Aan de orde zijn de stemmingen over moties ingediend tijdens het debat over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (versnelde afschaffing afdrachtvermindering lage lonen) (29516), te weten:

- de motie-Bussemaker over intrekking van voorstellen tot versnelde afschaffing van de SPAK (29516, nr. 9);

- de motie-Bussemaker over structurele compensatie van de SW-sector (29516, nr. 10);

- de motie-Vendrik over niet doorzetten van versnelde afschaffing van de SPAK en budgettaire alternatieven in dat kader (29516, nr. 11);

- de motie-Van Vroonhoven-Kok over intrekking van voorstellen tot versnelde afschaffing van de SPAK (29516, nr. 12).

(Zie vergadering van 26 mei 2004.)

De voorzitter:

Aangezien de motie-Bussemaker (29516, nr. 9), de motie-Vendrik (29516, nr. 11) en de motie-Van Vroonhoven-Kok (29516, nr. 12) zijn ingetrokken, maken zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

Het woord is aan mevrouw Bussemaker.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter. De motie op stuk nr. 10 betreft een structurele compensatie voor de sociale werkvoorziening. Deze motie is iets minder urgent nu de versnelde afschaffing van de SPAK niet doorgaat. Om die reden wil ik de motie aanhouden, zodat er op een later tijdstip op teruggekomen kan worden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Bussemaker stel ik voor, de motie-Bussemaker (29516, nr. 10) van de agenda af te voeren, waardoor er nu geen moties meer zijn die nog in stemming kunnen worden gebracht.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven