Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Auteurswet 1912 en de Wet op de naburige rechten in verband met de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 november 1992, PbEG 1992, L 346/61 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom (23247), en over:

- de motie-O.P.G. Vos over tijdschriften in leesportefeuilles (23247, nr. 31).

(Zie vergadering van 25 april 1995.)

De aanhef van artikel I, de onderdelen A en B en de aanhef van onderdeel C worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Heemst/Verhagen (stuk nr. 27, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP, het CDA, de CD en het lid Hendriks voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 27 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 15c, eerste lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Heemst/Verhagen (stuk nr. 27, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Aangezien het gewijzigde amendement-Van Heemst/Verhagen (stuk nr. 27, II) tot het doen vervallen van het tweede lid is aangenomen, is het tweede lid van artikel 15c vervallen.

In stemming komt het amendement-Van Heemst (stuk nr. 15, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP, het CDA, het AOV, de Unie 55+ en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 15 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Ik constateer, dat door de aanneming van de amendementen op de stukken nrs. 27, III en 15, I de zinsnede "en tweede" in het amendement op stuk nr. 15, I komt te vervallen.

De voorzitter:

Het derde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Heemst/Verhagen (stuk nr. 27, III) en het amendement-Van Heemst (stuk nr. 15, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Het vierde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Heemst/Verhagen (stuk nr. 27, IV), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Heemst (stuk nr. 25, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP, de SGP, het AOV, de Unie 55+, de CD en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 25 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Het vijfde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Heemst/Verhagen (stuk nr. 27, V), wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 15c wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 15d, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Heemst/Verhagen (stuk nr. 27, VI), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 15e, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Heemst/Verhagen (stuk nr. 27, VII), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 15f wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 15g, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Heemst/Verhagen (stuk nr. 27, VIII), wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel C wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen CC t/m F worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De aanhef van artikel II, de onderdelen A en B, de aanhef van onderdeel C, punt 1, de aanhef van punt 2 en het tweede lid worden zonder stemming aangenomen.

Het derde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Heemst/Verhagen (stuk nr. 27, IX), wordt zonder stemming aangenomen.

Het vierde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Heemst (stuk nr. 15, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Het vijfde en zesde lid en de punten 2 en 3 worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel C wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen D en DD, de aanhef van onderdeel E, de punten 1 en 2, de aanhef van punt 3 en het tweede lid worden zonder stemming aangenomen.

Het derde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Heemst/Verhagen (stuk nr. 27, X), wordt zonder stemming aangenomen.

Het vierde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Heemst (stuk nr. 15, III), wordt zonder stemming aangenomen.

Het vijfde en zesde lid en punt 3 worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel E wordt zonder stemming aangenomen.

De aanhef van onderdeel F en het eerste en tweede lid van artikel 7a worden zonder stemming aangenomen.

Het derde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Heemst/Verhagen (stuk nr. 27, XI), wordt zonder stemming aangenomen.

Het vierde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Heemst (stuk nr. 15, IV), wordt zonder stemming aangenomen.

Het vijfde en zesde lid en artikel 7a worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel F wordt zonder stemming aangenomen.

De aanhef van onderdeel G, punt 1, de aanhef van punt 2 en het tweede lid worden zonder stemming aangenomen.

Het derde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Heemst/Verhagen (stuk nr. 27, XII), wordt zonder stemming aangenomen.

Het vierde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Heemst (stuk nr. 15, V), wordt zonder stemming aangenomen.

Het vijfde en zesde lid en punt 2 worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel G wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen H t/m W worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel II wordt zonder stemming aangenomen.

Het eerste en tweede lid van artikel III worden zonder stemming aangenomen.

Het derde lid is door de aanneming van het gewijzigde amendement-Van Heemst/Verhagen (stuk nr. 27, XIII) vervallen.

Het vierde lid wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Verhagen (stuk nr. 30) tot het doen vervallen van het vijfde lid.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het AOV, de Unie 55+, de CD, de PvdA, GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Hiermee is het vijfde lid vervallen.

Het gewijzigde artikel III wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen IV t/m VI en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-O.P.G. Vos (23247, nr. 31).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven