8 Bedrijfslevenbeleid

Aan de orde is het VAO Bedrijfslevenbeleid (AO d.d. 31/01).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Bedrijfslevenbeleid. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat.

Even voor de spijbelaars op de publieke tribune. Selfies gemaakt in de Tweede Kamer tellen voor een week afwezigheid. Die maken veel meer indruk op de rector van je school. Dus kun je beter je selfie hier maken, zeg ik alleen maar.

We hebben zes sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is de heer Moorlag van de fractie van de Partij van de Arbeid. Hij heeft, zoals alle sprekers, twee minuten spreektijd. Het woord is aan hem.

De heer Moorlag (PvdA):

Er staat nu al "afronden" op de klok.

De voorzitter:

Dat doet hij tegenwoordig automatisch. We proberen hem uit te zetten. Het is niks persoonlijks.

De heer Moorlag (PvdA):

Oké.

Voorzitter. De grootste bedreiging voor de economische groei is op dit moment het tekort aan vakmensen. Het economisch bureau van de ING heeft een rapport gepubliceerd waaruit blijkt dat 50% van de bedrijven zich in zijn omzetgroei geremd ziet door het gebrek aan vakmensen. Directeur Martien Verhoeven van het bedrijf Sioux in Eindhoven laat in de krant optekenen dat hij een bedrijf heeft met 450 mensen en dat hij zo 100 mensen kan plaatsen. Er zijn 100 structurele vacatures op een bedrijf van 450 mensen. Dat moeten we aanpakken om de economische groei voor de toekomst veilig te stellen. Dat moeten we aanpakken omdat we heel grote opgaven hebben. Ik denk hierbij aan de energietransitie. We moeten aan de slag om het tekort aan vakmensen op te heffen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er in veel bedrijfstakken, en in het bijzonder in de techniek, een groot tekort is aan vakmensen, dat de groei van bedrijven en de economie ernstig belemmert;

overwegende dat met het Techniekpact goede resultaten worden bereikt om mensen te interesseren voor, en op te leiden in technische beroepen, maar dat dit niet wegneemt dat de tekorten nog steeds verder toenemen;

verzoekt de regering in overleg met sociale partners aanvullende plannen te ontwikkelen en maatregelen te nemen om het tekort aan vakmensen te doen afnemen, en de Kamer hierover voor de zomer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Moorlag. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 345 (32637).

De heer Moorlag (PvdA):

Voorzitter, afsluitend. Economisch beleid is tegenwoordig arbeidsmarktbeleid. Als wij willen dat onze economie groeit dan moeten we investeren in het opleiden van mensen. Het accent ligt te zwaar op lastenverlichting voor het bedrijfsleven. We kunnen het geld beter investeren in onderwijs, in het opleiden van vakmensen, dan het als hagelslag uitstrooien over het bedrijfsleven.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan de heer Amhaouch van het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter, dank u wel. We hebben een heel goed AO Bedrijfslevenbeleid gehad met zowel de staatssecretaris van Economische Zaken en mkb als de minister. Volgens mij zetten we ook in op de juiste zaken. Een belangrijk punt is al genoemd, namelijk technisch personeel. De staatssecretaris heeft gezegd dat we het Techniekpact zullen doorzetten. Er komt ook een coördinator. Heel belangrijk is het acquisitiebeleid. Als Nederland, als klein land, moeten we keuzes gaan maken. De bedrijven die we hiernaartoe halen moeten een toegevoegde waarde hebben zowel voor het bbp als voor de maatschappelijke uitdagingen en het innovatie-ecosysteem. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet meer focus wil gaan leggen op de acquisitie van buitenlandse bedrijven die bijdragen aan specifieke doelstellingen van het kabinet;

overwegende dat dit een goede ontwikkeling is, maar deze focus kan vervagen omdat het kabinet tevens meer focus wil gaan leggen op een breed spoor gericht op alle buitenlandse bedrijven met reële economische activiteiten;

overwegende dat voor bijvoorbeeld het behalen van de R&D-doelstelling van 2,5% buitenlandse bedrijven een cruciale rol kunnen vervullen om zo toegevoegde waarde te creëren;

verzoekt de regering in haar actieve acquisitiebeleid de grootste focus te leggen op het spoor gericht op activiteiten die bijdragen aan specifieke doelstellingen van het kabinet zoals het versterken van het innovatie-ecosysteem, het oplossen van maatschappelijke uitdagingen en de ontwikkeling van sleuteltechnologieën,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Amhaouch, Sjoerdsma en Veldman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 346 (32637).

Dank u wel.

Dan de heer Veldman van de VVD.

De heer Veldman (VVD):

Dank u wel, voorzitter. We hebben er al vaker over gesproken: tekorten op de arbeidsmarkt techniek, maar ook tekorten in het onderwijs. Hoe raar is het dan om te constateren dat diverse universitaire studies een numerus fixus hebben? Daar hebben we uitgebreid over gesproken tijdens het AO. Daar wordt aan gewerkt maar het vraagt wel nog steeds om extra capaciteit op verschillende scholen, ook op universiteiten. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in veel bedrijfstakken, en in het bijzonder in de techniek, het tekort aan vakmensen steeds verder oploopt;

overwegende dat met het Techniekpact goede resultaten worden bereikt om mensen te interesseren voor en op te leiden in technische beroepen, maar dat dit niet wegneemt dat de tekorten nog steeds verder toenemen;

voorts constaterende dat juist ook in het onderwijs de beschikbaarheid van vakdocenten onder druk staat, waardoor het ook moeilijk is meer studenten toe te laten;

verzoekt de regering te onderzoeken tegen welke problemen bedrijven c.q. werknemers aanlopen in het leveren van een bijdrage aan het techniekonderwijs;

verzoekt de regering tevens met oplossingen te komen voor de uitkomsten c.q. knelpunten die dit onderzoek oplevert teneinde de capaciteit binnen het onderwijs te vergroten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Veldman en Bruins. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 347 (32637).

De heer Veldman (VVD):

Voorzitter. Techniek schrijdt voort, dus je moet je blijven ontwikkelen, juist om in de techniek actief te blijven. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door snelle veranderingen op de arbeidsmarkt de door het bedrijfsleven gevraagde kennis en vaardigheden op een hoog tempo veranderen en deze mismatch tussen vraag en aanbod bijdraagt aan het toenemende tekort aan personeel;

constaterende dat dit specifiek in de technologische industrie tot steeds grotere problemen leidt in het vinden van het juiste personeel, met alle economische gevolgen van dien;

constaterende dat het dossier Leven Lang Ontwikkelen een departementoverstijgend thema is en hier spoedig door het kabinet verdere uitwerking op volgt;

verzoekt de regering om bij het ontwikkelen van de actieagenda Leven Lang Ontwikkelen specifiek de bedrijfssectoren waar de personeelstekorten het grootst zijn actief te betrekken bij de invulling van de beoogde uitgavenregeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Veldman en Bruins. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 348 (32637).

Dan de heer Van der Lee van de fractie van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Wij hebben tijdens het AO ook lang gesproken over het belang van langetermijnwaardecreatie in het bedrijfsleven. Ook viel het mij een beetje tegen dat de hele term niet viel in het acquisitiebeleid. Ik denk dat dat een schoonheidsfoutje is. Ik verwacht dat dat de volgende keer hersteld wordt. Waar ik wel heel blij mee ben, is het nieuws vanochtend in Het Financieele Dagblad dat een werkgroep van vooraanstaande commissarissen een witboek heeft aangeboden aan Pauline van der Meer Mohr. Zij is de nieuwe voorzitter van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code, voorheen de commissie-Tabaksblat. Het interessante van hun aanbevelingen is dat zij onderschrijven waar het kabinet sinds een aantal maanden voor pleit, namelijk dat de top van het bedrijfsleven zich actiever publiekelijk zou moeten bemoeien met maatschappelijke discussies over hun eigen invulling van langetermijnwaardecreatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Omdat het zo nauw aansluit bij waartoe het kabinet heeft opgeroepen leek het mij heel logisch dat het kabinet samen met deze werkgroep gaat bevorderen dat de code op dit punt wat wordt aangepast.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er een toenemende maatschappelijke behoefte bestaat aan een dialoog met leidinggevenden van bedrijven over hun invulling van langetermijnwaardecreatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen;

verzoekt de regering te bevorderen dat de Corporate Governance Code wordt uitgebreid met bepalingen om als leidinggevenden regelmatig zowel binnen als buiten het bedrijf de dialoog aan te gaan over de invulling van langetermijnwaardecreatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Lee. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 349 (32637).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dan de heer Alkaya van de fractie van de SP.

De heer Alkaya (SP):

Dank, voorzitter. Laat ik allereerst mijn twee moties voorlezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering geen vertegenwoordiger van werknemers heeft benoemd in de Monitoring Commissie Corporate Governance Code;

van mening dat de inbreng van werknemers essentieel is voor het evalueren van het functioneren van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen;

verzoekt de regering de commissie uit te breiden met een vertegenwoordiger van werknemers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Alkaya. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 350 (32637).

De heer Alkaya (SP):

Dan nu mijn tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een wet in de maak is die de regering binnenkort in staat zal stellen om te voorkomen dat een buitenlandse organisatie te veel zeggenschap in een Nederlandse telecommunicatiepartij krijgt indien deze zeggenschap leidt tot relevante invloed in de telecommunicatiesector;

constaterende dat burgers, bedrijven en de overheid in grote mate afhankelijk zijn van de telecominfrastructuur van KPN en dat recent is bekend geworden dat een Canadese investeringsmaatschappij KPN wil overnemen;

spreekt uit dat KPN niet mag worden overgenomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Alkaya. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 351 (32637).

De heer Alkaya (SP):

Voorzitter, tot slot. Juist naar aanleiding van een vorige overnamepoging door een Mexicaans bedrijf is er een wet in de maak om dit soort overnames van infrastructuur in Nederland — in dit geval KPN — te voorkomen. Het is te gek voor woorden dat KPN, net voordat wij de wet in behandeling gaan nemen, te maken heeft met een overnamebod van de Canadezen. Vandaar dat ik vraag om een uitspraak van de Kamer in dezen. In aanloop naar de wet die de regering in staat zal stellen om dit soort overnames te voorkomen, moeten wij als Kamer uitspreken dat zo'n overname van onze infrastructuur door een buitenlandse partij uiterst onwenselijk is.

De voorzitter:

Helder. Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Sjoerdsma van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Tijdens het algemeen overleg Bedrijfslevenbeleid hebben we het ook gehad over de zeer negatieve invloed die de brexit heeft gehad, niet alleen op het Verenigd Koninkrijk, waar ze nu medicijnvoorraden moeten aanleggen en voedseltekorten moeten voorkomen, maar ook op het Nederlandse bedrijfsleven. Het kabinet is druk bezig om het Nederlands bedrijfsleven voor te lichten om die negatieve gevolgen tegen te gaan, maar ondertussen zijn de partijen die de brexit zo'n fantastisch idee vonden, in geen velden of wegen te bekennen om hun propaganda nogmaals voor het voetlicht te brengen, om duidelijk te maken waarom zij het destijds zo'n goed idee vonden en waarom zij nog steeds staan voor een nexit. Ze zijn daar stil over, ze willen daar niks over zeggen en ze proberen daar een beetje van weg te lopen. Ik kijk de voorzitter aan, maar dat doe ik natuurlijk vanuit de collegiale vriendschappelijkheid hier in dit parlement. Zijn partijgenoten zijn hier vandaag niet, net zoals de collega's van Forum voor Democratie. Om toch duidelijk te maken waar deze partijen staan in dit belangrijke debat, dien ik deze motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het Verenigd Koninkrijk grote maatschappelijke en economische onzekerheid is ontstaan door de voorgenomen uittreding uit de Europese Unie;

constaterende dat tientallen bedrijven als gevolg daarvan ervoor hebben gekozen het VK te verlaten, met economische schade en banenverlies tot gevolg;

constaterende dat de brexit ook slecht uitpakt voor het Nederlandse bedrijfsleven;

van mening dat een sterke Europese Unie en een vervolmaakte interne markt essentieel zijn voor de economische concurrentiepositie van Nederland;

overwegende dat een eventuele Nederlandse uittreding uit de Europese Unie onder andere zou leiden tot grote handelsbarrières en tot verlies van banen en economische groei;

spreekt uit dat een nexit destructief zal zijn voor ons bedrijfsleven en derhalve ongewenst is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Sjoerdsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 352 (32637).

De heer Sjoerdsma (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Sjoerdsma was de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Ik schors voor twee minuten. Daarna gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Keijzer:

Dank u wel, voorzitter. De eerste motie is die van de heer Moorlag op stuk nr. 345. Ik geef deze motie oordeel Kamer. Het kabinet heeft besloten het Techniekpact voort te zetten. Werkgevers- en werknemersorganisaties behoren tot de meer dan 60 partners die hun handtekening onder het Techniekpact hebben gezet. Ik zie de motie van de heer Moorlag dan ook als een steuntje in de rug om met sociale partners betrokken te zijn bij het Techniekpact, om met elkaar in overleg te treden en om te bezien of, en zo ja, welke aanvullende acties kunnen worden geformuleerd. In de voortgangsrapportage van het Techniekpact, die voor de zomer naar de Kamer gaat, kom ik daar graag op terug. De heer Moorlag sloot af met een pleidooi voor het investeren in vakmensen. Ook dat klonk mij goed in de oren. Dit kabinet heeft ook besloten om 100 miljoen in het technisch vmbo te investeren.

De tweede motie is die van de heer Amhaouch op stuk nr. 346 over het acquisitiebeleid. Ook deze motie geef ik graag oordeel Kamer. Voor de acquisitie van buitenlandse bedrijven die bijdragen aan die specifieke doelstellingen zetten wij ons in het bijzonder in. Die toezegging heeft de heer Amhaouch. Als ik het goed begrijp, is dat ook precies wat hij graag ziet. Ik zie de motie dan ook als een steun in de rug van het kabinet. Wil dat zeggen dat we alle andere bedrijven, die niet onder die criteria vallen, de deur wijzen? Daarop is het antwoord natuurlijk nee, maar dat is ook niet wat ik de heer Amhaouch heb horen vragen.

Dan de derde motie, van de heer Veldman en de heer Bruins. Deze verzoekt de regering tevens met oplossingen te komen voor de uitkomsten c.q. knelpunten die bij het onderzoek naar de bestedingen ten behoeve van een leven lang ... Nee, dat is die andere motie. Die andere motie gaat over een leven lang ontwikkelen. Eerst de motie-Veldman/Bruins op stuk nr. 347. Die gaat over het vinden van voldoende personeel, vakmensen, in het onderwijs. Dit kabinet heeft besloten het Techniekpact voort te zetten, zoals ik net ook al zei. De partners bij het Techniekpact hebben dit geactualiseerd. Dat heeft geleid tot aandacht voor het prioritaire thema van de technische docent. Op dit punt zijn aanvullende acties geformuleerd. Het is alleen wel zo dat tijdens de begrotingsbehandeling van EZK eind vorig jaar al een vergelijkbare motie is ingediend door de heer Bruins. Die motie vraagt om te inventariseren waar ondernemers tegen aanlopen. We zijn ook bezig met het uitvoeren van die motie. Ik zeg dus tegen de heer Veldman: als ik deze motie zo kan lezen dat de Kamer nogmaals het belang hiervan benadrukt, kan ik haar oordeel Kamer geven. Als de heer Veldman zich daar niet in kan vinden, dan moet ik haar ontraden, want anders gaan we dingen dubbel doen. Dat lijkt mij ook niet de bedoeling van de heer Veldman.

De voorzitter:

Voor de Handelingen: de heer Veldman knikt.

Staatssecretaris Keijzer:

Goed zo.

Dan de volgende motie, ook van de heer Veldman en de heer Bruins. Dat is de motie op stuk nr. 348, waarin zij de regering verzoeken om bij het ontwikkelen van de actieagenda Leven Lang Ontwikkelen specifiek de bedrijfssectoren waar de personeelstekorten het grootst zijn actief te betrekken bij het invullen van de beoogde uitgavenregeling. Ik ga ervan uit dat de Kamer met deze motie nogmaals het belang onderstreept van aandacht voor kansenberoepen en het aangaan van het gesprek daarover met de desbetreffende sectoren bij het ontwikkelen van die uitgavenregeling. Dan kan ik de motie oordeel Kamer geven. Als de heer Veldman iets anders bedoelt, wil ik hem vragen om de motie aan te houden, want dan zal ik moeten overleggen met mijn collega's van OCW en SZW.

De voorzitter:

Opnieuw leggen we voor de eeuwigheid vast dat de heer Veldman knikt.

Staatssecretaris Keijzer:

Dan de motie op stuk nr. 349 van de heer Van der Lee, waarin hij de regering verzoekt te bevorderen dat de Corporate Governance Code wordt uitgebreid met bepalingen waarin staat dat leidinggevenden in de desbetreffende bedrijven regelmatig zowel binnen als buiten het bedrijf de dialoog aan moeten gaan over langetermijnwaardecreatie. De focus op die langetermijnwaardecreatie verlangt van het bestuur en de raad van commissarissen dat zij duurzaam handelen. Het voeren van een dialoog met betrokken organisaties is mijns inziens in de geest van die code, maar hoe dit alles nader in te vullen, is toch echt aan bedrijven zelf. De code is een systeem van zelfregulering. Indien gewenst door bedrijven kan dit worden ingebed in de code. Daarom ontraad ik deze motie.

Dan heb ik twee moties van de heer Alkaya ...

De voorzitter:

De heer Van der Lee wil nog even kort iets zeggen over de motie op stuk nr. 349. Puntig.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik wou bijna zeggen: nu breekt mijn klomp. Ik hoor oproepen van de premier en van de minister van Financiën richting het bedrijfsleven: zoek nou actiever die discussie op. Er komt een werkgroep van commissarissen die daar gehoor aan wil geven. Nu vraag ik aan de staatssecretaris om te bevorderen dat ze een weg vindt in de code en dan wordt dat ontraden. Ik begrijp dat niet.

Staatssecretaris Keijzer:

Er is verschil tussen uitspreken dat je iets belangrijk vindt en vervolgens tegen degenen die dat werk moeten doen, zeggen dat zij in hun eigen code op moeten gaan nemen dat hun leidinggevenden in het dagelijks verkeer de dialoog moeten aangaan over de invulling van langetermijnwaardecreatie. Dan vind ik dat je weer net even iets te ver gaat in de bemoeienis.

De voorzitter:

Helder. De motie op stuk nr. 350. Nee, meneer Van der Lee, ik doe één vraag per motie.

Staatssecretaris Keijzer:

In de motie op stuk nr. 350 verzoekt de heer Alkaya de regering ook de vakbonden een plaats te geven in de Monitoring Commissie Corporate Governance Code. Deze commissie is samengesteld na een zorgvuldig proces, waarbij uitgebreid gesproken is met bij die code betrokken organisaties en geluisterd is naar hun wensen en gedachten, waaronder de vakbonden, FNV en CNV. Enkele leden hebben mede op basis van de expliciete wens van die vakbonden zitting in de commissie en één van deze commissieleden heeft ook een achtergrond bij de vakbond. Ik ontraad deze motie dus, want naar mijn mening heeft de huidige commissie een goede weerspiegeling van alle bij de commissie betrokken belangen, organisaties, deskundigheid en ervaring.

In zijn tweede motie, de motie op stuk nr. 351, spreekt de heer Alkaya uit ... Ik pak de motie er even bij, want ik heb hier niet de precieze tekst.

De voorzitter:

Dat KPN niet mag worden overgenomen.

Staatssecretaris Keijzer:

Ja, dat zat in mijn hoofd, maar ik hecht er toch aan om het precies uit te spreken: "spreekt uit dat KPN niet mag worden overgenomen". Daarbij verwijst hij naar het wetsvoorstel Ongewenste zeggenschap telecom. Die wet hoop ik voor het einde van deze maand naar de Kamer te sturen. In die wet zit een toetssteen. Een overname gaat namelijk getoetst worden aan vraagstukken met betrekking tot openbare orde en nationale veiligheid. Dat is dus altijd een toets die je in een specifieke casus moet doen. Daarom ontraad ik deze motie, die gewoon uitspreekt dat er nooit mag worden overgenomen.

De heer Alkaya (SP):

Dank voor de mening van het kabinet, maar dit is een motie die een uitspraak vraagt van de Kamer. Ik wil dus graag weten wat de fracties hiervan vinden in de aanloop naar de behandeling van de wet. Dit is goed ter informatie, maar ik vraag een uitspraak van de Kamer.

De voorzitter:

Helder.

Staatssecretaris Keijzer:

Dat is correct, voorzitter.

Tot slot heb ik de motie op stuk nr. 352 van de heer Sjoerdsma. Daarin spreekt hij uit dat een nexit destructief zou zijn voor het bedrijfsleven en derhalve ongewenst is. Hiervoor geldt eigenlijk hetzelfde als voor de vorige motie, maar ik hecht er toch aan om even een ervaring van de afgelopen week met de Kamer te delen. Ik was op bezoek op Moerdijk. Eén van de ondernemers, de heer Van Rijen van Anera, zei daarbij: "Hoe kun je je voorbereiden op een ongeluk?" Desalniettemin wordt daar ongelofelijk goed werk gedaan. Het desbetreffende bedrijf heeft een aantal maanden geleden al gezien dat de hoeveelheid offerteaanvragen met 10% is gedaald. De avond daarna zat er in EenVandaag nog een aantal ondernemers die aangaven wat het effect van een brexit is op het bedrijfsleven. Deze motie spreekt dus in ieder geval iets uit waarvan ik in dagelijkse ervaringen en gesprekken met ondernemers de effecten nu al zie, maar het is uiteindelijk natuurlijk aan de Kamer om zich hierover uit te spreken.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dat doet de Kamer aanstaande dinsdag, net zoals over alle andere moties die zojuist zijn ingediend. Dank aan de staatssecretaris voor haar aanwezigheid. Ik schors tot 13.25 uur. Dan hebben we de regeling van werkzaamheden en aansluitend het debat over de Europese Unie.

De vergadering wordt van 12.56 uur tot 13.25 uur geschorst.

Voorzitter: Arib

Naar boven