34 Arbeidsmigratie

Arbeidsmigratie

Aan de orde is het tweeminutendebat Arbeidsmigratie (CD d.d. 01/06).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Arbeidsmigratie als opvolging van het commissiedebat van 1 juni jongstleden. Ik heet de leden die zich voor het debat hebben ingeschreven van harte welkom, alsmede de mensen die het thuis op afstand volgen. Ook heet ik de minister van harte welkom. We gaan beginnen. Ik geef het woord graag aan de heer El Yassini namens de fractie van de VVD.

De heer El Yassini (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Ook dank aan de minister, die tijdens het commissiedebat Arbeidsmigratie ook flink wat vragen heeft beantwoord. Zij heeft toegezegd om in de zomer ook met veel informatie te komen, ook als het gaat om de aanbevelingen van de commissie-Roemer. Natuurlijk zijn wij in de Kamer bezig om vooral ook gewoon oplossingen te creëren, ook voor de mensen in de samenleving. Maar onderdeel van die oplossingen is het gegeven dat de Kamer zich van tijd tot tijd ook uit moet spreken over wat ze niet wil, vandaar mijn motie. Die gaat over het plan van de Europese Commissie voor Marokko, Tunesië en Egypte.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie een plan heeft gepresenteerd om arbeidsmigratie uit Marokko, Tunesië en Egypte makkelijker te maken en te bevorderen;

constaterende dat het plan in huidige opzet onvoldoende garanties en waarborgen biedt om huisvesting te faciliteren op onze overspannen woningmarkt, uitbuiting tegen te gaan, de sociale druk op kwetsbare wijken te voorkomen en terugkeer te garanderen;

overwegende dat er in Nederland sprake is van 1,1 miljoen onbenut arbeidspotentieel dat langs de zijlijn dreigt te blijven staan;

overwegende dat ook werkgevers aan zet zijn om in te zetten op technische en sociale innovatie;

verzoekt de regering om geen onomkeerbare stappen te zetten en niet mee te werken aan het plan van de Europese Commissie in zijn huidige vorm om tekorten op de arbeidsmarkt op te lossen door mensen uit Marokko, Tunesië en Egypte naar de EU te halen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden El Yassini, Ceder, Eerdmans en Van Kent.

Zij krijgt nr. 82 (29861).

Dat leidt tot een vraag van mevrouw Podt.

Mevrouw Podt (D66):

Er zijn op dit moment 450.000 vacatures in Nederland. Is de heer El Yassini het met mij eens dat er geen taboes zouden moeten zijn wat betreft de oplossing daarvoor, dat we eigenlijk alles wat er mogelijk is om dat op te lossen zouden moeten overwegen, om te voorkomen dat onze treinen stilstaan en mensen allerlei winkels moeten gaan sluiten omdat er gewoon geen personeel is?

De heer El Yassini (VVD):

We hebben 451.000 vacatures in Nederland. Dat zijn inderdaad 133 vacatures op 100 werklozen. Nou hoor ik mevrouw Podt zeggen: moet je dan niet alle opties openhouden? We moeten daarbij rekening houden met het feit dat we in Nederland een overspannen woningmarkt hebben. We moeten ook rekening houden met de commissie-Roemer. Daar sprak ik in mijn inleiding ook over. Er zijn misstanden die we op dit moment met z'n allen aan het oplossen zijn. Dat betekent ook dat het niet vanzelfsprekend is dat als wij de NS laten rijden en iemand uit Marokko, Tunesië of Egypte hiernaartoe halen die de taal niet spreekt ... Juist voor de veiligheid op het spoor is het van belang — u kunt dat uw collega-woordvoerder NS en Spoor vragen — dat er goed in de Nederlandse taal gecommuniceerd wordt, om ongelukken te voorkomen. Dat betekent dat je echt maatwerk moet gaan bieden in wat je kan en wat je moet. Het onbenut arbeidspotentieel van 1,1 miljoen mensen is daar een hele belangrijke optie in. Maar ik vind dus dat je moet kijken naar de volledige consequenties voor de Nederlandse samenleving, niet alleen voor de arbeidsmarkt.

De voorzitter:

Helder. Tot slot, mevrouw Podt.

Mevrouw Podt (D66):

Volgens mij is er helemaal niets aan de hand als we al deze dingen in overweging nemen. Daar ben ik het ook helemaal niet mee oneens. Mijn punt is echter dat ik constateer dat de VVD allerlei barrières gaat opwerpen om dit probleem op te lossen. Ik snap dat niet zo goed. Ik snap niet waarom de VVD alle deuren dicht wil zetten voor dit voorstel.

De heer El Yassini (VVD):

Dan zal ik het even uitleggen. De VVD is namelijk voor het liberalisme dat werkt voor mensen. Daarom is het juist zo belangrijk om als wij zaken doen en niet doen, ook verder te kijken naar de consequenties voor onze hardwerkende Nederlanders. Dat moeten we doen om ervoor te zorgen dat de problemen die we oplossen uiteindelijk niet tien nieuwe problemen laten ontstaan. Daar staan we voor.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank voor uw bijdrage, meneer El Yassini.

De heer El Yassini (VVD):

Dank.

De voorzitter:

Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Piri van de fractie van de PvdA.

Mevrouw Piri (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Ook namens mij dank aan de minister. Als er in ieder geval één ding duidelijk werd tijdens het commissiedebat, dan was het dat er heel veel fracties zijn in deze Kamer die niet willen wachten tot januari 2025 voordat wij malafide uitzendbureaus kunnen aanpakken. Vandaar de volgende moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het invoeren van een waarborgsom voor uitzendbureaus en het hebben van een vog voor bestuursleden van uitzendbureaus misstanden kan tegengaan;

constaterende dat artikel 12, lid 1 en 2 van de WAADI het mogelijk maakt om sneller en daadkrachtig op te treden tegen misstanden;

verzoekt de regering om voor uitzendbureaus actief in specifieke risicosectoren, zoals vlees, distributie, agrarische sector en bouw, via artikel 12, lid 1 en 2 van de WAADI, een waarborgsom en een vog voor bestuursleden in te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Piri, Maatoug en Van Kent.

Zij krijgt nr. 83 (29861).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat arbeidsmigranten bij einde werkcontract direct op straat worden gezet;

constaterende dat er in de uitzend-cao afspraken zijn gemaakt over een verbod op huisuitzettingen bij einde werkcontract, maar deze cao nog niet algemeen verbindend is verklaard en daardoor niet voor de gehele uitzendsector geldt;

verzoekt de regering om via art 12, lid 1 en 2 van de WAADI het verbod huisuitzetting bij einde werkcontract voor de gehele uitzendsector te doen gelden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Piri, Maatoug en Van Kent.

Zij krijgt nr. 84 (29861).

Mevrouw Piri (PvdA):

Dan de derde en de laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat andere Europese landen tegen dezelfde uitbuiting van arbeidsmigranten aanlopen;

constaterende dat de Europese Commissie onderzoekt op welke manier de Uitzendrichtlijn kan worden herzien om malafide uitzendbureaus aan te pakken;

verzoekt de regering om onder andere via de ELA (Europese Arbeidsautoriteit) het aanpakken van malafide uitzendbureaus hoog op de agenda te zetten om samenwerking tussen lidstaten te bevorderen;

verzoekt tevens de regering in Europees verband zich actief in te zetten om het onderzoek herziening Uitzendrichtlijn zo spoedig mogelijk af te laten ronden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Piri, Maatoug en Van Kent.

Zij krijgt nr. 85 (29861).

Mevrouw Piri (PvdA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank voor uw bijdrage, mevrouw Piri. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Maatoug namens de fractie van GroenLinks.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks):

Voorzitter. Ook vanuit GroenLinks dank voor de beantwoording. Ook vanuit deze plek dank aan al die mensen die vandaag in Nederland aan het werk zijn, die in het verleden hebben gewerkt en die onze straten, onze wegen en dit land mede hebben gebouwd. Ook vanuit deze plek: dank je wel. Twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er veel misstanden plaatsvinden rondom arbeidsmigranten;

constaterende dat de huidige praktijk heeft laten zien dat certificering zonder publiek toezicht onvoldoende effect heeft om misstanden rondom arbeidsmigranten tegen te gaan;

overwegende dat in het voorgestelde stelsel de Arbeidsinspectie geen toezicht houdt op het uitgeven van certificaten, en daarmee de certificering wordt overgelaten aan de markt;

overwegende dat het overlaten van de certificering aan de markt risico's met zich meebrengt en een rol voor de overheid noodzakelijk is;

verzoekt de regering voldoende publieke waarborgen te regelen in het toezicht op de certificerende instelling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Maatoug, Podt en Piri.

Zij krijgt nr. 86 (29861).

Mevrouw Maatoug (GroenLinks):

Ergens is dat snel kunnen praten toch best wel handig, voorzitter. Motie twee.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vakbonden niet altijd de toegang tot de werkplek wordt verleend;

constaterende dat toegang tot de werkplek door vakbonden een internationaal recht is;

overwegende dat dit recht in het bijzonder van belang is voor arbeidsmigranten, vanwege hun kwetsbare positie en de afhankelijkheid van hun werkgever;

overwegende dat deze kwetsbare positie in stand wordt gehouden als vakbonden geen toegang krijgen tot hun werkplek om hen daar te spreken, hen te wijzen op hun rechten en hen zo nodig bij te staan;

verzoekt de regering om in kaart te brengen in hoeverre in cao's afspraken worden gemaakt over toegang tot de werkvloer, in gesprek te gaan met werkgevers en sociale partners, dit probleem actief aan te kaarten, en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Maatoug, Palland en Piri.

Zij krijgt nr. 87 (29861).

Mevrouw Maatoug (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank voor uw bijdrage, mevrouw Maatoug. We zijn aangekomen bij de heer De Jong namens de fractie van de PVV.

De heer Léon de Jong (PVV):

Voorzitter, hartelijk dank.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering maatregelen te treffen om de al bestaande problemen rondom arbeidsmigratie op te lossen en er tevens voor te zorgen dat er niet nog meer problemen richting ons land worden geïmporteerd, en derhalve de verdere toestroom van arbeidsmigranten van binnen en buiten Europa richting Nederland direct te stoppen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Léon de Jong.

Zij krijgt nr. 88 (29861).

De heer Léon de Jong (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank voor uw bijdrage, meneer De Jong. We zijn aangekomen bij mevrouw Palland namens het CDA.

Mevrouw Palland (CDA):

Voorzitter, dank u wel. We hebben een goed en stevig en ook uitgebreid debat met elkaar gehad. Er worden stappen gezet om de omstandigheden rond arbeidsmigratie in Nederland te verbeteren. Dan gaat het om de misstanden bij de huisvesting en om het tegengaan van uitbuiting, en dat langs de voorstellen van de commissie-Roemer. Daarbij vindt het CDA het belangrijk dat we meer grip krijgen op arbeidsmigratie en dat we daar ook keuzes bij maken. Voor welk werk willen we arbeidsmigratie faciliteren en onder welke voorwaarden? We moeten voorkomen dat voordelen naar de private bedrijven gaan en de nadelen en lasten worden afgewenteld op de arbeidsmigrant en de buurten en wijken, kortom, de samenleving. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er enerzijds vanwege krapte op de arbeidsmarkt behoefte vanuit werkgevers is aan meer arbeidsmigranten, maar anderzijds er structureel problemen zijn met de huisvesting en werkomstandigheden van migranten;

overwegende dat het onwenselijk is dat voordelen van arbeidsmigratie er voor de bureaus zijn en dat de nadelen worden afgewenteld op de arbeidsmigrant, de buurt en de samenleving;

overwegende het pleidooi van de ACVZ en de WRR om brede welvaart centraal te stellen in het beleid rond arbeidsmigratie, rekening houdend met de vraag of het aantrekken van arbeidsmigranten het lokale welzijn vergroot;

verzoekt de regering criteria te ontwikkelen om de bredewelvaartsbenadering te concretiseren in het arbeidsmigratiebeleid, en de Kamer hierover te informeren in het najaar van 2022,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Palland en Ceder.

Zij krijgt nr. 89 (29861).

Dank ook, mevrouw Palland. Dan zijn we aangekomen bij de laatste spreker van de zijde van de Kamer, de heer Van Kent namens de SP.

De heer Van Kent (SP):

Dank, voorzitter. Al meer dan tien jaar weten we exact wat de gevolgen van ongecontroleerde arbeidsmigratie zijn. We weten exact wat de gevolgen zijn voor gemeenschappen, voor wijken en dorpen, maar ook voor de positie van arbeidsmigranten die worden uitgebuit en onderbetaald. Het is heel erg goed dat de commissie-Roemer duidelijk heeft gemaakt wat er moet gebeuren. Het is ook heel erg goed dat er een motie van de SP is om alles wat Roemer adviseert, uit te voeren. Daarom heb ik vandaag ook geen motie. Nogmaals, die motie van de SP vraagt samen met andere moties om alles uit te voeren, ook als dat geld kost. Die moties zijn aangenomen en ik heb één boodschap aan deze minister: zorg dat dat allemaal snel en goed wordt uitgevoerd. Vandaag kregen we ook weer een brief waarin een aantal zaken worden aangekondigd. Het gaat wat de SP betreft veel en veel te langzaam. Het is vijf over twaalf; er moet heel snel worden ingegrepen. Daartoe wil ik deze minister oproepen. We hebben ook samen met de Partij van de Arbeid en GroenLinks een aantal voorstellen gesteund die op korte termijn gedaan en doorgevoerd kunnen worden. Maar de oproep vanuit onze partij aan deze minister is: grijp in.

De voorzitter:

Dank ook voor uw bijdrage, meneer Van Kent. Toch nog een achtste spreker, althans, een zevende spreker, de heer Ceder namens de ChristenUnie. Aan u het woord.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Er is net een motie ingediend namens mij door de heer El Yassini. Ik heb er nog twee.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in de huidige situatie vrijwel geen drempels zijn om een uitzendbureau te starten, zoals het voldoen aan vakbekwaamheidseisen, zelfs nadat iemand eerder een malafide uitzendbureau heeft bestuurd;

verzoekt de regering om het vergunningstelsel voor de uitzendbranche dusdanig in te richten dat het herhaaldelijk starten van een uitzendbureau na constatering van een grove overtreding niet zonder meer mogelijk is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ceder.

Zij krijgt nr. 90 (29861).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel werknemers met een nulurencontract bij dreiging van overgang naar een andere contractfase overgeheveld worden naar een ander uitzendbureau om daar weer opnieuw te starten in fase A;

overwegende dat veel werknemers daarmee blijven hangen in een zwakke positie op de arbeidsmarkt;

verzoekt de regering om bij de komende hervormingen op de arbeidsmarkt en de inrichting van het vergunningstelsel voor de uitzendbranche maatregelen te treffen waardoor de contractpositie van werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt, waaronder werknemers met een nulurencontract, wordt versterkt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ceder.

Zij krijgt nr. 91 (29861).

De heer Ceder (ChristenUnie):

Tot zover, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank ook aan de heer Ceder voor zijn bijdrage. Daarmee zijn we aan het einde van de eerste termijn van de zijde van de Kamer gekomen. De minister heeft aangegeven een schorsing van een kleine tien minuten nodig te hebben.

De vergadering wordt van 17.37 uur tot 17.45 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het vervolg van het tweeminutendebat Arbeidsmigratie, als opvolging van het commissiedebat van 1 juni jongstleden. We zijn aangekomen bij de termijn van de zijde van het kabinet. Ik geef graag het woord aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Mevrouw Van Gennip, aan u het woord.

Minister Van Gennip:

Voorzitter, dank u wel. U hebt mij gevraagd om een beetje tempo te maken. Dat zullen we doen.

De voorzitter:

Dank.

Minister Van Gennip:

De eerste motie, op stuk nr. 82, is van de heer El Yassini. Mede namens een aantal anderen vraagt hij om geen onomkeerbare stappen te zetten en niet mee te werken aan het plan van de Europese Commissie in zijn huidige vorm. Dat zijn beide zaken die ik oordeel Kamer acht, want zo hebben we het ook opgenomen in het fiche, in de brief en in het debat. Wat daarbij wel van belang is, zeker voor mijn collega Van der Burg, is dat men in gesprek kan gaan over die migratiepartnerschappen, zodat er afspraken kunnen worden gemaakt met derde landen over het terugnemen van uitgeprocedeerde asielzoekers en migranten zonder rechtmatig verblijf. Het is heel belangrijk dat we dat kunnen blijven doen. Wat ook belangrijk is, is dat we in gesprek kunnen blijven over de vormgeving, ook als we ervoor kiezen om er niet aan mee te doen. Dat is onze eigen keuze. We willen juist die zorgen die u in de motie uit en die we zo breed in het debat aan de orde hebben gehad, zoals de druk op de samenleving, het absorptievermogen van de samenleving, wat het doet met huisvesting, de zorg en het draagvlak, op Europees niveau kunnen blijven herhalen. Als ik de motie zo mag interpreteren, dan krijgt zij oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 82 krijgt oordeel Kamer.

Minister Van Gennip:

Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 83. Daarbij refereer ik, ook voor de snelheid, aan de brief die u hebt ontvangen, zeg ik tegen mevrouw Piri via de voorzitter. Dus die moet ik ontraden, juist omdat wij willen zorgen dat wij dat grotere stelsel goed neerzetten en omdat dit, zoals wij ook hebben geschreven, minstens zo veel tijd kost om op te zetten.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 83 wordt ontraden.

Minister Van Gennip:

Dan de motie op stuk nr. 84, ook van mevrouw Piri, mevrouw Maatoug en de heer Van Kent. Ik ben het zeer met u eens dat juist die huisvesting een van de grote problemen is. We zijn op dit moment bezig met een avv-verzoek om die cao verbindend te kunnen verklaren. Er speelt nog een andere cao. Dat weet u. Daarnaast is de Wet goed verhuurderschap ingediend bij uw Kamer. Ik deel uw zorgen, maar ik wil u vragen om deze motie aan te houden, zodat we die twee trajecten de komende zomer even de kans kunnen geven. Dan kunnen we opnieuw met elkaar kijken of het ons snel genoeg gaat en of het goed genoeg is.

De voorzitter:

Mevrouw Piri, bent u bereid om de motie aan te houden?

Mevrouw Piri (PvdA):

Ja, maar mogen we dan wel meteen na de zomer een stand van zaken ontvangen over hoe het ervoor staat met de avv en de uitzendsector?

Minister Van Gennip:

Ja.

De voorzitter:

Dat is hierbij toegezegd.

Op verzoek van mevrouw Piri stel ik voor haar motie (29861, nr. 84) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Van Gennip:

De motie op stuk nr. 85, ook van mevrouw Piri, mevrouw Maatoug en de heer Van Kent, gaat over een onderzoek van de Europese Commissie. Even voor de feitelijkheid: u refereert aan een onderzoek naar malafide uitzendbureaus. Het onderzoek dat nu loopt, gaat over uitzendarbeid in den brede, maar ik ben het met u eens dat de zorgen liggen bij die malafide uitzendbureaus en dat die zorgen vooral liggen bij internationaal opererende uitzendbureaus. Ik pak graag uw suggestie op om het hoog op de Europese agenda te zetten en daar de goede aandacht voor te hebben, maar ook om het bij de ELA aan de orde te stellen, nog intensiever dan we al doen. Daarmee krijgt die oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 85 krijgt oordeel Kamer.

Minister Van Gennip:

Dan heb ik hier de motie op stuk nr. 86, van mevrouw Maatoug, mevrouw Podt en mevrouw Piri, over toezicht en handhaving binnen het certificeringsstelsel van uitzendbureaus. Ik wil even zeggen dat er een aantal moties over certificering liggen. Dat is het wetsvoorstel waarover we vanmiddag een brief hebben gestuurd aan de Kamer. Die hadden we u beloofd in de zomer, maar die heeft u nu al gekregen, voor het debat, om u te faciliteren. Dat wetsvoorstel gaat in internetconsultatie. Het commissiedebat daarover moet nog plaatsvinden. Ik ga toch op een aantal van uw moties in, maar ik hoop dat we nog dat brede hoofdlijnendebat over certificering gaan voeren. De eerste motie, over publiekrechtelijk toezicht binnen het certificeringsstelsel, kan ik oordeel Kamer geven, zoals ook in de brief verwoord is. We zullen zorgen dat we met u bespreken hoe we dat willen doen en op welke manier we dat vorm gaan geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 86 krijgt oordeel Kamer.

Minister Van Gennip:

De motie op stuk nr. 87 gaat over de toegang van vakbonden tot de werkplaats. Daar hebben mevrouw Palland en mevrouw Maatoug tijdens het debat ook aan gerefereerd. Dat is een stevige oordeel Kamer, zou ik willen zeggen. Ik neem die aanmoediging zeer op, want ik deel uw zorgen daarover.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 87: oordeel Kamer.

Minister Van Gennip:

De motie op stuk nr. 88: ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 88: ontraden.

Minister Van Gennip:

Dat hebben we ook uitgebreid gewisseld in het debat.

Dan de motie op stuk nr. 89, over de bredewelvaartsbenadering. Daar heeft mevrouw Palland in het debat uitgebreid aan gerefereerd, met een heleboel goede opmerkingen, die ik hier niet zal herhalen. Ik neem dit graag mee en geef de motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 89: oordeel Kamer.

Minister Van Gennip:

Ik zal u ook op zeer korte termijn informeren over de motie-Den Haan met het verzoek om de instelling van een staatscommissie, want dat werd gevraagd.

De motie op stuk nr. 90 gaat over het vergunningstelsel voor de uitzendbranche. Dat gaat weer over de brief die u vandaag hebt gekregen. We willen het inderdaad zodanig inrichten dat het niet zonder meer mogelijk is om een uitzendbureau zomaar door te starten. Deze motie krijgt dus oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 90: oordeel Kamer.

Minister Van Gennip:

De motie op stuk nr. 91 gaat over de maatregelen waardoor de contractpositie van werknemers aan de basis van de arbeidsmarkt wordt versterkt. Dan refereer ik ook even aan de brief over de hervorming van de arbeidsmarkt die eraan komt, en aan de arbeidsmarktkraptebrief. Ik zou deze motie willen overnemen, want ik zie die als ondersteuning van beleid.

De voorzitter:

Geen van de leden heeft daar bezwaar tegen.

De motie-Ceder (29861, nr. 91) is overgenomen.

Dan tot slot.

Minister Van Gennip:

Ik wilde nog één zin tegen de heer Van Kent zeggen. Wij zullen elkaar scherp moeten blijven houden om deze situatie, die te vaak en te breed voorkomt, op te lossen. Een van de dingen daartoe is de indiening van het wetsvoorstel over certificering, dat u vanmiddag hebt gekregen, in navolging van Roemer. Maar we zullen nog heel vaak met elkaar in gesprek moeten gaan en acties moeten ondernemen om het voor elkaar te krijgen. Dat doe ik graag samen met u.

De voorzitter:

Dank. Ik dank iedereen: de Kamerleden en de minister voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties wordt aanstaande donderdag gestemd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven