Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Bepalingen over de zorg voor de publieke gezondheid (Wet publieke gezondheid) (31316), en over:

- de motie-Arib over het wegnemen van verschillen in het voorkomen van gezondheidsproblemen bij verschillende bevolkingsgroepen (31316, nr. 13);

- de motie-Schermers over de bevoegdheden van de voorzitter van de veiligheidsregio's (31316, nr. 14).

(Zie vergadering van 15 mei 2008.)

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Schermers stel ik voor, haar motie (31316, nr. 14) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De motie-Arib (31316, nr. 13) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit verschillende onderzoeken blijkt dat er gezondheidsverschillen bestaan tussen autochtonen en allochtonen;

overwegende dat bij bepaalde etnische groepen sprake is van vaker voorkomende of groepsgebonden gezondheidsproblemen en ziektebeelden, waarbij het gaat om specifieke ziektebeelden, maar ook algemene ziekten die een andere omvang of een ander verloop hebben bij bepaalde etnische groepen;

overwegende dat er een aanmerkelijk verschil in zorggebruik bestaat tussen allochtonen en autochtonen;

verzoekt de regering, de Kamer uiterlijk december 2008 een nota te zenden waarin ingegaan wordt op de verschillen in het voorkomen van gezondheidsproblemen en ziektebeelden bij verschillende bevolkingsgroepen, op de oorzaken van de verschillen in zorgconsumptie en de toegankelijkheid van de zorg voor verschillende bevolkingsgroepen;

verzoekt de regering tevens, de Kamer naast deze nota een plan van aanpak te zenden met concrete maatregelen gericht op het wegnemen van deze verschillen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 15 (31316)

Ik stel vast dat wij hierover nu kunnen stemmen.

In stemming komt het amendement-Kant/Arib (stuk nr. 12, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66 en de PvdD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 12 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Kant (stuk nr. 10, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de PVV en het lid Verdonk voor dit amendement hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 10 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Zijlstra (stuk nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Kant (stuk nrs. 10, I en II).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Arib (31316, nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven