Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding en wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van de Wet op de lijkbezorging (Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding) (26691), en over:

- de motie-Kant over een netwerk van supportteams van palliatieve zorg (26691, nr. 38);

- de motie-Kant over de culturele, sociologische en psychologische effecten van euthanasie (26691, nr. 39);

- de motie-Halsema over een modeltekst voor een schriftelijke wilsverklaring (26691, nr. 40).

(Zie vergadering van 23 november 2000.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter! De SP-fractie vindt dat mensen moeten kunnen kiezen voor een menswaardige dood op het moment dat hun leven wordt gedomineerd door pijn en er geen enkel uitzicht meer is op genezing. Wij hebben dan ook geen enkel principieel bezwaar tegen de huidige euthanasiepraktijk. Toch zullen wij niet voor het voorliggende wetsvoorstel stemmen, omdat met dit wetsvoorstel euthanasie dan wel strafbaar blijft, maar het openbaar ministerie op afstand wordt gezet. Er zijn dan nu toetsingscommissies ingesteld die gaan toetsen of wordt voldaan aan de zorgvuldigheidscriteria, maar met die toetsingscommissies is op dit moment nog te weinig ervaring opgedaan.

Ons tweede bezwaar tegen het wetsvoorstel betreft de in de wet opgenomen wilsverklaring, waaraan een status wordt gegeven die naar ons idee nooit zou kunnen. Een wilsverklaring kan nooit het mondeling verzoek vervangen. Het feit dat dit punt is opgenomen in de wet is voor ons een extra reden om niet voor het wetsvoorstel te stemmen.

De heer Melkert (PvdA):

Mevrouw de voorzitter! In de verschillende fases van de behandeling van de euthanasiewetgeving is in de fractie van de PvdA intensief van gedachten gewisseld over de wenselijkheid en betekenis van hetgeen door de regering is voorgesteld. Dit heeft iedereen voor de noodzaak gesteld zich uit te spreken over de dilemma's die samenhangen met en de grenzen die verbonden moeten zijn aan het vastleggen van een wettelijk kader voor vereisten van zorgvuldigheid, waarbinnen voor zoveel mogelijk Nederlanders recht wordt gedaan aan de ruimte voor persoonlijke keuzevrijheid op het allerpersoonlijkste moment van het leven.

Door de regering is op gepaste wijze en in grote betrokkenheid ingegaan op alle in het debat ingebrachte aspecten van de toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. Dit stelt mijn fractie in staat om tot een verantwoorde afweging te komen, ook al is deze niet in alle opzichten eensluidend.

Voor sommigen geldt dat zij hun elementaire bezwaren handhaven tegen het voorstel, voorzover dit niet uitgaat van het principiële uitgangspunt van het kunnen uitoefenen van het recht op zelfbeschikking. Voor anderen geldt dat zij de voorkeur zouden hebben gegeven aan een regeling sui generis van de wilsverklaring. Enkele leden hebben uiteindelijk niet kunnen instemmen met het voorgestelde wetsartikel dat hierop betrekking heeft. Zij allen stellen echter met anderen vast dat het wetsvoorstel al met al een beduidende verbetering ten opzichte van de huidige situatie betekent en dat de wetgever terecht zijn verantwoordelijkheid neemt. Eén lid behoudt bezwaren van principiële aard tegen het geheel. Derhalve zal de grootst mogelijke meerderheid van de fractie van de PvdA haar steun kunnen geven aan dit voorstel van wet.

Artikel 1 en artikel 2, eerste lid, aanhef, worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Rouvoet/Van der Vlies (stuk nr. 14).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, het CDA, de RPF, het GPV en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel a wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Rouvoet/Van der Vlies (stuk nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de RPF, het GPV en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel b wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Vlies/Rouvoet (stuk nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, het CDA, de RPF, het GPV en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Ross-van Dorp (stuk nr. 32).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA, de RPF, het GPV en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel c wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel d wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Vlies/Rouvoet (stuk nr. 11) tot invoeging van een nieuw onderdeel e.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, het CDA, de RPF, het GPV en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Halsema (stuk nr. 33) tot invoeging van een nieuw onderdeel e.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, Groenlinks, het CDA, de RPF, het GPV en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel e wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Vlies/Rouvoet (stuk nr. 12).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, het CDA, de RPF, het GPV en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel f wordt zonder stemming aangenomen.

Het eerste lid wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Kant c.s. (stuk nr. 28, I) tot het doen vervallen van het tweede lid.

De voorzitter:

De heer Rouvoet verlangt hoofdelijke stemming over dit amendement.

Vóór stemmen de leden: Marijnissen, Van Middelkoop, Mosterd, Poppe, Reitsma, Rietkerk, Ross-van Dorp, Rouvoet, Schreijer-Pierik, Schutte, Van der Staaij, Stellingwerf, Stroeken, Verburg, Verhagen, Visser-van Doorn, Van der Vlies, Van Wijmen, Wijn, De Wit, Van den Akker, Van Ardenne-van der Hoeven, Atsma, Balkenende, Van den Berg, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Buijs, Van de Camp, Dankers, Van Dijke, Eurlings, De Haan, Hillen, Van der Hoeven, De Hoop Scheffer, Kant, Van der Knaap en Leers.

Tegen stemmen de leden: Luchtenveld, E. Meijer, Melkert, Middel, Molenaar, Nicolaï, Niederer, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oplaat, Örgü, Oudkerk, Van Oven, Passtoors, Patijn, Rabbae, Ravestein, Rehwinkel, Remak, Van 't Riet, Rijpstra, Rosenmöller, Santi, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schoenmakers, Smits, Snijder-Hazelhoff, Spoelman, Van der Steenhoven, De Swart, Swildens-Rozendaal, Terpstra, Timmermans, Udo, Valk, Ter Veer, Te Veldhuis, Vendrik, Verbugt, Van Vliet, M.B. Vos, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, Waalkens, Wagenaar, Van Walsem, Weekers, Weisglas, Wilders, Witteveen-Hevinga, Zijlstra, Albayrak, Apostolou, Arib, Augusteijn-Esser, Bakker, Van Baalen, Balemans, Barth, Van Beek, Belinfante, Blaauw, Van Blerck-Woerdman, Blok, De Boer, Bussemaker, Cherribi, De Cloe, Cornielje, Crone, Depla, Dijksma, Dijkstal, Dijsselbloem, Dittrich, Van den Doel, Duijkers, Duivesteijn, Essers, Feenstra, Geluk, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, De Graaf, Halsema, Hamer, Harrewijn, Van Heemst, Hermann, Herrebrugh, Hessing, Hindriks, Van der Hoek,Voorzitter Hoekema, Hofstra, Kalsbeek, Kamp, Karimi, Klein Molekamp, Koenders, Kortram, Kuijper en Lambrechts.

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met 39 tegen 105 stemmen is verworpen.

In stemming komt het amendement-Dittrich (stuk nr. 35).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, de VVD en het CDA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Het tweede lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Dittrich (stuk nr. 35), wordt zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

De leden Smits en Hindriks wordt aantekening verleend, dat zij geacht wensen te worden tegen dit gewijzigde tweede lid te hebben gestemd.

In stemming komt het amendement-Rouvoet/Van der Vlies (stuk nr. 20) tot het doen vervallen van het derde lid.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Het derde lid wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Rouvoet/Van der Vlies (stuk nr. 21) tot het doen vervallen van het vierde lid.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Kant c.s. (stuk nr. 28, II).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Het vierde lid wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 2 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Vlies/Rouvoet (stuk nr. 13) tot invoeging van een nieuw artikel 3.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Ross-van Dorp (stuk nr. 31).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 3 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 4 t/m 7 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Rouvoet/Van der Vlies (stuk nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 8 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 9, eerste lid, wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Kant (stuk nr. 19, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 19 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van der Vlies/Rouvoet (stuk nr. 36).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Het tweede lid wordt zonder stemming aangenomen.

Het derde en vierde lid worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 9 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 10 t/m 16 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Halsema (stuk nr. 34).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel 17, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Halsema (stuk nr. 34), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 18 en 19 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Halsema (stuk nr. 29).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 20 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 21 t/m 24 en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

De heer Rouvoet verlangt hoofdelijke stemming over het wetsvoorstel.

Vóór stemmen de leden: Wagenaar, Van Walsem, Weekers, Weisglas, Wilders, Witteveen-Hevinga, Zijlstra, Albayrak, Arib, Augusteijn-Esser, Bakker, Van Baalen, Balemans, Barth, Van Beek, Belinfante, Blaauw, Van Blerck-Woerdman, Blok, De Boer, Bussemaker, Cherribi, De Cloe, Cornielje, Crone, Depla, Dijksma, Dijkstal, Dijsselbloem, Dittrich, Van den Doel, Duivesteijn, Duijkers, Essers, Feenstra, Geluk, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, De Graaf, Halsema, Hamer, Harrewijn, Van Heemst, Hermann, Herrebrugh, Hessing, Hindriks, Van der Hoek, Hoekema, Hofstra, Kalsbeek, Kamp, Karimi, Klein Molekamp, Koenders, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Luchtenveld, E. Meijer, Melkert, Middel, Molenaar, Nicolaï, Niederer, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oplaat, Örgü, Oudkerk, Van Oven, Passtoors, Patijn, Rabbae, Ravestein, Rehwinkel, Remak, Van 't Riet, Rijpstra, Rosenmöller, Santi, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schoenmakers, Smits, Snijder-Hazelhoff, Spoelman, Van der Steenhoven, De Swart, Swildens-Rozendaal, Terpstra, Timmermans, Udo, Valk, Ter Veer, Te Veldhuis, Vendrik, Verbugt, Van Vliet, M.B. Vos, O.P.G. Vos, Voûte-Droste en Waalkens.

Tegen stemmen de leden: Van Wijmen, Wijn, De Wit, Van den Akker, Apostolou, Van Ardenne-van der Hoeven, Atsma, Balkenende, Van den Berg, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Buijs, Van de Camp, Dankers, Van Dijke, Eurlings, De Haan, Hillen, Van der Hoeven, De Hoop Scheffer, Kant, Van der Knaap, Leers, Marijnissen, Van Middelkoop, Mosterd, Poppe, Reitsma, Rietkerk, Ross-van Dorp, Rouvoet, Schreijer-Pierik, Schutte, Van der Staaij, Stellingwerf, Stroeken, Verburg, Verhagen, Visser-van Doorn en Van der Vlies.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met 104 tegen 40 stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Kant (26691, nr. 38).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kant (26691, nr. 39).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA, het GPV en de RPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Halsema (26691, nr. 40).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven