28ste vergadering

Dinsdag 27 april 1999

13.30 uur

Voorzitter: Korthals Altes

Tegenwoordig zijn 67 leden, te weten:

Baarda, Batenburg, De Beer, Van den Berg, Bierman, De Boer, Boorsma, Braks, Van den Broek-Laman Trip, Dees, Van Dijk, Van Eekelen, Van Gennip, Ginjaar, Glastra van Loon, Glasz, Grol-Overling, De Haze Winkelman, Heijmans, Heijne Makkreel, Hendriks, Hessing, Hilarides, Hirsch Ballin, Hofstede, Holdijk, Jaarsma, De Jager, Ketting, Korthals Altes, J. van Leeuwen, L.M. van Leeuwen, Linthorst, Lodewijks, Loudon, Luijten, Luimstra-Albeda, Lycklama à Nijeholt, Maas-de Brouwer, Meeter, Michiels van Kessenich-Hoogendam, Pit, Pitstra, Postma, Rensema, Rongen, Roscam Abbing-Bos, Ruers, Scholten, Schoondergang-Horikx, Schuurman, Schuyer, Stevens, Stoffelen, Talsma, Tiesinga-Autsema, Tuinstra, Varekamp, Ter Veld, Veling, Vrisekoop, Werner, Wiegel, Wöltgens, Van de Zandschulp, Zijlstra en Zwerver,

en de heren G.M. de Vries, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Vermeend, staatssecretaris van Financiën, en Hoogervorst, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Eversdijk en Gelderblom-Lankhout, wegens verblijf buitenslands;

Van Heukelum, wegens bezigheden elders.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat de betrokken vaste commissies van de Eerste Kamer beraadslaagd hebben over de ontwerpbesluiten op de geannoteerde agenda met bijlagen voor het Uitvoerend Comité Schengen van 28 april aanstaande. Zij adviseren de Kamer in te stemmen met de het Koninkrijk verbindende besluiten nrs. 5, 10, 11 en 13.

Voorts hebben deze commissies beraadslaagd over een tweetal het Koninkrijk verbindende ontwerpbesluiten betreffende Europol, per brief van 13 april jongstleden aan de Kamer aangeboden (23490, nr. 124). Zij adviseren ook met deze besluiten in te stemmen.

Ten slotte hebben de commissies beraadslaagd over een het Koninkrijk verbindend besluit terzake van een voorstel voor een gemeenschappelijk optreden ten bate van personen die zijn gevlucht als gevolg van recente gebeurtenissen in Kosovo, per brief van 15 april jongstleden aan de Kamer voorgelegd. De commissies stellen voor ook met dit ontwerpbesluit in te stemmen.

Ik stel de Kamer voor de adviezen van de commissies te volgen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven