Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. twee koninklijke boodschappen, ten geleide van de volgende voorstellen van (rijks)wet:

Wijziging van de Wet Fonds economische structuurversterking (24146);

Wijziging van enkele onderwijswetten in verband met het opnemen van een document inzake evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende functies in het onderwijs (24149).

Deze koninklijke boodschappen, met de erbij behorende stukken, zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. de volgende brieven:

een, van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, over de recente ontwikkelingen in Rwanda en Burundi (23727, 24135, nr. 13);

een, van de staatssecretarissen van Buitenlandse Zaken en van Justitie, over de invoering van de Schengen Uitvoeringsovereenkomst op de luchthaven Schiphol (19326, nr. 111);

een, van de staatssecretaris van Justitie, over Tamil-asielzoekers uit Sri Lanka (19637, nr. 128);

een, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, ten geleide van een rapportage over de financiële aspecten van het voorstel van Wet instelling provincie Rotterdam (24087, 24088, nr. 5);

een, van de minister van Financiën, ten geleide van de agenda van de voorjaarsvergadering van het Interim Committee en het Development Committee van IMF en Wereldbank (23900-IXB, nr. 15);

een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ten geleide van een reactie op moties die tijdens het nota-overleg van 3 april 1995 over de Actualisering van de PKB Nationaal Ruimtelijk Beleid zijn ingediend (24054, nr. 17);

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, over uitbreiding van weg- en railinfrastructuur in de corridor Amsterdam-Utrecht (23900-XII, nr. 29);

twee, van de ministers van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, te weten:

  • een, ten geleide van het Kabinetsstandpunt Betuweroute (22589, nr. 71);

  • een, ten geleide van de ontwerp-tweede partiële herziening van het Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer (24122, nr. 2);

een, van de staatssecretaris van Economische Zaken, over het toekomstige consumentenbeleid (23162, nr. 3).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

twee, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, over uitspraken van het lid Weisglas over de president van de Republiek Suriname;

  • een, ten geleide van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Belarus inzake luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden;

een, van de staatssecretaris van Justitie, ten geleide van de instructie voor de toepassing van de Wet veilige derde landen in de aanmeldcentra en op de luchthaven Schiphol;

een, van de minister van Binnenlandse Zaken, ten geleide van informatie over het vernieuwde decoratiestelsel;

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van het beleidsplan "Een impuls voor het basisonderwijs";

een, van de minister van Financiën, inzake stortingen van geldleningen ten laste van de Staat der Nederlanden in het eerste kwartaal van 1995;

een, van de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, inzake mededeling van plaatsing in het Staatsblad (wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte);

een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, ten geleide van een concept-overeenkomst Uitvoering Milieubeleid Bloembollensector, inclusief het bijbehorende Plan van Aanpak en Bijlagen;

een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ten geleide van een rapportage over de stand van zaken inzake de Arbodiensten.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

4. de volgende brieven:

twee, van het gemeentebestuur van Neerijnen, ten geleide van twee aangenomen moties;

een, van mevrouw G.W. v.d. Putten, over de situatie in Nederland;

een, van de Rabobank Nederland, ten geleide van het jaarverslag 1994;

een, van mr. A. Wader, over het bezoek van Koningin Beatrix aan Indonesië;

een, van dr. J.B. van den Kooi, over onze rechtsstaat;

een, van de gedeputeerde staten van Drenthe, over invulling korting arbeidsvoorzieningsbudget;

een, van het H.P.R. Jongeman, over politiepraktijken.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies.

Naar boven