Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 5 juni 2008 over Biodiversiteit.

De voorzitter:

Aan dit debat nemen weer andere leden deel, en daarom zeg ik er nog eens bij dat het kerstregime geldt. Dit betekent dat er alleen gelegenheid is voor het indienen van moties, zonder nadere "versierselen", zoals ik het altijd noem.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik dien één motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het verlies aan biodiversiteit sneller gaat dan ooit tevoren en dat de doelstellingen voor 2010 bij ongewijzigd beleid niet worden gehaald;

overwegende dat de International Union for Conservation of Nature (IUCN) concludeert dat, hoewel de uitdagingen waarvoor wij ons gesteld zien alleen maar groter worden, het ambitieniveau alleen maar lager wordt;

constaterende dat de IUCN aangeeft dat het Beleidsprogramma Biodiversiteit 2008-2011 weliswaar voorziet in een sterkere focus in het lopende en voorgenomen beleid, maar dat er geen sprake is van een krachtig en coherent programma met een duidelijke aansturing en voldoende financiële middelen;

verzoekt de regering, gehoor te geven aan de oproep van de IUCN tot meer ambitie en daadkracht en hiertoe een aanvullend plan van aanpak op te stellen, voorzien van concrete doelstellingen, meetbare prestatie-indicatoren en een helder overzicht van de beschikbare middelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 31(26407).

De heer Polderman (SP):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in, mede namens mevrouw Jacobi.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de biodiversiteit en de daarmee samenhangende ecosysteemdiensten in toenemende en ernstige mate worden bedreigd, zoals aangetoond in het Millennium Ecosystem Assessment;

overwegende dat het zeer twijfelachtig is dat bij het huidige beleid de EU-doelstellingen om het biodiversiteitsverlies binnen de EU in 2010 te hebben gestopt, worden gehaald;

overwegende dat het behalen van de doelstellingen op mondiale schaal nog moeilijker zal zijn;

overwegende dat de doelstellingen in het beleidsprogramma Biodiversiteit 2008-2011 niet vergezeld zijn van deadlines en niet afrekenbaar zijn;

verzoekt de regering, een vervolgnotitie/actieprogramma te schrijven met daarin heldere afrekenbare doelstellingen met deadlines, te nemen maatregelen en een overzicht van de daarvoor beschikbare financiën,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Polderman en Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 32(26407).

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Aansluitend op de motie van de heer Polderman dient de CDA-fractie de volgende motie in, die als intentie heeft om vooral goed na te denken, alvorens nieuwe stappen te zetten.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het maatschappelijk convenant Noordzeevisserij uitgesproken wordt dat de Nederlandse kottersector behouden dient te blijven;

overwegende dat in het convenant afspraken zijn gemaakt om te komen tot een duurzame en maatschappelijk gewaardeerde Noordzee(kotter)visserij;

constaterende dat het beleidsprogramma Biodiversiteit spreekt over verregaande maatregelen zoals het van toepassing verklaren van de Natuurbeschermingswet voor de Nederlandse Exclusieve Economische zone;

constaterende dat onduidelijk is welk effect of mogelijke gevolgen dit voornemen heeft voor de bestaande Nederlandse visserijactiviteiten en andere activiteiten;Atsma

verzoekt de regering, alvorens definitieve besluitvorming plaatsvindt, in samenwerking met de partners van het maatschappelijk convenant Noordzeevisserij in kaart te brengen welke consequenties het van toepassing verklaren van de Natuurbeschermingswet voor de Nederlandse Exclusieve Economische Zone heeft op de Nederlandse visserij en ander activiteiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Atsma en Koppejan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 33(26407).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Verburg:

Voorzitter. Naar aanleiding van het algemeen overleg over biodiversiteit zijn drie moties ingediend. Omdat hierover al veel is gezegd in het overleg zelf, geef ik kortheidshalve onmiddellijk mijn oordeel over de moties.

Mevrouw Ouwehand verzoekt de regering in haar motie, gehoor te geven aan de oproep van de IUCN tot meer ambitie en daadkracht en hiertoe een aanvullend plan van aanpak op te stellen, voorzien van concrete doelstellingen, meetbare prestatie-indicatoren en een helder overzicht van de beschikbare middelen. De heer Polderman en mevrouw Jacobi verzoeken de regering in hun motie, een vervolgnotitie actieprogramma te schrijven met daarin heldere, afrekenbare doelstellingen met deadlines, te nemen maatregelen en een overzicht van de daarvoor beschikbare financiën.

De aanneming van beide moties ontraad ik. Mijn ambitie is namelijk duidelijk. Bovendien wordt er jaarlijks gerapporteerd om een aantal zaken te kunnen concretiseren. Over deze rapportage wissel ik graag met de Kamer van gedachten. Mijn collega's in het kabinet en ik houden de vinger aan de pols en zullen niet schromen om zo nodig bij te sturen. Ik reken er verder op dat de Kamer hieraan ook een bijdrage levert.

In de motie van de heren Koppejan en Atsma wordt de regering verzocht om alvorens definitieve besluitvorming plaatsvindt, in samenwerking met de partners van het Maatschappelijk Convenant Noordzeevisserij in kaart te brengen welke consequenties het van toepassing verklaren van de Natuurbeschermingswet voor de Nederlandse exclusieve economische zone heeft op de Nederlandse visserij en andere activiteiten. Tijdens het aanwijzingsproces van gebieden als Natura 2000-gebied zijn alle wettelijke inspraakmogelijkheden voor iedereen toegankelijk. In het maatschappelijk convenant Noordzeevisserij hebben de visserijsector, de overheid en maatschappelijke organisaties bovendien afspraken gemaakt over de samenwerking bij het aanwijzingsproces van Natura 2000-gebieden op de Noordzee en het beheerplan voor deze gebieden. In dat licht zie ik deze motie als ondersteuning van mijn beleid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij stemmen volgende week dinsdag over de moties.

Naar boven