Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het Actieplan polarisatie en radicalisering, te weten:

- de motie-Brinkman over het niet verstrekken van 28 mln. voor projecten tegen polarisatie (29754, nr. 109);

- de motie-Brinkman over afspraken met de VNG over jaarlijkse rapportage (29754, nr. 110);

- de motie-Brinkman over het stoppen van de subsidie voor de islamwijzer (29754, nr. 111);

- de motie-Van der Staaij/Anker over terughoudendheid ten aanzien van het stimuleren van interpretaties van de islam (29754, nr. 112);

- de motie-Van Raak over het herkennen van de façadepolitiek van salafistische moslims (29754, nr. 113);

- de motie-Griffith over screening bij subsidieverstrekking voor het stimuleren van interpretaties van de islam (29754, nr. 114);

- de motie-Çörüz/Kuiken over het uitdragen van de waarden van de Nederlandse democratische rechtsstaat (29754, nr. 115);

- de motie-Anker over het faciliteren van interpretaties van de islam (29754, nr. 116).

(Zie vergadering van 1 november 2007.)

De voorzitter:

De motie-Çörüz/Kuiken (29754, nr. 115) is in die zin gewijzigd dat zij thans ook ondertekend is door het lid Anker. Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 118 (29754).

Ik stel vast dat wij hierover nu kunnen stemmen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. De inhoud van de motie op stuk nr. 112 die ik samen met de heer Anker heb ingediend, is door de minister hartelijk omarmd. Zij heeft aangegeven de grote terughoudendheid waartoe de motie oproept, te delen. Zij heeft bericht de Kamer op een goed tijdstip te informeren over voorgenomen acties. Daarom willen wij deze motie intrekken.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Van der Staaij/Anker (29754, nr. 112) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

De heer Anker (ChristenUnie):

Voorzitter. De minister heeft toegezegd dat het stimuleren van een pluriform aanbod absoluut niet gelezen moet worden als het kiezen voor een bepaalde interpretatie van de islam, noch moet worden gezien als het stimuleren van een bepaalde geloofsopvatting. Daarmee is mijn motie op stuk nr. 116 overbodig geworden en kan ik haar aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Anker stel ik voor, zijn motie (29754, nr. 116) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Brinkman (29754, nr. 109).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Brinkman (29754, nr. 110).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de SGP, het CDA, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Brinkman (29754, nr. 111).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Raak (29754, nr. 113).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Griffith (29754, nr. 114).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Çörüz c.s. (29754, nr. 118).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de PvdD tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. Aangezien de motie-Teeven/Van Velzen op stuk nr. 71 (29452) is aangenomen, zou ik de voortvarende staatssecretaris van Justitie willen vragen om bij brief aan de Kamer kenbaar te maken hoe zij de motie gaat uitvoeren.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de staatssecretaris van Justitie.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.