Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het voorstel van wet van het lid M.B. Vos tot wijziging van de Wet milieubeheer (duurzaam geproduceerd hout) (23982).

(Zie vergadering van 18 februari 1998.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Passtoors (VVD):

Voorzitter! Het initiatiefwetsvoorstel van mevrouw Vos is sympathiek en het doel ervan onderschrijft de VVD, namelijk de duurzame productie van alle hout in de wereld. Met het gewijzigde amendement-Schutte wordt beoogd een algemeen importverbod op termijn van niet duurzaam geproduceerd hout te schrappen. Dit zullen wij steunen, evenals het amendement van mevrouw Verspaget. Het voorstel wordt daardoor minder onacceptabel. Echter, het voorgestelde instrument om tot dit goede doel te komen, te weten een eenzijdige Nederlandse verplichte certificering van alle hout, wijst de VVD als een materieel eenzijdige handelsbelemmering af. Dat is onzes inziens in strijd met internationale verdragen en afspraken en ook met het huidige regeringsbeleid, waarin wordt uitgegaan van vrijwillige certificering door de houtsector via zelfregulering. Voor dit wetsvoorstel, dat onzes inziens een symboolwet is, die praktisch niet uitvoerbaar, controleer baar en handhaafbaar is en juist het tegengestelde effect zal hebben, wil de VVD-fractie geen verantwoordelijkheid nemen. Wij zullen derhalve tegenstemmen.

De aanhef van artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Verspaget (stuk nr. 25, II).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 25 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel A, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Verspaget (stuk nr. 25, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel II wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Schutte (stuk nr. 26, I) tot het doen vervallen van artikel III.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks tegen dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 26 voorkomende gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel IV, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Schutte (stuk nr. 26, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De beweegreden, zoals zij is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Verspaget (stuk nr. 25, I), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van GroenLinks, de SP, de PvdA, D66, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels en het AOV voor het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik wil collega Vos van harte gelukwensen met de aanneming van dit wetsvoorstel en ik wil haar vragen of zij bereid is dit te verdedigen in de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Daar ben ik toe bereid en dat zal ik met zeer veel plezier doen.

Naar boven