Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de inkomensgrens ziekenfondsverzekering voor AOW-gerechtigden (25062), en over:

- de motie-Lansink over de overheveling van de studenten (25062, nr. 9);

- de motie-Van Blerck-Woerdman/Van Boxtel over de wettelijke bijdragen per particulier verzekerde (25062, nr. 11);

- de gewijzigde motie-Van Blerck-Woerdman c.s. over de zorgkosten (25062, nr. 13).

(Zie vergadering van 27 november 1996.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Lansink (CDA):

Voorzitter! Ik wil graag een stemverklaring vooraf afleggen namens al degenen die mijn amendement op stuk nr. 14 hebben ondertekend.

De voorzitter:

Ik moet hier een opmerking over maken omdat u zelf dat amendement heeft ingediend.

De heer Lansink (CDA):

Ik wil namens de indieners van mijn amendement een stemverklaring afleggen over het andere amendement.

De voorzitter:

U kunt een stemverklaring afleggen over een ander amendement. Wij vermoeden immers wel hoe u gaat stemmen over uw eigen amendement.

De heer Lansink (CDA):

Voorzitter! Het is goed dat u op de laatste dag nog de puntjes op de i zet, maar mijn eerste zin was correct. Mijn stemverklaring gaat over het amendement dat de heren Oudkerk en Van Boxtel in de randen van de nacht hebben ingediend. Als ons amendement wordt verworpen, zullen wij voor het amendement van de heren Oudkerk en Van Boxtel stemmen. Dat doen wij niet om een premie te zetten op geharrewar, op zigzagbeleid, maar omdat wij de ouderen niet het slachtoffer willen laten worden van de verdeeldheid in de coalitie.

In stemming komt het amendement-Lansink c.s. (stuk nr. 14).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD, de RPF, de SGP, het GPV, GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Nijpels-Hezemans (stuk nr. 8, II).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de groep-Nijpels, het CDA, het AOV, de CD, de RPF, GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 8 voorkomende amendementen, inclusief het amendement op stuk nr. 8, I, als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Oudkerk/Van Boxtel (stuk nr. 10, I) tot invoeging van een artikel Ia.

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 10 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel II, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Oudkerk/Van Boxtel (stuk nr. 10, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De beweegreden wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Lansink (25062, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de groep-Nijpels, het AOV, het CDA, de CD, de RPF, de SGP, GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Blerck-Woerdman/Van Boxtel (25062, nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, D66, de RPF, de SGP, het GPV, het CDA, de groep-Nijpels en het AOV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Blerck-Woerdman c.s. (25062, nr. 13).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven