Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enkele andere wetten onder meer met het oog op verbetering van het toezicht op de uitvoering van aanvullende pensioenregelingen, invoering van een verbod op uitstelfinanciering van pensioenaanspraken en verduidelijking van de regels inzake waardeoverdracht van pensioen en aanspraken op pensioen (wijziging PSW in verband met toezicht, verbod op uitstelfinanciering en waardeoverdracht) (26415).

(Zie vergadering van 4 november 1999.)

De voorzitter:

Mevrouw De Vries heeft mij verzocht haar amendement op stuk nr. 10 in stemming te brengen vóór het amendement-Van Zijl c.s. op stuk nr. 11. Bestaat hiertegen bezwaar?

De heer Balkenende (CDA):

Voorzitter! Het lijkt mij dat het amendement-Van Zijl c.s. een verstrekkender betekenis heeft dan het amendement van mevrouw De Vries. Ik pleit er daarom voor om het amendement-Van Zijl c.s. als eerste in stemming te brengen.

De voorzitter:

Wij waren dezelfde mening toegedaan en daarom stond dit amendement op de oorspronkelijke stemmingslijst vóór het amendement-De Vries. Wij zijn echter geneigd om een verzoek als dat van mevrouw De Vries op z'n minst aan de Kamer voor te leggen.

Mevrouw De Vries (VVD):

Voorzitter! Het verdere stemgedrag van de VVD-fractie hangt af van de uitslag van de stemming over mijn amendement. De heer Van Zijl moet mij dan ook steunen, als hij de kans wil vergroten dat zijn amendement wordt aangenomen.

De heer Harrewijn (GroenLinks):

Voorzitter! Voor mijn fractie ligt het precies omgekeerd. Het is namelijk van de uitslag van de stemming over het amendement-Van Zijl c.s. afhankelijk of wij voor of tegen het amendement-De Vries zullen stemmen. Als mevrouw De Vries onze steun wenst te verwerven voor haar amendement, doet zij er onverstandig aan om te verzoeken eerst haar amendement in stemming te brengen.

De voorzitter:

Ik weet niet of alle leden de stemmingslijst voor zich hebben liggen. Uit deze stemmingslijst is af te leiden dat het amendement-De Vries niet in stemming komt als het amendement-Van Zijl c.s. wordt aangenomen. Hieruit blijkt wel – wij waren daar bij het opstellen van de oorspronkelijke stemmingslijst ook van uitgegaan – dat het amendement-Van Zijl c.s. het meest verstrekkend is. Het honoreren van het verzoek van mevrouw De Vries leidt dan ook tot een ietwat ingewikkelde stemming, omdat haar amendement in feite alleen in stemming hoeft te komen als het amendement-Van Zijl c.s. wordt verworpen. Als zij echter vasthoudt aan haar verzoek, kunnen wij daaraan eventueel wel voldoen.

De heer Van Zijl (PvdA):

Ik proef enige hunkering bij mevrouw De Vries om voor het amendement-Van Zijl c.s. te stemmen. Ik maak haar dit graag mogelijk en ik stel dan ook voor, eerst over het amendement-De Vries te stemmen en vervolgens over het amendement-Van Zijl c.s.

De voorzitter:

Ik vraag mij af of dat mogelijk is. Het lijkt mij goed om eerst de andere stemmingen af te ronden. Wij hebben nogal wat stemmingen vandaag en aan het eind daarvan kom ik terug op de stemmingen over dit wetsvoorstel. Ik zeg eerlijk dat ik het een abnormale gang van zaken vind, maar met de juiste argumenten ben ik natuurlijk te overtuigen.

Naar boven