorige week heb ik bij de regeling van werkzaamheden namens een aantal fracties de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gevraagd om een brief over de problematiek die is ontstaan door de zeer gebrekkige naleving van de Wet bevordering evenredige arbeidsdeelname allochtonen. Die brief hebben wij vanochtend ontvangen en daarvoor dank ik de minister. Namens de regeringsfracties en namens de fracties van het CDA en het GPV – misschien willen andere fracties zich daarbij nog aansluiten – verzoek ik u deze brief toe te voegen aan de agenda voor de plenaire vergadering, zo mogelijk nog deze week en anders begin volgende week, rekening houdend met de agenda's van alle betrokkenen.

De voorzitter:

Ik stel voor, conform het verzoek van de heer Rosenmöller te beslissen en de spreektijden te bepalen op maximaal vijf minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

In de loop van de middag zal ik aangeven wanneer dit onderwerp in de kameragenda kan worden ingepast.

Het woord is aan de heer Apostolou.

De heer Apostolou (PvdA):

Voorzitter! Afgelopen week hebben wij overleg gevoerd met de minister van Binnenlandse Zaken over het decoratiestelsel. In het overleg bleek dat er in ieder geval over één onderwerp verschil van mening bestaat, namelijk het automatisch verlenen van onderscheidingen aan volksvertegenwoordigers en bewindslieden. Ik wens daarover een uitspraak van de Kamer en verzoek u daarom het verslag van dat overleg op de agenda van de Kamer te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen en dit punt aan de agenda van deze week toe te voegen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Op 22 mei jl. heeft de Ecofin-raad plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze bijeenkomst zijn in de pers alarmerende berichten verschenen over de energieheffing. Het Algemeen Dagblad en het Agrarisch Dagblad melden dat het commissievoorstel dat aan individuele lidstaten de mogelijkheid zou geven om per 1 januari 1996 een regulerende energieheffing in te voeren, stuit op verzet van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Beide kranten trekken daaruit de conclusie dat de energieheffing hiermee in ieder geval voorlopig van de baan is. Uit het verslag van de Ecofin-raad dat wij van de minister van Financiën hebben ontvangen, blijkt evenwel niets van een eventuele blokkade van het commissievoorstel door een aantal lidstaten. Graag zou ik dan ook van de minister van Financiën op korte termijn een brief ontvangen, waarin hij helderheid verschaft over de thans ontstane situatie. In ieder geval moet deze brief antwoord geven op de volgende vragen.

Zijn de berichten juist dat een aantal lidstaten een blokkade heeft opgeworpen tegen het commissievoorstel dat lidstaten per 1 januari 1996 de mogelijkheid geeft een energieheffing in te voeren? Is het voorstel hiermee, in ieder geval voorlopig, van de agenda? Zo ja, heeft dit dan consequenties voor de voorgenomen invoering per 1 januari van de regulerende energieheffing in Nederland?

Graag verneem ik verder van de minister of de voorbereiding van het wetsvoorstel waarin de energieheffing wordt geregeld, nog volgens planning verloopt en of alle noodzakelijke stappen nog voor 1 januari gezet kunnen worden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven