34 Wijziging van het Belastingplan 2016

Aan de orde is de behandeling van: 

  • - het wetsvoorstel Wijziging van het Belastingplan 2016 ( 34360 ).

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Financiën, de woordvoerders en uiteraard ook degenen die dit debat op enigerlei wijze volgen van harte welkom. Als eerste geef ik het woord aan de heer Krol van 50PLUS. 

De algemene beraadslaging wordt geopend. 

De heer Krol (50PLUS):

Mevrouw de voorzitter. Het is ook wel eens bijzonder om als eerste te mogen spreken. 

Na de besluitvorming in augustus, het Belastingplan 2016, de vierde nota van wijziging en deze novelle maken wij vandaag nogmaals de balans op. Ja, 50PLUS heeft oog voor de positieve effecten van de lastenverlichting voor veel burgers, de economie en de werkgelegenheid. Dat is winst, maar de balans is ronduit beschamend als we kijken naar de koopkrachteffecten voor ouderen en uitkeringsgerechtigden. Een wet die iets minder onrechtvaardig wordt gemaakt, is daarmee nog geen rechtvaardige wet. Het kabinet zegt dat voor 2016 de koopkracht voor ouderen en uitkeringsgerechtigden op peil is gebracht. Op peil? Het is goed te beseffen dat gepensioneerden gemiddeld een aanvullend pensioen hebben van rond de €650 bruto per maand. Wat blijft er in 2016 aan koopkrachtwinst over voor een AOW'er met een bescheiden aanvullend pensioen en voor een alleenstaande uitkeringsgerechtigde? Welgeteld nul komma nul procent, niets dus. Een modaal werkende gaat er in datzelfde jaar maar liefst 2% tot 4% op vooruit. Hier past maar één kwalificatie: onrechtvaardig. 

Ook de balans voor 2017 en de volgende jaren pakt inclusief de koopkrachtreparatie in deze novelle verbijsterend slecht uit voor gepensioneerden. Zij krijgen per saldo een structurele lastenverzwaring van 250 miljoen voor de kiezen, terwijl werkenden structureel miljarden aan lastenverlichting krijgen. Onrechtvaardig. 

50PLUS ziet nog geen begin van een rechtvaardiging in de memorie van antwoord waarom voor werkenden sprake moet zijn van structurele lastenverlichting, terwijl gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden het moeten doen met een halfslachtige incidentele koopkrachtreparatie. Waarom moeten zij wachten tot de besluitvorming in augustus volgend jaar om misschien nog wat extra's te krijgen? Waarom dit beleidsonderscheid tussen werkenden enerzijds en gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden anderzijds? Waarom niet gelijk behandelen? Kennelijk vindt dit kabinet dat gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden tweederangsburgers zijn. Graag een grondige bespiegeling van de staatssecretaris op dit punt. Graag ook een bespiegeling op de koopkrachtontwikkeling na 2016. 

Het stelt 50PLUS buitengewoon teleur dat in de memorie van antwoord geen helder antwoord wordt gegeven op de vraag of het kabinet van mening is dat met het belastingpakket zoals het er nu bij ligt structureel recht wordt gedaan aan een evenwichtige koopkrachtontwikkeling. Dan bedoel ik evenwichtig voor werkenden, mensen die niet kunnen werken en mensen die gewerkt hebben. Kan de staatssecretaris dat antwoord vandaag wel klip-en-klaar en gemotiveerd geven? 

In de Miljoenennota bevestigt de minister van Financiën: "Het streven naar een evenwichtige inkomensverhouding is een van de drie pijlers onder het regeerakkoord van dit kabinet." Elders in de Miljoenennota zegt de minister daarvoor te staan. Hoe rijmen we de onevenwichtige inkomenseffecten van het Belastingplan voor ouderen en uitkeringsgerechtigden met dit centrale uitgangspunt van kabinetsbeleid? Graag een reactie. 

Voorzitter, tot slot. De opmerkingen van het kabinet in de begeleidende brief bij de novelle roepen bij ons veel vragen op over de verruiming van het gemeentelijke belastinggebied met 4 miljard. De twee kernvragen van 50PLUS zijn: wordt de 4 miljard van de inkomensbelasting evenredig verdeeld tussen werkenden, mensen die niet kunnen werken en mensen die gewerkt hebben? Kan de staatssecretaris bevestigen dat het uitgangspunt voor beleid wordt dat de koopkrachtneutraliteit van deze operatie voor alle bevolkingsgroepen structureel wordt geregeld? 

De heer Groot (PvdA):

Wij hebben ruim 1 miljard verspijkerd aan de koopkrachtreparatie voor ouderen. Ik complimenteer het kabinet daarmee. Zonder die reparatie zouden de ouderen erop vooruitgaan. Het is merkwaardig dat de heer Krol kritisch is over dit Belastingplan. Er zijn vele jaren geweest dat gepensioneerden er meer in koopkracht op vooruitgingen dan werkenden. Vindt de heer Krol met terugwerkende kracht dat wij ouderen toen zwaarder hadden moeten belasten? 

De heer Krol (50PLUS):

Wij kijken naar het Belastingplan zoals dat nu voorligt. Ik moet vaststellen dat het een wet is die onrechtvaardig uitpakt voor gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden. De heer Groot heeft gelijk dat het iets minder onrechtvaardig is geworden, maar het is en blijft onrechtvaardig. 

De heer Groot (PvdA):

Dat was mijn vraag niet. In het verleden zijn gepensioneerden er heel veel jaren meer op vooruitgegaan dan werkenden. Vindt de heer Krol dat ook onrechtvaardig? 

De heer Krol (50PLUS):

In die periode was 50PLUS in dit huis niet aanwezig. In de laatste acht jaren zijn ouderen er verschrikkelijk op achteruitgegaan. Daar sta ik voor en ik verzet mij daartegen. 

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. De afgelopen maanden is er door het kabinet, het CDA en D66 poker gespeeld over de rug van de belastingbetaler met belastinggeld als inzet. Wie kon er beter een pokerface opzetten was de vraag. Het Belastingplan zou 35.000 banen opleveren. Dit was voor D66 niet genoeg en dus stemde D66 tegen het Belastingplan. Nu, na maanden onderhandelen in achterkamertjes en veel diners verder, levert het Belastingplan nog steeds 35.000 banen op, maar is dat opeens wel genoeg om het te steunen. Het CPB schrijft dat de wijzigingen die door D66 in het Belastingplan zijn aangebracht nul komma nul procent banen opleveren. 

Ik probeer de onderhandelingsgesprekken voor mij te zien. Wij zetten in op meer banen, klinkt het aan de zijde van D66. U krijgt helemaal niks, bluft de staatssecretaris. Wij passen voor deze ronde, roepen de heren Pechtold en Van Weyenberg in koor. De staatssecretaris is blij en denkt: dat was een makkie. Eerder deed hij hetzelfde trucje bij het CDA. De heer Omtzigt eiste drie dingen: veranderingen in box 3 moesten uit het Belastingplan worden gehaald. De alleenverdiener moest tegemoet worden gekomen. De ouderen moesten geholpen worden. Box 3 zit nog steeds stevig in het pakket. De alleenverdiener blijft fors meer belasting betalen dan de tweeverdieners en de ouderen hebben bij dit Belastingplan weinig te winnen. De lastenverzwaring van AOW-gerechtigden is nog steeds 250 miljoen euro. Felicitaties dus voor de staatssecretaris. Zonder echt iets aan de plannen te wijzigen, heeft hij zowel het CDA als D66 achter het Belastingplan gekregen. Het Belastingplan levert volgens de modellen 35.000 banen op. Dat is goed nieuws. Het is alleen wel uitermate treurig dat het aan de werkloosheid van meer dan 600.000 mensen niets verandert. Je besteedt dus eigenlijk 5 miljard euro en weet dat de werkloosheid in 2017 met niet meer dan 0,1% omlaag gaat. Vindt de staatssecretaris dat zelf niet een knap slecht resultaat? 

Wat de SP betreft kunnen we met de 5 miljard veel banen scheppen, door de bezuinigingen op de zorg een halt toe te roepen en onder andere de medewerkers van TSN tegemoet te komen, door niet in tijden van crisis de lasten eerst met 20 miljard te verzwaren, door mensen niet met een btw-verhoging op te zadelen en door de verhuurderheffing om te zetten in een investeringsplicht. Alleen al het omzetten van de verhuurderheffing in een investeringsplicht kan 80.000 banen opleveren. 

Ook de hardwerkende Nederlander die ergens in de afgelopen jaren vanwege het desastreuze kabinetsbeleid zijn baan is kwijtgeraakt, had moeten meeprofiteren, of de chronisch zieke, die steeds meer aan zorg moet betalen, of de gepensioneerde Nederlander die bijna 3% van zijn besteedbaar inkomen is kwijtgeraakt in vier jaar tijd. Zij blijven allemaal flink achter bij degenen die een baan hebben. Sommigen van hen staan helemaal in de kou en kunnen helemaal geen koopkrachtherstel verwachten. Ze gaan er 0,2% op vooruit, zegt de staatssecretaris dan. 0,2%, terwijl drie kwart van de uitkeringsgerechtigden niet kan rondkomen. Denkt de staatssecretaris dat dit Belastingplan dat cijfer omlaag brengt? 

En dit allemaal terwijl een mensen met een inkomen van €60.000 volgend jaar €1.000 minder belasting hoeven te betalen. Zij gaan er €1.000 op vooruit. Onbegrijpelijk. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter. Veel voor weinig. Heel veel tijd voor weinig effect. Heel veel geld voor weinig effect: 5 miljard lastenverlichting met een effect dat minimaal is. Dat was het al en met de novelle die hier nu voorligt, de wetswijziging, wordt het er eigenlijk niet beter op. Het werkgelegenheidseffect is nul komma nul. Afgerond, welteverstaan. Het is dus miniem. En op het gebied van vergroening? Er komt inderdaad een mooi bedragje voor energiebesparing voor huishoudens bij. Dat is prima, maar het blijven toch wel kruimels. 

Dit staat wat in contrast tot opmerkingen die ik hierover heb gehoord, ook van de zijde van de collega's van D66. "Nu wordt er even geld uitgedeeld met nauwelijks baneneffect, maar wie durft er tegen geld uitdelen te zijn als mensen erom vragen?" Op hoge toon, de heer Pechtold tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen. Mijnheer Pechtold dus, denk ik. Die is daartoe bereid. De heer Koolmees bij de Algemene Financiële Beschouwingen: "Ik heb hier maar één kwalificatie voor: angstige politiek; ondanks alle mooie woorden niet durven doen wat nodig is." Oké. De heer Van Weyenberg in het debat over het Belastingplan: "Dit Belastingplan is ongeveer net zo groen als de kleur die je krijgt wanneer je het blauw en oranje van de VVD mengt met het rood van de Partij van de Arbeid: een beetje bruin dus. De vergroeningsambitie is te verwaarlozen. Dat vindt mijn fractie een teleurstelling, want het klimaat en de leefomgeving zijn, net als de werkloosheid, grote uitdagingen waar we vandaag stappen moeten zetten." 

Dat waren allemaal woorden uit mijn hart, maar het is anders gelopen. Uiteindelijk is het toch de meest sneue variant geworden. Van de ambities op het gebied van werkgelegenheid en van vergroening is weinig — heel weinig, bijna niets — overgebleven. Dat is jammer. Ik zou me kunnen voorstellen dat als je een onderhandelingspositie hebt, als je een voet tussen de deur hebt, je die positie wat steviger uitspeelt, maar dat is het dus niet geworden. 

Tegen de staatssecretaris zeg ik dat ik moet toegeven dat zijn vierde nota van wijziging op het Belastingplan meer substantieels omvatte dan de novelle die nu voorligt. Ik moet ook vaststellen dat de novelle heel kleine kruimels geeft — het zijn een beetje de spiegeltjes en kraaltjes — maar wij aanvaarden die natuurlijk in dank. Mijn partij zal dan ook voor de novelle stemmen. Daarmee wordt het Belastingplan natuurlijk niet wat wij ons ervan hadden voorgesteld. By far niet. Dit betekent dat de novelle door ons gesteund kan worden — dat is immers een wijzigingsvoorstel op het Belastingplan — maar dat het Belastingplan onze steun niet had en onze steun ook niet zal verkrijgen. 

Het is mogelijk geweest dat 195 landen het in twee weken tijd eens werden over een ambitieus klimaatakkoord. Ik mag vaststellen dat het kabinet met het weggeven van 5 miljard, met alle processen die eromheen zijn geweest, niet in staat is geweest om meer dan kruimels voor vergroening te realiseren. Dat is zeer teleurstellend. Daarbij wil ik het voor dit moment laten. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Aan het Belastingplan hebben wij al vele uren besteed. Zoals de staatssecretaris zei in een van zijn vele antwoorden: belastingverlaging blijkt ingewikkelder dan lasten verzwaren, wat wij helaas eerder hebben moeten doen. Het heeft veel tijd gekost, ook extra tijd, maar voor mijn fractie blijft bovenaan staan dat wij na al die jaren eindelijk de lasten kunnen verlichten — dat is voor ons essentieel — en dat wij ook zien dat arbeid loont. Het gaat ons er immers om dat mensen die werken weer meer krijgen en dat arbeid goedkoper wordt, zodat werkgevers weer gemakkelijker mensen in dienst kunnen nemen. Dat is voor ons het essentiële. Ik ben blij dat dit gewoon gebeurt. 

Een en ander heeft natuurlijk wel geleid tot verwarring bij de mensen, dus vandaar mijn vraag wat de staatssecretaris gaat doen aan de communicatie. Dat lijkt mij wezenlijk, want de loonbelasting zal, als de Tweede Kamer akkoord gaat en ook de Eerste Kamer volgende week akkoord gaat, in april veranderen. Hoe gaat de communicatie daarover plaatsvinden? 

Voor het overige is de VVD-fractie tevreden. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik vraag mij af hoe tevreden de VVD is met deze novelle. Is het Belastingplan nu beter of slechter geworden? 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Wij vinden het een verbetering dat de vrijstelling in box 3 iets omhoog gaat. De verlaging van het tarief in de tweede schijf, waardoor die iets minder wordt, vinden wij jammer, maar per saldo overheerst bij ons dat eindelijk de belasting omlaag gaat en de arbeidskorting omhoog gaat. Wij hebben in ons eentje geen 76 zetels, dus wij zijn gewoon blij dat wij er met andere partijen en de staatssecretaris toch zijn uitgekomen. Nu gaat de Nederlander eindelijk minder belasting betalen en daar gaat het ons om. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

De vraag is of mevrouw Neppérus blij is met deze novelle. Of zegt zij dat het maar moest gebeuren, maar dat zij liever het Belastingplan in de originele staat had gehad? Nu gaan alle werkenden er immers weer in koopkracht op achteruit. Ik weet niet of haar dat is opgevallen. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik heb alles gezien. Sommigen gaan er iets op achteruit, maar box 3 moet nog verwerkt worden in de gegevens. Ik ben blij dat nu eindelijk de belasting omlaag gaat, juist ook voor de werkenden. Daar gaat het om in dit land. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Ik hoor het de heer Van Weyenberg twee weken geleden nog zeggen: het CDA is door de pomp. Daar stond hij. En nu gaat D66 zelf door de pomp. Wat een slappe hap! Wij hadden de kans om het kabinet naar huis te sturen. De hele oppositie, met uitzondering van het CDA, stemde tegen het Belastingplan. Het is uniek dat een dergelijk grote minderheid haar afkeuring uitsprak tegen het kabinetsbeleid. Met het mea culpa-pakket van 5 miljard probeert het kabinet het desastreuze beleid van de afgelopen drie jaar weg te poetsen, maar daar trapte de Kamer terecht niet in. 

Nu gaat het toch gebeuren, dankzij onze supergedoger: D66. Geef ze een paar stuivers voor isolatie en kinderopvang en €36 minder spaartaks en ze zijn om. Dat daarvoor de belastingen op arbeid met 266 miljoen en in 2017 met 400 miljoen moeten worden verhoogd, is dan jammer. Maar hoezo? D66 wilde toch meer banen en lagere belasting op arbeid? D66 vernietigt met deze novelle banen. Over banen gesproken, dat is een onderwerp waar D66 de laatste tijd de mond van vol heeft. Hoeveel banen worden er gecreëerd met deze novelle? Nul komma nul. We wisten al dat het pakket van 5 miljard ooit op de lange termijn 35.000 banen zou opleveren, maar wat hebben die 600.000 werklozen daar nu aan? Op korte termijn wordt eerder meer dan minder werkloosheid verwacht, zo lees ik. D66 heeft zich dus blij laten maken met een dode mus. 5 miljard voor ooit 35.000 banen, dat is €143.000 per baan. Dat zijn geen melkertbanen, dat zijn geen Asscherbanen, maar dat zijn goudgerande Pechtoldbanen. 

Maar wat doet deze novelle dan wel? Hij zorgt voor minder koopkracht, lezen we. De koopkracht daalt met 0,1%, zeg ik tegen D66. Heel werkend Nederland gaat erop achteruit, met dank aan D66. Alsof dat nog niet erg genoeg is, blijkt de novelle ook niet uitvoerbaar te zijn, waardoor de naheffingen ons straks weer om de oren vliegen. De ouderen die hun toeslag net hebben opgezegd vanwege het afschaffen van de ouderentoeslag komen nu misschien weer wel daarvoor in aanmerking, alleen dan niet per 1 januari, maar in de naheffing ergens in 2017. Zo ga je niet met belastingbetalers om. De vraag is dan ook gerechtvaardigd waarom D66 ja heeft gezegd tegen dit plan. Er komen geen extra banen, werkenden krijgen minder koopkracht en er komt misschien, heel misschien een klein beetje meer vergroening. 

Als je voor dit Belastingplan stemt, moet je ook niet zeuren over de afbraak van de langdurige zorg en de gehandicaptenzorg, zo zeg ik ook tegen het CDA. Je moet dan ook niet zeuren over de hoge accijnzen en de desastreuze gevolgen voor de grensgebieden, over de hoge huren, over de 60.000 asielzoekers die we dit jaar mogen ontvangen, over de negatieve koopkracht voor ouderen, over de kostwinners, die vijf keer meer belasting betalen dan tweeverdieners, over het uitgeklede pensioenstelsel en over de 600.000 werklozen. Want dat krijg je er allemaal gratis bij! Steun aan dit Belastingplan is een onvoorwaardelijke steun voor het kabinet en zijn afbraakbeleid. Zoals bekend heeft het kabinet de steun van de PVV al lang geleden verloren. Daarom steunt de PVV het Belastingplan niet, al schrijft het kabinet duizend novelles. Het wordt tijd voor een andere koers in Nederland, een koers waarbij de belangen van Nederland en de Nederlanders worden behartigd. Het roer moet om, liever vandaag dan morgen. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik kon de inbreng goed volgen, maar aan het eind raakte ik een beetje de draad kwijt. Toen knoopte de heer Van Dijck alles aan alles: het Belastingplan, asielzoekers, pensioen. De hele wereldproblematiek kwam voorbij. Dat kan, maar dan zou ik verwachten dat de PVV totdat het kabinet demissionair is, alles gaat wegstemmen. Als je alles aan alles gaat koppelen, geldt dat ook voor moties, amendementen en wetsvoorstellen. Is dat de nieuwe lijn van de PVV of blijft zij elk voorstel op de eigen merites beoordelen? 

De heer Tony van Dijck (PVV):

De SGP is een mooi voorbeeld. Zij steunt het Belastingplan niet. De SGP steunde het kabinet op allerlei andere dossiers wel, dossiers die wij niet zouden steunen. Met andere woorden, wij vinden dat het kabinet zo snel mogelijk naar huis moet en dat er schoon schip gemaakt moet worden. De koers moet om. We moeten 180° de andere kant op. De belangen van Nederland en de belangen van Nederlanders worden verkwanseld. Daarom zeggen wij: als je voor het Belastingplan stemt, stem je ook voor hogere accijnzen en tegen langdurige zorg. Dan zorg je ervoor dat het kabinet door kan, zoals de SGP er al drie jaar voor zorgt dat het kabinet door kan. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik dank de heer Van Dijck zeer voor het antwoord op een niet gestelde vraag. De vraag die ik wel stelde, was of de PVV voortaan alles aan alles gaat verknopen. Gaat de PVV een koers volgen waarin zij sowieso tegen elk wetsvoorstel is vanwege het enkele feit dat zij het kabinet weg wil hebben? 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Als de PVV de keuze heeft om het kabinet naar huis te sturen, dan kiest zij daar altijd voor. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Het kabinet heeft vorige week een brief en een novelle gestuurd met de aanpassingen in het Belastingplan. Daarmee ligt er nu een voorstel voor dat de D66-fractie kan steunen. Het is een voorstel waardoor werken meer gaat lonen, ook voor ouders die allebei willen werken. Het is een voorstel dat uiteindelijk 50.000 tot 55.000 extra banen oplevert, onder andere door de hervorming van het lokalebelastingengebied, een hervorming die ook de mogelijkheid biedt om de inkomstenbelasting met 4 miljard te verlagen. Het is ook een voorstel dat leidt tot minder vervuiling: door fiscale maatregelen komt er een extra investering in de duurzaamheid van de bouw en er wordt nog in deze kabinetsperiode een concreet moment gekozen waarop de kolencentrales dichtgaan. Voor deze punten heeft mijn fractie steeds de aandacht van het kabinet gevraagd. We hebben ons daar hard voor gemaakt. 

De wijzigingen in het Belastingplan doen niet alle kritiek van de D66-fractie teniet. In de afgelopen jaren … Ik zie verschillende woordvoerders naar de microfoon komen, maar ik wil graag even mijn zin afmaken. In de afgelopen jaren zijn moeilijke maatregelen doorgevoerd. Door achterstallig onderhoud werden we gedwongen om tijdens de crisis lang uitgestelde hervormingen door te voeren. Daaruit viel één les te trekken: repareer het dak als de zon schijnt. Door Nederland op orde te brengen in een tijd dat de economie daarvoor lucht biedt, bouw je een buffer op voor tijden van crisis. De ruimte voor lastenverlichting volgend jaar die er is, zou gepaard moeten gaan met een grootschalige belastingherziening. 

De voorzitter:

Dat was een lange zin, maar hij is er nu uit. Ik geef graag de heer Bashir als eerste het woord voor een interruptie. 

De heer Bashir (SP):

We zijn gewend dat de heer Van Weyenberg vaak hier vooraan staat, bij de interruptiemicrofoon, collega's interrumpeert en het debat aangaat. Vandaag is hij een beetje stil. Blijkbaar valt er niet zo heel veel feest te vieren. Ik wil graag weten welke koopkrachtverbeteringen nu doorgevoerd worden. Als ik het tabelletje erbij pak en naar de mutaties kijk, dan zie ik alleen maar minnetjes. Ik zie helemaal geen koopkrachtverbeteringen door de novelle die nu voor ons ligt. Ik zie alleen maar minnetjes of nullen, geen enkele plus. 

De voorzitter:

Uw vraag is duidelijk. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Dat komt doordat het een aantal maatregelen zijn. Ik noem in het bijzonder de investering in duurzaam bouwen. Dat is een vergroeningsmaatregel die je niet in de koopkrachtcijfers terugziet. Per saldo vind ik echter dat de koopkracht in balans is en zie ik dat we maatregelen nemen die voor een groot deel in 2017 al komen, zoals in totaal toch weer 200 miljoen extra voor de kinderopvang ten opzichte van het oorspronkelijke kabinetsplan. Dat vind ik winst. 

De heer Bashir (SP):

De feiten spreken anders. We hebben het nu over een novelle voor het Belastingplan 2016. In 2016 zien we door de novelle alleen maar een achteruitgang in de koopkracht van verschillende mensen. Het aantal banen dat erbij komt door de interventie van D66, is volgens het Centraal Planbureau nul komma nul. En de werkloosheid stijgt volgend jaar door het Belastingplan. Dan kun je toch niet blijven volhouden dat D66 er goed aan heeft gedaan door deze wijzigingen voor te stellen? 

De heer Van Weyenberg (D66):

Een heel aantal van die wijzigingen gaan in 2017 in. Dat zei ik net ook al. Ik vind de koopkracht in balans. En over die banen zeg ik het volgende. Kijk gewoon naar het totaalpakket, inclusief het lokalebelastingengebied. De heer Bashir kent ook de mooie CPB-notities daarover. Dat totaalpakket leidt op termijn tot 15.000 à 20.000 banen boven op de plannen van het kabinet. Ik vind dat winst. Ik ben daar blij mee. En ja, je maakt altijd afspraken met het kabinet. Dat leidt dan tot compromissen. Ik kan dat de heer Bashir van harte aanraden, want dan kun je dingen bereiken: dingen voor werkende ouders, dingen voor vergroening en eindelijk ook die hervorming met het lokalebelastingengebied, die we nu wel in gang gaan zetten. 

De heer Klein (Klein):

Ik sluit aan op dat laatste. De suggestie wordt gewekt alsof we nu opeens meer banen krijgen. 35.000 voor 5 miljard: dat staat nog steeds overeind. De heer Van Weyenberg roept nu: we hebben een winstpunt, want het gaat naar 55.000 banen en wel doordat de gemeentelijke belastingen ruimte geven. Je zou namelijk de inkomstenbelasting verlagen, de gemeentelijke belastingen verhogen en die verlaging van de inkomstenbelasting zou dan ten gunste van de werkenden kunnen zijn. 

De voorzitter:

En uw vraag is? 

De heer Klein (Klein):

Mijn vraag is: dat is toch een volledige fopspeen? We praten hooguit over een verruiming van die belasting pas in 2019. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Al die baaneffecten zijn op de lange termijn. Met zo'n hervorming moet je op enig moment beginnen. Als je er nu mee begint, kunnen de gemeenteraadsverkiezingen daar ook over gaan en kun je het daarna in gang zetten. Dan kan de inkomstenbelasting inderdaad met 4 miljard omlaag. Uit alle studies blijkt dat dit 15.000 tot 20.000 banen kan opleveren. Ik ben daar blij mee. Ik ben blij voor de lokale democratie en ik ben blij dat daarmee de inkomstenbelasting omlaag kan. 

De heer Klein (Klein):

Maar wat is dan het grote verschil met de discussie die we recent hebben gehad met de minister van Binnenlandse Zaken over het verlagen van de gemeentelijke belastingen of eigenlijk het verruimen ervan om de gemeentelijke mogelijkheden te vergroten? Dat is toch allemaal al ingezet beleid? Daar is niets nieuws aan. D66 is dus met niks blij gemaakt. 

De heer Van Weyenberg (D66):

De heer Klein had bij de Politieke Beschouwingen misschien iets beter moeten opletten. Toen is een motie van D66 en de SGP in stemming gebracht om deze hervorming in gang te zetten. Helaas is die motie toen niet gesteund. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Op het gebied van vergroening kom ik niet veel verder dan 100 miljoen voor energiebesparing voor huishoudens. Is de heer Van Weyenberg dat met mij eens? Ik kan hier een heel verhaal houden over kolencentrales, maar volgens mij was daarover al een motie in de Tweede Kamer aangenomen, los van het Belastingplan en ook daarvoor, en was de uitvoering daarvan al aan de orde. Het heeft ook geen relatie met het Belastingplan. Is de heer Van Weyenberg het met mij eens dat het op het gebied van vergroening niet verder optelt dan die 100 miljoen voor particuliere huishoudens? 

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik ben dat niet met de heer Grashoff eens, omdat door het aandringen daarop, overigens ook door de heer Grashoff en D66, er een eerste stap is gezet in de vierde nota van wijziging, met de tarieven voor gas en elektra. We zien nu inderdaad 100 miljoen voor duurzaam bouwen. Bij het Belastingplan was een motie van D66 ingediend over de kolencentrales. Het kabinet was zich buitengewoon bewust van het belang dat mijn fractie daaraan hechtte. We hebben inmiddels ook kunnen afspreken dat het kabinet al deze kabinetsperiode met een concreet moment komt waarop die kolencentrales vervroegd dichtgaan. Ik vind dat winst. Ik weet zeker dat de heer Grashoff dat ook vindt. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik vind dat over de kolencentrales buitengewoon winst, maar ik zie de relatie met het Belastingplan niet. Volgens mij is die relatie er ook helemaal niet. Een van de dingen die ik me afvraag is of de heer Van Weyenberg nu wel een juist perspectief geeft van wat er is binnengehaald. Je moet dat naar de burgers, de kiezers in Nederland op een faire manier doen. Als je met weinig genoegen neemt, moet je dat ook eerlijk zeggen. 

De voorzitter:

En uw vraag is of de heer Van Weyenberg met weinig genoegen heeft genomen? 

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik kijk even naar de heer Grashoff. We hebben samen, overigens ook met de heer Bashir, allemaal vergroeningsamendementen ingediend tijdens de behandeling van het Belastingplan. Dat is niet gelukt. Maar door erop aan te blijven dringen meer te doen, hebben we in de nota van wijziging een eerste stap gezien. We hebben steeds tegen het kabinet gezegd dat de sluiting van de kolencentrales voor ons heel belangrijk is. Die motie hebben we niet voor niets ingediend bij de behandeling van het Belastingplan. Die motie is aangenomen en de uitvoering van de motie is aangescherpt in de afspraak die we met het kabinet hebben gemaakt. Zo zet je, door zaken te doen, concreet stappen vooruit. Zo bedrijf ik graag politiek. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Volgens mij hoeven we met de heer Van Weyenberg niet te discussiëren over nul banen in deze kabinetsperiode. Dat is gewoon vastgesteld. Ik hoor de heer Van Weyenberg dat ook niet ontkennen. Dat is dus ook niet de discussie. De discussie, als je het hebt over meer banen door dit pakket, is het gemeentelijk belastinggebied. Die motie hebben wij samen met D66 ingediend. Dat is een van de dingen waarin we samen hebben opgetrokken. Maar wat is er nu precies afgesproken aan steun? Ik lees dat is afgesproken om een voorontwerp van een wetsontwerp in te dienen. Maar is ook afgesproken dat de coalitie, die de motie toen niet steunde — want de VVD en de PvdA stemden tegen die motie — het voorstel gaat steunen om dat gemeentelijk belastinggebied te vergroten? 

De heer Van Weyenberg (D66):

De heer Dijkgraaf begon met een zinnetje waarover ik toch nog iets wil zeggen. Alle banengroei in het model is op middellange en langere termijn. Wij hebben ervoor gezorgd dat op korte termijn, volgend jaar, de kinderopvangtoeslag omhooggaat — de heer Dijkgraaf is daar niet zo'n fan van — met 300 miljoen en het jaar daarop met nog eens 200 miljoen extra. Dat vind ik winst. Door de afspraken, door de nota van wijziging en door de novelle gaan de belastingen voor werkende ouders omlaag. Dat is iets anders dan het voorstel in het amendement dat de heer Dijkgraaf met een aantal collega's had ingediend. 

Dan over het lokaal belastinggebied. Het kabinet komt met dat voorstel. Dat wordt gedragen. Ik laat de afstemming met de coalitiefracties altijd graag aan het kabinet. Ik ga daar niet over. Ik heb er echter alle vertrouwen in dat dit een gesteunde lijn is, want anders had het kabinet die afspraak vast niet met mijn fractie gemaakt. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Dat eerste klopt niet, want door het 5 miljardpakket van het kabinet gaat het aantal banen omhoog op de korte termijn, vanwege het bestedingseffect van die 5 miljard die de economie in gepompt wordt. Het CPB constateert dat de werkgelegenheid stijgt en het aanbod ook. Per saldo gaat de werkloosheid niet omhoog of naar beneden. Door de maatregelen van D66 gebeurt er gewoon helemaal niks: geen banen en geen werkloosheid extra, dus nul komma niks. Over het gemeentelijk belastinggebied is mijn vraag of er meer afgesproken is dan het indienen van het voorontwerp van een wetsontwerp, oftewel een ruwe schets van de manier waarop je het zou kunnen doen. Er is volgens mij afgesproken dat die ingediend wordt. Dat is iets anders dan de afspraak om die maatregel te nemen door een wet in te dienen en die te steunen. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik ga niet voor de standpuntbepaling van de coalitiefracties praten. De afspraak die wij hebben gemaakt, hebt u netjes in de brief teruggelezen. Op de korte termijn — de heer Dijkgraaf doet het steeds heel slim door het steeds een beetje vooraf te zeggen — zie ik in de plannen die wij hebben gemaakt dat werkende ouders die allebei willen werken er volgend jaar, maar zeker ook het jaar erna, extra op vooruit gaan. In de plannen van de heer Dijkgraaf werden zij veel zwaarder belast. Het zal de heer Dijkgraaf dan niet verbazen dat ik deze plannen een heel stuk beter vind dan de zijne. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Je kunt het je bijna niet voorstellen, maar ik heb 40 uur lang gedebatteerd met de heer Van Weyenberg ... 

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik vond dat net zo leuk als u, mijnheer Van Dijck. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

40 uur lang hoorde ik alleen maar — het echoot nog na — banen, banen, banen. Nu hebben we een novelle gekregen en is men door de pomp gegaan, maar zie ik geen banen en alleen een hogere belasting in de tweede en derde schijf, op arbeid. Door uw novelle en inspanning krijgen we nu dus minder banen. Is dat nou het resultaat van 40 uur onderhandelen? 

De heer Van Weyenberg (D66):

Het resultaat van 40 uur onderhandelen door de PVV-fractie is dat zij het kabinet voor en na het debat wilde wegsturen. In die zin is er in de standpuntbepaling van de heer Van Dijck ook weinig veranderd, maar dat is vanzelfsprekend zijn goed recht. Ik constateer dat we nu echt een stap zetten om werken voor bijvoorbeeld werkende ouders meer te laten lonen. Dat vind ik pure winst. Ik zie ook dat we een hervorming in gang gaan zetten. En ja, die is er niet van de ene op de andere dag. Die hervorming leidt tot een lagere inkomstenbelasting en daarmee tot extra banen boven op het kabinetsplan. Ik vind dat winst. Ook komt er meer vergroening, waarvan ik weet dat de heer Van Dijck daar anders tegen aankijkt. Daarmee vind ik dit een stap vooruit. Is dit alles wat ik altijd had gewild? Nee, natuurlijk niet, maar dat heet compromissen sluiten om ervoor te zorgen dat de lastenverlichting door kan gaan. Mijn fractie is dus tevreden met dit resultaat. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Het gaat mij erom dat ik het resultaat van de novelle, de heer Van Weyenberg 40 uur lang gehoord hebbende, zo mager vind. De toezegging voor een lokaal belastingbeleid is boterzacht. Hij weet niet eens of hij daar een meerderheid voor heeft; dat is iets voor de toekomst. Eigenlijk komt het er dus op neer dat er in 2017 100 miljoen extra komt voor kinderopvang. Als hij dat drie weken geleden tegen de staatssecretaris had gezegd, hadden we kunnen stemmen en had hij toen voor kunnen stemmen. Hij heeft echter hard to get gespeeld en staat nog steeds met lege handen. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik constateer dat wij op een heel aantal punten — ik zal ze zo nog even langslopen — winst boeken: winst op groen, op banen en ook eindelijk met een hervorming die wij al heel lang willen. Die hervorming willen wij overigens niet alleen, zo zeg ik nogmaals, ook tegen de heer Dijkgraaf. Je kunt het ook op de manier van de PVV doen, namelijk zeggen dat je overal tegen bent. Ik bereik liever zaken, waardoor er volgend jaar een belastingverlichting kan plaatsvinden op een manier die wij verantwoord vinden. 

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Mijnheer Bashir, u bent al geweest in deze ronde. 

De heer Bashir (SP):

Ik wil ingaan op een ander punt. 

De voorzitter:

Dan over echt een totaal ander punt en heel kort graag. 

De heer Bashir (SP):

Ik wil ingaan op gemeentelijke belastingen, want die zijn ook een onderdeel van het akkoord. Ik constateer dat de heer Van Weyenberg zich rijk rekent met een verhoging van de gemeentelijke belastingen, terwijl daar helemaal geen meerderheid voor is. De coalitie heeft er bij de Algemene Beschouwingen tegen gestemd. Het CDA wil niet voor stemmen. De SP is er waarschijnlijk ook niet voor om de gemeentelijke belastingen te verhogen. Ik kan me niet voorstellen dat de PVV ervoor is. Zowel in deze Kamer als aan de overkant zal daar dus geen meerderheid voor zijn ... 

De voorzitter:

Uw vraag? 

De heer Bashir (SP):

Hoe komt de heer Van Weyenberg erbij dat de gemeentelijke belastingen dankzij D66 omhoog zullen gaan? 

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik geloof dat ik nu voor de zesde keer zeg dat daardoor de inkomstenbelasting naar beneden gaat. Dit is een beetje het ingestudeerde interruptietje van de heer Bashir. De inkomstenbelasting gaat met 4 miljard naar beneden. Per saldo is dat lastenneutraal, maar het zorgt er wel voor dat werken meer gaat lonen. Ik vind dat pure winst. En nee, dat hebben we niet van vandaag op morgen geregeld. Natuurlijk niet, mijnheer Bashir, maar dat geldt voor elke aanpassing, zoals de hypotheekrenteaftrek en de AOW-leeftijd. We zetten nu in ieder geval wel een belangrijke eerste stap. We zijn blij dat we die stap nu gaan zetten. We gaan er vervolgens uitgebreid over debatteren in deze Kamer. Ik vind het pure winst dat we voor de zomer zo'n voorontwerp van het wetsvoorstel naar de Kamer krijgen. 

De heer Bashir (SP):

Ik constateer dat de heer Van Weyenberg niet ingaat op mijn vraag over het feit dat er geen meerderheid is voor het wetsvoorstel. We krijgen er nu inderdaad banen bij, namelijk banen voor ambtenaren. Ambtenaren moeten nu aan het werk om een wetsvoorstel te schrijven dat geen kans maakt om in de Kamer aangenomen te worden. 

De heer Van Weyenberg (D66):

We zullen het debat daarover voeren, maar blijkbaar heb ik meer vertrouwen in het optreden van mijn wethouders dan de heer Bashir heeft in het optreden van zijn wethouders. Hij zegt dat hij ertegen is. Ik zou dat betreuren. Laten we vertrouwen op onze lokale bestuurders dat ze er op een heel goede manier vorm aan geven om daarmee de belasting op werk te verlagen. Dat lijkt mij winst voor de lokale democratie en voor de werkgelegenheid. Ik heb vertrouwen in de wethouders, ook in die van de heer Bashir. 

Voorzitter. We hebben aangedrongen op een grootschalige stelselherziening. Bij Prinsjesdag hebben we een eigen belastingplan gepresenteerd met inderdaad als inzet 75.000 extra banen, het meer gericht inzetten van de 5 miljard, meer vergroening en een hervorming van het lokaal belastinggebied. Als ik kijk naar de optelsom van de vierde nota van wijziging, de novelle en de begeleidende brief zie ik op al die punten verbetering. Het pakket levert op termijn met het lokaal belastinggebied 50.000 tot 55.000 banen op. Ik zie dat de verschuiving binnen het pakket van 5 miljard zodanig is dat werken, zeker voor ouders die beiden werken, meer gaat lonen. Ik constateer dat er 200 miljoen extra voor de kinderopvangtoeslag komt en 224 miljoen extra voor de arbeidskorting. Daarnaast zie ik dat het pakket in totaal veel meer vergroening bevat dan de oorspronkelijke kabinetsplannen. Verder is er niet alleen een hier ingediende motie van D66 aangenomen om kolencentrales vervroegd uit te faseren maar heeft het kabinet ook toegezegd nog deze kabinetsperiode een variant te kiezen en daarmee ook een moment te kiezen waarop die kolencentrales vervroegd dichtgaan. Verder komt er een ontwerpwetsvoorstel voor het lokaal belastinggebied, dat ook de ruimte biedt om niet alleen de lokale democratie te versterken maar ook de inkomstenbelasting te verlagen. Dan is er ook nog de al volgend jaar verhoogde vrijstelling in box 3, wat ook een mooie stap is. Daarbij zie ik overigens uit naar de uitwerking die we volgend jaar bij Prinsjesdag ontvangen van het kabinet van de aangenomen motie van de SP, GroenLinks en D66 die uitspreekt dat het kabinet alles op alles moet zetten om al volgend jaar een wetsvoorstel voor het belasten van daadwerkelijk rendement bij de Kamer in te dienen. 

Ik ben verheugd dat het uiteindelijk is gelukt om hierover overeenstemming te bereiken met het kabinet. Natuurlijk waren wij graag verdergegaan. Daarom hebben we tijdens die behandeling hier, die inderdaad meer dan 40 uur heeft geduurd, allerlei amendementen en moties ingediend, soms alleen, maar ook heel vaak met anderen in deze Kamer. Als dat soort amendementen en moties het niet allemaal halen, moet je uiteindelijk wel compromissen sluiten. D66 was daar steeds toe bereid, ook tijdens de behandeling in de Tweede Kamer. Toen lukte het helaas nog niet om die overeenstemming te bereiken en dat is vandaag dus wel gelukt. Daarmee is er nu zicht op een meerderheid voor het Belastingplan in beide Kamers. Dat betekent een forse lastenverlichting voor volgend jaar. Dat is goed nieuws voor de mensen, goed nieuws voor de werkgelegenheid en goed nieuws voor de economie. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Als er iets uit de onderhandelingen rondom vergroening gekomen zou zijn wat uitstijgt boven wat er al lag, dan is dat de concretisering ervan. Nu lezen wij in de kabinetsbrief en de toelichting bij de novelle dat er een plan moet komen met varianten voor uitfasering van kolencentrales en kolenvrije energievoorziening op termijn. Kan de heer Van Weyenberg mij vertellen welke termijn dat dan is? 

De heer Van Weyenberg (D66):

Daar worden die varianten natuurlijk voor ontwikkeld. De belangrijkste zin leest de heer Grashoff — dat zal puur toeval zijn — natuurlijk niet voor. Dat is dat niet alleen de bij de behandeling van het Belastingplan ingediende motie van collega Van Veldhoven en mijzelf is aangenomen. Gelukkig was dat ook met steun van de GroenLinks-fractie. Ik had niet anders verwacht, zeg ik tegen de heer Grashoff. Wij trekken hier volledig samen op. Het kabinet komt in deze kabinetsperiode met een concrete variant en een concrete datum waarop die kolencentrales vervroegd dichtgaan. Nogmaals, ik vind dat weer een echte aanscherping van die al aangenomen motie. Ik ben daar blij mee en ik weet zeker dat dit ook voor de heer Grashoff geldt. 

De voorzitter:

De heer Grashoff in tweede instantie. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik vroeg op welke termijn de heer Van Weyenberg vindt dat dit moet gebeuren. Daarop geeft hij geen antwoord. Geef hem nog een kans om dat alsnog te doen. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik begon mijn antwoord op de vraag van de heer Grashoff — excuses als dat niet duidelijk was — met de zin dat die varianten er komen want je moet goed je huiswerk doen. Zo snel mogelijk, hebben wij steeds gezegd. Die varianten worden uitgewerkt en het kabinet gaat deze kabinetsperiode nog aan de Kamer meedelen wanneer die kolencentrales vervroegd dichtgaan. Dit gebeurt op basis van allemaal huiswerk. Dat staat ook allemaal netjes in de Kamerbrief. Daarover gaan wij hier debatteren en volgens mij delen wij het streven om die kolencentrales zo snel mogelijk dicht te doen. 

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Klein, ook kort graag. 

De heer Klein (Klein):

De heer Van Weyenberg eindigde zijn betoog met een hele klaagzang over de procedure tijdens die 40 uur waarin hij alles heeft gedaan en er helaas niets is gelukt. Vervolgens heeft de D66-fractie tegen het Belastingplan gestemd. Wij hebben nu de novelle. Ik begrijp dat de D66-fractie daarvoor zal stemmen. Betekent dit dat D66 nu met terugwerkende kracht voor het hele Belastingplan zal gaan stemmen? 

De heer Van Weyenberg (D66):

Wij hebben tijdens de behandeling gezegd dat wij heel graag zaken doen als dit leidt tot meer banen, meer vergroening, minder vervuiling en lagere lasten op arbeid en die echte hervorming. Daarop hebben wij ingezet. Wij vonden dat ook na de nota van wijziging nog onvoldoende. "Te mager" hebben wij dat genoemd. Wij hebben steeds tegen het kabinet gezet dat wij graag zaken doen. Wij waren overigens met het kabinet al een heel eind op weg voor de definitieve afronding in de Tweede Kamer. Wat toen ongeveer op tafel lag, kon niet op de steun van de CDA-fractie rekenen. Op dit moment ligt er een afspraak die dicht in de buurt van onze eigen prioriteiten komt, dus ik ben heel tevreden. Ja, dan steunen wij het wel. 

De heer Klein (Klein):

Dus dat betekent concreet dat de stem destijds tegen het Belastingplan en met name de argumenten van de D66-fractie voor verlaging van de staatsschuld niet meer valide zijn en met terugwerkende kracht zijn ontkracht? 

De heer Van Weyenberg (D66):

Nee, wij hebben steeds gezegd dat het verantwoord is om die 5 miljard belastingverlichting in te zetten als je er genoeg voor terugkrijgt. Dat ging om vergroening, om een aantal doorbraken rond de lokale belastingheffing en meer vooruitgang voor werkende ouders. Als je dat realiseert en het kabinet je op die punten tegemoetkomt, dan stem je voor. Zo gaat dat wat mij betreft. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter. Volgens mij wordt het tijd voor een positieve inbreng vanuit de oppositie. Ik begin met complimenten aan de staatssecretaris. Na vele debatten en overleggen heeft hij het toch maar voor elkaar gekregen om een meerderheid achter zijn — zou ik bijna zeggen — ongewijzigde plannen te krijgen. Dat vind ik een compliment waard. Dat was het goede nieuws. 

Wat moet je hiervan nu zeggen? Er ligt een novelle. Ik zou het willen samenvatten met de zin "je zult er maar voor zijn". We hebben vele uren met elkaar gedebatteerd. We hebben met elkaar een heel lang traject doorgemaakt. Het begon in juni, toen we op het ministerie van Financiën in een zaal zaten. De ChristenUnie, D66, GroenLinks en wij waren er. Toen zei de heer Pechtold van D66: "Te weinig ruimte voor het creëren van nieuwe banen." Daar ging het overleg. Toen begon de staatssecretaris te zoeken naar steun. Bij de Algemene Politieke Beschouwingen zei de heer Pechtold tegen de heer Zijlstra: "Waar zijn toch die banen gebleven?" Toen waren er 35.000 banen die er nu ook zijn. "Ik zie niks. Er wordt geld uitgegeven, maar het resultaat is minimaal." 

Bij de Financiële Beschouwingen trachtte mijn zeer gewaardeerde collega Koolmees de heer Pechtold volgens mij nog te overtreffen. Dat is bijna onmogelijk, maar hij zei: "… de begroting voor 2016 is een gemiste kans. Een gemiste kans op banen. Een gemiste kans op groei. En een gemiste kans op stabiliteit. Terwijl het kabinet vorig jaar zo hoopvol klonk. Bij de aanbieding van het koffertje, had de minister het nog over: Een belastinghervorming! Ambitie! Banen! Ik begon er bijna in te geloven. Maar nu we een jaar verder zijn is er niets. Geen belastinghervorming. Geen ambitie. En geen banen! Voorzitter, ik heb hier maar een kwalificatie voor: angstige politiek. Ondanks alle mooie woorden, niet durven doen wat nodig is." 

Dat laatste citeerde de heer Grashoff ook al, maar zoals wij vanuit onze traditie doen, zetten wij het altijd in de context. 

Bij het Belastingplan zei de heer Van Weyenberg: "Ik vind dat er sprake is van veel te weinig banen. We zijn weggelopen omdat er geen ambitie was om die 100.000 banen waar te maken. Ik neem aan dat de coalitiepartijen alleen maar bereid zijn om zaken te doen als dat tot meer banen leidt. De plannen van D66 leiden nog tot 40.000 extra banen." 

Voorzitter, veel woorden, nul daden, een novelle, nul banen. Ja, zegt de heer Van Weyenberg dan, we hebben dat debat net al even gehad bij het belastinggebied. Dat zou banen kunnen opleveren. De SGP is daar al twintig jaar voor, dus prachtig dat D66 dat voor ons heeft binnengehaald, maar het is volgens mij zeer onzeker. Ik vraag de staatssecretaris daarnaar. Wat is nou de zekerheid daarvan? Wat heeft het kabinet nou precies afgesproken? Volgens mij een voorontwerp van een wetsvoorstel, maar niet steun voor het plan zelf. Of toch? Dus eigenlijk is de vraag: gaat dat plan er nu wel komen? Nee, volgens mij gaat er een voorontwerp van een wetsvoorstel komen. Kortom, de vraag aan de staatssecretaris is: steunt de coalitie dit plan wel? 

De heer Grashoff (GroenLinks):

De heer Dijkgraaf is buitengewoon betrokken bij dit onderwerp rondom het decentraliseren van de belasting en het versterken van de belastingmogelijkheden bij gemeenten. Dat is mijn fractie ook. Als wij de brief van het kabinet lezen, worden daarin als ik goed heb geteld zes randvoorwaarden genoemd. Het mag niet leiden tot een andere inkomensverdeling, het mag niet leiden tot lastenverzwaring, het mag niet gaan ten koste van bepaalde groepen. Er dringen zich bij mij twee vragen op waarvan ik toch ook wel geïnteresseerd ben hoe de heer Dijkgraaf daar nu tegenaan kijkt als mede-initiatiefnemer op dit vlak. Is het nu reëel om te veronderstellen dat er een voorontwerp van wet kan komen dat aan al die randvoorwaarden voldoet? Als het daaraan zou voldoen, is er dan ook van de kant van de heer Dijkgraaf een inschatting of er nog enig baneneffect aan zit? Dan lijkt het haast een boekhoudkundige truc om belastingdruk van A naar B te verplaatsen, terwijl verder alles exact hetzelfde zou blijven. Dan lijkt het me sterk dat die banengroei erin zou zitten. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wij zijn ook niet ongeconditioneerd voor zo'n plan. Dat is volgens mij niemand, want wat wij natuurlijk niet moeten hebben, is dat het per saldo leidt tot lastenverzwaring voor de burger, waarbij weliswaar de lasten op arbeid naar beneden gaan maar de lokale lasten omhoog. Dus dat zou voor mij eigenlijk de belangrijkste voorwaarde zijn, dat het niet moet leiden tot een lastenverzwaring en als het even kan wel tot banengroei. Of dat binnen die voorwaarde mogelijk is, moet nog maar blijken. Dat is zeer onzeker. Het zijn stringente voorwaarden die eraan gesteld zijn. Mijn belangrijkste bezwaar is dat je wel om een plannetje kunt vragen maar dat dat nog lang niet wil zeggen dat dat plannetje het ook wordt. Want dan heb je echt wat bereikt. Nu heb je volgens mij alleen maar een kans op een plan. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik ben het geheel met de heer Dijkgraaf eens. Het is dus alleen maar een kans op een plan. Maar als ik het goed begrijp, hoor ik tussen de regels door dat ook de heer Dijkgraaf er wel aan twijfelt of dat plan uiteindelijk daadwerkelijk kans van slagen heeft, als je er zoveel randvoorwaarden aan verbindt dat het bijna onmogelijk wordt. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ja, zeker. Wij zouden graag zien dat dat plan er komt. Maar voor ons is het ook van belang hoe het er dan precies uitziet. 

De voorzitter:

De heer Dijkgraaf vervolgt zijn betoog. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

De SGP heeft uit overtuiging tegen het Belastingplan gestemd. Eenverdieners waren opnieuw de klos. Zij betaalden al de hoofdprijs vergeleken met tweeverdieners en daar kwam nog eens €2.000 bij. Dat komt neer op €8.000 tot €11.000 meer belasting. Wij vinden dat onverteerbaar. De motie-Schalk c.s. blijft vooralsnog onuitgevoerd, terwijl die wel in de Eerste Kamer is aangenomen. Deze novelle verandert daar helemaal niets aan. Wij stemden tegen het Belastingplan en wij zien geen enkele aanleiding om voor deze novelle te stemmen. Hij levert geen banen op, de koopkracht gaat erdoor achteruit en de kloof blijft de kloof. 

Voorlopig, althans, zou ik willen besluiten, want gelukkig zien steeds meer partijen in dat je rechtvaardig moet omgaan met de 1 miljoen eenverdieners. Niet voor niets haalde de motie op dat punt gewoon een meerderheid in de Eerste Kamer. Ik zou zeggen: we hebben de slag misschien verloren voor wat betreft het amendement dat we indienden, maar de oorlog hebben we zeker nog niet verloren. De motie-Schalk c.s. staat en ik wil de staatssecretaris vragen hoe het kabinet ermee verdergaat, richting 2017. Vanaf morgen pakken wij in ieder geval de strijdbijl weer op om te strijden voor een eerlijker belastingplan. 

De heer Bashir (SP):

De heer Dijkgraaf en ik hebben samen opgetrokken om iets te doen aan de kloof tussen eenverdieners en tweeverdieners. Nu ligt er een novelle voor die iets doet aan de arbeidskorting en die vooral tegemoetkomt aan de tweeverdieners. Kan de heer Dijkgraaf mij bevestigen dat de novelle de kloof tussen eenverdieners en tweeverdieners nog verder vergroot? 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ja, dat is enigszins het geval. Het gaat niet de goede kant op maar de verkeerde. En daarom stemmen wij dan ook tegen. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. Ook van mijn zijde allereerst felicitaties aan deze staatssecretaris. Ik denk dat hij veel rustiger het kerstreces ingaat dan het zich een paar weken geleden nog liet aanzien. 

Ik zou deze novelle willen karakteriseren als "het sprookje van de banen". Mijn partij was niet de partij die hamerde op meer, steeds meer banen met dit Belastingplan. Wij hebben steeds aangegeven dat je meer doet met een belastingplan dan alleen het creëren van banen. Je kunt het ook gebruiken om te bezien of de middelen die je hebt, rechtvaardig besteed worden. Maar juist degenen die wel hamerden op die banen, zijn nu door de bocht gegaan met een novelle waaruit blijkt dat er op langere termijn helemaal niet zo veel extra banen bij komen en dat op korte termijn de werkloosheid juist op kan lopen. 

Dat vind ik nogal een constatering; laat ik het zo maar zeggen. Dan is het ook aan degenen die voor deze novelle zullen stemmen om uit te leggen waarom zij hiervoor hebben gekozen. Wat ons betreft was de novelle dé kans geweest om er wél een rechtvaardiger belastingplan van te maken, bijvoorbeeld door de kloof tussen eenverdieners en tweeverdieners te verkleinen en door chronisch zieken en gehandicapten ook mee te laten delen in het pakket van 5 miljard. 

Zijn er dan alleen maar slechte zaken afgesproken? Nee. Het sluiten van kolencentrales, de ouderenkorting die op peil blijft, de verhoging van het heffingsvrije vermogen in box 3 zijn allemaal zaken waar mijn fractie op zich positief tegenover staat. Ik heb dan nog niet eens genoemd dat bijvoorbeeld het postcoderoos-amendement ook is aangenomen, het enige bij het Belastingplan dat mogelijk zo meteen ook ingaat. Maar als ik de balans opmaak, vind ik dit toch een novelle waarin niet tegemoet wordt gekomen aan onze idealen, idealen die wij niet voor onszelf hebben maar juist voor degenen die dagelijks zorgen voor een ander of die altijd te maken hebben met een handicap waardoor zij niet volledig kunnen werken. Voor die idealen hebben wij gestreden, maar die zijn met deze novelle niet dichterbij gekomen. Sterker nog; ze zijn mogelijk een stukje verder weg gekomen. 

Ik heb nog twee feitelijke vragen. Ten eerste. De staatssecretaris heeft zelf gezegd, bijna als een soort dreigement, dat een stem tegen het Belastingplan ertoe zou leiden dat er een gigantische meganaheffing zou komen, omdat alle voorlopige aangiftes al uitgegaan waren. Deze novelle gaat dan toch ook leiden tot een behoorlijke naheffing? Kan de staatssecretaris aangeven hoe groot deze gaat worden en hoeveel mensen er last krijgen van deze novelle omdat zij volgend jaar te maken krijgen met een naheffing? Ten tweede. Wat betekent het als de Belastingdienst zelf in de uitvoeringstoets zegt dat het sein op rood staat? Dit terwijl er hier zo vaak op gehamerd is dat de uitvoeringstoets toch helemaal uitvoerbaar moest zijn. Met deze novelle wordt hier toch wel een wissel op getrokken. Erkent de staatssecretaris dat? Hoe heeft dit meegewogen in de keuze om deze novelle toch in te dienen? 

Ik hoef geen tweede termijn meer. Resumerend: deze novelle bevat goede elementen, maar brengt onze idealen niet dichterbij en met name de idealen van de mensen die zo hard werken en zo hard zorgen, maar daarbij te maken hebben met beperkingen. Dat brengt ons ertoe dat wij niet voor deze novelle zullen stemmen. 

De heer Groot (PvdA):

Voorzitter. Allereerst spreek ik een woord van dank uit richting de staatssecretaris. Hij heeft enorm hard gewerkt, een enorme inspanning geleverd om dit Belastingplan alsnog, naar het nu lijkt tenminste, naar een goed einde te brengen. Ook spreek ik een woord van dank uit richting het departement en alle ambtenaren die dit laatste weekend opnieuw in de benen moesten om alle vragen van antwoorden te voorzien. 

De Partij van de Arbeid steunt deze novelle. Voor ons heeft altijd vooropgestaan dat het Belastingplan moet leiden tot meer banen en dat vooral de lage inkomens en de middeninkomens na jaren van achteruitgang nu honderden euro's meer te besteden krijgen. Dat staat met deze novelle nog steeds recht overeind. 

Ik heb nog een enkele vraag en een enkele opmerking. Het is een mooie nieuwe traditie dat alle nieuwe belastingmaatregelen nu van uitvoeringstoetsen worden voorzien, maar het lijkt erop dat dit tot gevolg heeft dat er steeds minder veranderd kan worden. De heer Omtzigt heeft dit ook al eerder aangekaart. Worden het inhoudelijke debat en het recht op amendement van de Tweede Kamer hierdoor niet uitgehold? De staatssecretaris zegt er wel iets over in zijn schriftelijk verslag. Hij kondigt aan dat hij met uiterste data komt waarop volgend jaar de systemen van de Belastingdienst nog kunnen worden aangepast. Zit er nog wat rek in die systemen en kunnen die data wat naar achter worden geschoven? Dat zou de parlementaire behandeling ten goede komen. 

De overeenkomst tussen voetbal en politiek is dat het resultaat telt. Dat resultaat is wat ons betreft: meer banen, meer koopkracht en ook meer vergroening. Dat is mooi, maar de wedstrijd was lang en vooral de vele verlengingen waren soms lelijk om te zien. Helemaal op het einde bleek dat om een meerderheid in de senaat te krijgen er maatregelen nodig waren die niet meer konden worden verwerkt in de systemen van de Belastingdienst. Ik vind het toch wat ironisch dat juist het huis hier aan de overkant, het huis dat moet waken over zorgvuldige en goed uitvoerbare wetgeving, heeft veroorzaakt dat de Belastingdienst wordt opgezadeld met extra uitvoeringslasten en dat burgers en werkgevers in april te maken krijgen met weer andere loonbelastingtabellen. Ik hoop echt en spreek de wens uit dat het volgend jaar wat soepeler gaat. Ik wens het de staatssecretaris niet toe dat hij opnieuw een delirium krijgt van de vele kopjes koffie. Ik hoop vooral voor alle Nederlanders dat zij volgend jaar niet tot net voor de kerst hoeven te wachten op de belastingtarieven voor het komende jaar. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik waarschuw de staatssecretaris vast, want dan kan hij erover nadenken. Volgens mij heeft de staatssecretaris de Kamer verkeerd ingelicht, want hij drinkt helemaal geen koffie. Volgens mij drinkt de staatssecretaris alleen maar thee, maar ik kom daar straks op terug. 

Wat is er precies afgesproken met D66 over de gemeentelijke belastingen? Gaat de fractie van de Partij van de Arbeid een voorstel dat binnen de omschreven kaders past ook daadwerkelijk steunen? 

De heer Groot (PvdA):

In ieder geval klopt het niet wat de heer Bashir zei. Wij hebben in de zomer inderdaad tegen zijn motie gestemd. Die ging over het belastinggebied, maar wij hebben tegen meer moties gestemd. Er lag toen een compromis over het Belastingplan. We hielden vast aan dat compromis en stemden daarom tegen alle moties die daarop inbreuk maakten. Even daarvoor was er een discussie gaande over een gemeentelijk belastinggebied. Er lag ook een aanbod richting D66 om daarover mee te praten. De hele coalitie had zich opengesteld voor dat debat. Ik ga er nu van uit dat er een wetsvoorstel van het kabinet komt. Het kabinet wil dat de wet door ons gedragen wordt, dus dat voorontwerp gaan wij heel serieus nemen. Wij gaan kijken hoe goed dat wetsvoorstel is. Het is niet zo dat wij bij voorbaat tegen zijn, want dat suggereert de heer Bashir. Wij gaan hier een serieus debat over voeren. Ik sta er, denk ik, hetzelfde in als de heer Dijkgraaf. Het hangt van de voorwaarden en de vormgeving af hoe ver wij hiermee kunnen komen. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Dat klinkt erg open. De deur staat open, zeggen we dan in de politiek, en dat betekent dat je nog alle kanten op kunt. Je zegt bij voorbaat geen nee, maar ook geen ja. Er is geen enkele garantie dat het plan daadwerkelijk doorgaat. Het ligt eraan wat de coalitie — dat is in dit geval de PvdA-fractie — op dat moment vindt. 

De heer Groot (PvdA):

Het is zoals de heer Dijkgraaf hier zelf zegt. Ik kan moeilijk steun toezeggen voor een wetsvoorstel dat er nog niet eens ligt. Het kabinet is nu eerst aan zet en wij zien het wetsvoorstel komen. Wij zullen dan onze mind erover opmaken, net zoals de heer Dijkgraaf dat doet. 

De heer Klein (Klein):

Voorzitter. Wat eerst niet mogelijk was, is in de achterkamertjes toch gelukt. Het compromis met D66, deze novelle, is een pure fopspeen. De bestaande knoppen worden hier en daar wat aangedraaid. Wat er rechts bij de mensen bijkomt, gaat er links weer af. Het enige lichtpuntje in de novelle is de verhoging van het heffingsvrije vermogen in box 3. Mensen die hun geld niet uitgeven, maar netjes opzij zetten als een appeltje voor de dorst, zouden hiervoor immers niet beboet moeten worden. De verhoging van het heffingsvrije vermogen is een eerste stap. Ik zou graag zien dat dit een trend wordt en dat het heffingsvrije vermogen jaarlijks omhoog gaat, zodat de kleine spaarders verder worden ontzien en dat over daadwerkelijk rendement belast gaat worden. Hierover komt nog een vervolgvoorstel. 

Het is een gemiste kans dat er geen enkele hervorming plaatsvindt. Het hele bijgestelde Belastingplan, de novelle, is slechts een optisch feestje. Voor 2016 is er zelfs een belastingverhoging in de tweede en derde schijf opgenomen ten opzichte van het oorspronkelijke plan. 2017 lijkt nu mooier te worden, maar wie dan leeft, wie dan zorgt. Wij hadden 5 miljard die wij kunnen inzetten voor echte hervormingen, maar nu lijken wij er alleen maar een paar duurbetaalde banen voor te krijgen: 35.000 banen voor 5 miljard euro, ruim €140.000 per baan. Dit kan toch effectiever worden gerealiseerd? Bijvoorbeeld door direct banen in de zorg of bij de gemeente te creëren en daar de noden op te lossen. Deze banen hoeven echt niet €140.000 per stuk te kosten. Er komt feitelijk door deze novelle geen enkele baan bij, hooguit bij de bedrijven die energiebesparende maatregelen gaan treffen. Die banen zie ik nergens terugkomen. Het enige waarop nog wordt gewezen, is een fata morgana in 2019 bij de verschuiving van de gemeentelijke belastingverhoging naar de inkomstenbelastingverlaging. Het geld dat voor een deugdelijke herziening nodig is, wordt nu als strooigoed weggegooid. De novelle verandert daar helaas niets aan. In de brief voorafgaand aan de novelle werd aangekondigd wat wij in 2019 gaan zien: de verruiming van het gemeentelijke belastinggebied. Hiervoor zie ik op zichzelf wel kansen. Meer keuzevrijheid voor gemeenten, die dicht bij de mensen staan, juich ik toe. De staatssecretaris schrijft dat hij voorwaarden stelt, zoals dat gemeenten geen inkomenspolitiek gaan bedrijven, dat wordt voorkomen dat lasten eenzijdig afgewenteld worden op specifieke groepen, dat het stelsel goed uitvoerbaar is en dat de totale lastendruk gelijk blijft. Dat zijn nogal wat voorwaarden. Kan de staatssecretaris een tipje van de sluier oplichten door aan te geven hoe hij deze voorwaarden wil gaan borgen? Zijn de groepen waarover hij het heeft in dit verband alleen de groepen waarmee hij ook in de koopkrachtplaatjes rekening houdt of gaat het ook om andere groepen, zoals bijvoorbeeld huizenbezitters? 

Ik was in elk geval verheugd over het nieuws dat de staatssecretaris de precario op de nutsbedrijven ziet als een af te schaffen belasting. Dit zou goed nieuws zijn. De energie- en waterrekeningen van mensen worden namelijk elk jaar hoger door deze belasting, ten eerste doordat de tarieven stijgen en ten tweede doordat steeds meer gemeenten deze precario gaan heffen. Volgend jaar zal dat neerkomen op een verhoging van enkele tientjes per energie- of waterrekening. De doorberekening van deze precario aan de klanten, treft niet alleen de klanten in de gemeenten die de precario heffen. Die treft ook de klanten in andere gemeenten, doordat de nutsnetwerkbedrijven geen verschillende tarieven per gemeente mogen rekenen. Hierdoor krijgt iedereen te maken met die verhoging van de energie- en waterrekening, ook al woont hij niet in een gemeente die die precario heft. Er is dus spoed geboden om deze ongewenste en oneerlijke belasting af te schaffen, aangezien dit probleem steeds groter wordt en het daardoor steeds lastiger wordt om deze belasting af te schaffen. De staatssecretaris schrijft echter in zijn beantwoording van de vragen over een mogelijke afschaffing van precario op de nutsbedrijven. Hoezo? Is hij bereid om toe te zeggen dat die zeker wordt afgeschaft? Dit is immers de wens van de Kamer, zoals ook blijkt door de mede door mij ondertekende motie van de heer Veldman van de VVD die breed is aangenomen. 

Concluderend: de novelle levert bijna niets nieuws op. Hij verandert naar mijn mening het Belastingplan niet en zit vol gemiste kansen. Terecht was D66 tegen het Belastingplan, met goede redenen. Zonder echte hervormingen was het beter geweest om de staatsschuld te verminderen en te kiezen voor een echte vergroening. Belastingverlaging is mooi. Niet als cadeautje, maar om ons belastingstelsel rechtvaardiger te maken. Nu is het alleen maar Sinterklaas, die nu met kerstmis langskomt. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Omtzigt, als laatste spreker van de zijde van de Kamer. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de extra tijd. Misschien zijn we zelfs al bij de penalty's beland. Ik had me echter eigenlijk vanuit Enschede voorgenomen om niet te veel over voetbal te praten vandaag. 

Uiteindelijk was de bedoeling dat er hier een goed akkoord zou liggen met lastenverlichting. In tegenstelling tot wat een aantal collega's hier net te berde heeft gebracht, is het niet zo dat de overheid geld teruggeeft edoch dat de overheid geld int. Deze overheid int wel heel veel geld. Heeft zij wat minder geld nodig, dan is het mogelijk om minder belasting op te leggen en minder belasting te innen bij de burgers. In het voorliggende Belastingplan — dat zeg ik ook maar tegen de collega van SP — worden vooral de lasten voor werkende mensen met een inkomen beneden modaal fors verlaagd door een fors hogere arbeidskorting. Ik verbaas me erover dat dat positieve effect werkelijk nergens wordt genoemd, dat niet wordt genoemd dat op die manier mensen in hun eigen bestaan kunnen voorzien voordat zij naar de overheid moeten gaan. De staatssecretaris moet wat vaker heen en weer lopen tussen de Tweede en Eerste Kamer, ook fysiek vandaag, dan hij van tevoren had gepland. Het lijkt er echter op uit te komen dat die lastenverlichting eindelijk kan doorgaan. 

Voordat ik op de inhoud van deze novelle terugkom, wil ik toch een klein beetje inzoomen op het proces. Een novelle is al een wat bijzonder onderdeel van het staatsrecht. De Eerste Kamer vraagt namelijk eigenlijk iets wat zij eigenlijk niet heeft. Het is een soort amendement, dat geen amendement mag heten. In dit geval lag de novelle er al voordat er in de Eerste Kamer gedebatteerd was. Dat is een iets nieuwere vorm van staatsrecht, die ik eigenlijk nog nooit heb gezien hier. Ik vraag de staatssecretaris toch om enigszins te reflecteren op de vraag welke veranderingen in het staatsrecht hier hebben plaatsgevonden. Is dit bijvoorbeeld op verzoek van de Tweede Kamerfractie gebeurd? Is de Eerste Kamer nu een bijzondere kamer van de Tweede Kamer? Wat is de staatsrechtelijke positie? Dat is van belang, ook voor de volgende keren dat dergelijke processen zich voordoen. 

Terug naar de inhoud van de novelle. Wij zijn blij dat ook de collega's van D66 nu voor het Belastingplan zijn. Ik begrijp niet voor 100% op grond van welke maatregel dat gebeurt, maar goed. Laten wij gewoon even kijken welke dingen er veranderen. Allereerst sluit ik mij aan bij de vraag van mevrouw Schouten over de naheffing. Er is misschien sprake van een mini-naheffing. Doordat twee keer loonheffingstabellen worden vastgesteld, worden er in de loonheffing — dat is het loonstrookje — vanaf april andere percentages gebruikt dan vanaf januari. Dit betekent dat iedereen zijn loonstrookje met een paar euro's ziet veranderen vanaf april — dat zijn geen grote veranderingen — en dat via de naheffing, als wij de brief van gisteren goed begrijpen, rustig van maand tot maand wordt verspijkerd wat men in de eerste maanden zogezegd te weinig heeft betaald. Voor de meeste mensen zou dat op nul moeten uitkomen. 

Ik moet toegeven dat dit een uitstekende vorm van werkverschaffing is. Alle salarisadministrateurs zullen immers in april nieuwe software moeten installeren en daarnaast zullen zij ook veel vragen moeten beantwoorden. Ik vraag de staatssecretaris, die te snel blauwe enveloppen afschaft, bij hoeveel mensen dit niet tijdig kan, waardoor er toch nog wat extra blauwe enveloppen in het postsysteem gebracht zullen moeten worden door deze kleine wijziging, die op zich gewoon iets te laat plaatsvindt. Waarom is niet gewoon aan de salarisadministrateurs gevraagd om dit onmiddellijk te doen? De wijziging is vrij minimaal, namelijk een percentagewijziging in de tweede en derde schijf van 0,2%. Deze maatregel is gemakkelijk te programmeren. Dat had gewoon kunnen gebeuren. Dan had iedereen twee dagen overgewerkt en dan was het klaar geweest. 

Inhoudelijk heb ik weinig toe te voegen aan de woorden van mijn collega's. Op basis van de novelle zijn de werkgelegenheidseffecten nul komma nul en de koopkrachteffecten min 0,1 gemiddeld, met de grootste uitschieter naar 0,2. Dat is niet enorm groot, gelet op de grote veranderingen in het omvangrijke pakket. 

Het CDA is blij met de verhoging van de ouderenkorting in 2017. Wij vragen ons af wat er gebeurt met de kinderopvangtoeslag. In de afgelopen jaren hebben wij vaak gezien dat de kinderopvangtoeslag blijft liggen. De kinderopvangtoeslag is al behoorlijk opgeplust in 2016. Wij zien uit naar een tijdige wijze van de vormgeving ervan. 

De verhoging van de ouderenkorting vinden wij overigens best wel bijzonder. De heer Krol en ik hadden een motie ingediend om dat te doen vanaf 2017. Die motie werd weggestemd, onder meer door de VVD, de PvdA en D66, om drie willekeurige partijen te noemen, maar die verhoging is nu gewoon in de novelle opgenomen. Wij zijn daar in elk geval positief over. 

Minder afbouw van de arbeidskorting, naar €35.000, is best positief, maar die valt wel ongeveer weg bij de verhoging van de tweede en derde schijf. Die twee zaken werken precies tegen elkaar in, dus dan blijft er heel weinig over voor welk effect dan ook. 

Bij het vorige plenaire debat over het Belastingplan stelde het CDA voor om de ouderentoeslag in box 3 niet af te schaffen. Naar aanleiding van het amendement op stuk nr. 90 merkten wij nog op dat je in ieder geval het heffingsvrije vermogen direct dient te verhogen naar €25.000 voor mensen boven de 65, want die hebben nu een heffingsvrij vermogen met een klein aanvullend pensioen dat rond de €40.000 ligt, dat naar €20.000 gaat en daarna naar €25.000. Het verschil in belasting is niet heel erg groot, maar het verschil is enorm als je recht hebt op huurtoeslag. Betaalt men namelijk één euro box 3-heffing, dan verliest men al de huurtoeslag. Dat kan voor mensen €3.000 per jaar zijn, dus dat heeft een enorm gevolg. 

De staatssecretaris heeft gedaan wat wij vroegen bij het vorige Belastingplan. Hij heeft namelijk alle in deze groep vallende mensen hierover tijdig geïnformeerd met een brief. Hulde daarvoor, maar laat die brief achteraf foutief geweest zijn. Wij hebben gevraagd — die vraag is niet duidelijk beantwoord — om een tweede brief uit te sturen. Wij stellen het hier met klem: zorg ervoor dat mensen geïnformeerd zijn. Bepaalde mensen zullen misschien het liefst nog €100 extra aan vuurwerk uitgeven, omdat zij huurtoeslag hebben, maar dat mogen mensen doen. Dat is hun recht. Als je hun achteraf vertelt dat zij de hele huurtoeslag verliezen, krijgt de staatssecretaris een extra rapport van de Ombudsman en die is hij toch al aan het sparen. Dus doe dat niet en informeer de mensen. Dit is echt een zeer nadrukkelijk verzoek. Als het op een andere wijze moet, doe het dan op een andere wijze. Maar doe het in ieder geval, het liefst nog binnen een week voor kerst. Mensen moeten dan immers nog een handeling verrichten voor 1 januari. Het was natuurlijk onuitvoerbaar om dit vier weken geleden te doen, maar nu is het wel uitvoerbaar. Dat hebben we nog niet helemaal begrepen, maar we wachten de antwoorden op de vragen af. 

De lastenverlichting van 4 miljard wordt via de gemeenten gecompenseerd. In gewoon Nederlands: dit betekent dat de gemeenten bij elk gezin met twee kinderen €1.000 belasting extra moeten heffen. Ongeacht of dat gebeurt via de ozb dan wel via een ingezetenenheffing, is het een verhoging van de gemeentebelasting met €1.000 die hier wordt voorgesteld door D66. Het is interessant dat daar een plan voor wordt uitgewerkt. Er was echter geen meerderheid in de Tweede Kamer. De toezegging van de Partij van de Arbeid dat zij dit open gaat bestuderen, zie ik niet echt als een grote toezegging, want ik hoop dat zij dat met alle dingen doet die andere collega's voorstellen. 

De novelle gaat natuurlijk wel tot banen leiden. Als elke gemeente een eigen belastingstelsel gaat introduceren, dan gaat elke gemeente minstens een of twee ambtenaren aannemen bij de gemeentelijke belastingdienst. 

De regering heeft toegezegd dat de aangenomen motie om kolencentrales uit te faseren, wordt uitgevoerd. Dat vind ik een eerlijke toezegging van de regering. Ik ga er in principe van uit dat alle aangenomen moties uitgevoerd worden, zelfs als wij tegengestemd hebben, maar ik vind het wel interessant dat dit als een toezegging genoteerd diende te worden. 

Tot slot. Kan de staatssecretaris aangeven hoe de aangenomen motie van het CDA over de compensatie van de verschuiving in de energiebelasting tussen elektriciteit en aardgas voor de aardgasintensieve bedrijven uitgevoerd zal worden? 

De heer Groot (PvdA):

Ik heb een korte vraag. Er vindt een verschuiving van 4 miljard plaats. Bij mijn weten zijn er ruim 7 miljoen huishoudens. Dat zou dus wat minder zijn dan €1.000 per huishouden aan gemeentelijke belastingen. Hoe staat het CDA ten opzichte van verruiming van het belastinggebied voor gemeenten? 

De heer Omtzigt (CDA):

Zoals mijn collega's aangaven, is hierover een motie geweest. In tegenstelling tot wat de heer Groot net zei, namelijk dat hij alles wegstemde wat niet in het pakket paste, hebben wij elke motie op haar eigen waarde beoordeeld en hebben wij tegen die motie gestemd bij het Belastingplan. De heer Groot sprak ook over de berekening. Ik had het over een gezin met twee kinderen. Dat zijn vier personen. Als ik 4 miljard moet binnenhalen op 16 miljoen mensen, moet ik per persoon €250 belasting innen. Dat is €1.000 per huishouden. De heer Groot heeft gelijk dat je een eenpersoonshuishouden net zo zwaar kunt belasten als een huishouden met vier personen. Daar kun je mee spelen. Je kunt ook nog, zo zeg ik in alle eerlijkheid erbij, de belasting voor lokale ondernemers fors gaan verhogen. Hoe het verhogen van de lokale belasting voor ondernemers echter nog een verhoging van het aantal banen tot gevolg zal hebben, ontgaat mij echter helemaal. Ik heb het daarom maar even op de huishoudens gezet. Het is een tentatieve berekening. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Staatssecretaris Wiebes:

Voorzitter. Ook ik vind het wel netjes dat er in beide Kamers een meerderheid gloort voor het Belastingplan. Dat spreekt voor onze democratie, denk ik. Het betekent ook dat de Nederlander, die in de crisis niet alleen maar heeft staan juichen, kan meeprofiteren van het eerste herstel. Het betekent ook dat er ten minste 35.000 banen bij komen. Alle hernieuwde belangstelling voor hervormingen kan bij mij altijd op gejuich rekenen. Verder is het belangrijk dat we ook aan de onderkant van de arbeidsmarkt zien dat werken loont. Werken gaat meer lonen en er zijn meer prikkels voor mensen om voor zichzelf te zorgen en om economisch onafhankelijk te worden. 

Ik dacht even dat we in een soort "democratisch Pareto" waren beland, waarin er geen zetel aan draagvlak is te winnen zonder dat er weer een andere zetel verdwijnt. Daar zijn we toch weer uit gekomen. Dat is mooi. Het draagvlak is nu in één richting gevonden, maar het past mij wel om mijn oprechte waardering uit te spreken voor de andere richtingen die ook mogelijk waren geweest. Er zijn allerlei woordvoerders in de Kamer die heel serieuze, oprechte, soms herhaalde pogingen hebben gedaan om ook draagvlak te leveren, zij het onder hun voorwaarden, met heel serieuze vragen, heel serieuze politieke overwegingen en heel serieuze voorstellen. Het gaat om GroenLinks, de SGP, de ChristenUnie en de SP. Ik ben hen daar allemaal zeer dankbaar voor. Ik ga me niet in de onderlinge debatten tussen hen verdiepen. Ik heb tussen de zeer waarderende wederzijdse woorden ook wel enkele kritische noten gehoord, maar die hebben de woordvoerders, denk ik, onderling uitgewisseld. 

Er zijn verschillende vragen gesteld. Ik zal daar zo goed mogelijk doorheen gaan. De enige vraag waarbij de steller zei dat de vraag uitvoerig beantwoord moest worden, was die van de heer Krol. Die vraag bewaar ik even voor het eind. Ik kom daarop terug. Zijn uitvoerigheid neem ik serieus door aan het eind daar iets meer tijd voor te nemen. 

Mevrouw Neppérus heeft gevraagd hoe de communicatie gaat rond de verhoging van de tweede en de derde schijf in deze novelle. De primaire communicatie is natuurlijk die met de softwareleveranciers, die de loonbelastingtabellen moeten doen. Dit betekent dat zij op 1 april alle informatie moeten hebben. Het departement en de Belastingdienst hebben met sommige van die partijen bijna dagelijks contact. Het wordt dus met hen afgestemd en dan moet de hele operatie worden klaargezet voor 1 april. 

De heer Dijkgraaf vroeg aan mij: wat is "zekerheid"? Zekerheid bestaat niet, maar de plannen waaraan de heer Dijkgraaf refereert, die voor een groter gemeentelijk belastinggebied, zaten al in de initiatieven van het kabinet. Ik kan geen stellige uitspraken doen over draagvlak. Mocht ik dat hebben gewild, dan heb ik het in de afgelopen maanden wel afgeleerd om over draagvlak stellige uitspraken te doen. Ik wil echter afspreken: eerst de inhoud, dan de opvattingen. Dat zeg ik overigens tegen iemand die zelf vermoedelijk ook wel oren heeft naar een verstandig voorstel. Dat zien we dan weer verder. 

De heer Dijkgraaf vroeg ook hoe het kabinet verdergaat met de motie-Schalk. Laten we even zeggen dat het punt is gemaakt. De Belastingplandiscussie ging dit jaar echt ergens over. Het ging niet alleen over de verdeling tussen mensen die meer en mensen die minder verdienen. Het gaat over de verdeling tussen werkenden en niet-werkenden en ook over de verdeling tussen eenverdieners en tweeverdieners. Dit zijn de echte discussies waarover de politiek gaat. Het proces ging misschien stroef, maar voor de discussie hoeft niemand zich te generen. Het punt staat overduidelijk. We hebben allemaal aan de hand van voorbeelden kunnen zien dat het ook wel ergens schuurt. Ook al ben je nog zo voor individualisering van het stelsel, dan nog moet je vaststellen dat het af en toe schuurt. Ik zie nu geen mogelijkheid om de motie-Schalk uit te voeren. Ja, zij is aangenomen in de Eerste Kamer, maar er wordt wel in opgeroepen tot zaken die allemaal op dit moment gezien de verhoudingen niet door de Tweede Kamer zouden komen. Die motie bijt in haar eigen staart. Ik wil het als volgt doen. Dit was een hernieuwde hervinding van waar de leden van dit parlement mee zitten en van wat zij verwachten van een belastingplan. Ik wil de oproep van de heer Dijkgraaf eigenlijk beschouwen als de nulde termijn van de bespreking van het Belastingplan 2017. 

De heer Omtzigt (CDA):

Volgens mij zat er al iets anders in de nulde termijn, namelijk een toezegging aan D66 over het lokaal belastinggebied om met een voorontwerp van wet te komen. Bij de behandeling van het Belastingplan hebben wij in de motie-Omtzigt, waar ook de heer Dijkgraaf onder stond, verzocht om er een studie van te maken of er onrechtvaardigheden in zitten en om dat, nog zonder duidelijke oplossingen, in kaart te brengen. Nu de staatssecretaris dit als de nulde termijn ziet, zou ik willen verzoeken om dit toe te voegen aan de brief en die in juni aan de Kamer te doen toekomen. 

Staatssecretaris Wiebes:

Je kunt geen brief sturen over of iets rechtvaardig is. Daar heeft iedereen hier immers een andere opvatting over. Sterker nog, dat is precies waarmee het begon. Het hele punt is zo gemarkeerd omdat er verschillende ideeën bestonden over wat rechtvaardig was. Je kunt het kabinet niet vragen om een brief te sturen over wat rechtvaardig is. Ik kan die brief óf vandaag schrijven óf we worden het er nooit over eens. Het punt is juist dat hier gebleken is dat, om meerderheden te vinden voor het Belastingplan, het belangrijk is om met deze spanwijdte van opvattingen rekening te houden. Daarom vind ik het veel waardevoller om het als de nulde termijn van de behandeling van het Belastingplan 2017 te beschouwen. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik wil toch vragen om dat in kaart te brengen. De motie-Omtzigt verzocht daar ook om. Overigens kreeg deze motie in een eerdere fase nog het oordeel Kamer. Zo moeilijk zou die motie ook niet uit te voeren moeten zijn, want anders had de motie wel een negatief preadvies gehad. Ik wil dus toch vragen om in kaart te brengen wat die verschillen zijn en waarop ze zijn gebaseerd, zonder direct te zeggen: de oplossing ligt hier, of: er is een probleem. Het gaat erom dat de motie, waarin wordt verzocht om dat in kaart te brengen, gewoon netjes wordt uitgevoerd. 

Staatssecretaris Wiebes:

Dan wil ik toch even weten wat "in kaart brengen" is, want een inkaartbrenging hebben we gezien: dat is dit Belastingplan. Wat is het verwachtingspatroon dan van de heer Omtzigt? 

De voorzitter:

We doen de interrupties in tweeën, maar ik geef de heer Omtzigt kort de mogelijkheid om de motie toe te lichten. De staatssecretaris daagt daar immers toe uit. Ik wil wel verzoeken om dat niet meer te doen, want we zitten al krap in de tijd. 

Staatssecretaris Wiebes:

Ik zal geen tegenvragen stellen. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dat is het geven van een uitgebreide reactie op het CBP-onderzoek waar door ongeveer acht partijen hier om is gevraagd en het is het aangeven van welke groepen op welke wijze zwaarder dan wel minder zwaar worden belast, met de bijbehorende redenen, zodat daarover een discussie kan worden gevoerd. Als dat in het voorjaar kan komen, zou dat mooi zijn. Dan kunnen we de discussie rustig voeren en hoeven we deze niet te vermengen met het Belastingplan. Het hoeft ook geen heel lange brief te zijn. 

Staatssecretaris Wiebes:

Als we daar geen promotieonderzoek of studie aan hoeven te wijden, maar als het gaat om op welke wijze tegen die verschillen kan worden aangekeken, ben ik daartoe bereid. Laten we het zo doen, want ik zie wel dat die discussie een plaats dient te krijgen in de discussie rond fiscaliteit. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

De staatssecretaris kiest wel een elegante formulering. We zijn nu zo ongeveer aan de laatste termijn van het Belastingplan bezig, met vele termijnen daarvoor. De staatssecretaris heeft daar zo van genoten, dat hij gelijk de nulde termijn van het volgende Belastingplan aankondigt. Ik vind dat een grandioos teken van optimisme. Maar hoe ziet de staatssecretaris het vervolg? Waar gaat dit landen? Krijgen we een brief of zo? 

Staatssecretaris Wiebes:

Ik heb net aan de heer Omtzigt toegezegd dat ik enige bespiegelingen op papier zal zetten van de wijze waarop tegen de verschillen uit het CPB-overzicht kan worden aangekeken. Ik ben er overigens van overtuigd dat de heer Dijkgraaf daar nog visies naast kan leggen. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Die handschoen zullen we te zijner tijd zeker oppakken. Het betekent dan ook dat in die brief ingegaan zal worden op de mogelijkheden tot het alsnog uitvoeren van de motie-Schalk c.s.? 

Staatssecretaris Wiebes:

Dat heb ik niet gezegd. Vooralsnog zie ik geen mogelijkheden om moties uit te voeren die in de Tweede Kamer de streep niet zouden halen. Laten we het nu eerst even op de inhoud doen en dan gaan we daarna meerderheden zoeken en het politieke stuk doen. Ik schrijf een brief over hoe er tegen aangekeken kan worden. Daar legt de heer Dijkgraaf evenals vele anderen dan een visie naast. Dan gaan we daarna kijken waar dat heen gaat. Maar om dat nu te zeggen in de nulde termijn, is wel wat veel gevraagd voor de behandeling van het Belastingplan 2017. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik heb nog een vraag over het vorige punt, namelijk het lokale belastinggebied. Als ik de randvoorwaarden lees waarmee het kabinet het inkadert, zoals maximaal koopkrachtneutraal en inkomensverdeling zo veel mogelijk intact, dan is mijn vraag of de staatssecretaris het überhaupt mogelijk acht om binnen die randvoorwaarden tot een voorstel te komen. Zou hij dan tevens kunnen bespiegelen, kijkend naar al die randvoorwaarden, wat de zin hiervan is? Mijn fractie is op zichzelf wel voorstander van een verruiming van het lokaal belastinggebied, maar de optelsom van deze randvoorwaarden is dat er niets verandert en dat er alleen een boekhoudkundige verschuiving plaatsvindt van A naar B. 

Staatssecretaris Wiebes:

Ik denk dat het kan maar ik voel nu nog weinig behoefte om voordat het definitief is uitgewerkt, daarover met allerlei bespiegelingen te komen. Het zou heel flauw zijn om dit soort voorwaarden op papier te zetten terwijl je niet denkt dat het kan. Zo flauw ben ik niet. Dus ja, ik denk dat het kan. De uitgangssituatie lijkt misschien op de situatie nu, maar ik wijs er wel op dat vanaf dat moment werken of meer werken meer loont dan nu. En dat is waardevol. Het betekent dat mensen een prikkel hebben om meer mee te doen, voor zichzelf te zorgen, een eigen inkomen te verdienen, zich te ontplooien, economisch zelfstandig te worden en op eigen benen te kunnen staan. Dat is belangrijk. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ziet de staatssecretaris ook enig voordeel in de richting waar het oorspronkelijk voor bedoeld was, namelijk om meer ruimte op het lokaal belastingdomein te krijgen? Of doet dat er wat hem betreft eigenlijk helemaal niet toe? 

Staatssecretaris Wiebes:

Ik zou zeggen: lees de brief van Prinsjesdag van een jaar geleden. Het is dus niet de insteek. Het is logisch, gezien de grotere taken van de gemeenten om dit te doen, maar het is niet de insteek dat er vervolgens meer belasting wordt geheven. Sterker nog, het is de insteek dat het uiteindelijk grosso modo over Rijk en alle bestuurslagen zo veel mogelijk budgettair uitwerkt. 

Hiermee meen ik eigenlijk al een klein beetje de vragen van de heer Klein te hebben beantwoord. Over hoe dat precies in elkaar zit, ga ik nu nog niet uitweiden. Een van de randvoorwaarden is inderdaad wel dat je het niet afwentelt op deelgroepen. Ik kan er een paar noemen: de huizenbezitters en de ondernemers. Dat soort enkelvoudige afwentelingen is niet wenselijk. Dat is dan ook als randvoorwaarde opgeschreven. Natuurlijk is het prettig als we dan ook belastingen kunnen afvoeren. Over welke dat zullen zijn, zal ik eerst nog een verstandig gesprek met onder andere de VNG moeten voeren. 

De heer Groot heeft gezegd dat de uitvoeringstoetsen eigenlijk steeds minder ruimte geven voor de Kamer. Dat vind ik een zelfbeperking die ik toch niet zou aanbrengen. En zo is het ook niet bedoeld. Tot nu toe was het zo dat de Kamer besluiten kon nemen met implicaties voor de uitvoering zonder die implicaties te kennen. Dat is een manier van besluitvorming door de Kamer maar ook een manier van informeren van de Kamer die mij totaal niet beviel. Beter geïnformeerd zijn kan nooit een externe beperking zijn. Het kan hooguit zelfbeperking zijn, wat overigens een heel schone eigenschap is. Daar is het uiteindelijk ook voor bedoeld. Het is zo bedoeld dat de democratie geen dingen doet die niet kunnen. Daar beter over geïnformeerd zijn, kan nooit een nadeel zijn. 

Nu zijn er verschillende aanleidingen om naar dat proces te kijken. Kunnen zaken nog anders? De Belastingdienst wordt al zo geprogrammeerd dat de voorlopige aanslagen al rond Prinsjesdag verschijnen. Het is wel heel ingewikkeld om de parlementaire behandeling voor dat moment af te handelen. Je zou wel kunnen bekijken of er manieren zijn om de Kamer meer tijd te geven. Dat zou kunnen. Daarnaar kunnen wij zoeken. Het nadenken daarover is ook gestart. 

Mevrouw Schouten heeft, net als de heer Omtzigt, wel wat zorgen over mogelijke naheffingen. Dat gaat echt om heel kleine bedragen, in de orde van €30 of €40 in de eerste periode. Dat kun je inlopen in de negen maanden daarna. Dat zou niet tot grote en massale naheffingen moeten leiden. 

Van één ding wil ik op feitelijke gronden en heel erg gemeend afstand nemen. Nee, er is nooit door mij een dreigement geuit dat zaken tot chaos zouden leiden. Het woord "chaos" heb ik sowieso niet genoemd en het dreigement heb ik ook niet geuit. De Kamer heeft hier gevraagd om op papier te zetten wat dit zou kunnen betekenen. Daarop is zo neutraal mogelijk geschetst wat de implicaties zijn. Ik sta echt voor die tekst. Ik heb hem zelf helemaal doorgenomen en veranderd. Daarin past het mij om zonder sirenes en zwaailichten op een geserreerde manier de Kamer feitelijk te informeren. Dat is wat er is gebeurd. Dat is geen dreigement. Dat is ook niet bedoeld als dreigement. Daarvan neem ik echt afstand. Het zou ook niet passen als dat een dreigement was. Dan zou mevrouw Schouten ook een beetje boos op mij mogen worden. 

De heer Omtzigt (CDA):

Het siert de staatssecretaris dat hij de brief goed leest en hem niet alleen ziet. Dat schijnt in het kabinet ook goed te zijn. Over de naheffingen zei hij twee dingen. Ten eerste dat het niet om grote bedragen ging. Dat klopt. Dat hadden we zelf ook al geconstateerd. Ten tweede zei hij dat dit ook niet massaal zou gebeuren. Kan de staatssecretaris een inschatting maken van het aantal extra mini-naheffingen. Volgens mij leidt dit tot heel veel blauwe enveloppen. Hoeveel mensen moeten een tweede voorlopige aangifte ontvangen? Hoeveel mensen krijgen een correctie aan het eind van het jaar die inderdaad maar €10 of €15 kan zijn? 

Staatssecretaris Wiebes:

Dat weet ik niet. Bij de loonbelasting in normale dienstverbanden die doorlopen, loopt het wel glad. Bij de voorlopige aanslagen mogelijk niet. Daar zou het tot naheffingen kunnen leiden. Dit is allemaal beperkt. De bedragen zouden ook nog onder de grens kunnen zitten, waardoor ze niet noodzakelijkerwijs tot een naheffing leiden. Wanneer mensen zelf tussentijds besluiten tot bijstellen, kan dit tot een wisseling van blauwe enveloppen leiden. Het is voor mij niet in te schatten hoeveel mensen hiervoor moeite gaan doen en wat de getallen dan zijn. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik hoor nu toch dat het bij de meeste voorlopige aangiften leidt tot een nieuwe voorlopige aanslag en waarschijnlijk een nieuwe voorlopige aangifte. Is de schatting raar dat dit tot vele honderdduizenden, niet miljoenen, naheffingen gaat leiden of moeten we dit weer achteraf gaan vragen? Dit is toch tevoren gecheckt? Dit soort zaken wordt gecheckt bij de uitvoeringstoets. Hoeveel extra post en naheffingen levert dit op? 

Staatssecretaris Wiebes:

We weten de brutogetallen, maar we kennen het gedrag van mensen niet. Je weet niet of mensen dit aan het eind van het jaar regelen of tussendoor een andere afdracht regelen. 

De heer Omtzigt (CDA):

Om de tweede termijn te vermijden: mogen wij de brutogetallen hebben? Waar gaat het over? 

Staatssecretaris Wiebes:

Ik zal naar de brutogetallen kijken. Misschien kunnen wij daarvan nog verstandiger inschattingen maken die ik vanaf deze plek even niet kan maken. 

De voorzitter:

Is het een idee om dat per brief te doen? 

Staatssecretaris Wiebes:

Ja, dat zal ik schriftelijk doen. Dan koppel ik dat meteen aan het punt van de werkverschaffing. In antwoord op de heer Omtzigt kan dat ook. 

De voorzitter:

Een moment staatssecretaris. Ik bekijk even of dit nog voor de stemmingen nodig is. Of maakt dat niet zoveel uit? 

Staatssecretaris Wiebes:

Ik vraag even coulance aan de heer Omtzigt. 

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Omtzigt coulance biedt. 

Staatssecretaris Wiebes:

Er kan niemand meer rechtop zitten bij het ministerie van Financiën. 

De voorzitter:

Ik moest even weten of het voor de stemming moet, maar dat hoeft niet. Vervolgt u uw betoog. 

Staatssecretaris Wiebes:

Dan neem ik ook in die brief op hoe de mensen met een huurtoeslag worden geïnformeerd, over dat stukje tussen die 22 en die 25. In het eerste kwartaal zal ik een brief sturen over de wijze waarop het monitoren van gas en elektra wordt uitgevoerd. 

Dan heb ik alleen het punt over de ouderen nog liggen. Ik zal de korte versie daarvan geven. Het was een heel serieuze vraag en het onderwerp leeft ook heel erg. Het is een van de punten die heel dominant aanwezig waren in dit debat. Het heeft zijn wortels in de periode voor dit Belastingplan; sterker nog, het is geheel van voor dit Belastingplan. Historisch waren er allerlei fiscale voordelen specifiek voor ouderen. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik heb nog een vraag over het vorige punt. De staatssecretaris stapt er heel makkelijk overheen door te zeggen: in het eerste kwartaal informeer ik jullie wel over de vooraangifte voor de huurtoeslag. Er zijn echter heel veel ouderen die nu hun huurtoeslag hebben opgezegd omdat zij boven die grens zitten, maar die misschien toch recht hebben op huurtoeslag. Dat vereist wel enige urgentie. Als de staatssecretaris dat nog wil … 

Staatssecretaris Wiebes:

Dat zijn heel andere punten. Ik ben onduidelijk geweest. De brief over het informeren van die groep zal ik zo snel mogelijk sturen, maar mogelijkerwijs niet voor de stemmingen. Het gaat over de monitoring aan de hand van de motie die het CDA heeft ingediend om in de gaten te houden welke impact de schuif van de energiebelasting tussen gas en elektriciteit heeft op de sectoren. Informatie over de uitvoering hiervan stuur ik in het tweede kwartaal of aan het eind van het eerste kwartaal. Het zijn andere punten. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Rest de vraag hoe de staatssecretaris het punt gaat oppakken van al die ouderen die hun huurtoeslag hebben opgezegd. 

Staatssecretaris Wiebes:

Dat staat in die brief. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Welke brief? 

Staatssecretaris Wiebes:

De brief die ik zo snel mogelijk zal sturen, maar mogelijkerwijs niet voor de stemmingen. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Maar wanneer krijgen we die brief dan? 

Staatssecretaris Wiebes:

Zo snel mogelijk, maar mogelijkerwijs niet voor de stemmingen. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

En hoe gaat u die ouderen informeren? 

Staatssecretaris Wiebes:

Dat staat in die brief die ik zo snel mogelijk stuur, maar mogelijkerwijs niet voor de stemmingen. 

De voorzitter:

De heer Omtzigt is ook nog niet tevreden, geloof ik. Heel kort graag, want de vergadering loopt echt uit. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dat snap ik. Ik begrijp dat het best een paar dagen duurt voordat de cijfers over de brutonaheffing op papier staan, maar de uitleg over het punt van de ouderen, die eventueel nog voor de kerst en in ieder geval voor 1 januari actie moeten ondernemen, zou ik eigenlijk gewoon hier en nu willen krijgen en niet in een brief. Die vraag hadden we ook duidelijk schriftelijk gesteld: op welke wijze worden die mensen precies geïnformeerd voor 1 januari? 

Staatssecretaris Wiebes:

Ik heb dat antwoord hier nu niet. Mijn toezegging blijft dus dat u die informatie zo snel mogelijk krijgt. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dan doe ik het even met die toezegging. Mijn vraag is wel of dit punt kan worden losgekoppeld van die andere twee. Dit heeft echt meer haast, want voor mijn fractie is dit echt van enorm belang. Ik ben niet degene die naar de Ombudsman stapt; dat gaan die mensen doen. Als zij merken dat zij de huurtoeslag van €3.000 mislopen in het jaar erop omdat zij €2 te veel spaargeld hadden, terwijl zij het juiste bedrag niet wisten omdat ze de verkeerde brief van de staatssecretaris hebben gekregen, hebben we hier een ander spoeddebat volgend jaar. Dat wil ik vermijden. Ik zeg dus met klem … 

De voorzitter:

Uw punt is duidelijk. 

De heer Omtzigt (CDA):

Zorg dat dit geregeld wordt. 

Staatssecretaris Wiebes:

De brief komt zo snel mogelijk, tenzij ik nog voor het eind van dit debat het antwoord op deze vraag heb. 

Ik kom op de ouderen. Het gaat niet over het Belastingplan van dit jaar, maar het is wel relevant voor het betoog van de heer Krol. Er waren specifieke fiscale voordelen voor ouderen: de ouderentoeslag, de ouderenkorting, het tarief in de eerste en tweede schijf is anders. Als er speciale regelingen zijn voor een speciale groep, moet je je periodiek afvragen of je vindt dat die groep deze speciale regelingen nog steeds nodig heeft, of daar nog steeds een grond voor is. Dat mag je je afvragen. Dat heeft het kabinet zich ook afgevraagd, naar aanleiding van het ibo over ouderen. In verschillende belastingplannen en periodes zijn er maatregelen genomen. Een paar van die fiscale voordelen zijn daarin ter discussie gesteld. Sommige ervan zitten voor een langere periode in een afbouwtraject, andere, zoals de ouderentoeslag, zijn op een gegeven moment afgeschaft. En weer andere zijn nog ontzien. 

Dat is niet een rare afweging. We hebben bijvoorbeeld nu net de SCP-studie, waarin men heeft gekeken naar het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen over een periode van tien jaar, de periode 2004-2013. Het gemiddelde Nederlandse huishouden komt daaruit met een +1. Dat betekent dus dat wij net weer boven het water zitten. We kunnen net weer met de neus boven de waterspiegel ademen. We zijn allemaal ten opzichte van tien jaar geleden er net weer 1% beter op geworden. Gemiddeld, maar kijk eens naar de minnen. De alleenstaanden tot 65 -3%, de eenverdieners zonder kinderen -1%, de tweeverdieners zonder kinderen -2%, de eenverdieners met kinderen — de groep waar de heer Dijkgraaf aandacht voor vraagt — -4%, de WW'ers — de groep waar de heer Bashir aandacht voor vraagt — -4%, de ouderen +3%. 

Dat betekent dat hier het fiscale arrangement van ouderen in heel voorzichtige stapjes is veranderd. Niet door ouderen in een achterstandspositie te plaatsen of achter te stellen ten opzichte van de gemiddelde belastingbetaler maar door hen meer gelijk te behandelen. Dat is niet raar, want het gaat niet alleen maar over de koopkrachtontwikkeling. Het gaat ook gewoon over de vraag of partijen — die vraag hebben we hier op een heleboel dimensies gesteld — fiscaal gelijk behandeld moeten worden. 

Soms betekent dat voor één groep dat die iets meer in koopkracht omhoog of juist omlaag gaat om die fiscale neutraliteit te kunnen bewaren, maar die vraag mag gesteld worden. Het gaat niet alleen maar om de delta's van jaar op jaar, het gaat ook om de fiscale neutraliteit. 

En het gaat ook niet alleen maar om het verdelen van de welvaart, het gaat ook om op het opbouwen van de welvaart. Het gaat ook om de ruimte voor de oudere van straks, de werkende van nu, om geprikkeld te zijn aan het werk te gaan en dat pensioen en die AOW respectievelijk op te bouwen en te financieren. De oudere van nu maar ook de oudere van straks is namelijk afhankelijk van economische groei en arbeidsdeelname in de werkende leeftijd. Dus het gaat niet alleen maar om het verdelen van die welvaart. 

Wat heeft dit Belastingplan nu? De heer Krol staat ferm voor zijn achterban, dat waardeer ik, maar de grote woorden die hij gebruikt — en die hij mag gebruiken — gaan over belastingplannen uit het verleden. Het gaat over het Belastingplan uit 2015 en sommige nog daarvoor. Maar laten we even kijken naar het Belastingplan nu. 

Laten we eens kijken naar de 5 miljard. Daardoor gaat het gemiddelde Nederlandse huishouden er met 1,1% op vooruit ten opzichte van het basispad, dus zonder die 5 miljard. Het gemiddelde Nederlandse huishouden gaat er 1,1% op vooruit, als gevolg van die 5 miljard extra, bovenop het basispad. Ouderen gaan er niet 1,1% maar 1,3% op vooruit. Ouderen gaan er in 2016 met een meer dan evenredig aandeel van die 5 miljard vandoor. Maar laten we het Belastingplan van 2016 ook eens bekijken op wat het betekent voor 2016 en 2017. 

In 2016 krijgen ouderen er als gevolg van de ouderenkorting, als gevolg van de tweede en derde schijf, als gevolg van de box 3-vrijstelling, als gevolg van de verlenging van de derde schijf, 920 miljoen bij. Dat gaat naar ouderen in 2016, als gevolg van al die maatregelen, bovenop wat er als basispad lag, als gevolg van die 5 miljard. 

En in 2017 gaan zij er ten opzichte van het basispad 450 miljoen structureel op vooruit. Ik begrijp wel dat de heer Krol het basispad niet leuk vindt, want dat gebeurde in die jaren waarin hij tegen was. 50PLUS heeft tegen gestemd. Dat begrijp ik, dat basispad is niet fraai geworden voor iemand die voor ouderen wil opkomen. Maar dit Belastingplan doet iets positiefs, het repareert dat deels en komt met toch forse extra dingen voor ouderen: 900 miljoen, 450 miljoen. Dus als je ergens tegen bent, moet je wel precies zijn in waar je tegen bent. Waar de heer Krol tegen is, zijn de belastingplannen van de afgelopen jaren. Dat snap ik wel, maar nu gebeurt er voor het eerst iets positiefs voor die ouderen in dat Belastingplan. Als ik de heer Krol was, zou ik het ook een geweldig succes kunnen noemen. Zeker afgezet tegen het zetelaantal van zijn partij, moet ik de heer Krol feliciteren. Ja, er waren ook andere eigenaren van dit gedachtegoed; er zitten er hier een heleboel. Maar zij hebben de harde woorden niet gebruikt die de heer Krol wel gebruikte. De heer Krol zou trots moeten zijn op wat hij samen met andere fracties op dit terrein heeft bereikt. 

Ik moet zeggen dat ik niet kan verzinnen waarom de heer Krol überhaupt tegen dit Belastingplan of tegen deze novelle zou zijn. Hij was tegen al die andere belastingplannen, dat begrijp ik allemaal, maar nu gebeurt er iets positiefs. En als je het niet omarmt als er iets positiefs gebeurt, wat betekent dat dan voor je politieke invloed? Ik wil de heer Krol omarmen en hem oproepen om mee te stemmen met dit plan, hoewel ik er mijn begrip voor uitspreek dat hij dit in het verleden niet heeft gedaan. Maar dit is hét moment. Zijn moment. 

De heer Krol (50PLUS):

Ja, ten opzichte van de eerdere plannen die er lagen, zijn ouderen er inderdaad op vooruitgegaan. Daar ben ik mijn bijdrage ook mee begonnen. Zij zijn er echter maar voor de helft structureel op vooruitgegaan. Niet geheel structureel, zoals in alle andere plannen en zoals het wel voor de anderen geldt. De ANBO heeft pas onderzoek laten doen en zegt dat de koopkracht voor werkenden in de periode 2008-2013 met 1,1% afnam terwijl er voor post-actieven een koopkrachtverlies 6,2% was. Het verschil met de groep middeninkomens is nog groter: 6,3% voor werkenden en 12,8% voor gepensioneerden. Het verschil is te groot. Ja, ik ben blij dat we stapjes voorwaarts hebben gezet. Daar ben ik oprecht blij om. Maar we zijn er echt nog niet en er is in mijn ogen van eerlijk delen geen sprake. 

Staatssecretaris Wiebes:

De ontevredenheid van de heer Krol is direct, eendimensionaal en puur herleidbaar tot dingen die al geweest zijn. Nu ligt er iets voor waarvoor hij heeft gestreden en waarover hij zich heeft uitgelaten. Als er iets puur positiefs gebeurt en hij daar niet voor kan stemmen, ben ik benieuwd naar de politieke afweging van de heer Krol wanneer hij dan wel aan boord kan zijn. Wat moet er dan gebeuren? Ik heb goed naar hem geluisterd. Hij heeft zijn pleidooien met verve gehouden. Maar nu houd ik een pleidooi met verve: ik denk dat dit het moment is om erin mee te gaan. Maar de afweging is aan u, mijnheer Krol. 

De voorzitter:

Ik geef de heer Krol de gelegenheid om hier kort op te reageren. Ik wil de staatssecretaris vragen om de Kamerleden niet uit te dagen, want we lopen echt uit de tijd. 

Staatssecretaris Wiebes:

Ik ben verder klaar. 

De heer Krol (50PLUS):

Ik zou blij zijn als de verdeling eerlijk was, maar dat is die in mijn ogen nog steeds niet. Zorg er dan op zijn minst voor dat de vooruitgang structureel is, zodat we volgend jaar niet opnieuw moeten repareren. 

Staatssecretaris Wiebes:

De €450 is structureel. 

De heer Bashir (SP):

Ik erger mij aan het antwoord van de staatssecretaris op het verhaal van de heer Krol. Als ik namelijk naar de feiten kijk, zie ik iets anders. Ik zie dat ouderen er volgend jaar maximaal €100 op vooruitgaan, terwijl mensen die €60.000 verdienen, er €1.000 bij krijgen. Ik begrijp niet waar de staatssecretaris die getallen vandaan haalt. Uiteindelijk zijn er keuzes gemaakt en de staatssecretaris heeft de keuze gemaakt om mensen die €60.000 verdienen er €1.000 op vooruit te laten gaan, terwijl mensen met een klein pensioen er maximaal €100 op vooruitgaan. 

Staatssecretaris Wiebes:

Iedereen maakt zijn eigen opstellingen en afwegingen. Daar ga ik mij nu dus verder niet meer in mengen, na die eenmalige poging tot overreding. De technische vraag van de heer Bashir is een redelijke. Welke vergelijking maakt hij echter? Hij maakt een vergelijking tussen de invloed van alle voorgaande belastingplannen, die al vaststaan, en dit Belastingplan. Mijn stelling is dat wat nu voorligt, alleen dit Belastingplan is, en dus niet de vorige. Geïsoleerd heeft dit Belastingplan een zeer positieve uitwerking voor ouderen. 

De heer Bashir (SP):

Dan kan de staatssecretaris niet ontkennen dat hij ook andere keuzen had kunnen maken, bijvoorbeeld om de ouderen echt vooruit te helpen, die in de crisis flink erop achteruit zijn gegaan en ook iets te doen voor niet-werkenden om de lasten eerlijker te verdelen. Dat heeft hij niet gedaan. Je kunt dit niet los zien van wat nu op tafel ligt en wat mensen volgend jaar in hun portemonnee merken. 

Staatssecretaris Wiebes:

Ook aan die kant heeft reparatie plaatsgevonden. Er is voor gezorgd dat er geen groepen, bijvoorbeeld huishoudens, onder nul komen. Op allerlei terreinen heeft ook aan die kant reparatie van koopkracht plaatsgevonden. Ik ben er vrij zeker van dat de heer Bashir vindt dat het meer had moeten zijn. Hij heeft dat verkondigd en ik kan dat goed begrijpen, maar ook daar heeft reparatie van koopkracht plaatsgevonden. 

De voorzitter:

Wij zijn gekomen aan het einde van de eerste termijn van de staatssecretaris. Enkele collega's willen een tweede termijn, de meesten niet. De heer Krol heeft aangegeven een heel korte tweede termijn te willen. 

De heer Krol (50PLUS):

Mevrouw de voorzitter. Volgens het interdepartementaal beleidsonderzoek ouderen uit 2013 is in het verleden sprake geweest van een relatief koopkrachtvoordeel van 8% voor gepensioneerden. Dat relatieve voordeel is inmiddels verdampt. Ik verwijs nogmaals naar recent koopkrachtonderzoek in opdracht van de ANBO over de periode 2008-2013 en naar de Macro Economische Verkenningen van 2014 en 2015. Dan heb ik het nog niet eens over de Nibud-koopkrachtonderzoeken van de afgelopen jaren. Tegen die achtergrond vinden wij nog steeds dat de effecten van het Belastingplan 2016 en ook van deze novelle te weinig positief uitpakken voor gepensioneerden. Gepensioneerden blijven zitten met een structurele lastenverzwaring van ongeveer 250 miljoen vanaf 2017. 50PLUS vindt dat onrechtvaardig. Met een Belastingplan en een novelle die iets minder onrechtvaardig maar nog steeds verre van rechtvaardig uitpakken voor gepensioneerden, kunnen wij niet instemmen. Principieel vinden wij dat dit kabinet meer werk moet maken van een van de drie pijlers waarvoor dit kabinet zegt te staan, namelijk eerlijk delen. Daarom dien ik ter aanmoediging een motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het streven naar een evenwichtige inkomensverhouding ("eerlijk delen") een van de drie pijlers onder het regeerakkoord van dit kabinet is, en dat het kabinet zegt daarvoor te staan; 

roept de regering op om het inkomensbeleid te richten op een gelijkmatige koopkrachtontwikkeling voor werkenden, mensen die niet kunnen werken en mensen die gewerkt hebben, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Krol. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 6 (34360). 

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. In de schriftelijke ronde vroegen wij aan de staatssecretaris of dit Belastingplan er samen met de novelle voor zou zorgen dat de inkomensongelijkheid groter of kleiner wordt. De staatssecretaris antwoordde daarop dat het Centraal Planbureau schrijft dat het 5 miljardpakket leidt tot een lichte toename van de inkomensongelijkheid. Hij spreekt over een lichte toename, maar een toename van 0,3% vind ik een grote toename. Dit Belastingplan zorgt dus voor een grotere inkomensongelijkheid. Als je vervolgens naar de effecten van de novelle kijkt, dan zie je dat er geen extra banen bij komen. Volgens het Centraal Planbureau is het nul komma nul. De werkloosheid neemt zelfs toe in 2016. Bij de individuele groepen kun je niet anders concluderen dan dat mensen die niet werken — ik heb het dan over ouderen, mensen met een uitkering en chronisch zieken — flink minder profiteren van het pakket dan de mensen die werken, met name mensen die werken en een hoog inkomen hebben. Bij een inkomen van meer dan €60.000 ga je er €1.000 op vooruit. Dit Belastingplan vergroot de inkomensongelijkheid. De novelle doet daar niets aan af. Ik zal mijn fractie adviseren om tegen dit Belastingplan te stemmen. 

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Bashir. Ik kijk even naar de heer Van Weyenberg. Hij hoeft geen tweede termijn. Dan kom ik bij de heer Klein, die wel graag een tweede termijn wil. 

De heer Klein (Klein):

Voorzitter. Aan het begin van dit jaar was het de inzet van het kabinet om in deze periode te komen tot een herziening van het belastingstelsel. Wij hebben daarover een rapport gehad van de commissie-Van Dijkhuizen, dat vervolgens opzij is geschoven. Daarna is er een discussie geweest over de vraag hoe wij die herziening gaan vormgeven. Hiervoor was toen 10 miljard beschikbaar; 5 miljard voor de daadwerkelijke herstelvorming en 5 miljard om te bekijken hoe wij nog wat zoet naar zuur kunnen realiseren. Wij constateren dat er niets van het hele hervormingsbeleid is gekomen in de daadwerkelijke hervorming van ons belastingstelsel, bijvoorbeeld bij de toeslagen en de verandering naar een huishoudenstoeslag. Het is alleen maar gebleven bij een Belastingplan met 5 miljard aan cadeautjes en strooigoed. Wij zijn daar uiteraard allemaal even blij mee. Vervolgens is de smaak snel verdwenen, want er is maar een vaag banenperspectief. De novelle voegt hier geen enkele baan aan toe. Er is geen echte economische stimulering. De rechtvaardigheid die je juist nodig hebt bij een belastinghervorming, voor werkenden, eenverdieners, gepensioneerden, uitkeringsgerechtigden en niet-werkenden, kun je niet terugzien in dit plan. Er is ook geen verbetering zichtbaar in het omgaan met ondernemers en in het omgaan met de discussie over zzp'ers en het belastingsysteem. Ik zie echter nog wel een lichtpuntje in deze donkere dagen. Het kabinet is door D66 en het CDA gered en kan nu netjes doorgaan. Dat geeft mij extra tijd om te werken aan een alternatief, namelijk een sterkere vrijzinnige partij. 

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Klein. Wij zijn aan het einde van de tweede termijn van de Kamer gekomen. 

Ik geef het woord aan de staatssecretaris voor de beantwoording in tweede termijn. 

Staatssecretaris Wiebes:

Voorzitter. Als het goed is, heb ik alleen de motie. Zij klinkt heel neutraal. Wij hebben uitgewisseld wat hier achter steekt. Wij hebben vastgesteld dat het kabinet en de indiener hier verschillende bedoelingen hebben. Ik wil deze daarom ontraden. 

De algemene beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Hiermee zijn wij aan het einde van het debat gekomen over het wetsvoorstel tot wijziging van het Belastingplan 2016. De stemmingen vinden plaats bij aanvang van de middagvergadering morgen. 

Ik dank de staatssecretaris hartelijk voor zijn aanwezigheid en inbreng, onze Kamerleden en uiteraard al degenen die het debat hebben gevolgd. Ik schors de vergadering tot 19.35 uur. 

U bent wel heel laat, mijnheer Van Dijck. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik wacht nog op een antwoord. De staatssecretaris zou dat in tweede termijn geven. 

De voorzitter:

Indien mogelijk, heeft hij gezegd. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Of een brief zo snel mogelijk, zei hij. Ik wil dan graag weten wanneer wij die schriftelijke reactie krijgen. 

De voorzitter:

Zo snel mogelijk, is gezegd. Daarover is in eerste termijn ook al met u gediscussieerd. Ik had de beraadslaging al gesloten. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dat weet ik, zo snel mogelijk. Ik wil graag weten of dat voor het weekend is. Eerst was het het eerste kwartaal, maar dat is te laat. Ik zou graag willen weten wanneer. Is dat voor de kerst? Kan de staatssecretaris dat toezeggen? Niet voor mij, maar voor al die ouderen die nu in de problemen komen. 

De voorzitter:

Ik kijk nog even naar de staatssecretaris. Wilt u dat doen? 

Staatssecretaris Wiebes:

De urgentie is heel duidelijk overgebracht, met redenen omkleed, door de heer Omtzigt. Ik heb gezegd: zo snel mogelijk. 

De voorzitter:

Dat is wat we ook in eerste termijn al besproken hebben. Volgens mij is het duidelijk dat u er heel veel belang aan hecht. Ik schors de vergadering alsnog. 

De vergadering wordt van 18.51 uur tot 19.35 uur geschorst. 

Voorzitter: Arib

Naar boven