Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 17 november 2005 over het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Europese Unie.

Mevrouw Fierens (PvdA):

Voorzitter. Wij hebben zojuist een algemeen overleg gehad over de Europese ontwikkelingssamenwerking, want volgende week wordt er in de EU een nieuw beleidskader vastgesteld en dat is een groot en erg belangrijk thema. Op een aantal punten hebben wij overeenstemming bereikt met de minister. Zij heeft toezeggingen gedaan inzake de effectiviteit en de ondersteuning van parlementen in Afrika. Daarvoor dank ik haar. Op één punt zijn wij het niets eens geworden, namelijk de begroting van de Europese ontwikkelingssamenwerking. Dat geldt met name voor de Millenniumontwikkelingsdoelen die toch het hart zijn van het nieuwe beleidskader in Europa op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking. Onderwijs en gezondheid vormen daar de basis van. Europa moet er het nodige voor doen om echt een verschil te maken. Onderwijs en gezondheidszorg zijn bij uitstek geschikt voor de ontwikkeling van Afrika, maar het feit dat onderwijs en gezondheidszorg de kern vormen van het beleidskader is budgettair niet goed doorvertaald. Daarom stel ik in een motie voor om het budget voor onderwijs en gezondheid te verdubbelen. Financieren wil ik dat door een verschuiving in de begroting ten koste van infrastructuur. Dat wil niet zeggen dat ik infrastructuur voor Afrika niet prioritair vind. Dat vind ik wel. Maar juist op het gebied van de infrastructuur gaat er nog heel veel mis. Er wordt gezegd dat Europa goed is in infrastructuur. Dat is maar ten dele waar. Ook in Nederland weten wij dat grote infrastructuurprojecten fraudegevoelig zijn. Wij maken dat hier zelf ook mee. Ik heb in het algemeen overleg het voorbeeld genoemd – een van vele uit Afrika – van de beroemde wegen naar de presidentiële huizen en naar de vliegvelden. Daar is allemaal Europees geld aan besteed. Ik heb het voorbeeld van Burkina Faso genoemd, waar jaar in, jaar uit 90 mln. wordt geïnvesteerd in één weg, zonder dat daar ooit in wordt gesneden en zonder dat daar ooit vragen over worden gesteld. Het geld voor die mislukte projecten wil ik overhevelen naar de Millenniumontwikkelingsdoelen.

De voorzitter:

U moet nu naar uw motie toe, want anders hebt u geen tijd meer om uw motie in te dienen.

Mevrouw Fierens (PvdA):

Ik lees nu mijn motie voor.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Millennium Development Goals (MDG's) de kern vormen van het nieuwe EU-beleidskader voor ontwikkelingssamenwerking, maar nog onvoldoende een vertaling hebben gekregen in de verdeling van de beschikbare budgetten van de Unie;

van mening dat in dit kader onderwijs- en gezondheidszorgprogramma's als belangrijke onderdelen van de MDG's extra middelen behoeven;

verzoekt de regering, zich actief in te zetten voor een herverdeling van de beschikbare EU-middelen voor ontwikkelingssamenwerking, in die zin dat de budgetten voor onderwijs- en gezondheidszorgprogramma's in de komende periode verdubbeld worden en dat de daarvoor benodigde middelen in mindering worden gebracht op het bestaande, zeer royale budget voor infrastructuurprogramma's,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Fierens. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 92(21501-04).

De heer Herben (LPF):

Ik heb nooit zoveel vertrouwen in ngo's waar veel aan de strijkstok blijft hangen, maar een van de organisaties waar ik aan geef sinds ik een klein jongetje was, is de MIVA, de Missie Verkeersmiddelen Actie. Als je praat over gezondheidszorg, is infrastructuur toch ook onmisbaar? Hoe komt die arts, die zendeling, die missionaris anders van A naar B?

De voorzitter:

Ik heb hier toch bezwaar tegen. U hebt om ongetwijfeld goede redenen niet kunnen meedoen aan het AO, maar dit is niet de plek om nieuwe punten ter discussie te stellen. Nu u de vraag gesteld hebt, geef ik mevrouw Fierens de gelegenheid om kort te reageren, maar ik verzoek haar om dat echt heel kort te houden.

Mevrouw Fierens (PvdA):

Het gaat mij natuurlijk niet om dat soort wegen. Het gaat mij om de mislukte en nog steeds mislukkende grote infrastructuurprojecten. Ik vind dat er eerst maar eens fatsoenlijk geëvalueerd moet worden. Dan kan er ook wat af van het budget en dat moet dan ten gunste komen van onderwijs. Onderwijs is immers ook een garantie dat mensen zelf betere wegen kunnen gaan aanleggen.

De heer Irrgang (SP):

Kan mevrouw Fierens ook leven met een uitleg van de motie waarbij andere middelen dan die voor infrastructuur naar gezondheidszorg en onderwijs zouden vloeien?

Mevrouw Fierens (PvdA):

Het is altijd netjes om een dekking aan te geven. Op het terrein van infrastructuur zijn er nog veel mislukkingen en de projecten zijn fraudegevoelig. Ik denk dat het goed is om het budget daarvoor wat te verlagen ten gunste van onderwijs en gezondheidszorg.

De heer Szabó (VVD):

De PvdA-fractie zegt iets heel interessants.

De voorzitter:

De heer Szabó, ik hoor net dat u niet hebt deelgenomen aan het algemeen overleg. Ik sta u dus geen vraag toe.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil graag de antwoorden van de minister op een paar vragen horen omdat die ook van belang zijn voor de beoordeling van de motie. Een vraag betreft de kwaliteit en de capaciteit die bij de Commissie aanwezig is ten aanzien van onderwijs en gezondheidszorg. Ik ben het ermee eens dat onderwijs en gezondheidszorg heel belangrijk zijn voor de millenniumdoelen, maar ik ben het ook met de heer Herben eens dat infrastructuur nodig is om de klinieken en de scholen te kunnen bereiken. Ik vind dat de Europese Commissie zich zo veel mogelijk bezig moet houden met infrastructuur. Daar heeft zij immers veel geld voor en waarschijnlijk ook de meeste kennis van. Mevrouw Fierens heeft een punt waar het gaat om de kwaliteit van de bestedingen aan en toezicht op infrastructurele programma's. Op dat terrein moet versterking plaatsvinden.

De voorzitter:

Ik begrijp net van de heer Szabó dat mevrouw Karimi ook niet heeft deelgenomen aan het algemeen overleg. Ik heb haar wel de mogelijkheid gegeven om te spreken. Hij heeft mij betrapt op een verregaande mate van inconsequentie. Hij had er echter wel de heer Van der Staaij voor nodig om erachter te komen.

De heer Szabó (VVD):

De heer Van der Staaij bevestigde wat ik zelf ook al zag.

De voorzitter:

U hebt gelijk. Ik stel u alsnog in de gelegenheid om een vraag te stellen aan mevrouw Fierens, want ik moet natuurlijk wel consequent zijn.

De heer Szabó (VVD):

De PvdA-fractie zegt dat er gestopt moet worden met projecten die mislukken. Er mislukken wel meer projecten volgens mij, niet alleen op het terrein van infrastructuur. Vindt de PvdA-fractie dat projecten die mislukken in verschillende sectoren of gebieden van ontwikkelingssamenwerking moeten worden stopgezet? Vindt zij dat wij ook de investeringen in ontwikkelingssamenwerking in dat kader moeten stopzetten? Hoe moet dit worden gemeten?

Mevrouw Fierens (PvdA):

Er is geen sector waarin zo veel wordt gemeten als ontwikkelingssamenwerking. Nagenoeg het hele EU-budget is bestemd voor infrastructuur. Als wij het ergens vanaf willen halen, moet dat het wel daarvan. Daar zit het immers allemaal in. Bij infrastructuur is het heel erg moeilijk om lessen te leren. Het is hard werken. Dat is overigens hetzelfde in ons land, daarom maakte ik een vergelijking. Om die reden vind ik dat wij even een tandje terug moeten. Ik ben van mening dat de lessen wat harder moeten worden geleerd en dat daar toch een betere evaluatie op moet worden gezet. Ondertussen kan in onderwijs en gezondheidszorg worden geïnvesteerd. Er worden fouten gemaakt, ook in dit land. Wij leren er altijd van en gaan het daarna beter doen. Dit is een harde les. Nagenoeg het hele budget van de EU is bestemd voor infrastructuur.

Minister Van Ardenne-van der Hoeven:

Voorzitter. Wij hebben in het algemeen overleg over de RAZEB van volgende week, waarin ook ontwikkelingssamenwerking aan de orde zal komen, inderdaad gesproken over het nut van het verdelen van de prioriteiten tussen de Commissie en de lidstaten. Ik heb daarin betoogd dat het goed zou zijn, als de commissie zou blijven bij datgene waar zij goed in is. Dat betreft inderdaad grote infrastructurele werken. Ik noem water, energie, transport, telecommunicatie, wegen en bruggen.

De Europese Rekenkamer brengt regelmatig rapporten uit, ook nu weer een over infrastructuur. Over de jaren 2003 en 2004 is dat rapport positief. Daarin staat dat infrastructuur hét middel is om regionale handel en economische groei te bevorderen. Als er iets is wat Afrika nodig heeft, is het economische groei en meer handel. Wij hebben het voornamelijk over Afrika. Handel kan alleen maar floreren als er een infrastructuur is. Er is een geweldig groot gebrek aan infrastructuur. Daarin is de afgelopen jaren veel te weinig geïnvesteerd. De Rekenkamer voegt hieraan toe dat de Commissie vanwege het schaalvoordeel bij uitstek geëquipeerd om deze grote infrastructurele programma's uit te voeren.

Het voorstel is gedaan om de bedragen voor onderwijs en gezondheidszorg te verdubbelen. Ik vraag mij af of men weet waar wij het dan over hebben. Op dit moment is er bij de Commissie ongeveer 636 mln. jaarlijks begroot voor de sociale infrastructuur. Door het voorstel van mevrouw Ferrier zou het 1,2 mld. worden. Daar heeft de Commissie de capaciteit niet voor; die is er evenmin in de ontwikkelingslanden. Je kunt niet meer geld voor onderwijs beschikbaar stellen, als er niet voldoende onderwijzers en scholen, dus infrastructuur, zijn. Je loopt dus tegen de grenzen aan van de capaciteit in ontwikkelingslanden. Die 636 mln. zou af moeten van de huidige begrote 952 mln. voor wegen enzovoort, op een totaal van 6 mld. à 7 mld. Het komt mij voor dat dit totaal onevenwichtig uitpakt. Immers, er blijft dan vrijwel niets meer over voor de infrastructuur.

In het algemeen overleg heb ik al gezegd dat dit onverstandig is. Hiermee heb ik impliciet de vragen van mevrouw Karimi beantwoord.

Mevrouw Fierens (PvdA):

De Europese Rekenkamer geeft in haar rapport ook aan dat dit niet het belang van de infrastructuur in Afrika aantast, zeker niet als dit goed is ingebed in de regionale ontwikkelingen. Die ontwikkelingen zijn ook belangrijk. De minister gaat echter niet in op het grote aantal infrastructurele projecten die niet goed gaan en die mislukken. Daarom pleit ik toch voor de verdubbeling van het bedrag voor onderwijs en het project voor de gezondheidszorg. Daarbij gaat het niet alleen over de uitvoering, maar ook en juist over het opleiden van onderwijzers, het verbeteren van de gezondheidszorg, het creëren van ziekenhuizen en het beschikbaar stellen van medicijnen. Die ontwikkeling is nodig om de millennium-developmentdoelen te halen. Dit staat naast een infrastructuur die dat ondersteunt. Er zijn veel harde cijfers die dit bevestigen en daaraan refereert het rapport van de Europese Rekenkamer ook.

Minister Van Ardenne-van der Hoeven:

Dit lijkt mij een herhaling van zetten. Als de Commissie de komende jaren wat de PvdA-fractie betreft voor Nederland slechts 300 mln. voor infrastructuur in Afrika mag besteden op een budget van een aantal miljarden, is dit een volkomen onevenwichtig signaal. Toch moet er heel veel geld naar onderwijs en gezondheidszorg gaan, omdat dit voor de Commissie prioriteit zou moeten hebben. De lidstaten zijn evenwel heel specifiek geëquipeerd in het bilaterale beleid om gezondheidszorg en onderwijs conform de millenniumdoelen uit te voeren. Ik kan dit voorstel van de PvdA volgende week dan ook niet mee naar Brussel nemen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor om over de ingediende motie hedenmiddag te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Naar boven