4 Herdenking

Aan de orde is de herdenking naar aanleiding van het overlijden van oud-Kamerlid de heer G.P. Hoefnagels.

De voorzitter:

Ik verzoek de leden, te gaan staan.

Op 24 november jongstleden is op 84-jarige leeftijd te Lochem overleden voormalig senator dr. G.P. Hoefnagels. Hij was van juni 1987 tot juni 1995 lid van deze Kamer en maakte deel uit van de fractie van D66. Gedurende deze twee zittingsperioden legde hij zich vooral toe op de behandeling van wetgeving op het terrein van het strafrecht en het beleid van de regering ten aanzien van de Nederlandse Antillen.

Gerard Peter Hoefnagels werd op 26 oktober 1927 geboren in Bilthoven als zoon van een verzekeraar. Na het behalen van zijn hbs-diploma studeerde hij van 1945 tot 1949 Indologie en Indisch recht aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Aansluitend studeerde hij psychologie aan dezelfde universiteit. In 1957 promoveerde hij in de rechtsgeleerdheid. De combinatie recht en psychologie vormden de basis voor zijn wetenschappelijke carrière, aanvankelijk als universitair docent forensische psychiatrie aan de Rijksuniversiteit Utrecht en van 1969 tot 1992 als hoogleraar criminologie aan de Erasmus Universiteit. Hoefnagels was ook gezaghebbend op het terrein van jeugdrecht, en adviseerde de regering over wettelijke regelingen voor de kinderbescherming. Van 1954 tot 1956 was hij adjunct-secretaris van de Raad voor de Kinderbescherming.

Toen Peter Hoefnagels zich op 59-jarige leeftijd kandidaat stelde voor de Eerste Kamer, was hij een erkend auteur van studies op het terrein van criminologie. Daarnaast publiceerde hij regelmatig over misdaadpreventie en het jeugd- en familierecht. Bij een breder publiek was hij ook bekend als schrijver van enkele romans, zoals De vleesheuvel en De vioolspeler. In zijn literaire genre verwerkte hij waarnemingen die hij deed in de praktijk van onderzoek en advies.

Hij was een overtuigd aanhanger van D66, maar vervulde geen formele functies in deze partij. In deze Kamer concentreerde Peter Hoefnagels zich op de portefeuille van Justitie. Hij was zeer kritisch over voorstellen op het terrein van het strafrecht. Overtuigd als hij was van de zinloosheid van straf als correctief instrument, drong hij voortdurend aan op matiging van de strafmaat.

Het was Hoefnagels een doorn in het oog dat de overheid met een opeenstapeling van uiteenlopende wetten, aanvullende regels en later weer uitzonderingen daarop, een ondoorzichtig samenstel van regelgeving over de burger uitstortte. Met name op fiscaal gebied vormde de complexiteit van deels strijdige regels een, zoals hij zei, vorm van uitlokking. In een boekje getiteld Mensen, fraude en de staat, dat in 1987 verscheen, hekelde hij ditzelfde fenomeen op het terrein van de sociale zekerheid.

In dit huis toonde Peter Hoefnagels zich in vele debatten een fervent pleitbezorger voor de belangen van de Nederlandse Antillen. Hij hamerde op de gelijkwaardigheid van de bewoners van de Nederlandse Antillen en Aruba als volwaardige burgers van het Koninkrijk. In een debat over een voorgestelde wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden op 15 maart 1994, verdedigd door minister Hirsch Ballin van Justitie, die toen tevens verantwoordelijk was voor de Nederlandse Antillen en Aruba, pleitte Hoefnagels voor een gelijkwaardige status van Aruba, de Antillen en Nederland binnen het Koninkrijk. Zestien jaar later, op 10 oktober 2010, werd zijn visie werkelijkheid met het van kracht worden van het gewijzigd Koninkrijksstatuut.

Hoefnagels was een taalvaardig debater, met een voorliefde voor spreekwoorden. Zijn heldere en doorwrochte analyses werden door zijn fractievoorzitter Eddy Schuyer graag gebruikt bij de algemene en politieke beschouwingen.

Voor zijn verdiensten is Peter Hoefnagels onderscheiden tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

Moge ons respect voor zijn persoon en zijn verdiensten voor ons land tot steun zijn van zijn nabestaanden.

Ik verzoek u allen, een moment van stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken van stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik heb nog te melden dat mevrouw Popken afwezig is wegens ziekte en dat de heer Van Kappen afwezig is wegens verblijf in Washington bij de NAVO.

Ik heet de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën van harte welkom in de Eerste Kamer.

Naar boven