Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | nr. 99, pagina 7051-7053 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | nr. 99, pagina 7051-7053 |
Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 12 juni 2008 over de Transportraad.
De voorzitter:
Zoals de Kamer weet, is het kerstregime van kracht. Dat betekent dat alleen de mogelijkheid bestaat om moties in te dienen.
Het woord is aan de heer Roemer.
De heer Roemer (SP):
Voorzitter. De SP-fractie wil graag twee moties indienen. De eerste motie gaat over de truckerruns. De minister wist al dat deze motie eraan zat te komen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat truckerruns van groot maatschappelijk belang zijn en een grote bron van vreugde zijn voor participerende gehandicapten, vrachtwagenchauffeurs en organisatoren;
overwegende dat het met de invoering van de digitale tachograaf en de Arbeidstijdenwet steeds lastiger wordt, chauffeurs te vinden die aan deze evenementen willen deelnemen;
verzoekt de regering, binnen de Europese Unie de uiterste moeite te doen om te komen tot een ontheffing van de Arbeidstijdenwet voor vrachtwagenchauffeurs die vrijwilligerswerk doen bij de truckerruns,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Roemer, De Krom, Van Heugten en Roefs. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 165(21501-33).
De heer Roemer (SP):
Het moge helder zijn dat de strekking van de motie is dat de minister gewoon regelt dat het voor elkaar komt. Linksom of rechtsom.
Een tweede onderwerp waar wij tijdens de Transportraad over gesproken hebben, was de Geschillencommissie Luchtvaart. Sinds 2004 heeft de luchtvaartpassagier heldere rechten in Europa. Deze rechten worden omschreven in een verordening die van toepassing is op vluchten vanuit Europese landen of naar Europese landen. Deze verordening wordt nog niet altijd goed nageleefd. De minister eist nu dat dit vanaf augustus wel gebeurt. Hiermee geeft de minister aan dat hij gedoogt dat tot augustus deze verordening niet geheel wordt nageleefd. Dit kan de minister echter niet gedogen, aangezien het een Europees besluit is waar Nederland zich aan moet houden. De SP wil reizigers hun recht geven en de minister niet medeverantwoordelijk maken voor het overtreden van Europese verplichtende regels. Daarom dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat sinds 2004 de rechten van luchtvaartpassagiers zijn vastgelegd in een Europese verordening;
constaterende dat enkele luchtvaartmaatschappijen de hierin genoemde plichten aan de passagiers nakomen en andere niet;
overwegende dat het tijdelijk niet nakomen van een Europese verordening juridisch niet mogelijk is en Nederland in overtreding van de Europese regels is indien het de verordening niet geheel van toepassing verklaart over een beperkte periode;
verzoekt de regering, zich onverkort te houden aan Verordening (EG) 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Roemer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 166(21501-33).
De vergadering wordt enige ogenblikken geschorst.
Minister Eurlings:
Ik dank de heer Roemer voor zijn inbreng en zijn moties. De eerste motie zou ik willen kenschetsen als een motie van ondersteuning. De heer Roemer brengt mede namens zijn collega's een belangrijk punt naar voren. Ik ondersteun het vrijwilligerswerk van de truckers zeer, met name ook omdat het zich richt op een kwetsbare groep van gehandicapte Nederlanders. Vandaag, is er bij mij op het ministerie constructief overleg gevoerd met de branche, de bonden, de organisatoren van Truckruns en de handhavers. Hierbij zijn in de praktijk optredende knelpunten aan de orde geweest en zijn richtingen besproken waarin praktische oplossingen moeten worden gezocht. Conform hetgeen ik op 12 juni in het algemeen overleg al heb gemeld, heb ik nogmaals aangegeven dat het zinvol is om in Brussel te pleiten voor vrijstelling van dit specifieke vrijwilligerswerk. Ik concludeer dus ook dat dergelijke vrijstellingen niet mogen leiden tot oneigenlijk gebruik, waardoor ook de verkeersveiligheid of concurrentieverhoudingen uiteindelijk negatief zouden worden beïnvloed. Dat is de bedoeling van niemand. Wij hebben afgesproken om voort te bouwen op de bestaande criteria voor de organisatie van de Truckruns en de daarbij opgedane ervaringen. De brief aan de Europese Commissie zal zeer binnenkort worden verstuurd. Natuurlijk zal ik de Kamer van de ontwikkelingen op de hoogte houden en zal ik de Kamer een kopie van de brief aan de Europese Commissie doen toekomen. Een en ander krijgt dus zeker nog een vervolg. Ik vind het een motie van ondersteuning, in de goede zin van het woord, en ik ben blij dat wij het constructieve gesprek al op zo'n korte termijn konden hebben. Ik dank daarvoor ook de sector. Ik ondersteun deze motie dus van harte.
Van de tweede motie moet ik de aanneming ontraden. De belangrijkste reden hiervoor is dat wij de verordening uitvoeren en handhaven, inclusief elementen en interpretaties die door de Europese Commissie in een zogenaamd Q en A-paper van 17 februari naar voren zijn gebracht. Er is echter één onderdeel dat een uitzondering vormt. Over dat onderdeel bestond veel en voortdurende onzekerheid. In het Q en A-paper werd voorgesteld om die verordening ook in derde landen toe te passen. Daarbij bleek dat de verordening multi-interpretabel was. De verordening was niet duidelijk; zij werd door verschillende bedrijven anders uitgelegd. Artikel 3, lid 1, onderdeel b van de verordening laat EU-carriers vanuit derde landen naar de Europese Unie vrij om zelf invulling te geven aan de voordelen of aan de compensatie en bijstand die zij verlenen aan gedupeerde passagiers. In deze situaties hoeft men zich dus niet aan de normen van de verordening te houden. Gezien de tekst, de geschiedenis van de totstandkoming van het artikelonderdeel en de praktijk in andere EU-landen, heeft Nederland, evenals vele andere EU-lidstaten, het niet extraterritoriaal toepassen van de verordening door een EU-carrier nimmer als een overtreding aangemerkt. Dat was de gangbare praktijk. Op basis van nadere discussie met de Commissie en de betrokken consumentenorganisaties heb ik besloten om in Nederland vanaf 1 augustus toch de ruimere interpretatie te volgen. Wij gaan dus een verstrengingsslag maken. Gelet op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur kan een dergelijke vrij ingrijpende aanpassing van het beleid niet zonder een transitieperiode gestalte krijgen. Daarom is er in die periode tot 1 augustus voorzien, voor dit ene onderdeel van de verordening, die multi-interpretabel was en die door veel Europese landen dus volgens de minimalistische norm werd gehanteerd. Wij gaan dat nu maximaal doen. Bij ons zijn de burger en de passagier dus beter af.
Carriers hebben aangegeven dat zij het voorlichtingsmateriaal voor hun personeel en voor de passagiers zullen moeten aanpassen. Verder zullen zij hun bedrijfsvoering moeten afstemmen. Overigens geldt ook voor de handhaving dat de nodige aanpassingen zullen moeten worden aangebracht.
Wij hebben de Europese Commissie op de hoogte gesteld van de transitieperiode. De Commissie heeft hiervoor groot begrip getoond. De Commissie is zeer tevreden, omdat Nederland vooralsnog als enige van de 27 lidstaten een duidelijke peildatum heeft vastgesteld voor dit onderdeel. Wij zijn dus het enige land dat zegt: wij gaan het rap doen en op 1 augustus is het de nieuwe praktijk. Ik benadruk dat de betrokken datum alleen geldt voor de bestuursrechtelijke handhaving. Het staat partijen bij de vervoersovereenkomst van de inwerkingtreding van de verordening vrij om een gerechtelijke uitspraak uit te lokken over de juiste uitleg van de verordening. Afschrift van de e-mailwisseling tussen mijn departement en EU Claim – ik weet dat zij dat punt hebben aangebracht – is onderweg naar de Kamer en in mijn begeleidende brief staat ook deze nadere toelichting. Ik hecht eraan om het zo te zeggen.
Ik waardeer de zorgen van de heer Roemer, maar ik hoop hiermee te hebben aangegeven dat wij de verordening gewoon handhaven en dat wij de verordening uitvoeren. Op het punt van de extraterritoriale rechtsmacht kiezen eigenlijk zowat alle landen de zuinige lijn, terwijl wij kiezen voor de betere bescherming. Wij zijn het enige land dat een datum heeft genoemd. Per die datum zal de verordening geïmplementeerd zijn. Wij krijgen daar van de Commissie grote complimenten voor. In die zin ontraad ik de aanneming van de moties. Ik hoop dat ik u heb kunnen overtuigen van onze inspanningen.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik stel voor, over de ingediende moties aanstaande dinsdag te stemmen.
Daartoe wordt besloten.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20072008-7051-7053.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.