Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | nr. 92, pagina 5306-5309 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | nr. 92, pagina 5306-5309 |
Aan de orde is de behandeling van:
het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26509).
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De heer Van Heemst (PvdA):
Mevrouw de voorzitter! Ik wil nog enkele punten aan de orde stellen die vorig jaar hebben gespeeld bij de behandeling van het Infrastructuurfonds voor 1999 en het MIT. Het gaat met name om de punten die een relatie hebben met de financiële beleidsvoering. Ik had nog iets willen zeggen over het budget voor inpassing. In een motie van de Kamer, op stuk nr. 7, is gevraagd om het Infrastructuurfonds zodanig aan te passen dat het bedrag van 2 mld. dat voor inpassing in het regeerakkoord was gereserveerd, apart zou kunnen worden ondergebracht. In die motie wordt gesteld dat begin 1999 de besluitvorming zou moeten plaatsvinden over het inpassingskader en de toedeling. Ik heb inmiddels begrepen dat de minister in antwoord op vragen van de fractie van GroenLinks heeft laten weten dat de Kamer binnenkort een standpunt van haar kan verwachten over het regeringsstandpunt rond de inpassing en met name het advies van de Raad voor verkeer omtrent het bundelen van ambities.
Er is toen ook een motie aangenomen van collega Giskes en mij over het budget voor de A4 Midden-Delfland. Wij hebben daarover inmiddels een brief ontvangen van de minister. Het hoofdpunt van de PvdA-fractie is dat wij van "groot" naar "klein" willen werken; met andere woorden, dat wij in het kader van de ruimtelijke ordening een afweging willen maken inzake de A4 Midden-Delfland en dat dit voorrang heeft boven de uitwerking van het plan door de markt. Wij komen er overigens volgende week verder over te spreken in het algemeen overleg.
In een motie die met algemene stemmen is aangenomen, vragen wij de regering om te komen tot integrale besluitvorming rond Rotterdam CS, de HSL-Zuid en Randstadrail. Wat is de stand van zaken van de rapportage die de Kamer daarover zal ontvangen? Welke tijdsdruk staat er op het nieuwe tracé van de Hofpleinspoorlijn in Rotterdam, waar B en W nu alles op alles zetten om voor 1 juli a.s. in de gemeenteraad een discussie over alternatieve tracés af te ronden?
De PvdA-fractie heeft de motie van collega Verbugt van vorig jaar ondersteund, waarin wij de minister vragen om uit te werken op welke manier met innovatieve contractvormen een bijdrage kan worden geleverd aan extra kwaliteit en lagere kosten bij infrastructurele werken. Wat is de stand van zaken daarvan?
Wij hebben een debat gevoerd met de minister over beslissingen over nieuwe voorstadstations. De minister heeft er vorig jaar in november, december over gezegd dat wij er verstandig aan doen om een bredere afweging te maken rond die nieuwe voorstadstations en dat de Kamer daarvan op de hoogte zal worden gesteld. Wanneer neemt de minister hierover een besluit en wanneer wordt de Kamer daarover geïnformeerd?
De brug in de N50 bij Kampen is door collega Van den Berg met steun vanuit de Kamer aan de orde gesteld. Het betrof de mogelijke effecten van de nieuwe brug voor een onbelemmerde doorgang voor de scheepvaart. De minister heeft toegezegd de Kamer hierover nader te berichten. Zij lost die toezegging in met een brief van 22 juni jl. Wij kunnen instemmen met haar conclusie, die is gebaseerd op een vrij grondige verkenning van wat er al dan niet kan en op een kosten-batenanalyse.
Bij de behandeling van het Infrastructuurfonds en het MIT vorig jaar speelde de kwestie van de eventuele verkorte tunnel voor de HSL. Rond juni zou de minister daarover rapporteren. Het is inmiddels zover. Wat is de stand van zaken? Ik ben met name benieuwd of er een reëel vooruitzicht is op brede maatschappelijke en bestuurlijke instemming, ook gezien een aantal berichten daarover in de pers in de laatste weken.
Mijn volgende punt betreft de uitvoering van de motie-Leers/Bos waarin wij hebben gevraagd om een regeringsstandpunt over het instrumenteel maken van publiek-private samenwerking voor infrastructuur en binnenstedelijke vernieuwing. Over de uitvoering bestaat bij de PvdA-fractie onduidelijkheid. Wordt die motie uitgevoerd en, zo neen, waarom niet? Wij beschikken tot nu toe slechts over een tienregelige reactie die de minister heeft gegeven naar aanleiding van de voortgangsrapportage PPS. Dat is toch niet te beschouwen als het uitvoeren van de desbetreffende motie.
De voorzitter:
Mijnheer Van Heemst, denkt u echt dat u vanavond nog te weten komt wat u nu allemaal vraagt?
De heer Van Heemst (PvdA):
Ik ben een optimistisch mens.
De voorzitter:
Ik denk toch niet dat het mogelijk is, tenzij de minister dat allemaal heel kort kan. Er is een schriftelijke ronde geweest. Had dit niet in de schriftelijke voorbereiding van de behandeling van deze suppletore begroting gekund?
De heer Van Heemst (PvdA):
Een aantal van die punten is toen gemeld, maar niet allemaal. Wij kijken wel wat de minister nu kan beantwoorden dan wel waarover zij de Kamer nader zal rapporteren.
De voorzitter:
Gezien de tijd zou ik dat wel graag hebben, want er zijn nog een aantal collega's die staan te wachten om hier vanavond het woord te voeren.
De heer Van Heemst (PvdA):
Daarom zal ik mij tot twee aanvullende vragen beperken.
Mijn eerste vraag betreft de stand van zaken bij de voorfinanciering van een aantal projecten. Het geld daarvoor is opgenomen in het MIT voor 1999. Bij de behandeling van dat MIT is aangegeven dat provincies of regio's willen zoeken naar mogelijkheden van voorfinanciering. Het gaat dan om bijvoorbeeld de A11-West en de N57.
Mijn laatste vraag betreft de toezegging van de minister om rond februari van dit jaar de Kamer te laten weten hoe verder wordt omgegaan met een bijdrage van 100 mln. voor de renovatie van metrostations in Amsterdam. Hoe zit dat?
De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):
Voorzitter! Een belangrijk punt bij de bespreking van de begrotingen van de afgelopen jaren was altijd de bezuiniging op de exploitatie in het openbaar vervoer. Dat was ook bij de vorige begrotingsbehandeling aan de orde. Wij constateren dat, hoewel de bezuiniging werd teruggebracht tot 35 mln., er nog steeds grote problemen zijn met die exploitatie in het openbaar vervoer. Er wordt niet rechtstreeks bezuinigd, maar wel door zones te verkleinen. Dat is in een aantal steden gebeurd. Vorige week kwam er het bericht dat ook Rotterdam daartoe overgaat. Wij willen proberen om het openbaar vervoer betaalbaar en aantrekkelijk te houden, zeker ook omdat de autokosten de afgelopen jaren lager zijn dan de prijzen van het openbaar vervoer. Wij dienen daarom een amendement in om uit de prijsbijstelling 20 mln. vrij te maken om in het lopende begrotingsjaar 1999 niet verder te bezuinigen op de tarieven.
Wij hebben er nog steeds grote moeite mee dat de activiteiten voor bestrijding van de wateroverlast, met name de gemalen, worden gefinancierd uit het Infrastructuurfonds en uit de gelden die bestemd zijn voor de natte natuur. Het gaat hier om 60 mln. Wij willen er nogmaals bij de minister op aandringen om die activiteiten gewoon te financieren uit de post voor waterkeringen en niet uit de post voor de natte natuur.
Mevrouw Verbugt (VVD):
Mevrouw de voorzitter! Meermaals heeft de VVD-fractie aandacht gevraagd voor de problematiek van de rijksweg 69 Eindhoven-Belgische grens. Wij hebben ons altijd sterk gemaakt voor de aanleg van die nieuwe wegverbinding. Wij hebben eerder bij de behandeling van het MIT kennisgenomen van het feit dat deze verbinding niet is opgenomen in de afspraak met Brabant over de weginfrastructuur tot 2010. Dit was ook mede een gevolg van de prioritering die de provincie heeft opgesteld. Dit constaterend en respecterend, was de VVD-fractie evenwel van mening dat de tracéstudie voor de A69 zou moeten worden afgerond. Wij hebben dat ook met een motie onderstreept.
De brief die wij heden hebben mogen ontvangen, noodzaakt ons nog tot het maken van een opmerking. De minister erkent de leefbaarheidsproblemen in de bebouwde kommen van Aalst, Valkenswaard en Waalre. Zij verwacht dat de leefbaarheidsproblemen in de toekomst zullen toenemen en dat in 2010 een bereikbaarheidsprobleem zal optreden. Dit constaterend, meent de VVD-fractie dat niet mag worden geconcludeerd dat verder helemaal niets meer behoeft te gebeuren en dat dus ook geen enkele reservering meer behoeft plaats te vinden. Laat er geen misverstand over ontstaan: de VVD-fractie vindt nog altijd dat rijksweg 69 er moet komen. Als dat politiek niet haalbaar is, moeten de leefbaarheids- en bereikbaarheidsproblemen in de regio ten zuiden van Eindhoven op een andere manier worden aangepakt. Wij vragen de minister om daarvoor de ogen niet te sluiten. Daarom wil ik de volgende uitspraak graag aan de Kamer voorleggen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de verkeersontwikkeling in de regio Eindhoven-Belgische grens reeds nu tot leefbaarheidsproblemen leidt die in het tijdvak tot 2010 verder zullen toenemen, waardoor tevens de bereikbaarheid zal teruglopen;
verzoekt de regering samen met de provincie Noord-Brabant een plan van aanpak op te stellen om verbeteringen te bereiken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Mevrouw Verbugt, waarom is deze motie niet vandaag bij het debat over de Voorjaarsnota ingediend? Zij gaat, als ik goed geluisterd heb, niet over een verschuiving in de suppletore begroting voor 1999. De motie kan dus helemaal niet op dit moment worden ingediend. U zult alsnog moeten bekijken in hoeverre uw woordvoerder bij de Voorjaarsnota bereid is om die motie in dat kader in te dienen.
Mevrouw Verbugt (VVD):
Het gaat over de inzet van gelden op de begroting van Verkeer en Waterstaat.
De voorzitter:
Dat zal best, maar dit debat gaat over de suppletore begroting 1999. Het moet dus een verschuiving zijn binnen 1999.
Mevrouw Verbugt (VVD):
Voor een deel is dat het geval.
De voorzitter:
Dat zal best, maar dat staat niet in de motie. U moet nog even naar de motie kijken.
Minister Netelenbos:
Mevrouw de voorzitter! Ik dank de leden voor de gemaakte opmerkingen.
Voorzitter! Ik hoop dat de notitie over het inpassingsbudget volgende week komt. Aanstaande vrijdag komt de notitie in het kabinet aan de orde. Ik hoop dat het daar goed afloopt, en dan stuur ik de Kamer met spoed de notitie. Die zit er dus nu echt aan te komen! Helaas heeft het wat langer geduurd dan ik dacht toen wij spraken over het MIT.
Voorzitter! Ik stel voor dat wij volgende week in het algemeen overleg praten over de A4 door Midden-Delfland. De financiële wensen van de Kamer heb ik uitgevoerd. Ik ben van mening dat die weg noodzakelijk is.
Voorzitter! Ik kom toe aan Rotterdam CS, de integrale beoordeling van Randstadrail en de wens van de Rotterdamse raad om per 1 juli te beslissen. Morgen praat ik met het bereikbaarheidsoverleg Rotterdam, met name over dit vraagstuk. Aan de Rotterdamse wethouder Kombrink heb ik laten weten dat, waar het gaat om aansluitingswensen, men moet kijken hoe men binnen het budget met publiek-private financiering verder kan komen dan op dit moment uitsluitend met publiek geld mogelijk is. Ik heb namelijk een eindig budget; alles is verkaveld in het MIT. Het moet, omdat het om een interessant gebied gaat, mogelijk zijn om met behulp van private partijen een paar voorstellen te ontwikkelen. Ik hoop daarover morgen meer te horen. Maar ik heb geen extra geld beschikbaar. Daarnaast is de minister van VROM de eerstverantwoordelijke bewindspersoon voor de sleutelprojecten, waartoe Rotterdam CS behoort. Ik voel mij dus niet in een positie om daarover een opmerking te maken. Over de sleutelprojecten is nog niet besloten. Ik denk dat dit punt in het Vinex-overleg met de minister van VROM aan de orde kan komen.
Voorzitter! Ik kom toe aan de motie-Verbugt over de innovatieve contractvormen. Er is een interdepartementaal rapport in de maak, dus u kunt zich voorstellen dat het allemaal buitengewoon ingewikkeld is. Het rapport bevindt zich in een afrondende fase, zodat het binnenkort naar de Kamer kan worden gestuurd. Dat moet leiden tot betere en goedkopere producten.
Voorzitter! Bij de voorstadstations speelt iets vergelijkbaars als bij de sleutelprojecten: zij zijn uiteraard gekoppeld aan bouwlocaties. Ik kan mij voorstellen dat bij de Vinex-discussie, waarbij ik ook aanwezig ben, daarover verder wordt gesproken. De afspraak is namelijk dat wij pas integraal afwegen. Er is een aantal wensen ten aanzien van stations, en je kunt niet separaat beslissen.
Voorzitter! Ik kom toe aan de brief over de brug bij Kampen en de N50. Ik ben blij dat de conclusie gesteund kan worden. Het is een groot vraagstuk, maar de schepen kunnen erdoor, en wij hoeven ook niet vaak te baggeren. Dat viel dus allemaal reuze mee!
Voorzitter! Wat de verkorte HSL-tunnel betreft zit ik in een afrondende fase. Dit is een ingewikkeld vraagstuk. Er is zeker geen sprake van voldoende bestuurlijke steun, zodat moet worden gewogen wat dat betekent. Ik zal het kabinet binnenkort een voorstel doen. Dat betekent overigens niet dat ik de Kamer vóór haar reces daarvan op de hoogte kan stellen, maar wel nog voordat het kabinet met reces gaat. Dat betekent dus vóór half juli.
Voorzitter! Ik kom toe aan de motie-Leers over PPS en infrastructuur. Ik heb het gevoel dat de discussie die wij gisteren hebben gevoerd met de minister van Financiën en mijzelf over PPS en de projecten die zijn genoemd in de voortgangsrapportage inzake PPS, meer inhoudt dan een paar regeltjes. Daarin zijn de projecten benoemd die interessant zijn om met PPS te "beleggen". Het is juist de woordvoerder van de PvdA geweest, de heer Bos, die heeft gezegd dat er geen sprake meer is van laaghangend fruit, maar dat het gaat om grote klappers die daarin zijn opgenomen. Daarnaast kan men ook binnen de steden met PPS aan de slag. Dat is bijvoorbeeld aan de orde bij de noord-zuidlijn en de Hofpleinlijn.
Er lopen tal van onderhandelingen over voorfinanciering. Er is nog geen privaat contract gesloten met provincies of steden. Dat betekent dat het allemaal nog in de uitwerkingsfase zit. Er zit nog wel steeds schot in, maar het is een heel ingewikkeld proces waarmee vaak veel extra financiële inzet van gemeenten of provincies is gemoeid. Ik zie een en ander dus nog steeds met vertrouwen tegemoet.
De vraag over de bijdrage inzake de renovatie van metrostations zal ik schriftelijk beantwoorden omdat ik het antwoord daarop op dit moment niet paraat heb.
Het amendement van de heer Van der Steenhoven over de exploitatie van het openbaar vervoer moet ik afwijzen. Er zijn mijns inziens urgentere vraagstukken aangaande het openbaar vervoer waar het gaat om gemeenten die zo en nu dan als bevoegde overheden met een eigen democratische besluitvorming besluiten om met zonering iets anders te werken. Ik heb een dringend pleidooi tot mij gekregen over veiligheid in het openbaar vervoer in met name de grote steden. Ik wil daar echt serieus mee aan de slag. Dat zal een ingewikkeld en een groot financieel vraagstuk zijn. Ik geef daaraan absoluut prioriteit. Ik heb met de steden de afspraak dat wij het gehele vraagstuk gaan verkennen. Ik ga dus niet mee met een amendement dat iets wil doen aan de zonering, want de burgers moeten toch ook aangesproken worden op goed, veilig en betrouwbaar openbaar vervoer.
De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):
De minister heeft vaak aangegeven dat zij het belangrijk vindt dat het openbaar vervoer betaalbaar blijft. Wij moeten constateren dat het openbaar vervoer de afgelopen jaren duurder is geworden ten opzichte van de autokosten. Door de zoneverkleining zal het openbaar vervoer in de steden een stuk duurder worden. Dat moet de minister ook zorgen baren omdat daarmee het openbaar vervoer landelijk een negatief imago krijgt, in de zin dat het steeds duurder wordt.
Minister Netelenbos:
De ruimte die ze is gegeven betreft de inflatiecorrectie. Dat is op zichzelf buitengewoon keurig. Verder zijn de subsidiebijdragen enorm. Verbetering van de veiligheid heeft op dit moment echt mijn allereerste aandacht. Ik vind dat het reuze meevalt met het gebruik van de beleidsruimte van andere overheden. Dat beeld herken ik dus niet. Verder herinner ik aan de vier keer 35 mln. waarover in de vorige kabinetsperiode afspraken zijn gemaakt. Het mag dan ook niet ten koste gaan van de investeringen.
Het voorstel van de heer Van der Steenhoven inzake de 60 mln. in relatie tot de waterkering vind ik echt dwaas. Het betekent dat wij risico's willen lopen met betrekking tot veiligheid. Het verbeteren van de waterkering betekent dat je het water in de zee of de rivier wil houden. Er is een urgent programma om de dijken te verzwaren en om ervoor te zorgen dat de waterkering op orde is. Daar gaan wij dus niet zomaar 60 mln. van afhalen. Straks loopt de boel onder en dan hebben wij weer een probleem van 1 mld. De natte natuur zat overigens in de aanbieding van de korte boortunnel.
Mevrouw Verbugt heeft gesproken over rijksweg 69. In het kader van het MIT heb ik al gezegd dat die er wat mij betreft niet komt. Het tracé loopt door een prachtig natuurgebied. Aanleg ervan zou niet verantwoord zijn. Wij moeten eens stoppen met het aanleggen van autowegen door gebieden die in Nederland schaars zijn. Ik heb wel toegezegd dat ik uit het onderhoudsbudget een aantal knelpunten met betrekking tot de veiligheid en de leefbaarheid wil oplossen. Ik zal hierover overleg voeren met de betrokken gemeenten en provincies. Ik heb daarvoor geen motie nodig. Ik zal de Kamer op de hoogte houden hieromtrent.
De algemene beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik stel voor, op een nader te bepalen tijdstip te stemmen.
Daartoe wordt besloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-19981999-5306-5309.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.