Aan de orde zijn de stemmingen over drie moties, ingediend bij het debat over het huurprijsbeleid 1995, te weten:

- de motie-Duivesteijn over de maximale individuele huurstijging per 1 juli 1995 (23900-XI, nr. 48);

- de motie-Poppe over huurders die onder het bestaansminimum leven (23900-XI, nr. 49);

- de motie-Poppe over bevriezing van de huren in 1995 (23900-XI, nr. 50).

(Zie vergadering van 21 februari 1995.)

De voorzitter:

De heer Poppe heeft gevraagd een stemverklaring vooraf te mogen afleggen over de motie-Duivesteijn op stuk nr. 48.

De heer Poppe (SP):

Mijnheer de voorzitter! De fractie van de SP zal de motie-Duivesteijn op stuk nr. 48 steunen en wel om de volgende twee redenen. Ten eerste omdat een maximumhuurverhoging van 6% beter is dan een huurverhoging van 6,5% en zeker ook omdat de SP van mening is dat de huren in 1995 bevroren dienen te worden. Dat laatste blijkt uit de motie op stuk nr. 50. Ten tweede legt de motie-Duivesteijn een bom onder het bruteringsakkoord.

De voorzitter:

Ik zou u willen vragen te motiveren waarom u voor of tegen de motie bent en dat te doen in niet polariserende termen. De beraadslagingen zijn immers gesloten.

De heer Poppe (SP):

Ik denk dat ik duidelijk ben geweest!

In stemming komt de motie-Duivesteijn (23900-XI, nr. 48).

De voorzitter:

Ik constateer, dat behoudens de aanwezige leden van de fractie van de VVD de aanwezige leden van alle fracties voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

De heer Duivesteijn (PvdA):

Ik vraag de staatssecretaris wat hij met de motie gaat doen.

Staatssecretaris Tommel:

Ik zal uiteraard de uitspraak van de Kamer aan het kabinet voorleggen. Ik zal u zo spoedig mogelijk berichten wat de uitslag van het beraad zal zijn.

In stemming komt de motie-Poppe (23900-XI, nr. 49).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het AOV, de Unie 55+ en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Poppe (23900-XI, nr. 50).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, het AOV, de Unie 55+ en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven